Algemene Voorwaarden voor de Verkoop van onroerende zaken 2013 (AVV 2013)

Geldend van 20-05-2014 t/m heden

Intitulé

Algemene Voorwaarden voor de Verkoop van onroerende zaken 2013 (AVV2013)

ALGEMENE VOORWAARDEN

voor de verkoop van onroerende zaken door de gemeente Zutphen

AVV 2013’

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Zutphen

bij besluit van 10 september 2013 en treden per die datum in werking

Gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel d.d. 28 oktober 2013

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Geldigheid

  • a. Deze algemene verkoopvoorwaarden behoren bij iedere koopovereenkomst tussen de gemeente Zutphen en haar koper(en) waarin ze uitdrukkelijk van toepassing zijn verklaard, en vormen daarmee één onverbrekelijk geheel.

  • b. Deze algemene verkoopvoorwaarden zijn van toepassing behoudens en voor zover in de koopovereenkomst onderdelen daarvan niet van toepassing zijn verklaard.

  • c. Deze algemene verkoopvoorwaarden vervangen de bepalingen voor verkoop van grond in de ‘Algemene Uitgiftevoorwaarden waaronder door de gemeente Zutphen grond wordt verkocht’ vastgesteld door de gemeenteraad op 14 december 1993.

Artikel 1.2. Citeertitel

Deze algemene verkoopvoorwaarden kunnen worden aangehaald onder de titel ‘Algemene Verkoopvoorwaarden 2013 gemeente Zutphen’ of verkort als ‘AVV 2013’.

Artikel 1.3. Definities

Aanvaarding:zie ingebruikneming

Aflevering: het feitelijk aan koper ter beschikking stellen van de onroerende zaak.

Bouwrijpe staat: geschikt voor de realisatie van de beoogde bebouwing en/of de inrichting van de openbare ruimten, inclusief terrreinophoging, ontsluitingen, riolering, kabels en leidingen.

BVO : de bruto-vloeroppervlakte zoals deze is gedefinieerd in NEN 2580

BW: Burgerlijk Wetboek

Eigendomsoverdracht: de levering van de onroerende zaak door ondertekening van de notariële akte.

Gemeente: de gemeente Zutphen in de hoedanigheid van privaatrechtelijk rechtspersoon, ook te noemen verkoper.

Grond: het over te dragen perceel grond dat het object vormt van de koopovereenkomst.

Ingebrekestelling: een schriftelijke aanmaning tot het nakomen van een overeengekomen en opeisbare verplichting waarbij een redelijke termijn voor het nakomen wordt gesteld.

Ingebruikneming: het moment waarop koper voor het eerst feitelijk over de onroerende zaak beschikt door deze te betrekken, er feitelijk werkzaamheden in of op uitvoert/doet uitvoeren of er een afrastering omheen zet/doet zetten. Het uitvoeren van een sonderingsonderzoek of een milieukundig bodemonderzoek valt hier niet onder.

Koopovereenkomst: de door partijen ondertekende overeenkomst van koop en verkoop waarbij de gemeente zich verbindt een onroerende zaak te leveren en koper om daarvoor een prijs in geld te betalen.

Kwalitatieve verplichting: een voorwaarde in een (koop)overeenkomst, waarin wordt bedongen dat de verplichting om iets te dulden of niet te doen ten aanzien van de onroerende zaak, zal overgaan op volgende eigenaren van die onroerende zaak.

Notariële akte: de voor eigendomsoverdracht vereiste akte van levering.

Omgevingsvergunning: een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Onroerende zaak: de grond en/of de opstallen die het onderwerp van de koopovereenkomst vormen.

Opstallen: de op, in of boven de grond aanwezige gebouwen, werken of beplantingen.

Overdracht (eigendomsoverdracht): de levering van de onroerende zaak door ondertekening van de notariële akte.

Partij(en): de gemeente of koper (gezamenlijk).

Sociale huurwoning: een huurwoning met een aanvangshuur onder de grens als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder a van de Wet op de huurtoeslag.

Uitgifte: verkoop van één of meer gemeentelijke onroerende zaken.

Uitgifte-overeenkomst:de koopovereenkomst waarin de algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard.

Vervreemden: juridische of economische eigendomsoverdracht, bezwaring met (beperkte) zakelijke rechten.

