Regeling vervallen per 01-01-2020

Mandaatregeling gemeente Zuidplas

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Mandaatregeling gemeente Zuidplas

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas en de burgemeester van de gemeente Zuidplas,

een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

overwegende,

dat het voor het efficiënt functioneren van de gemeente Zuidplas wenselijk is een mandaatregeling vast te stellen;

gelet op de wettelijke voorschriften, in het bijzonder de bepalingen van afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 156, 165, 168, 171 en 178 van de Gemeentewet;

b e s l u i t e n:

I.

het krachtens mandaat nemen van besluiten, welke zijn vermeld in het bij deze regeling behorende mandaatregister, op te dragen aan de daarbij genoemde functionarissen,

en

II.

ten aanzien van de uitoefening van deze mandaten de navolgende regeling vast te stellen, te

weten:

de “Mandaatregeling gemeente Zuidplas”

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    gemandateerde: de functionaris, die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen;

  • b.

    machtiging: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan feitelijke handelingen te verrichten, geen besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen zijnde;

  • c.

    mandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan een besluit te nemen en het ondertekenen daarvan;

  • d.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een in het mandaatregister genoemde functionaris de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • e.

    mandaatregister: een overzicht van door de mandaatgever aan gemandateerde opgedragen bevoegdheden;

  • f.

    overzicht “bij mandaat afgedane stukken”: een maandelijks door de afdeling samen te stellen overzicht van in de voorafgaande weken door de gemandateerden bij mandaat genomen besluiten;

  • g.

    ondertekeningsmandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan een besluit te ondertekenen;

  • h.

    plaatsvervanger: de daartoe aangewezen persoon;

  • i.

    volmacht: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

Artikel 2 Mandaat en ondermandaat

  • 1. Mandaat wordt verleend aan de functionarissen, zoals vermeld in het bij deze regeling behorende mandaatregister, en bij hun afwezigheid, aan hun plaatsvervangers, zoals in artikel 4 is bepaald.

  • 2. Ondermandaat is toegestaan indien deze mogelijkheid in het mandaatregister is voorzien.

  • 3. Bij ondermandaat blijven de in dit besluit gegeven voorschriften onverminderd van toepassing.

  • 4. De mandaten mogen alleen worden uitgeoefend door de functionarissen behorende tot de afdeling waaronder de mandaten in het mandaatregister zijn opgenomen tenzij er sprake is van een situatie genoemd in artikel 4, lid 1 en lid 2 onder a.

Artikel 3 Reikwijdte mandaat, volmacht en machtiging

  • 1. Indien het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester mandaat, volmacht of machtiging verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, wordt daarin ook begrepen alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die bij de uitoefening van de bevoegdheid behoren.

  • 2. Indien de voorbereidings- en uitvoeringshandelingen zoals genoemd in lid 1 van dit artikel leiden dan wel kunnen leiden tot rechtsgevolgen voor de gemeente dient controle plaats te vinden door het manager of diens plaatsvervanger ingeval deze handelingen worden verricht door de behandelend ambtenaar, en door de gemeentesecretaris of diens plaatsvervanger indien deze handelingen worden verricht door manager.

Artikel 4 Plaatsvervanging

In geval van afwezigheid van functionarissen, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun direct leidinggevende met inachtneming van het volgende:

  • a.

    Bij de managers B is dit een andere manager B. Bij de afwezigheid van deze andere manager B, wordt in de vervanging voorzien door de gemeentesecretaris. In dat geval is van verticale vervanging sprake;

  • b.

    Bij manager D en C is dit de verticale vervanger in de persoon van respectievelijk manager C en B;

  • c.

    Bij de medewerkers is dit de verticale vervanger in de persoon van de manager D,C.

