Verordening bedrijveninvesteringszone 't Oude Dorp 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening bedrijveninvesteringszone 't Oude Dorp 2017

De raad van de gemeente Zuidplas;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

gezien de uitvoeringsovereenkomst gesloten met de Stichting Bedrijvengebied Oude Dorp Nieuwerkerk aan den IJssel;

besluit vast te stellen de Verordening bedrijveninvesteringszone 't Oude Dorp 2017.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

- wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones

- bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;

- college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

- uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en met de Stichting Bedrijvengebied Oude Dorp Nieuwerkerk aan den IJssel op 22 november 2016 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1. Onder de naam 'BIZ-bijdrage' wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

    de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt;

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    a. gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    b. het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld

  • 3. Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per belastingobject, zoals gedifferentieerd in artikel 7.

Artikel 6 Vrijstellingen

De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

a. belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

b. belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

c. ongebouwde belastingobjecten die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;

d. belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt;

e. belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

f. belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

g. belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

h. belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

i. belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

j. belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;

k. belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria;

l. belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

m. belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor club- en buurthuiswerk, de beoefening van sport, kunst of cultuur, en andere activiteiten van sociale of culturele aard en die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft;

n. belastingobjecten die uitsluitend bestemd in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

  • De BIZ-bijdrage bedraagt per belastingobject:

  • 1. voor de gebruiker of indien het belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent voor de eigenaar van horeca- en detailhandelsbedrijven en bedrijven die op de begane grond van de Dorpsstraat of Kerklaan zijn gevestigd € 300

  • 2. voor de gebruiker of indien het belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent voor de eigenaar van bedrijven niet genoemd onder 1 € 200

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel vanautomatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen kunnen worden betaald in tien (10) gelijke termijnen. De voorwaarden zoals beschreven in het "Reglement voor automatische incasso gemeentebelastingen 2016" zijn hierop van toepassing.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 12 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

De Algemene Subsidieverordening Zuidplas 2016 is niet van toepassing.

Artikel 13 Aanwijzing

de Stichting Bedrijvengebied Oude Dorp Nieuwerkerk aan den IJssel wordt aangewezen als de stichting bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

Artikel 14 Subsidieverlening

  • 1. De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de Stichting Bedrijvengebied Oude Dorp Nieuwerkerk aan den IJssel; voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie kan worden verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2. De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 15 Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de Stichting Bedrijvengebied Oude Dorp Nieuwerkerk aan den  IJssel; gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 16 Subsidievaststelling

  • 1. De Stichting Bedrijvengebied Oude Dorp Nieuwerkerk aan den IJssel is verplicht om binnen 13 weken na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgnomen stukken te overleggen.

  • 2. De subsidie wordt uiterlijk 13 weken] na ontvangst van de in het lid 1 genoemde stukken vastgesteld.

Artikel 17 Melding van relevante wijzigingen

  • 1. De Stichting Bedrijvengebied Oude Dorp Nieuwerkerk aan den IJssel; stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

    - meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie,

    - een wijziging van de statuten,

    - verandering of beëindiging van activiteiten.

  • 2. Onder de in lid 1 genoemde onderschikte veranderingen worden onder andere verstaan wijzigingen die de uitvoering van de activiteiten of de BIZ-organisatie zelf raken.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bedrijveninvesteringszone 't Oude Dorp 2017.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2016.

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

P. van Vugt , K.J.G. Kats

Bijlage 1 Kaart behorende bij Verordening bedrijveninvesteringszone 't Oude Dorp 2017

afbeelding binnen de regeling