Wettelijke rente: de rente ingevolge de artikelen 119, 119a en de rentevoet ingevolge artikel 120 van boek 6 van het BW:

Art. 6:120 lid 1BW: de wettelijke rente voor consumententransacties die geldt voor natuurlijke personen die niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf

Art. 6:120 lid 2 BW:de wettelijke rente voor handelstransacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties of tussen ondernemingen en overheidsinstanties onderling.

Artikel 1.4 BTW

Alle in de koopovereenkomst en deze Algemene Verkoopvoorwaarden genoemde bedragen zijn exclusief Belasting Toegevoegde Waarde (BTW).

Artikel 1.5 Geschillenregeling

Alle geschillen die naar aanleiding van de koopovereenkomst en de van toepassing verklaarde artikelen van de AVV 2013 mochten ontstaan, ongeacht aard en omvang, ook als die slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter tenzij partijen voor het geschil arbitrage overeenkomen.

Hoofdstuk 2: bepalingen voor koop, levering en overdracht

Artikel 2.1. Betaling koopsom

  • a. Koper dient de koopsom inclusief de eventueel daarover verschuldigde omzetbelasting, de eventueel verschuldigde rente wegens vervroegde ingebruikneming, verhoogd met omzetbelasting, en de eventueel verschuldigde reserveringskosten op de datum van eigendomsoverdracht, doch uiterlijk binnen twee maanden na de datum van het gemeentelijk besluit tot verkoop, te hebben voldaan aan de gemeente of aan de notaris voor wie de akte wordt ondertekend.

  • b. Indien de koopsom niet binnen twee maanden na de datum van het gemeentelijk besluit tot verkoop door de gemeente of de notaris is ontvangen, is koper in verzuim en zal daarover, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:83 BW zonder ingebrekestelling, over de periode vanaf die datum tot aan de datum van betaling, de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd zijn.

Artikel 2.2. Tijdstip overdracht en aanvaarding

  • a. De eigendomsoverdracht vindt plaats binnen twee maanden na het tot stand komen van het gemeentelijk besluit tot verkoop. Indien de overdracht later plaats vindt om redenen die aan koper zijn toe te rekenen, is artikel 2.1 sub b. van toepassing.

  • b. De keuze van de notaris ligt bij koper.

  • c. Koper kan de onroerende zaak in eigen gebruik en genot aanvaarden, mits de koopsom, alsmede eventuele rente en omzetbelasting volledig is betaald. Zolang koper niet aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan is de verplichting van de gemeente tot medewerking aan de eigendomsoverdracht opgeschort.

  • d. Indien de notariële akte van levering 4 maanden na datum van besluit tot verkoop door het bevoegde orgaan van de gemeente nog niet is ondertekend, is de gemeente, na schriftelijke ingebrekestelling, gerechtigd de overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst op grond van wanprestatie door koper te ontbinden. Voor zover de gemeente meer schade lijdt heeft zij het recht schadevergoeding te vorderen naast de boete zoals bedoeld in artikel 2.12 AVV 2013 (niet nakoming verplichtingen).

Artikel 2.3. Staat van aflevering

  • a. De onroerende zaak wordt geleverd in de toestand, waarin zij zich bevindt op de datum van ondertekening van de notariële akte. Bij eerdere ingebruikneming wordt zij geleverd in de toestand waarin zij zich bevindt op de datum van ingebruikneming.

  • b. De onroerende zaak wordt vrij van hypotheken en van beslagen geleverd.

  • c. De gemeente staat er voor in dat zij beschikkingsbevoegd is met betrekking tot het object.

Artikel 2.4. Vervroegde ingebruikneming

  • a. Vooruitlopend op de eigendomsoverdracht kan koper schriftelijk en gemotiveerd verzoeken om de onroerende zaak vervroegd in gebruik te mogen nemen. Koper kan de onroerende zaak alleen na schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders vervroegd in gebruik nemen. Aan de toestemming kunnen burgemeester en wethouders naast het in lid b van dit artikel bepaalde nadere voorwaarden verbinden.

  • b. Koper is vanaf de datum van de vervroegde ingebruikneming tot aan de datum van overdracht de wettelijke rente over de koopsom verschuldigd. Deze rente moet bij de overdracht worden betaald.

  • c. De onroerende zaak is voor rekening en risico van koper met ingang van de datum van ingebruikneming. Koper dient er rekening mee te houden dat het vervroegd in gebruik nemen van de onroerende zaak juridische en fiscale gevolgen kan hebben, die geheel voor rekening en risico komen van koper.

