Regeling vervallen per 24-03-2014

Verordening Commissie Bezwaarschriften 2005

Geldend van 18-10-2012 t/m 23-03-2014 met terugwerkende kracht vanaf 18-10-2012

Intitulé

Verordening Commissie Bezwaarschriften 2005

De raad van de gemeente Zutphen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 2005 met nummer BBM/BVR 434;

besluit:

de Verordening Commissie Bezwaarschriften 2005 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

    • b.

      commissie: de Commissie bezwaarschriften;

    • c.

      commissiekamer: afdeling van de Commissie bezwaarschriften.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen besluiten van de raad, hetcollege en de burgemeester. De commissie adviseert daarbij over een met het bezwaarschrift ingediend verzoek omkostenvergoeding ingevolge artikel 7:15 Awb. Daarnaast signaleert de commissie omstandigheden die naar haaroordeel het ontstaan van de bezwaarschriften in de hand werken en doet aanbevelingen om hierin verbeteringen aante brengen.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond vaneen wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 2a Inleidende bepaling commissiekamers

  • 1. De commissie bestaat uit twee kamers:

    • a.

      de kamer Algemene Zaken, die de bezwaarschriften behandelt die niet onder de bevoegdheid van de kamerSociale Zaken en de kamer Personeel vallen;

    • b.

      de kamer Personeel, die bezwaarschriften behandelt tegen besluiten die betrekking hebben op derechtspositionele aangelegenheden van ambtenaren in dienst van de gemeente Zutphen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de commissievoorzitter, de kamervoorzitters en de overige leden van de kamers.

  • 2. De voorzitter van de kamer Algemene Zaken is tevens voorzitter van de commissie.

  • 3. De commissieleden, waaronder de (kamer)voorzitter(s) begrepen, worden door de raad op voordracht van hetcollege benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4. De raad wijst tevens een plaatsvervangend voorzitter van de commissie aan.

Artikel 3a Samenstelling van de commissiekamers

  • 1. De kamer Algemene Zaken bestaat uit ten minste drie externe leden, waaronder de voorzitter eneen plaatsvervangend voorzitter van de kamer.

  • 2. De kamer Personeel bestaat uit ten minste drie externe leden, waarvan één lid wordt benoemd op voordracht van dein de Commissie van Overleg vertegenwoordigde vakorganisaties en één deskundig lid in overleg met de in deCommissie van Overleg vertegenwoordigde vakorganisaties.

  • 3. De raad benoemt voor de kamer Personeel plaatsvervangende leden, op dezelfde wijze als vermeld onder 2.

  • 4. Ten aanzien van de plaatsvervangende leden zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstigetoepassing.

  • 5. De raad wijst tevens voor elke kamer een van de leden, niet zijnde de voorzitter, als plaatsvervangend voorzitteraan.

  • 6. Bij verhindering van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter, regelen de kamers de vervanging.

Artikel 4 Coördinatie commissiekamers

De kamervoorzitters voeren ten minste éénmaal per jaar coördinerend overleg onder leiding van decommissievoorzitter. Dit overleg vindt plaats voor de vaststelling van het jaarverslag als bedoeld in artikel 7.

Artikel 5 Secretariaat

  • 1. Het secretariaat van de commissiekamers wordt bekleed door een door het college aan te wijzen ambtenaar, metdien verstande dat elke kamer een eigen secretaris heeft. Het college wijst voor elke secretaris tevens één of meerplaatsvervangers aan.

  • 2. De secretaris van de kamer Algemene Zaken coördineert de werkzaamheden van de secretarissen, bewaakt deuniformiteit van de werkzaamheden van de commissie en heeft een coördinerende taak bij de opstelling van hetjaarverslag als bedoeld in artikel 7.

  • 3. De secretaris van de kamer Algemene Zaken ondersteunt het coördinerende overleg van de kamervoorzitters alsbedoeld in artikel 4.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De leden van de commissie, waaronder begrepen de (kamer)voorzitter(s) treden af op de dag van het aftreden vande raad.

