Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas houdende regels omtrent reiskosten vergoeding Beleidsregels reiskosten vergoeding bij arbeidsinschakeling en trajecten sociale activering 2018

Geldend van 06-04-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels reiskosten vergoeding bij arbeidsinschakeling en trajecten sociale activering 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas;

gelet op artikel 15 van de Re-integratieverordening Participatiewet IOAW/IOAZ 2017 en artikelen 18 en 22 van de Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet en IOAW/IOAZ 2018 gemeente Zuidplas ;

overwegende dat het wenselijk is het beleid omtrent de vergoeding van de reiskosten bij arbeidsinschakeling en sociale activering vast te leggen in beleidsregels;

b e s l u i t :

vast te stellen de Beleidsregels reiskosten vergoeding bij arbeidsinschakeling en trajecten sociale activering 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente <plaats>;

    • b.

      motorvoertuig: auto of motor;

    • c.

      reisafstand: de kortste afstand tussen woonadres en trajectlocatie;

    • d.

      reiskosten: de kosten die gemaakt moeten worden om de kortste afstand tussen woonadres en trajectlocatie te overbruggen;

    • e.

      voorliggende voorziening: een vergoeding die gezien haar aard en doel, wordt geacht toereikend en passend te zijn om de reiskosten te voldoen;

    • f.

      wet: de Participatiewet.

  • 2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Noodzaak

Reiskosten worden noodzakelijk geacht bij:

  • a.

    trajecten in het kader van arbeidsinschakeling,

  • b.

    trajecten in het kader van sociale activering,

  • c.

    trajecten in het kader van een werkstage,

  • d.

    trajecten in het kader van een participatieplaats,

  • e.

    trajecten in het kader van scholing,

  • f.

    trajecten in het kader van inburgering; en

  • g.

    reiskosten tot maximaal 1 maand na de arbeidsinschakeling.

Artikel 3 Reisafstand

  • 1. Voor vergoeding komen in aanmerking de reiskosten bij een enkele reisafstand van tenminste 8 kilometer.

  • 2. Bij een enkele reisafstand van minder dan 8 kilometer wordt het vervoer met de fiets als algemeen gebruikelijk geacht.

  • 3. Bij vergoeding in geval van een enkele reisafstand van tenminste 8 kilometer geldt niet dat de eerste 8 kilometer voor eigen rekening is.

Artikel 4 Voorliggende voorziening

  • 1. Is er sprake van een vergoeding voor reiskosten bij een reisafstand van 8 kilometer of meer (enkele reisafstand) dan moet worden aangetoond dat de kosten ook daadwerkelijk gemaakt worden en niet anderszins worden vergoed.

  • 2. Een onkostenvergoeding van een derde voor reiskosten wordt gezien als een voorliggende voorziening.

Artikel 5 Uitzondering

Indien redelijkerwijs van de belanghebbende niet kan worden gevraagd om de afstand per

fiets af te leggen geldt de enkele reisafstand van minder dan 8 kilometer niet.

Artikel 6 Tarief en wijze van vergoeden

  • 1. Het te vergoeden bedrag wordt bepaald op basis van het meest goedkope tarief openbaar vervoer.

  • 2. Indien openbaar vervoer niet mogelijk is maar gebruik wordt gemaakt van een motorvoertuig, wordt via de site van de ANWB de kortste route bepaald en de kosten vergoed gelijk aan de fiscaal vrijgelaten kilometervergoeding.

  • 3. De reiskosten kunnen gedeclareerd worden gedurende de duur van het traject.

  • 4. De vergoeding wordt verstrekt op maandbasis.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels reiskosten vergoeding bij arbeidsinschakeling en trajecten sociale activering 2018.

Artikel 8 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 april 2018.

  • 2. In de Nota bijzondere bijstand en minimabeleid gemeente Zuidplas 2015 wordt binnen het kopje Reiskosten de alinea over reiskosten, voorzover deze betrekking hebben op re-integratie en naar een onderwijsinstelling, ingetrokken.

  • 3. Op vergoedingen voor reiskosten die vóór de ingangsdatum van deze beleidsregels zijn toegekend en waarvan het traject doorloopt tot na de ingangsdatum van deze beleidsregels, blijft gedurende het traject de regelgeving van toepassing zoals deze luidde tot de inwerkingtreding van deze beleidsregels, tenzij deze beleidsregels gunstiger zijn voor belanghebbende.

  • 4. Verlenging van het traject wordt gezien als nieuw traject en dan gelden deze beleidsregels

Ondertekening

Nieuwerkerk aan den IJssel, 27 maart 2018
Het college van burgemeester en wethouders,
K.J.G. Kats A.E.B. Kandel
Burgemeester Gemeentesecretaris (a.i.)

