Regeling vervallen per 21-10-2022

Nadere regel Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO

Geldend van 01-04-2021 t/m 20-10-2022

Intitulé

Nadere regel Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO

Overwegende:

- Dat de rijksoverheid de gemeenten financiële middelen beschikbaar heeft gesteld om (een gedeelte van de) extra kosten die zorgaanbieders Jeugdwet en WMO hebben i.v.m. met COVID-19 (gedeeltelijk) te compenseren;

- Dat 9 West-Brabantse gemeenten hebben besloten daartoe intensief samen te werken, ook met het oogmerk om de administratieve lasten voor zowel gemeenten als zorgaanbieders zo veel mogelijk te bepreken;

- Dat het uitgangspunt hierbij is dat zorgaanbieders die contracten hebben met één, meerdere of alle gemeenten, slechts bij een loket een verzoek tot compensatie kunnen indienen;

- Dat gemeenten in een fonds de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen door hebben gestort en ook maximaal die bijdragen willen vergoeden;

- Dat de gemeente Roosendaal is verzocht zorg te dragen voor een adequate verdeling van deze middelen op basis van vooraf gezamenlijk vaststelde spelregels;

- Dat daartoe alle betrokken gemeenten de navolgende nadere regeling Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO hebben vastgesteld;

- Dat de gemeenten de uitvoering van de regeling integraal hebben gedelegeerd aan de gemeente Roosendaal.

gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Zundert 2020.

BESLUIT

vast te stellen de :

Nadere regel Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO

Het college van de gemeente Zundert, in zijn vergadering van 26 januari 2021 bijeen:

Artikel 1. Beleidsdoel

Het vergoeden van (een gedeelte van de) meerkosten voor zorgorganisaties en professionals, werkzaam binnen het gebied van een van de deelnemende gemeenten, welke meerkosten direct voortkomen uit het volgen van de richtlijnen van het RIVM als gevolg van de coronacrisis vallende onder de Jeugdwet en de WMO.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

De meerkosten, niet zijnde omzetderving, zoals genoemd onder artikel 1, gemaakt in de periode 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020, die aantoonbaar, proportioneel, doelmatig en exclusief zijn.

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend aangevraagd door en verstrekt aan de aanbieder. Indien er sprake is van een hoofdaannemer, dan wel de penvoerder, dient respectievelijk die hoofdaannemer of penvoerder de subsidie aan te vragen en wordt de subsidie aan hen verleend.

Artikel 4. Aanvullende weigeringsgronden

Aanvullend op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening zal de subsidie in ieder geval geweigerd worden indien er sprake is van:

  • 1.

    Hogere overheadkosten van aanbieders.

  • 2.

    Vergoeding van niet-geleverde zorg (valt onder continuïteit van financiering).

  • 3.

    Alternatieve levering van zorg (valt onder continuïteit van financiering).

  • 4.

    Uitgestelde vraag van noodzakelijke zorg (valt onder effecten na corona).

  • 5.

    Een hogere vraag naar zorg of maatschappelijke voorzieningen die niet een direct gevolg is van de coronamaatregelen.

Artikel 5. Aanvraag

In aanvulling op de in artikel 5 lid 2 van de Algemene subsidieverordening genoemde gegevens, moet gebruik gemaakt worden van het beschikbare format zoals dat beschikbaar gesteld wordt en moeten er bewijsstukken meegezonden worden die direct inzicht geven in de gemaakte meerkosten in de periode 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020.

Artikel 6. Bepaling subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie is overeenkomstig de hoogte van de aanvraag echter nooit hoger dan het subsidieplafond.

  • 2.

    Het subsidieplafond wordt door de gemeenteraad vastgesteld. Het subsidieplafond is het bedrag dat door het Rijk totaal aan de 9 samenwerkende gemeenten ter beschikking is gesteld voor meerkosten Jeugdwet en WMO bij de septembercirculaire 2020 en aanvulling daarop bij de decembercirculaire 2020, waarbij aangevuld dat Jeugdwet en WMO beiden een eigen budget hebben en beiden hun eigen plafond. Het beschikbare plafond wordt verminderd met de meerkosten van de landelijk gecontracteerde zorgfuncties. Deze zal eerst vergoed worden, waarna het resterende beschikbare plafond wordt benut voor de subsidieverstrekking.