Artikel 5 Uitzonderingen

De gemandateerde is bevoegd tot het nemen van besluiten als vermeld in het bijgevoegde mandaatregister, tenzij:

  • a.

    de beslissing strekt tot een weigering van een besluit dan wel een negatief besluit inhoudt, voor zover in de mandaatregeling niet expliciet anders is bepaald;

  • b.

    advies nodig is van andere afdelingen en het advies en het eigen standpunt niet op elkaar aansluiten respectievelijk niet tot dezelfde conclusie leiden;

  • c.

    de beslissing afwijkt van een ingewonnen extern advies;

  • d.

    door een belanghebbende met betrekking tot het te nemen besluit een negatieve zienswijze is ingediend, tenzij die zienswijze kennelijk ongegrond is, hetgeen in de motivering van het besluit tot uitdrukking dient te worden gebracht;

  • e.

    het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, richtlijnen en voorschriften;

  • f.

    het besluit wordt genomen met gebruikmaking van een hardheidsclausule in een wettelijke regeling;

  • g.

    bij de behandeling van een onderwerp blijkt, dat er sprake is van een grote mate van beleidsvrijheid, of geen schriftelijk vastgelegd beleid is;

  • h.

    artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet van toepassing is;

  • i.

    er sprake is of kan zijn van een grote politiek-bestuurlijke impact dan wel mogelijke precedentwerking;

  • j.

    het besluit overschrijding van budgetten of kredieten zou inhouden;

  • k.

    bij persoonlijke betrokkenheid van een mandaatgever of gemandateerde;

  • l.

    uit overleg met de portefeuillehouder blijkt dat de portefeuillehouder het voorstel aan het ter zake bevoegd bestuursorgaan wil voorleggen;

  • m.

    de gemandateerde om welke reden dan ook twijfelt of van het mandaat gebruik mag of moet worden gemaakt;

  • n.

    de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen.

Artikel 6 Ondertekeningswijze bij mandaat

Bij de uitoefening van een mandaat, verleend door:

  • a.

    het college, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas,

[handtekening]

[naam]

De secretaris,/ De manager van de afdeling …….,/De medewerker van de afdeling …….,

  • b.

    bij ondermandaat:

Namens h et college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas,

De secretaris,/ De manager van de afdeling …….,

Namens deze,

[handtekening]

[naam]

De medewerker van de afdeling …….,

  • c.

    voor zover betreft gemandateerde bevoegdheden van de burgemeester:

Namens d e burgemeester van de gemeente Zuidplas,

[handtekening]

[naam]

De secretaris,/ De manager van de afdeling …….,/De medewerker van de afdeling …….,

  • d.

    bij ondermandaat:

Namens d e burgemeester van de gemeente Zuidplas,

De secretaris,/ De manager van de afdeling …….,

Namens deze,

[handtekening]

[naam]

De medewerker van de afdeling …….,

Artikel 7 Schakelbepaling volmachten en machtigingen

Deze mandaatregeling is van overeenkomstige toepassing indien het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester aan een functionaris, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht of machtiging verleent.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt de dag na publicatie in werking.

Artikel 9 Citeerwijze

Dit besluit wordt aangehaald als “Mandaatregeling gemeente Zuidplas”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 oktober 2017.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas,
De burgemeester,
K.J.G. Kats
de secretaris,
C.E. Bos
De burgemeester van de gemeente Zuidplas,
K.J.G. Kats

Bijlage 1 Mandaatregister 2019

Mandaatregister 2019

Toelichting op de Mandaatregeling gemeente Zuidplas

Inleiding

Met betrekking tot het nemen van mandaat- en ondermandaatbesluiten vervult het team Juridisch, inkoop en APV van de afdeling Bedrijfsvoering een coördinerende en adviserende rol. Zij beheert en distribueert het mandaatregister. Eén maal per jaar verzorgt het team Juridisch, inkoop en APV een algemene herziening van de mandaatregeling en -register.

Alle mandaat- en ondermandaatbesluiten die buiten deze jaarlijkse herziening moeten worden vastgesteld, worden door de afdelingen zelf opgepakt. Dit gaat in overleg met het team Juridisch, inkoop en APV. Het team Juridisch, inkoop en APV neemt, nadat de afdeling het mandaatbesluit heeft gepubliceerd, het mandaatbesluit op in het mandaatregister.