Artikel 2.5 Kosten en belastingen

  • a. Alle kosten, rechten en belastingen verbonden aan de verkoop, de overdracht en de aflevering, waaronder begrepen de kosten van leidingenonderzoek, inmeting, notariële en kadastrale kosten, zijn voor rekening van koper.

  • b. Alle lasten en belastingen die van de onroerende zaak worden geheven, komen voor rekening van koper met ingang van 1 januari van het jaar volgend op de datum van overdracht, tenzij in de koopovereenkomst anders is bepaald.

  • c. Indien op het tijdstip waarop de notariële akte wordt gepasseerd, het heffingspercentage van de omzetbelasting mocht zijn gewijzigd, verplicht koper zich die gewijzigde belasting te betalen.

Artikel 2.6. Tekening, over- en ondermaat

  • a. Van de koopovereenkomst maakt een tekening deel uit waarop de over te dragen onroerende zaak met kadastrale aanduiding en/of globale oppervlakte staat aangegeven.

  • b. Verschil tussen de werkelijke grootte van de onroerende zaak, zoals deze zal worden vastgesteld door of vanwege het Kadaster en de grootte zoals die in de koopovereenkomst en op de daarbij behorende tekening is aangegeven, wordt niet verrekend

Artikel 2.7 Perceelomschrijving, meting, terreingrenzen

  • a. Voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak worden de grenzen door de gemeente met buizen of piketten in het terrein aangeduid en aan koper op diens verzoek aangewezen. Koper dient er voor te zorgen dat de uitgezette punten in stand worden gehouden, op straffe van betaling van tweehonderdvijftig euro (€250,00) per verwijderd of verplaatst meetpunt.

  • b. De grenzen worden slechts eenmaal op kosten van de gemeente aangewezen. Indien koper opnieuw om aanwijzing vraagt, zijn de kosten die hiermee gemoeid zijn voor rekening van koper.

  • c. Koper is verplicht voor de start van de bouw overleg te plegen met de gemeente over de juiste plaatsing van het bouwwerk binnen de grenzen van de onroerende zaak.

Artikel 2.8 Bodembepaling

  • a. Naar de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de onroerende zaak is een verkennend bodemonderzoek volgens de daarvoor algemeen geldende normering verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in een rapport dat de gemeente aan koper ter kennisname beschikbaar stelt.

  • b. De gemeente verwijst naar dit onderzoeksrapport voor de haar bekende feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in de onroerende zaak. De gemeente is niet bekend (op grond van eigen deskundigheid, publicaties in (lokale) bladen, een in het verleden uitgevoerd bodemonderzoek) met andere feiten of omstandigheden die er op wijzen of op kunnen wijzen dat de onroerende zaak enige verontreiniging bevat anders dan vermeld in het onderzoek. Op basis van de inhoud van voormeld onderzoeksrapport verklaart de gemeente dat de bodem geschikt is voor de bestemming.

  • c. Indien voor de datum van het ondertekenen van de notariële akte of, indien dat eerder is, voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak zou blijken van de aanwezigheid van de in lid 1 van dit artikel bedoelde stoffen, die van zodanige concentratie en aard zijn dat van koper in redelijkheid niet kan worden verwacht dat hij, zonder dat de bodem wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt, heeft koper het recht eenzijdig de overeenkomst te ontbinden en de onroerende zaak ter vrije beschikking van de gemeente te stellen, voor zover redelijkerwijze mogelijk in de toestand waarin deze zich bevond bij het aangaan van de koopovereenkomst. De door koper reeds verrichte betalingen zullen volledig aan hem worden gerestitueerd.

  • d. Koper mag indien hij dit wenst aanvullend bodemonderzoek plegen in de onroerende zaak. Dit onderzoek komt geheel voor rekening en risico van koper.

  • e. Het (rest)risico van aanwezigheid van verontreinigde grond welke niet blijkt uit dit bodemonderzoek doch na eigendomsoverdracht of feitelijke ingebruikneming bij afgraving wel aanwezig blijkt te zijn, is voor rekening van koper waarvoor koper de gemeente niet aansprakelijk stelt en vrijwaart voor aanspraken van derden.