  • 2. De aftredende leden kunnen éénmaal opnieuw benoemd worden.

  • 3. De leden van de commissie, waaronder begrepen de (kamer)voorzitter(s) kunnen op elk moment ontslag nemen. Zijdienen dit schriftelijk in bij de raad onder mededeling daarvan aan de voorzitter c.q. plaatsvervangend voorzittervan de kamer waarvan zij deel uitmaken.

  • 4. De aftredende leden van de commissie, waaronder begrepen de (kamer)voorzitter(s) blijven hun functie vervullentotdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 7 Jaarverslag

  • 1. Elke commissiekamer registreert de bij haar ter behandeling ingekomen bezwaarschriften en de daaropuitgebrachte adviezen.

  • 2. De commissie brengt jaarlijks voor 1 juli aan de raad verslag uit van haar bevindingen.

Artikel 8 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen gesteld van decommissiekamer, wiens taak het gelet op artikel 2a is om over het bezwaarschrift te adviseren.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissiekamer, die over het bezwaarschrift moet adviseren, is in verband met devoorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in tewinnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter van de commissiekamer kan uit eigen beweging of op verlangen van de desbetreffendecommissiekamer bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe op dehoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van dezeverordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissiekamer, die over het bezwaarschrift moet adviseren:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissiekamer;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissiekamer, die over een bezwaarschrift moet adviseren, bepaalt plaats en tijdstip van dezitting waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door decommissiekamer te laten horen.

  • 2. De voorzitter van de commissiekamer beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter van de commissiekamer op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hijdaarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 12 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissiekamer, die over een bezwaarschrift moet adviseren, nodigt de belanghebbenden enhet verwerend orgaan ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf vanredenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de kamervoorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de hoorzittingaan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De kamervoorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van determijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist, dat ten minste de voorzitter of zijn plaatsvervanger en een lid van de dedesbetreffende commissiekamer, aanwezig is.

Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissiekamer nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indiendaarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzitting van de kamer Algemene Zaken is openbaar. Die van de kamer Personeel is niet openbaar.

  • 2. De deuren van de kamer Algemene Zaken kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissiekamer of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de kamer Algemene Zaken vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

Artikel 16 Schriftelijke verslagleggen

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting isvoorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien belanghebbenden, respectievelijk hungemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de ter zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt getekend door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende commissiekamer.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn,kan de voorzitter van de desbetreffende commissiekamer uit eigen beweging of op verlangen van decommissiekamer dit onderzoek houden. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het collegevereist.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissiekamer, hetverwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissiekamer, het verwerend orgaan en de belanghebbende kunnen binnen een week naverzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissiekamer een verzoek richten tot het beleggenvan een nieuwe hoorzitting. De kamervoorzitter beslist op het verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekkinghebben op de hoorzitting zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1. Na de hoorzitting beraadslaagt en beslist de desbetreffende commissiekamer achter gesloten deuren over het doorhaar uit te brengen advies. De secretaris neemt deel aan de beraadslagingen.

  • 2.

    • a.

      De commissiekamer beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter van de commissiekamer.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende commissiekamer ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door decommissiekamer ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op hetbezwaarschrift moet beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissiekamer de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel7:10, eerste lid van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen vaneen beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangt de commissiekamer een afschrift.

Artikel 20 Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften 2003 gemeente Zutphen en de Verordening commissie bezwaarschriftengemeente Warnsveld worden ingetrokken.

Artikel 21 Inwerkingtreding en overgangsregeling

  • 1. Deze verordening treedt in werking de eerste dag na haar bekendmaking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005.

  • 2. Bezwaarschriften die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, maar waarover noggeen advies is uitgebracht, worden afgehandeld conform deze verordening.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening commissie bezwaarschriften 2005”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 28 FEB. 2005
De voorzitter, de griffier,