Opzet van de mandaatregeling

Deze mandaatregeling bestaat uit twee gedeelten. Allereerst de mandaatregeling waarin allerlei algemene zaken ten aanzien van mandaatverlening en volmacht- of machtigingverkrijging worden geregeld. Ten tweede een mandaatregister waarin alle mandaten zijn opgenomen. De mandaten worden verleend aan alle managers B en de secretaris , vervolgens vindt er ondermandaat plaats aan de managers C en D en de medewerkers.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Onderscheid mandaat, volmacht, machtiging

Het college van burgemeester en wethouders en de burgmeester kunnen verschillende handelingen verrichten: bestuursrechtelijke rechtshandelingen, privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen. Afhankelijk van de soort (rechts)handeling kan deze worden opgedragen aan de uitvoerende organisatie. Juridisch spreken we dan over mandaat, volmacht en machtiging. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn volmacht en machtiging door middel van een schakelbepaling onder de werking van de bepalingen over mandaat gebracht (artikel 10:12 Awb). Wat geldt voor de mandaten, geldt ook voor de volmachten en de machtigingen. Zij zijn dan ook samen met de mandaten, opgenomen in het bij de Mandaatregeling gemeente Zuidplas behorende mandaatregister.

Mandaat

De gemeentelijke bestuursorganen voeren bestuursrechtelijke rechtshandelingen uit. Voorbeelden:

de burgemeester verleent een vergunning of het college verstrekt een subsidie. Al deze bevoegdheden steunen op een bestuursrechtelijke wet, waarin die bevoegdheid zijn grondslag kent en zijn besluiten in de zin van artikel 1:3 Awb. Als een bestuursorgaan een bestuursbevoegdheid opdraagt aan een ambtenaar noemen we dat mandaat. De ambtenaar oefent die bevoegdheid uit namens het bestuursorgaan. Dit houdt dat hij kan beslissen en kan ondertekenenVerschil met delegatie is dat het bestuursorgaan bij mandaat de bevoegdheid niet verliest. De verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de bevoegdheid blijft bij het bestuursorgaan. Hierbij

mag het bestuursorgaan op elk moment de bevoegdheid zelf uitoefenen en tussentijds algemene en bijzondere instructies geven aan de ambtenaar over de wijze waarop de bevoegdheid wordt uitgeoefend.

Voorwaarde voor de juridische binding is dat het besluit is genomen binnen de grenzen van de gemandateerde bevoegdheid. Dit spreekt voor zichzelf, omdat buiten de grenzen van wat is gemandateerd geen bevoegdheid bestaat. Wordt een besluit genomen over een onderwerp dat

buiten de bevoegdheid ligt, dan is sprake van een onbevoegd genomen besluit. Het gevolg van een onbevoegd genomen besluit kan zijn dat dit in rechte wordt vernietigd. De bestuursrechter mag/zal een dergelijk bevoegdheidsgebrek ambtshalve constateren.

Ondertekeningsmandaat

De toelichting onder het mandaat geldt ook voor het ondertekeningsmandaat. Het verschil is dat bij een ondertekeningmandaat alleen de bevoegdheid tot ondertekenen wordt gemandateerd de beslissingsbevoegdheid blijft bij het bestuursorgaan liggen.

Mandaat en budgethouderschap

De gemeenteraad stelt budgetten beschikbaar door de begroting vast te stellen (budgetrecht artikel 191 Gemeentewet). Het college voert de begroting uit (taak van college op grond van artikel 160 Gemeentewet). In de Regeling Budgethouderschap van de gemeente Zuidplas wordt geregeld welke functionaris op welke wijze over bepaalde budgetten kan beschikken. Om budgetten te kunnen aanwenden is het nodig dat bepaalde bestuursrechtelijke, privaatrechtelijke of feitelijke handelingen worden verricht. Er moet bijvoorbeeld een overeenkomst met een leverancier worden gesloten. Het is belangrijk om te beseffen dat de budgethouder niet automatisch op grond van zijn budgethouderschap de nodige bijbehorende handelingen mag verrichten, maar hiervoor aparte mandaten, volmachten en machtigingen nodig heeft van het ter zake bevoegd bestuursorgaan. Deze zijn te vinden in het mandaatregister.