  • f. Onder voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen wordt niet verstaan bodemvreemde materialen als: funderingsrestanten, puin of andere restanten van bouwkundige aard, tenzij zich hierin onaanvaardbare stoffen bevinden zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel. Evenmin wordt hieronder verstaan de aanwezigheid van omstandigheden die de draagkracht van de grond beïnvloeden, noch stobben van bomen of struiken.

Artikel 2.9 Faillissement en beslag

  • a. De gemeente is bevoegd de koopovereenkomst te ontbinden zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist indien vóór het ondertekenen van de notariële akte

    • 1.

      koper in staat van faillissement wordt verklaard of

    • 2.

      aan koper surseance van betaling wordt verleend of

    • 3.

      koper wordt toegelaten tot de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of

    • 4.

      sprake is van verlies van rechtspersoonlijkheid, feitelijke liquidatie of ontbinding van de vennootschap of

    • 5.

      executoriaal beslag op zijn roerende en onroerende zaken en vermogensrechten wordt gelegd.

  • b. Indien zich één van de situaties voordoet zoals bedoeld in lid a en de onroerende zaak op dat moment al door koper in gebruik is genomen, is koper na een eerste verzoek daartoe van de gemeente verplicht de onroerende zaak onmiddellijk weer in de macht van de gemeente terug te brengen, voor zover mogelijk in de staat waarin dit zich bevond ten tijde van de ingebruikneming. Alle kosten die daarmee gepaard gaan, komen voor rekening van koper.

  • c. Al betaalde gedeelten van de koopsom betaalt de gemeente aan koper terug voor zover ze het bedrag van de kosten en boeten ingevolge deze overeenkomst alsmede de door de gemeente gemaakte gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten te boven gaan.

Artikel 2.10 Meerdere kopers - hoofdelijkheid

Indien in de koopovereenkomst meer dan één natuurlijke en/of rechtspersoon als koper van de gemeente staat genoemd, zijn deze (rechts)personen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen die uit de koopovereenkomst voortvloeien.

Artikel 2.11 Overdracht van rechten

Het is partijen verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van wederpartij rechten en verplichtingen uit de koopovereenkomst en/of eventuele met deze overeenkomst samenhangende overeenkomsten tussen partijen, geheel of gedeeltelijk over te dragen aan derden; partijen zijn bevoegd aan het verlenen van toestemming voorwaarden te verbinden.

Artikel 2.12 Niet-nakoming van verplichtingen – boetebepaling

  • a. Bij toerekenbare gedeeltelijke of volledige niet-nakoming van enige verplichting, voortvloeiende uit de koopovereenkomst en de daarin van toepassing verklaarde bepaling(en) van deze Algemene Verkoopvoorwaarden, verbeurt koper, na ingebrekestelling en na verloop van de in die ingebrekestelling bepaalde termijn, ten behoeve van de gemeente een onmiddellijke opeisbare boete van tien procent (10 %) van de koopsom, tenzij op de betreffende niet-nakoming in enig ander artikel afzonderlijk een boete is gesteld, in welk geval de afzonderlijke boetebepaling van toepassing is.

  • b. Naast het gestelde in lid a van dit artikel behoudt de gemeente het recht om bij niet-nakoming van enige verplichting nakoming te vorderen.

Artikel 2.13 Kettingbeding en derdenbeding

  • a. Koper is verplicht en verbindt zich tegenover de gemeente, die dit voor zich aanvaardt, bij overdracht van het geheel of een gedeelte van de onroerende zaak, alsmede bij verlening daarop van een beperkt zakelijk recht, de daartoe in de uitgifte-overeenkomst aangewezen artikelen aan de nieuwe eigenaar of beperkt zakelijk gerechtigde op te leggen en in verband daarmee, om het in die artikelen bepaalde in de notariële akte of bij de verlening van een beperkt zakelijk recht woordelijk op te nemen, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van twintig procent (20 %) van de koopsom met een minimum van vijftigduizend euro (€50.000) ten behoeve van de gemeente. De gemeente kan daarnaast nakoming en/of de eventueel meer geleden schade vorderen.

  • b. Op gelijke wijze als hierboven onder lid a is bepaald, verbindt koper zich tegenover de gemeente van de nieuwe eigenaar of zakelijk gerechtigde bij wijze van derdenbeding te bedingen dat ook deze zowel de in lid a van dit artikel bedoelde artikelen, als de in lid a en de in het onderhavige lid b van dit artikel opgenomen verplichting om dit door te geven, zal opleggen aan diens rechtsopvolgers/zakelijk gerechtigden. Elke opvolgende vervreemder neemt daarbij namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan.

