Regeling vervallen per 01-01-2015

Handhavingsverordening

Geldend van 18-02-2010 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Handhavingsverordening

De raad van de gemeente Zutphen;

-gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

- gelet op de Wet werk en bijstand, artikel 8a; Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 35-1-c, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 35-1-c en de Wet investeren in jongeren, artikel 12010c

-gelezen het voorstel van het bestuur d.d. 5 januari 2010;

besluit:

vast te stellen de Handhavingsverordening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

Hoofdstuk 2 Uitvoeringsplan; communicatie, controle, controlemiddelen en agressie in verband met de Wwb, Ioaw, Ioaz, WIJ en WI

Artikel 2 Uitvoeringsplan in verband met communicatie, fraudepreventie, controle op de rechtmatigheid en afstemmen van de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening, werkleeraanbod en het voorkomen en bestrijden van agressie

Artikel 3 Communicatie en controle bij de aanvraag om bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod en communicatie en controle tijdens en na de periode dat aanspraak gemaakt wordt op de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod

Artikel 4 Controlemiddelen

Hoofdstuk 3

Artikel 5 Afstemming van de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod

Artikel 6 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Hoofdstuk 4

Artikel 7 Nadere regels

Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden

Artikel 9 Evaluatie en verantwoording

Artikel 10 Hardheidsclausule

Artikel 11 Citeertitel

ARtikel 12 Inwerkingtreding

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1. Begrippen en definities die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wetten, genoemd in artikel 2 onder a tot en met e van deze verordening.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wwb: Wet werk en bijstand;

    • b.

      Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c.

      Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • d.

      WIJ: Wet investeren in jongeren;

    • e.

      Wi: Wet inburgering;

    • f.

      bijstand: algemene bijstand, bijstand voor zelfstandigen, bijzondere bijstand, verstrekkingen in het kader van de minimaregelingen en langdurigheidstoeslag;

    • g.

      voorziening: een door het bestuur aangeboden voorziening in het kader van artikel 7 lid 1 onder a van de Wet werk en bijstand, artikel 34 lid 1 onder a van de Ioaw en Ioaz, of aanbod op grond van artikel 19 van de Wet Inburgering;

    • h.

      werkleeraanbod: een aanbod bedoeld artikel 5, lid 1, 2e liggende streep van de Wet investeren in jongeren;

    • i.

      inkomensvoorziening: een inkomensvoorziening zoals bedoeld in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet investeren in jongeren;

    • j.

      agressie en geweld: voorvallen waarbij een werknemer van Het Plein psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden, die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid;

    • k.

      belanghebbende: de aanvrager, degene namens wie aangevraagd wordt of ontvanger van bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod;

    • l.

      uitvoeringsplan: door het bestuur vastgestelde uitvoeringsregels die betrekking hebben op deze verordening;

    • m.

      bestuur: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen.

Hoofdstuk 2 Uitvoeringsplan; communicatie, controle, controlemiddelen en agressie in verband met de Wwb, Ioaw, Ioaz WIJ en Wi

Artikel 2 Uitvoeringsplan in verband met communicatie, fraudepreventie, controle op de rechtmatigheid en afstemmen van de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening, werkleeraanbod en het voorkomen en bestrijden van agressie

  • 1. Het bestuur stelt een uitvoeringsplan ten behoeve van Het Plein vast, waarin aandacht wordt besteed aan communicatie, fraudepreventie, controle op de rechtmatigheid van de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod. In het uitvoeringsplan wordt eveneens de wijze beschreven waarop de afstemming van de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod in verband met misbruik en oneigenlijk gebruik uitgevoerd wordt. Eveneens zijn in het uitvoeringsplan regels opgenomen in verband met agressie.

    • a)

      Onderdeel van het uitvoeringsplan is de wijze waarop het bestuur belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod zijn verbonden, en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.

    • b)

      Het uitvoeringsplan beschrijft de handhavingsmethodiek en handhavingspraktijk. Hierbij is in ieder geval aandacht voor de rolverdeling tussen de diverse functionarissen die belast zijn met de handhaving, de inrichting van de bij het handhaven betrokken werkprocessen, waarin begrepen het gebruik van formulieren.