Volmacht

De gemeente kan ook als ´gewoon´ rechtspersoon (net als een B.V. bijvoorbeeld) deelnemen aan het rechtsverkeer en voert in die hoedanigheid privaatrechtelijke rechtshandelingen uit.

Voorbeelden: het aan- of verkopen van grond, het sluiten van een contract, het verlenen van een opdracht tot onderzoek of het aanschaffen van een product. De privaatrechtelijke tegenhanger van mandaat is de volmacht. Voorbeeld: de burgemeester kan zijn bevoegdheid om een overeenkomst te ondertekenen opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon, bijvoorbeeld een ambtenaar of een notaris. Dit gebeurt dan met een volmacht.

Machtiging

Naast bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen verricht de gemeente ook feitelijke handelingen. Dit zijn de gewone dagelijkse handelingen die geen rechtsgevolgen hebben. Voorbeelden daarvan zijn: het planten van een boom, het voeren van verweer bij de rechtbank, het

uitoefenen van toezicht in de stad, het verstrekken van informatie aan burgers of het aanleggen van een uitrit. Een machtiging wordt verleend in het geval dat er geen sprake is van een besluit, maar ook niet van een privaatrechtelijke rechtshandeling.

Overzicht “bij mandaat afgedane stukken”

De gemandateerde draagt zorg voor een deugdelijke verslaglegging van de door hem in mandaat genomen besluiten. Elke afdeling maakt maandelijks een overzicht van de in mandaat genomen besluiten.

Aangezien de mandaatgever verantwoordelijk blijft voor de door de gemandateerden genomen besluiten wordt dit overzicht maandelijks op de agenda voor de vergadering van het college opgenomen.

De managers bespreken met het ter zake bevoegd bestuursorgaan (burgemeester dan wel het college van burgemeester en wethouders) in hun reguliere portefeuillehoudersoverleg de krachtens (onder)mandaat genomen besluiten aan de hand van het onder artikel 7 lid 2 genoemde overzicht.

Artikel 2 Mandaat en ondermandaat

Mandaat is in de regel een bevoegdheidsverlening aan een hiërarchisch ondergeschikte. Het college van burgemeester en wethouders mandateert bijvoorbeeld het manager van een afdeling om namens het college vergunningen te verlenen.Mandaat aan een niet-ondergeschikte is een uitzondering. Een voorbeeld is het mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland. Hiervoor geldt de bijzondere eis dat de gemandateerde schriftelijke instemming dient te verlenen, tenzij de mandaatverlening is voorzien bij wettelijk voorschrift. Een wettelijk voorschrift of de aard van de bevoegdheid kan zich tegen mandaatverlening verzetten. Het verlenen van ondermandaat is op grond van de Awb een mogelijkheid, maar bestuursorganen moeten hiertoe wel uitdrukkelijk besluiten. In deze Mandaatregeling is dit opgenomen in artikel 2, tweede lid.

Artikel 3 Algemene regels

In dit artikel is bepaald dat het verlenen van een bevoegdheid niet alleen betreft het nemen van een besluit, bijvoorbeeld het beslissen op een vergunningaanvraag, of het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen of het verrichten van een feitelijke handelingen, maar dat daaronder ook valt het treffen van alle voorbereidingen, het voeren van correspondentie en alle andere handelingen die worden verricht in de aanloop tot de totstandkoming van het besluit, de privaatrechtelijke rechtshandeling of de feitelijke handeling.