Artikel 2.14 Kwalitatieve verplichting

De in de uitgifte-overeenkomst en de in de AVV 2013 aangewezen artikelen om iets te dulden, te gedogen of niet te doen zullen als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 6:252 BW op de onroerende zaak rusten en in de akte van levering worden opgenomen en gevestigd. Zij zullen daardoor van rechtswege overgaan op degene(n) die de onroerende zaak onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen, waarbij mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende(n) een recht tot gebruik van de onroerende zaak zullen verkrijgen.

Hoofdstuk 3: bestemming en gebruik van de onroerende zaak

Paragraaf I Algemeen

Artikel 3.1 Gedoogplicht

  • a. Koper moet gedogen dat op, in, aan of boven de onroerende zaak voor openbare doeleinden bestemde voorzieningen (zoals aanduidingsborden, schakelkasten, armaturen en dergelijke) worden aangebracht, onderhouden en/of vernieuwd. De gemeente brengt, onderhoudt en/of vernieuwt deze voor openbare doeleinden bestemde voorzieningen na overleg met koper.

  • b. Koper moet gedogen dat de gemeente langs de erfgrenzen die grenzen aan openbaar gebied in de onroerende zaak onder het maaiveld een ca. 20 cm brede betonstrook aanbrengt voor het plaatsen van een trottoirband. Koper verbindt zich tegenover de gemeente geen definitieve bestrating en/of beplanting langs de erfgrens aan te brengen voordat de betonstrook is aangebracht. Het risico van schade aan voor dit tijdstip aangebrachte bestrating en/of beplanting is voor rekening van koper.

  • c. De gemeente is niet gehouden tot het betalen van enige vergoeding voor de gedoogplicht.

  • d. Alle schade, die een onmiddellijk gevolg is van het vorenstaande en die redelijkerwijs niet ten laste van koper hoort te komen zal door de gemeente, naar keuze van koper, op kosten van de gemeente worden hersteld of aan koper worden vergoed.

  • e. Op dit artikel is artikel 2.14 van de AVV 2013 (kwalitatieve verplichting) van toepassing.

Artikel 3.2 Aansluiting riolering

  • a. Door de gemeente wordt de aansluiting op de riolering aangelegd vanaf het hoofdriool tot aan de grens van het gekochte. De plaats van de aansluiting wordt bepaald door de gemeente. De kosten van deze aanleg komen voor rekening van koper.

  • b. Indien koper om welke reden dan ook, gebruik wenst te maken van een andere aansluiting dan de hiervoor genoemde en hiertegen van de zijde van de gemeente geen bezwaren bestaan, zullen de hieruit voortvloeiende kosten van deze aanleg en aansluiting voor rekening van koper komen.

    Koper moet het verschuldigde bedrag voldoen binnen 14 dagen na ontvangst van de hiervoor toegezonden rekening.

Artikel 3.3 Drainage op de kavel

Indien koper overgaat tot aanleg van een drainage op de onroerende zaak is hij verplicht de drainage voor zijn rekening aan te sluiten op open water of op een verzameldrainage naar open water. Indien de drainage niet doelmatig kan worden aangesloten op open water kan de drainage op aanwijzing van de gemeente voor rekening van koper aangesloten worden op een gemeentelijke voorziening.

Artikel 3.4 Bouwverbod

  • a. Koper verbindt zich tegenover de gemeente de uitgegeven grond niet te bebouwen. Bij overtreding van het verbod is koper aan de gemeente een direct opeisbare boete verschuldigd van honderd euro (€100) voor iedere dag dat koper het verbod overtreedt.

  • b. In bijzondere gevallen kan het college van burgemeester en wethouders op schriftelijk verzoek van koper ontheffing van het bouwverbod verlenen. De gemeente kan voorwaarden verbinden aan de ontheffing. De gemeente verleent de ontheffing schriftelijk en specifiek. Het verlenen van een omgevingsvergunning houdt geen ontheffing van het bouwverbod in.

  • c. Op dit artikel is artikel 2.14 AVV 2013 (kwalitatieve verplichting) van toepassing.

  • d. De toepassing van dit artikel sluit de toepasselijkheid van artikel 3.7 (bouwplicht, termijnen) uit.

