Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Zundert 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening hondenbelasting Zundert 2015

De raad van de gemeente Zundert;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2014;

gehoord het advies van de Ronde d.d. 25 november 2014;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

b e s l u i t

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Zundert 2015 (Verordening hondenbelasting Zundert 2015).

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Continuering belastingplicht

Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie over het vorige belastingjaar een aanslag werd opgelegd, wordt de belasting geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar de aanslag over het vorige belastingjaar werd opgelegd, tenzij blijkt dat het aantal honden waarvoor hij belastingplichtig is, wijziging heeft ondergaan of zijn belastingplicht vóór de aanvang van het belastingjaar is geëindigd.

Artikel 4 Vrijstellingen

In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • 1.

    die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;

  • 2.

    waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging mits de houder zich verbindt zijn hond met geleider aan wiens bevelen hij gehoorzaamt, ter beschikking van de politie te stellen;

  • 3.

    welke worden gebruikt ten dienste van de openbare orde en veiligheid en/of ter bestrijding van de criminaliteit of voor deze doeleinden worden opgeleid;

  • 4.

    die verblijven in een hondenasiel;

  • 5.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;

  • 6.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;

  • 7.

    die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per belastingjaar € 29,18 per hond;

  • 2. In afwijking inzoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 264,73 per kennel.

  • 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, als dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde gemeentelijke belastingen € 50,00 of meer doch niet meer dan € 3.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Overgangsrecht

De "Verordening hondenbelasting Zundert 2014", vastgesteld bij raadsbesluit van 10 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening hondenbelasting Zundert 2015".

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 9 december 2014.
De raad voornoemd.
De griffier,
drs. J.J. Rochat
De voorzitter,
L.C. Poppe-de Looff