Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Zundert

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Zundert

De raad van de gemeente Zundert;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014;

gehoord het advies van De Ronde d.d. 25 november 2014;

gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet;

overwegende dat: het noodzakelijk is het opdragen van een tegenprestatie aan personen van 18 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd bij verordening te regelen.

BESLUIT

vast te stellen de:

Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Zundert

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, sub 1, sub 5, sub 6 van de wet;

  • b.

    Tegenprestatie: onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt;

  • c.

    Mantelzorg: zorg die mensen vrijwillig en onbetaald verlenen aan mensen met een fysieke, verstandelijke of psychische beperking in hun familie, huishouden of sociale netwerk. De verleende zorg overstijgt de gebruikelijke zorg voor elkaar.

  • d.

    Vrijwilligerswerk: werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving.

  • e.

    Wet: Participatiewet.

Artikel 2. Beleid

Het college kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening, waarin kan worden vastgelegd, welke aanvullende werkzaamheden het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden, voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

Hoofdstuk 2. De tegenprestatie naar vermogen

Artikel 3. Opdragen van een tegenprestatie

  • 1. Het college kan aan personen uit de doelgroep die niet deelnemen aan een activerings- of uitstroomtraject de mogelijkheid bieden om onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, in te zetten als tegenprestatie.

  • 2. Voor zover een persoon een alleenstaande ouder is die de volledige zorg heeft voor een tot zijn last komend kind tot 5 jaar kan het college slechts nadat zij zich genoegzaam heeft overtuigd van de beschikbaarheid van passende kinderopvang en de belastbaarheid van de persoon een tegenprestatie opdragen.

Artikel 4. Ontheffing van het leveren van een tegenprestatie

  • 1. Voor zover personen volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn als bedoeld in artikel 4 van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen, ziet het college af van het opdragen van een tegenprestatie;

  • 2. Voor zover personen uit de doelgroep al eventuele zorgtaken/mantelzorg verrichten en/of maatschappelijke activiteiten en/of vrijwilligerswerk verrichten kan het college besluiten af te zien van het opdragen van een tegenprestatie, indien deze werkzaamheden naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk zijn;

  • 3. Voor zover een persoon een alleenstaande ouder is die de volledige zorg heeft voor een tot zijn last komend kind tot vijf jaar én die in het bezit is van een ontheffing als bedoeld in artikel 9a eerste lid van de Participatiewet, ziet het college af van het opdragen van een tegenprestatie.

Artikel 5. Intrekken van een opgedragen tegenprestatie

  • 1. Het college kan afzien van de overeengekomen tegenprestatie op het moment dat de persoon aan wie de tegenprestatie is opgedragen passende arbeid accepteert;

  • 2. Het college kan afzien van de overeengekomen tegenprestatie op het moment dat de uitvoering van deze tegenprestatie de noodzakelijke re-integratie-inspanningen belemmert.

Artikel 6. De inhoud van een tegenprestatie

  • 1. De werkzaamheden bedoeld in artikel 3 mogen:

    • a.

      naar hun aard niet zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt;

    • b.

      niet zijn bedoeld als re-integratie-instrument;

    • c.

      worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht; en

    • d.

      niet leiden tot verdringing van reguliere arbeid op de arbeidsmarkt.

  • 2. Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:

    • a.

      de persoonlijke wensen en kwaliteiten van de belanghebbende;

    • b.

      de lichamelijke en geestelijke mogelijkheden van de belanghebbende;

    • c.

      leeftijd, opleiding en werkervaring van belanghebbende;

    • d.

      mogelijkheden van belanghebbende om op de werkplek te komen;

    • e.

      noodzaak van kinderopvang tijdens de uitvoering van de tegenprestatie;

    • f.

      afstemming van de tegenprestatie op eventuele zorgtaken/mantelzorg of maatschappelijke activiteiten en/of vrijwilligerswerk wat al door belanghebbende wordt verricht.

Artikel 7. Duur en omvang van een tegenprestatie

1.Voor zover een tegenprestatie is opgedragen is deze zowel qua tijdsduur als inhoud nauwkeurig omschreven;

  • a.

    de tegenprestatie wordt opgedragen voor de maximale tijdsduur van 6 maanden;

  • b.

    de tegenprestatie wordt opgedragen voor maximaal 20 uur per week;

  • c.

    de tegenprestatie kan binnen een periode van 12 maanden slechts eenmaal worden opgedragen.

Artikel 8. Onkostenvergoeding / vrijwilligersvergoeding

  • 1. Voor zover de belanghebbende bij het uitvoeren van de tegenprestatie een onkostenvergoeding ontvangt wordt deze bij de verlening van de uitkering ingevolge de Participatiewet buiten beschouwing gelaten.

  • 2. Voor zover de belanghebbende bij het uitvoeren van de tegenprestatie een vrijwilligersvergoeding ontvangt wordt deze bij de verlening van de uitkering tot een bedrag van maximaal € 95,- per maand en maximaal € 764,- per jaar vrijgelaten.

Artikel 9. Geen werkzaamheden voorhanden

  • 1. Het college draagt geen tegenprestatie op indien geen werkzaamheden voorhanden zijn, die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

  • 2. Indien het college geen tegenprestatie opdraagt omdat geen werkzaamheden voorhanden zijn, beoordeelt het college binnen twaalf maanden of op dat moment wel werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 10. Hardheidsclausule

In situaties, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Zundert”.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering 9 december 2014.
De raad voornoemd.
De griffier,
drs. J.J. Rochat
De voorzitter,
L.C. Poppe-de Looff