ALGEMENE TOELICHTING

Reiskosten behoren in beginsel tot de algemene kosten van het bestaan en moeten worden voldaan uit de bijstandsnorm. Dit geldt ook als het een voorziening betreft waaraan de belanghebbende verplicht deelneemt. Dit laat echter onverlet dat het college een tegemoetkoming in de reiskosten mag aanbieden als re-integratievoorziening. Hier is voor gekozen onder de voorwaarden beschreven in deze beleidsregels. Reiskosten behoren tot de categorie verwervingskosten en worden gezien als noodzakelijk te maken kosten om zo snel mogelijk weer in het eigen levensonderhoud te voorzien.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2 Noodzaak

Belanghebbende heeft de verplichting om er alles aan te doen zo snel mogelijk weer in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Hiertoe heeft de belanghebbende de verplichting om gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling of sociale activering. De noodzaak wordt bepaald door het verplichtende karakter. Belanghebbende heeft in deze geen eigen keuze.

Indien belanghebbende inburgeringsplichtig is mag belanghebbende zelf kiezen waar het inburgeringstraject gevolgd gaat worden. Het verplichtende karakter zit hem in het moeten behalen van het inburgeringsdiploma. Indien een vergoeding van de reiskosten wordt gevraagd mag van belanghebbende verwacht worden dat het traject gevolgd wordt bij de dichtstbijzijnde trajectaanbieder.

Artikel 3 Reisafstand

Vervoer met de fiets wordt als algemeen gebruikelijk geacht tot een enkele reisafstand van 8 kilometer. Met enkele reisafstand wordt bedoeld de kortste afstand tussen woonadres en trajectlocatie. Bij een enkele reisafstand van 8 kilometer of meer wordt voor de (verdere) arbeidsinschakeling een vergoeding verstrekt. Er geldt dan niet dat de kosten tot 8 kilometer voor eigen rekening komen, maar komen de totale kosten voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 4 Voorliggende voorziening

Een vergoeding is alleen mogelijk voor zover de reiskosten niet of niet volledig op andere wijze worden vergoed. De vergoeding is altijd aanvullend op datgene dat voor deze kosten uit andere bron kan worden verkregen.

Artikel 5 Uitzondering

Indien er bijzondere omstandigheden zijn waarom de belanghebbende niet kan fietsen, dan is ook bij een enkele reisafstand van minder dan 8 kilometer een vergoeding mogelijk. Wel moet er gekeken worden of het niet kunnen fietsen een chronisch of tijdelijk karakter heeft. Voorbeeld: indien een statushouder in het land van herkomst niet heeft leren fietsen, dan kan hij gedurende de tijd die nodig is om te leren fietsen een vergoeding krijgen.

Artikel 6 Tarief en wijze van vergoeden

Uitgangspunt voor de vergoeding is het meest goedkope tarief openbaar vervoer. Dit kan bij een traject van meerdere dagen per week ook een abonnement zijn. De kosten zijn uit te rekenen via de site van OV9292. De prijzen op deze site fluctueren soms enkele centen maar dit is verwaarloosbaar. Indien belanghebbende kiest om gebruik te maken van een motorvoertuig en de kosten zijn lager dan het openbaar vervoer, dan worden de laagste kosten vergoed. Indien openbaar vervoer niet mogelijk is maar gebruik moet worden gemaakt van een motorvoertuig, dan wordt via de site van de ANWB de kortste route bepaald en de kosten vergoed gelijk aan de fiscaal vrijgelaten kilometervergoeding. Denk hierbij aan een traject waarbij de aanvangstijd vóór de aanvangstijden van het openbaar vervoer ligt of een traject met als standplaats een plaats die niet bereikbaar is met het openbaar vervoer.

Bij het starten van een traject wordt berekend wat de reiskosten per maand bedragen. De vergoeding voor reiskosten wordt eenmaal per maand uitbetaald. Voorbeeld: De belanghebbende gaat een opleiding volgen gedurende 4 maanden ingaande 1 juli. Voor de opleiding moet de belanghebbende 3 dagen per week reizen. De afstand tussen het woonadres en het opleidingsinstituut is 12 kilometer en te bereiken met het openbaar vervoer. De reiskosten bedragen € 2,79 enkele reis. De volgende berekening geldt dan; € 2,79 enkele reis = € 5,58 retour. Dit 3 dagen per week is 3 x € 5,58 = € 16,74 per week. Omgerekend naar maand is dit € 16,74 x 13 : 3 = € 72,54. Aan de belanghebbende wordt een vergoeding verstrekt van € 72,54 per maand ingaande 1 juli en eindigend op 31 oktober (de bedragen zijn fictief).

Artikel 7 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 8 Inwerkingtreding en overgangsrecht

Dit artikel behoeft geen toelichting.