Regeling vervallen per 03-05-2012

Reglement voor de adviescommissie monumentale kunst

Geldend van 15-06-1992 t/m 02-05-2012 met terugwerkende kracht vanaf 25-05-1992

Intitulé

Reglement voor de adviescommissie monumentale kunst

DE RAAD DER GEMEENTE ZUTPHEN;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 april 1992, DWOCS/B, no. 4.380;

gelet op het bepaalde in de gemeentewet;

overwegende, dat het gewenst is een nieuwe algemene regeling voor kunstopdrachten vast te stellen welke tot doel heeft:

  • a.

    de bevolking in Zutphen in contact te brengen met werken van monumentale kunst;

  • b.

    de integratie van monumentale kunst in de samenleving te bevorderen en

  • c.

    opdrachten aan beeldende kunstenaar te verschaffen;

besluit:

I. ..

II. ....

III. vast te stellen het volgende reglement voor de adviescommissie monumentale kunst:

HOOFDSTUK 1 BEGRIPPEN.

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    de regeling: de algemene regeling voor kunstopdrachten;

  • b.

    monumentale kunstobjecten: de objecten als bedoeld in artikel 1, sub a van de regeling;

  • c.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van Zutphen;

  • d.

    de gemeenteraad: de gemeenteraad van Zutphen;

  • e.

    de commissie: de adviescommissie monumentale kunst.

HOOFDSTUK 2 TAAK.

Artikel 2

  • 1. Er is een commissie, belast met de advisering aan burgemeester en wethouders over de toepassing en uitvoering van de regeling en de realisering van monumentale kunstobjecten in de gemeente Zutphen.

  • 2. De commissie adviseert burgemeester en wethouders op hun verzoek en voorts zo vaak indien de commissie dit nodig oordeelt.

  • 3. De commissie kan, na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders, aan derden advies uitbrengen over de realisering van monumentale kunstobjecten tegen vergoeding van de door de commissie gemaakte kosten.

Artikel 3

De commissie adviseert:

  • a.

    - over de realisering van monumentale kunstobjecten in het kader van de algemene regeling voor kunstobjecten;

    • -

      desgevraagd over de realisering van monumentale kunstobjecten door andere (semi-) overheidsinstellingen;

    • -

      over de aanvaarding en/of realisering van monumentale kunstobjecten, die al of niet bij wijze van schenking aan de gemeente beschikbaar worden gesteld;

  • b.

    over locaties in Zutphen, die voor realisering van monumentale kunstobjecten geschikt zijn;

  • c.

    over opdrachten aan beeldend kunstenaars;

  • d.

    over ontwerpen voor te realiseren kunstobjecten;

  • e.

    over de wijze, waarop de door de gemeenteraad beschikbaar gestelde kredieten voor de realisering van monumentale kunstobjecten kunnen worden besteed;

  • f.

    over alle bestedingen uit het Fonds voor de kunst.

HOOFDSTUK 3 SAMENSTELLING.

Artikel 4

  • 1. De commissie bestaat uit:

    • a.

      vier deskundigen op het gebied van de beeldende kunst. Deze leden hebben door opleiding en ervaring deskundigheid op het gebied van de beeldende kunst, bij voorkeur als beeldend kunstenaar. Bij de samenstelling van de commissie wordt gestreefd naar spreiding van deskundigheid binnen de te onderscheiden kunstdisciplines;

    • b.

      twee ingezetenen van Zutphen. Deze leden hebben inzicht in processen waarin beeldende kunst in relatie tot de gebouwde omgeving tot stand komt alsmede in het proces van uitvoering van kunstopdrachten;

    • c.

      de directeur van de Stedelijke musea, tevens voorzitter;

    • d.

      een ambtenaar van de Sector Samenleving, tevens secretaris;

    • e.

      een ambtenaar van de Sector Ruimte.

  • 2. Ten behoeve van de realisering van een bepaald monumentaal kunstobject worden ad hoc aan de commissie toegevoegd:

    • a.

      een ingezetene van Zutphen als vertegenwoordiger van bij het kunstobject betrokken groepen of personen;

    • b.

      een vertegenwoordiger van de bij het gemeentelijk object betrokken diensten, organisaties of schenkers.

Artikel 5

  • 1. De leden van de commissie, genoemd in artikel 4, lid 1, sub a en b worden aangetrokken via een openbare sollicitatieprocedure en worden benoemd door burgemeester en wethouders.

