Verordening brandweerrechten 2011

Geldend van 23-12-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening brandweerrechten 2011

Artikel 1 belastbaar feit

  • 1 Onder de naam “brandweerrechten” worden geheven:A rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienstbestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienstbestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of onderhoud zijn;B rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten. 

  • 2 Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:A het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;B het beperken van brandgevaar;C het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;D al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;E het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;F de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet. 

Artikel 2 belastingplicht

Belastingplichtig is:A degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1,eerste lid, onderdeel a;B degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel B. 

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze Verordening behorende tarieventabel. 

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. 

Artikel 4 Belastingjaar

Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,--.

  • 4 Belastingbedragen van minder dan € 10,-- worden niet geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1 De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2 Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen,kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving. 

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 10 Overgangsrecht

De ‘Verordening brandweerrechten 2010’ van 15 december 2009 wordt ingetrokken met ingangvan de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening brandweerrechten 2011”’.

Tarieventabel 1

Hoofdstuk 1 Wacht- en controlediensten1.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:1.1.1 het verrichten van wacht- en waakdiensten: € 52,-- per personeelslid, per uur1.1.2 het verrichten van controlediensten : € 52,-- per personeelslid, per uur1.1.3 duikwerkzaamheden, anders dan redding en assistentie € 52,-- per personeelslid, per uur1.1.4 het schriftelijk verstrekken van inlichtingen, over een brand-bestrijding of hulpverlening in het bijzonder belang van deaanvrager € 63,-- per personeelslid, per uur1.1.5 het geven van voorlichting en/of instructie aan derden € 63,-- per personeelslid, per uur

Hoofdstuk 2 Inzet van personeel2.1 Het tarief bedraagt ter zake van de inzet van een:2.1.1 aspirant-brandwacht € 18,50 per uur2.1.2 brandwacht € 19,50 per uur2.1.3 brandwacht 1e klasse € 21,50 per uur2.1.4 hoofdbrandwacht € 23,50per uur2.1.5 onderbrandmeester € 25,50 per uur2.1.6 brandmeester € 29,50 per uur2.1.7 adjunct-hoofdbrandmeester € 29,50 per uur2.1.8 adjunct-hoofdbrandmeester 1e klasse € 34 per uur2.1.9 hoofdbrandmeester 1e klasse € 44 per uur

Hoofdstuk 3 Ter beschikkingstellen van voertuigen3.1 Voor zover niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen, bedraagt het tarief Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ter beschikking stellen van3.1.1 een poederaanhangwagen € 14 per uur3.1.2 een autospuit met groot vermogen € 163 per uur 3.1.3 een hulpverleningsvoertuig € 109 per uur 3.1.4 een waterongevallenwagen € 109 per uur3.1.5 een motorspuit op aanhangwagen € 16,50 per uur3.1.6 een ander voertuig dan in dit hoofdstuk genoemd € 109 per uur3.1.7 Bij inzet van personeel worden deze tarieven verhoogd met de tarieven bedoeld in Hoofdstuk 2.

Hoofdstuk 4 Overige Diensten4.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:4.1.1 het verrichten van metingen € 22 per meting4.1.2 het verrichten van diensten in geval van storing in een perceel € 22 per storing4.1.3 het verrichten van diensten in geval van de afsluiting van een perceel € 22 per opheffing4.1.4 Bij inzet van personeel worden deze tarieven verhoogd met de tarieven bedoeld in Hoofdstuk 2.

Behorende bij raadsbesluit van 14 december 2010.

De griffier van de gemeente Zuidplas,

P. van Vugt