Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van de reclamebelasting binnenstad Zutphen 2010

Geldend van 02-01-2010 t/m 31-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de reclamebelasting binnenstad Zutphen 2010

De raad van de gemeente Zutphen,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2009 met nummer BV/A&R 4.364;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van de reclamebelasting binnenstad Zutphen 2010

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • c.

    vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • d.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • e.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • f.

    jaar of maand: een kalenderjaar of –maand of een gedeelte van een van die kalenderperioden.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing op het gebied dat wordt begrensd door :

IJsselkade, Stationsplein, Isendoornstraat tot kruispunt Berkelsingel dan linksaf, Berkelsingel tot kruispunt Coehoornsingel dan rechtsaf Coehoornsingel, Graag Ottosingel tot kruispunt met Spitaalstraat, Spitaalstraat tot kruispunt met Martinetsingel dan linksaf, Martinetsingel, IJsselkade.

Van de buitengrens van dit gebied behoren beide zijden van genoemde straten tot het gebied.

Artikel 3 Belastbaar feit.

Onder de titel ‘reclamebelasting’ wordt binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie,al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake vanreclameobjecten, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn gedaan in verband met de huur of de verkoop van roerende of onroerende zaken, geheven van die

    tussenpersoon.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting terzake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven naar de oppervlakte van een reclameobject, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel worden de op basis van artikel 6, tweede lid, bepaalde oppervlakten van reclameobjecten, die bij één vestiging behoren, bij elkaar opgeteld. Indien een vestiging tezamen met een bouwwerk of deel daarvan wordt gebruikt door één belastingplichtige, worden de oppervlakten van alle reclameobjecten die bij de vestiging en deze bouwwerken of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar opgeteld.

  • 3. Reclameobjecten behoren in elk geval tot één bouwwerk en daarmee tot een vestiging indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

Artikel 6 Tarief

Het tarief van de reclamebelasting is opgenomen in de bij de verordening behorende tarieventabel.

Artikel 7 Berekening van de reclamebelasting

  • 1. Voor de berekening van de reclamebelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als volle eenheid aangemerkt.

  • 2. De oppervlakte van een reclameobject wordt vastgesteld als volgt:

    • a.

      indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortelijk aankondigingsvoorwerp, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van de zijde van het voorwerp waarop de aankondiging wordt gedaan. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit;

    • b.

      indien de openbare aankondiging bestaat uit het aankondigingsvoorwerp zelf, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van het denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit;

    • c.

      indien de openbare aankondiging wordt gedaan door middel van een combinatie van verschillende losse voorwerpen of een opschrift met losse letters of symbolen, wordt de oppervlakte van het reclameobject bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorwerpen of het opschrift omsluit.

  • 3. Indien het reclameobject slechts voor een deel zichtbaar is vanaf de openbare weg wordt de oppervlakte van het reclameobject bepaald op het van de openbare weg zichtbare gedeelte van het reclameobject.

Artikel 8 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd naar het maandtarief voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met het resterende aantal volle kalendermaanden in het kalenderjaar vermenigvuldigd met het maandtarief.

  • 5. Indien vermindering van de oppervlakte van de openbare aankondigingen in de loop van het belastingtijdvak leidt tot indeling in een andere tariefklasse, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met het verschil tussen de respectievelijke maandtarieven gedurende het resterende aantal volle kalendermaanden in het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Belastingaanslagen met een totaalbedrag van minder dan € 10,-- worden niet opgelegd.

    Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 11 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn;

  • b.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • c.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;

  • d.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • e.

    die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen of verenigingen zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • f.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • g.

    aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • h.

    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;

  • i.

    die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;

  • j.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen zaak;

  • k.

    aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw;

  • l.

    die nostalgische uitingen aan de gevel zijn ouder dan 50 jaar en die geen relatie hebben met de uitoefening van het bedrijf.

  • m.

    aangebracht op parasols en terrasafscheidingen welke zijn geplaatst op een terras bij een horecaonderneming.

Artikel 12 Betalingstermijn

  • 1. De aanslag dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 13 Kwijtschelding

Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening reclamebelasting binnenstad Zutphen 2009’ van de gemeente Zutphen, van 1 juli 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening op de heffing en de invordering van de reclamebelasting binnenstad Zutphen 2010”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 14 december 2009
de voorzitter, de griffier,

Tarieventabel behorende bij "Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting binnenstad Zutphen 2010"

Jaartarief

Maandtarief

Voor een aankondiging met een oppervlakte groter dan 0 m², maar kleiner dan of gelijk aan 0,1 m²

€ 0,-

€ 0,-

Voor een aankondiging met een oppervlakte groter dan 0,1 m², maar kleiner dan of gelijk aan 0,5 m²

€ 250,-

€ 21,-

Voor een aankondiging met een oppervlakte groter dan 0,5 m², maar kleiner dan of gelijk aan 10 m²

€ 525,-

€ 44,-

Voor een aankondiging met een oppervlakte groter dan 10 m², maar kleiner dan of gelijk aan 20 m²

€ 850,-

€ 71,-

Voor een aankondiging met een oppervlakte groter dan 20 m²

€ 1.350,-

€ 113,-

Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 14 december 2009