  • 2. De leden, genoemd in artikel 4, lid 1 sub a en b worden voor een periode van drie jaren benoemd ingaande per 1 september van enig jaar. Elk jaar wordt in september door de commissie een rooster van aftreden opgesteld.

  • 3. De in artikel 4, eerste lid sub a en b genoemde leden kunnen éénmaal voor eenzelfde periode worden hernoemd.

  • 4. De leden, genoemd in artikelen 4, lid 1 sub a en b komen gedurende de periode dat zij zitting hebben in de commissie niet in aanmerking voor opdrachten in het kader van de algemene regeling voor kunstopdrachten.

Artikel 6

De leden van de commissie, genoemd in artikel 4, lid 1 sub a en b en lid 2, sub a genieten voor het bijwonen van de vergaderingen resp. sub-commissie-bijeenkomsten een vergoeding ten bedrage van 100% van het bedrag, vermeld in de bij AMvB behorende tabel, zoals dat bedrag telkenjare door de Minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld voor een gemeente in klasse 3.

Artikel 7

  • 1. Een lid van de commissie kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet hiervan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de commissie.

  • 2. In tussentijds in de commissie opengevallen plaatsen wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

HOOFDSTUK 4 WERKWIJZE.

Artikel 8

  • 1. De commissie vergadert over aangelegenheden, waaromtrent burgemeester en wethouders om advies hebben gevraagd en voorts zo dikwijls de voorzitter of tenminste twee leden van de commissie dit noodzakelijk acht(en).

  • 2. De oproeping van de vergadering geschiedt schriftelijk door de secretaris met vermelding van de te behandelen onderwerpen.

  • 3. Onderwerpen, die niet in de oproeping zijn vermeld, kunnen niettemin een punt van bespreking en besluitvorming uitmaken mits tweederde van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig is.

  • 4. De vergadering wordt niet gehouden, indien blijkens de presentielijst niet meer dan de helft van het aantal stemgerechtigde leden is opgekomen.

  • 5. Wanneer het in het vierde lid vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan de voorzitter een nieuwe vergadering beleggen, waarbij er slechts vier en twintig uur tussen het verzenden der kennisgeving en het uur der vergadering behoeven te verlopen. Die vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal opgekomen leden.

  • 6. Zo dikwijls de voorzitter dit noodzakelijk acht, wordt in subcommissies gewerkt ter voorbereiding van de vergadering van de commissie.

Artikel 9

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar, behoudens de gevallen, genoemd in het derde en vijfde lid van dit artikel.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter publieke of persoonlijke belangen door openbaarheid zouden kunnen worden geschaad, kan hij de commissie voorstellen om met gesloten deuren te vergaderen.

  • 3. De deuren van een openbare vergadering worden in dat geval gesloten indien tenminste tweederde van het aantal stemgerechtigde leden dit op grond van de in het vorige lid bedoelde redenen nodig acht.

  • 4. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren (verder) zal worden vergaderd.

  • 5. Beraadslagingen over de selectie van kunstenaars of monumentale kunstobjecten zijn niet openbaar.

Artikel 10

  • 1. De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

  • 2. De voorzitter is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze wordt verstoord door toehoorders, hen die dit doen of alle toehoorders te doen vertrekken.

Artikel 11

  • 1. De leden van de commissie, genoemd in artikel 4, lid 1 sub a, b en c en in artikel 4, lid 2 hebben stemrecht.

  • 2. De leden van de commissie, genoemd in artikel 4, lid 1 sub d en e hebben een adviserende stem.

  • 3. Besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 4. Bij staking van stemmen worden de verschillende meningen aan burgemeester en wethouders meegedeeld.

Artikel 12

Op verzoek van de commissie verschaffen ambtenaren van de gemeente Zutphen haar inlichtingen, die zij nodig acht voor een goede vervulling van de aan haar opgedragen taak.

Artikel 13

De commissie overlegt jaarlijks een overzicht van uitgebrachte adviezen en gerealiseerde monumentale kunstobjecten aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders brengen dit verslag ter kennis van de gemeenteraad.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN.

Artikel 14

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 15

  • 1. Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement voor de adviescommissie monumentale kunst".

  • 2. Het treedt met onmiddellijke ingang in werking.

Ondertekening

De raad voornoemd,
, voorzitter , secretaris