  • 3.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van categorieën, zoals genoemd in artikel 7, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt. De categorie die dan niet meer volledig vergoed kan worden, zal dan naar rato van de totale aanvragen van die categorie vergoed worden.

  • 4.

    Indien uiteindelijk blijkt dat het subsidieplafond bij de één (Jeugdwet of de WMO) niet bereikt wordt na het beoordelen en afhandelen van de aanvragen, dan zal het beschikbare bedrag tot het subsidieplafond worden ingezet bij de andere.

Artikel 7. Volgorde kosten die voor subsidie in aanmerking komen

1. Het college zal de subsidie voor meerkosten Jeugdwet verstrekken op vaste, limitatieve, volgorde zoals hieronder beschreven:

  • a.

    Beschermingsmiddelen;

  • b.

    Personele kosten;

  • c.

    Quarantaine opvang;

  • d.

    Huur locaties;

  • e.

    Extra inzet eigen personeel;

  • f.

    Arbo kosten;

  • g.

    Alternatieve zorgverlening;

  • h.

    Extra vervoerskosten;

  • i.

    Overige meerkosten;

2. Het college zal de subsidie voor meerkosten WMO verstrekken op vaste, limitatieve, volgorde zoals hieronder beschreven:

  • a.

    Beschermingsmiddelen;

  • b.

    Personele kosten;

  • c.

    Huur locaties;

  • d.

    Extra vervoerskosten;

  • e.

    Extra inzet eigen personeel;

  • f.

    Quarantaine opvang;

  • g.

    Alternatieve zorgverlening;

  • h.

    Arbo kosten;

  • i.

    Overige meerkosten.

3. De meerkosten kunnen alleen ingediend worden voor Jeugdwet of WMO. Dubbel ingediende meerkosten zullen niet in behandeling worden genomen. Indien een factuur bestemd is voor zowel de Jeugdwet als de WMO als voor een andere regeling waarbij de gemeente niet betrokken is, kan deze gesplitst worden naar rato van het aandeel omzet Jeugdwet en WMO (en/of andere regeling).

Artikel 8. Afwikkeling aanvraag

  • 1.

    De ontvangst, beoordeling en beslissing op de aanvraag subsidie wordt door het college gedelegeerd aan het college van de gemeente Roosendaal, evenals het behandelen van bezwaar en beroep.

  • 2.

    In afwijking van artikel 6 van de Algemene subsidieverordening moet de subsidie aangevraagd worden uiterlijk voor 15 mei 2021.

  • 3.

    In afwijking van artikel 8 van de Algemene subsidieverordening beslist de gemeente Roosendaal binnen 6 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 4.

    De subsidie wordt door de gemeente Roosendaal direct vastgesteld.

Artikel 9. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking op 1 april 2021.

Artikel 10. Citeertitel

Deze nadere regel worden aangehaald als: “Nadere regel Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO”

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 26 januari 2021.

Burgemeester en wethouders van Zundert,

de secretaris, de burgemeester,

Drs. J.W.F. Compagne J.G.P. Vermue

Toelichting Nadere regel Meerkosten Covid-19 Jeugdwet en WMO

Algemeen

De VNG en het Rijk hebben afspraken gemaakt over het bieden van financiële zekerheid en ruimte aan zorgorganisaties en professionals. Dit is nodig om zorgorganisaties en professionals, in deze uitzonderlijke tijden, een uiterste inspanning te kunnen laten verrichten om het coronavirus maximaal te controleren, kwetsbare mensen te beschermen en goede zorg te verlenen voor diegenen die dit nodig hebben.

De verlening van zorg en ondersteuning leidt soms tot meerkosten als gevolg van de coronacrisis, in het bijzonder door het volgen van de richtlijnen van het RIVM. De meerkosten die direct voortkomen uit het volgen van deze maatregelen zullen (gedeeltelijk) vergoed worden. Het is van belang deze meerkosten op een eenvoudige manier in beeld te brengen.

Deze regeling is een uitwerking van de landelijke afspraken.

Overwegingen

De gemeenten Bergen op Zoom, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert zijn een samenwerking aangegaan om de vergoeding van (een gedeelte van de) meerkosten Covid-19 voor de Jeugdwet en de WMO gezamenlijk te regelen. Hiervoor is besloten de Rijksbijdragen voor deze meerkosten in een gezamenlijk fonds over te brengen, waaruit de aanvragen subsidie voor de hele regio zullen worden voldaan. Daarnaast is de gemeente Roosendaal aangewezen om voor de 9 gemeenten de aanvragen te zullen behandelen.