    • c)

      Het uitvoeringsplan beschrijft de wijze waarop en frequentie waarmee onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod wordt gedaan.

    • d)

      In het uitvoeringsplan is opgenomen op welke wijze Het Plein agressie en geweld voorkomt en bestrijdt.

Artikel 3 Communicatie en controle bij de aanvraag om bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod en communicatie en controle tijdens en na de periode dat aanspraak gemaakt wordt op de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod.

  • 1. Het bestuur beschrijft in het uitvoeringsplan de wijze van communicatie en controle bij de aanvraag, de handelwijze bij inconsistenties in de aanvraag, evenals het gebruik van risicoprofielen bij de beoordeling van de aanvraag;

  • 2. Het bestuur beschrijft in het uitvoeringsplan de wijze van communicatie en controle, de handelwijze bij inconsistenties in onderzoeken tijdens en na de periode dat aanspraak gemaakt wordt op de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod;

  • 3. In het uitvoeringsplan staan bepalingen opgenomen met betrekking tot het gebruik van risicoprofielen in het kader van onderzoeken tijdens en na de periode dat aanspraak gemaakt wordt opde bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod;

  • 4. Het bestuur voert tijdens en na de periode dat aanspraak gemaakt wordt opde bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod (her)onderzoeken uit om de rechtmatigheid te controleren;

  • 5. Tevens worden onderzoeken verricht naar de wederzijdse verplichtingen na beëindiging van de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod;

  • 6. De onderzoeken worden uitgevoerd binnen door het bestuur in het uitvoeringsplan nader te bepalen termijnen.

Artikel 4 Controlemiddelen

  • 1. Het bestuur voert bestandsvergelijkingen uit. Op grond hiervan kunnen de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod na verificatie aan veranderde omstandigheden worden aangepast.

  • 2. Het bestuur onderzoekt overige signalen, waaronder tips, die relevant zijn voor het recht op bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod.

Hoofdstuk 3 Gevolgen bij fraude

Artikel 5 Afstemming van de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod, stemt het bestuur de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of het werkleeraanbod af conform wat hierover is bepaald in de Maatregelenverordening, de verordening Wet inburgering en uitvoeringsplan, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod.

Artikel 6 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 5 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het bestuur, onverminderd de mogelijkheid de bijstand, inkomensvoorziening, de voorziening of het werkleeraanbod af te stemmen en de ten onrechte ontvangen bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7 Nadere regels

Het bestuur is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 9 Evaluatie en verantwoording

Het bestuur evalueert driejaarlijks het uitvoeringsplan, past het op grond daarvan zo nodig aan en rapporteert daarover aan de Raad. Zwaarwegende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat deze frequentie wordt verhoogd, een en ander ter beoordeling van het bestuur. 

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het bestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening en het uitvoeringsplan, indien toepassing van de verordening en het uitvoeringsplan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Handhavingsverordening.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 18 JAN. 2010
De voorzitter, de griffier,

Toelichting

Algemeen.

In artikel 8-a van de Wwb, artikel 35-1-c Ioaw, artikel 35-1-c Ioaz en artikel 12-1-c van de Wij is de verplichting opgenomen om bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand c.a. alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wetten. Met deze verordening wordt daar op hoofdlijnen de invulling aangegeven. Details worden in het door het bestuur vast te stellen uitvoeringsplan opgenomen.

De effectiviteit van de in deze verordening opgenomen regels die het onterecht ontvangen, misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand, de inkomensvoorziening, de voorziening of het werkleeraanbod moeten voorkomen en bestrijden, wordt verhoogd door die regels in een brede context te plaatsen. Allereerst door ze mede van toepassing te laten zijn op de Wi. Daarnaast door in deze verordening op te nemen dat uitvoeringsvoorschriften die direct én indirect betrekking hebben op -de in deze verordening gestelde- handhavingsbepalingen in het uitvoeringsplan opgenomen worden. Vanzelfsprekend stelt het uitvoeringsplan nadere regels ten aanzien van de handhavingsmethodiek en –praktijk. Maar, ook wordt in het uitvoeringsplan ingegaan op -het voorkomen van- agressie en geweld. De definitie van agressie en geweld is overgenomen uit het door de gemeente Zutphen gehanteerde agressieprotocol:” Handboek Maatregelen bij Agressie en Geweld”. Tevens staat in het uitvoeringsplan de onderzoeksplanning voor de onderscheidenlijke wetten opgenomen.