Voorbeelden hiervan zijn:

  • het toezenden aan overheidsinstellingen van gevraagde of verplicht te verstrekken gegevens of van inlichtingen betreffende het door de gemeente gevoerde beleid;

  • het verzenden van ontvangstbevestigingen van die brieven, waarvan de beantwoording naar verwachting enige tijd zal vergen;

  • het vragen van adviezen aan gemeentelijke diensten of derden, voor zover daaraan geen kosten zijn verbonden;

  • het doen van mededelingen over bestaand beleid.

Artikel 4 Plaatsvervanging

Indien een gemandateerde afwezig is, is zijn plaatsvervanger bevoegd om het mandaat uit te oefenen. Let wel: er moet sprake zijn van een plaatsvervanger die formeel als zodanig is aangewezen (b.v. bij zijn benoemingsbesluit of in zijn functiebeschrijving). Mochten zowel

gemandateerde als zijn plaatsvervanger afwezig zijn, dan is de plaatsvervanging geregeld:

  • a.

    via horizontale plaatsvervanging of

  • b.

    via verticale plaatsvervanging.

In principe geldt de verticale plaatsvervanging, waarbij de eerstvolgende hogergeplaatste leidinggevende van de gemandateerde het mandaat krijgt toebedeeld. In de gemeente Zuidplas is dat (bij ondermandaat de manager B en daarna) de gemeentesecretaris.

Tenzij door de managers B gezamenlijk is bepaald voor elke manager B door welke andere manager B deze vervangen wordt. Zijn deze vervangende manager B niet aanwezig, dan treedt de “normale” verticale plaatsvervanging in werking.

Artikel 5 Uitzonderingen

In de mandaatregeling worden grenzen gesteld aan de omvang van de mandaatverlening, in die zin dat er situaties zijn waarin het mandaat niet geldt en het besluit door het oorspronkelijk bevoegd bestuursorgaan wordt genomen. Als regel wordt bijvoorbeeld gesteld dat besluiten geen afwijking

van het bestaande beleid tot gevolg mogen hebben. Besluiten die afwijken van het beleid moeten aan het bestuursorgaan worden voorgelegd. Alvorens een van het beleid afwijkend besluit wordt genomen heeft het bestuursorgaan op deze wijze de gelegenheid het onderliggende beleid nog eens te heroverwegen. Ook moet een besluit aan het bevoegd bestuursorgaan worden voorgelegd als er geen eensluidend ambtelijk advies is. Verder kunnen besluiten waarvoor geen financiële dekking aanwezig is, niet in mandaat worden afgedaan.

Voorbeeld van persoonlijke betrokkenheid als bedoeld onder k doet zich bijvoorbeeld voorals de gemandateerde een vergunning aanvraagt voor het kappen van een eigen boom.

De verantwoordelijkheid en de beslissing om in de artikel 5 beschreven situaties niet van het gegeven mandaat gebruik te maken ligt bij de gemandateerde functionaris.

Artikel 6 Ondertekeningswijze bij mandaat

De burger die met een besluit wordt geconfronteerd dat in mandaat is genomen dient hierover te worden geïnformeerd, zo bepaalt artikel 10:10 van de Awb. Deze informatieplicht vloeit voort uit het meer omvattende beginsel van de rechtszekerheid. Het krachtens mandaat genomen besluit moet dan ook vermelden namens welk bestuursorgaan het is genomen.

In artikel 8 van deze regeling staat precies beschreven hoe besluiten die in (onder)mandaat zijn genomen moeten worden ondertekend.

Artikel 7 Schakelbepaling volmachten en machtigingen

Teneinde expliciet duidelijk te maken dat deze mandaatregeling ook van toepassing is op volmachten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, is deze schakelbepaling opgenomen. Van belang is dat dit alleen geldt voor gemandateerde die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

Arikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling en het bij deze regeling behorende mandaatregister moeten worden gepubliceerd. Immers, artikel 3:40 van de Awb bepaalt, dat een besluit niet in werking treedt voordat het is bekendgemaakt.