Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010

Geldend van 02-01-2010 t/m 31-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010

De raad van de gemeente Zutphen,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2009 met nummer BV/A&R 4.364;

gelet op gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010.

Artikel 1 Voorwerp van belasting; belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, een belasting geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 2 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 3 Heffingsmaatstaf en tarief

De belasting wordt geheven naar het aantal eenheden, bepaald en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 en van de in de tabel gegeven aanwijzingen.

Artikel 4 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      jaar : een kalenderjaar;

    • b.

      kwartaal : een kalenderkwartaal;

    • c.

      maand : een kalendermaand;

    • d.

      week : een kalenderweek;

    • e.

      dag : een etmaal.

  • 2. Gedeelten van de in de tabel genoemde tijds- en andere eenheden worden voor een geheel gerekend, met dien verstande dat indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, de belasting over zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag beloopt als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het tijdvak resteren.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 6 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor:

  • a.

    het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond door de gemeente Zutphen of door haar diensten;

  • b.

    het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, welke daar krachtens wettelijk voorschrift kosteloos of tegen een bij of krachtens dat voorschrift bepaalde vergoeding moeten worden gedoogd;

  • c.

    voor het hebben van voorwerpen, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wanneer dat krachtens overeenkomst of concessie, kosteloos of tegen een bepaalde vergoeding is of wordt toegestaan.

Artikel 7 Ontheffing

Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd vóór het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op aanvraag van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over de na verwijdering resterende volle maanden van het belastingtijdvak.

Artikel 8 Wijze van heffing en ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen een aanvang neemt.

  • 3. Aanslagen van minder dan € 9,00 worden niet opgelegd.

    Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend..

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening precariobelasting 2009” van 1 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 14 december 2009
De voorzitter, de griffier,

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2010

1. Terrassen:

voor het hebben van voorwerpen ten behoeve van de exploitatie van horecaterrassen wordtper jaar een tarief geheven voor terrassen van € 18,60 per m² oppervlakte.

2. Reclameobjecten:

voor het hebben van reclameobjecten, zoals driehoeksborden, sandwichborden en enkelvoudige borden welke zijn geplaatst aan of rond bomen, lichtmasten, straatnaampalenen dergelijke, per reclameobject per dag € 0,60.

3. Citeertitel:

Deze tarieventabel behoort bij de “Verordening precariobelasting 2010”