Voor terugvordering en verhaal zijn aparte beleidsregels geformuleerd.

Informatie per hoofdstuk

Hoofdstuk 1

Zie hierboven

Hoofdstuk 2

Hierin gaat het over fraudepreventie en controle. Vanuit het oogpunt: ‘Beter voorkomen dan genezen’ heeft het bestrijden van fraude zich meer en meer verlegd naar het moment waarop de burger, cq. potentiële klant een beroep doet op de bijstand, voorziening, inkomensvoorziening of werkleeraanbod. Een goede controle op de aanvraag, maar tevens voorafgaande aan de betaal- of verstrekkingsmomenten voorkomt dat klanten ten onrechte de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening verstrekt wordt of het werkleeraanbod wordt gedaan. De controle wordt voorafgegaan door een heldere communicatie over het handhavingsbeleid van Het Plein.Controle wordt onder andere vorm gegeven door huisbezoeken en het gebruik van het Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI)-net, waarin actuele gegevens staan van (potentiële) klanten, onder andere met betrekking tot inkomen uit loon of bijstand. Ook gaat het in dit hoofdstuk over de controle gedurende het tijdvak waarin de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening verstrekt wordt of het werkleeraanbod reeds geactiveerd is. Tot slot is er aandacht voor de periode na het eindigen van het recht op bijstand, inkomensvoorziening voorziening of werkleeraanbod. In het uitvoeringsplan zullen de termijnen waarbinnen deze onderzoeken moeten worden verricht en de voorwaarden waaronder, worden beschreven.

Dit hoofdstuk gaat ook nader in op het kader waarbinnen gehandhaafd wordt tijdens de periode waarin de bijstand, inkomensvoorziening of voorziening verstrekt wordt of werkleeraanbod geactiveerd is. Middelen die hiervoor worden ingezet, zijn de bestandkoppelingen zoals met het Inlichtingenbureau. Tevens wordt gebruik gemaakt van de diensten en projecten die het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding aanbiedt.

Ook worden bij de bestrijding risicoprofielen ingezet. Zodoende kunnen voor de koppeling klanten worden geselecteerd die passen binnen een risicoprofiel. Deze aspecten worden in het uitvoeringsplan van de afdeling opgenomen. Dit sluit nauw aan bij de keuze voor het concept van het Hoogwaardig Handhaven die in Zutphen is gemaakt.

Hoofdstuk 3

Dit regelt de afstemming van de bijstand, inkomensvoorziening, voorziening of werkleeraanbod, conform de Maatregelenverordening, als betrokkene niet aan verplichtingen voldoet of ten onrechte bijstand ontvangt of heeft ontvangen. Daarnaast wordt aangifte van fraude gedaan bij het Openbaar Ministerie. De voorwaarden voor aangifte zijn in overleg met het Openbaar Ministerie door de landelijke overheid vastgesteld. Een noviteit is de mogelijkheid om gelden die in verband met re-integratie en inburgering zijn verstrekt, af te stemmen en terug te vorderen. Door in deze verordening de mogelijkheid te openen om, in het geval van flagrant oneigenlijk gebruik of misbruik van de voorziening of werkleeraanbod de rechtstreeks met de verstrekking samenhangende gelden terug te kunnen vorderen wordt aangesloten bij de opvatting, dat niet (kunnen) terugvorderen voorbij gaat aan het rechtsgevoel. In het uitvoeringsplan worden nadere regels hiervoor gesteld.

Hoofdstuk 4

Het uitvoeringsplan wordt 1 keer per drie jaar geëvalueerd en zo nodig aangepast. Indien er aanleiding toe is, zal dat vaker gebeuren.