Artikel 1. Beleidsdoel

De meerkostenregeling geldt voor zorgorganisaties en professionals. Hierbij is aangesloten bij de landelijke regeling. Ook PGB, jeugdbescherming en jeugdreclassering valt hieronder.

Het doel is om (een gedeelte van de) directe meerkosten te vergoeden die voortvloeien uit het volgen van de richtlijnen van het RIVM inzake Covid-19 in de periode 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020. De kosten moeten ook daadwerkelijk in die periode gemaakt zijn.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting. Het gaat hier in ieder geval niet om de omzetderving en/of omzetgarantie. Hiervoor geldt een andere regeling.

Artikel 3. Doelgroep

Zie ook de toelichting bij artikel 1. Is er sprake van zorgcombinaties, dan dient de hoofdaannemer dan wel de penvoerder de aanvraag in.

Artikel 4. Aanvullende weigeringsgronden

Hierbij wordt aangesloten bij de landelijke regeling.

Artikel 5. Aanvraag

Op de website van de gemeente Roosendaal is het aanvraagformulier te downloaden. Dit formulier kan dan volledig ingevuld gestuurd worden aan de gemeente Roosendaal, voorzien van bewijsstukken waaruit direct de meerkosten blijken.

Artikel 6. Bepaling subsidiehoogte

Voor deze regeling geldt een subsidieplafond. Dit betekent dat er een maximaal bedrag ter beschikking is voor de aanvragen. Dit plafond is het bedrag dat de gemeente ontvangt als compensatie van het Rijk. De hoogte van de compensatie van het Rijk is bepaald bij de septembercirculaire 2020 en de decembercirculaire 2020.

Hiervan worden eerst de meerkosten voor de landelijk gecontracteerde zorgfuncties voldaan. Het restant wordt vervolgens gebruikt om de overige meerkosten te voldoen, waarbij geldt dat zodra het plafond bereikt is, er geen subsidie meer verstrekt wordt.

Voor de Jeugdwet en de WMO zijn er gescheiden budgetten en gescheiden subsidieplafonds. Hierbij wordt wel opgemerkt dat indien bij één van beiden het subsidieplafond nog niet bereikt is indien alle aanvragen behandeld zijn, het nog resterende bedrag tot aan het plafond overgeheveld wordt naar de ander.

De kosten die voor subsidie in aanmerking komen, zijn limitatief opgesomd in artikel 7. De volgorde is ook dwingend voorgeschreven. Dit betekent dat eerst kostenpost a vergoed zal worden, dan pas kostenpost b enz. tot het plafond bereikt is. Indien er voor een bepaalde kostensoort niet voldoende subsidie meer beschikbaar is om de totale kostenpost te voldoen, dan zal er naar rato over de aanvragen verdeeld gaan worden. Eventuele volgende kostenposten komen dan niet meer voor vergoeding in aanmerking.

Bij de aanvragen wordt door de gemeente uitgegaan van jaaromzetcijfers die de zorginstanties en zorgprofessionals hebben ingediend bij de gemeenten.

Artikel 7. Volgorde kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De volgorde van vergoeding van meerkosten is dwingendrechtelijk en limitatief bepaald in dit artikel. Hierbij is opgemerkt dat de Jeugdwet en de WMO beiden een andere volgorde hanteren voor vergoeding.

Indien bij controle blijkt dat er meerkosten dubbel ingediend worden, zullen de aanvragen voor deze kosten buiten behandeling worden gesteld.

Bij het hebben van maar 1 factuur voor meerkosten zowel voor de Jeugdwet als voor de WMO als eventueel voor een andere regeling waarbij de gemeente niet betrokken is, mag deze gesplitst worden op grond van het aandeel Jeugdwet en WMO in de omzetcijfers.

Artikel 8. Afwikkeling aanvraag

Het college heeft besloten de totale behandeling van de aanvraag, inclusief bezwaar en beroep, bij het college van de gemeente Roosendaal te leggen.

De rest van het artikel spreekt voor zich.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting.

Artikel 10. Citeertitel

Spreekt voor zich, behoeft geen toelichting.