Beleidsregel Vangnetregeling kleine culturele organisaties

Geldend van 26-03-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel Vangnetregeling kleine culturele organisaties

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert;

gelezen het bepaalde in art. 4:81 van Algemene wet bestuursrecht

overwegende dat vanwege de maatregelen inzake COVID-19 veel culturele activiteiten niet door konden gaan,

Het Rijk ter compensatie van gederfde inkomsten middelen beschikbaar heeft gesteld,

Het van belang is voor de sociale cohesie van onze gemeenschap om deze lokale culturele organisatie te behouden,

besluit:

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

• college: het college van burgemeester en wethouders van Zundert;

• Corona-periode: 1 maart 2020 tot 1 maart 2021;

• omzetverlies: het verschil tussen het totaal van inkomsten van de organisatie in de Corona-periode en het totaal van inkomsten in de periode van 1 januari 2019 tot 1 januari 2020;

• organisatie: een stichting of vereniging die vóór 1 januari 2019 is opgericht en wiens activiteiten hoofdzakelijk bestaan uit het aanbieden van culturele activiteiten aan inwoners van Zundert.

Artikel 2. Doel regeling

Het doel van deze regeling is culturele organisaties een vangnet te bieden. Het college beoogt daarmee het zoveel mogelijk in stand te houden van het bestaande lokale culturele netwerk, dat te maken heeft met de negatieve financiële gevolgen vanwege de Coronamaatregelen. Daarbij gaat het er vooral om de kleinere organisaties die door deze situatie in de problemen zijn gekomen een helpende hand te bieden.

Artikel 3. Tegemoetkoming

1. Het college kan op aanvraag een tegemoetkoming in de vorm van een incidentele subsidie verstrekken aan een organisatie die ten minste 50 % aan omzetverlies heeft geleden als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19.

2. Geen steun wordt verleend aan een organisatie die:

- in surseance van betaling is of in staat van faillissement verkeert dan wel naar het oordeel van het college vrijwel zeker in een van deze situaties terecht zal komen; of

- in 2020 tegemoetkoming vanuit Rijksmiddelen via de gemeente heeft ontvangen.

3. Het college kan de aanvraag verder afwijzen als de organisatie in de periode voorafgaand aan de Corona-periode al ernstige financiële moeilijkheden had. Het college kijkt daarbij naar de periode van 12 maanden voorafgaand aan de Corona-periode.

4. Een organisatie komt slechts eenmaal in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van onderhavige beleidsregel.

5. Het college kan nadere voorwaarden verbinden aan het verstrekken van een tegemoetkoming op grond van deze regeling.

Artikel 4. Hoogte van de tegemoetkoming

De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt maximaal 50% van het verschil in kosten en baten tussen 2019 en de corona-periode. De totale tegemoetkoming bedraagt niet meer dan maximaal € 1.000 per organisatie.

Artikel 5. Het beschikbare bedrag en wijze van verdeling

Het plafond voor het verstrekken van de tegemoetkomingen op grond van deze regeling bedraagt

€ 42.472.

Artikel 4:25, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing op het verstrekken van tegemoetkomingen op grond van de onderhavige beleidsregel. Het plafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen, totdat het plafond bereikt is.

Artikel 6. De aanvraag

  • 1.

    Voor de aanvraag wordt een door het college vastgesteld formulier gebruikt.

  • 2.

    De aanvraag voor een tegemoetkoming kan worden ingediend t/m 31 december 2021.

Artikel 7. Definitieve tegemoetkoming

1. Op verzoek van het college toont de aanvrager aan dat hij voldoet aan de voorwaarden van deze beleidsregel door het overleggen van:

- een overzicht van de financiën van de organisatie waaruit blijkt dat deze een omzetverlies van ten minste 50% heeft geleden in de Corona-periode ten opzichte van 2019, en;

- andere informatie of stukken die naar het oordeel van het college voor de beoordeling van belang zijn.

2. Het college kan een besluit tot toekenning van een tegemoetkoming intrekken en/of terugvorderen indien:

- de aanvrager aan wie een tegemoetkoming is toegekend onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft, waardoor een tegemoetkoming ten onrechte is toegekend, of;

- het besluit tot toekenning van een tegemoetkoming anderszins onjuist was en de aanvrager dit wist, dan wel behoorde te weten, of;

- de aanvrager niet of niet volledig voldoet aan het bepaalde in artikel 7, lid 1 van deze beleidsregel.

3. Het college vordert een bedrag dat als gevolg van een besluit als bedoeld in het tweede lid ten onrechte is uitbetaald terug van degene aan wie is uitbetaald.

Artikel 8. Toepassing beleidsregel bij onduidelijkheid / onvoorziene hardheid

  • 1.

    Wanneer er over artikelen onduidelijkheden ontstaan of wanneer een artikel op meerdere manieren kan worden uitgelegd, beslist het college.

  • 2.

    Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregel naar zijn oordeel tot een bijzondere en onvoorziene hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze beleidsregel, indien daar zeer dringende redenen voor zijn.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

Artikel 10. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Vangnetregeling kleine culturele organisaties.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 02-03-2021

Burgemeester en wethouders van Zundert,

de secretaris, de burgemeester,

drs. J.W.F. Compagne J.G.P. Vermue