Paragraaf II Bebouwing

Artikel 3.5 Bouwrijpe staat

De onroerende zaak wordt overgedragen in bouwrijpe staat.

Artikel 3.6 Sonderingsonderzoek

Sonderingsonderzoek naar de draagkracht van de bodem van het verkochte is voor rekening en risico van koper.

Artikel 3.7 Bouwplicht, termijnen

  • a. Koper is verplicht de grond te bebouwen met de in de uitgifte-overeenkomst aangegeven bebouwing.

  • b. Koper is geheel voor eigen rekening en risico verantwoordelijk voor het tijdig verkrijgen van vergunningen, ontheffingen, beschikkingen, et cetera, die benodigd zijn voor de realisatie van het bouwplan.

  • c. Binnen 1 jaar na datum van het ondertekenen van de notariële akte moet met de op de grond te stichten bebouwing worden begonnen; indien daartoe aanleiding bestaat, kan deze termijn door burgemeester en wethouders worden verlengd.

  • d. Binnen 2 jaar na datum van het ondertekenen van de notariële akte moet de op de grond te stichten bebouwing voltooid en gebruiksklaar zijn; indien daartoe aanleiding bestaat, kan deze termijn door burgemeester en wethouders worden verlengd.

  • e. indien na verloop van de in lid d. genoemde termijn (2 jaar) de bebouwing wel is begonnen maar nog geen vijftig procent (50%) van de geschatte bouwtijd is verlopen, is koper aan de gemeente een boete verschuldigd ter grootte van tien procent (10%) van de koopsom met een minimum van twintigduizend euro (€20.000,00) tenzij koper genoegzaam kan aantonen dat het niet nakomen van de verplichting genoemd in lid d. te wijten is aan omstandigheden die hem redelijkerwijs niet kunnen worden toegerekend.

  • f. Indien na verloop van de in lid d. genoemde termijn (2 jaar) de bebouwing is begonnen, maar meer dan vijftig procent (50%) van de bebouwing gereed is, verlenen burgemeester en wethouders uitstel van bouwplicht voor de periode van de geschatte bouwtijd van het restant van de bebouwing. Indien na verloop van die verlening nog steeds een wezenlijk deel van de bebouwing moet geschieden is koper aan de gemeente een boete verschuldigd overeenkomstig het bepaalde in lid e. van dit artikel, onverminderd het recht van de gemeente om de volledige nakoming van de bouwplicht te vorderen.

  • g. Zolang de bebouwing niet voltooid en gebruiksklaar is, mag koper de onroerende zaak niet zonder toestemming van burgemeester en wethouders noch in juridische noch economische eigendom overdragen, in erfpacht uitgeven, met beperkte rechten bezwaren, verhuren of verpachten. Een verzoek om toestemming moet koper schriftelijk en gemotiveerd indienen bij burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders kunnen voorwaarden aan deze toestemming verbinden. Voor vestiging van het recht van hypotheek is geen toestemming nodig.

    Bij niet nakoming van het in dit lid bepaalde is koper een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van twintig procent (20 %) van de koopsom met een minimum van vijftigduizend euro (€50.000).

  • h. Het bepaalde in lid g. is niet van toepassing in geval van

    • -

      verkoop op grond van een machtiging van de rechter als bedoeld in artikel 3:174 BW;

    • -

      executoriale verkoop door hypothecaire schuldeisers als bedoeld in artikel 3:268 BW;

    • -

      overlijden van koper of diens levensgezel in geval van de bouw van een woning bestemd voor zelfbewoning.

  • i. De in lid g. bedoelde toestemming wordt geacht te zijn verleend als de overdracht van de onroerende zaak geschiedt ter uitvoering van een tussen de in de koopovereenkomst genoemde koper en (een) derde(n) gesloten koop-/aannemingsovereenkomst als bedoeld in artikel 3.8 (ABC-bepaling) van de AVV 2013.

    Het in dit lid gestelde geldt uitsluitend voor de in de koopovereenkomst genoemde koper(s) en gaat niet over op diens rechtsopvolgers.

  • j. De toepassing van dit artikel sluit de toepasselijkheid van artikel 3.4 (bouwverbod) uit.

Artikel 3.8 Overdracht bij koop-/aannemingsovereenkomst (ABC-bepaling)

De gemeente staat koper toe zijn rechten op levering door de gemeente van de gekochte onroerende zaak, eventueel voordat de bebouwing tot stand is gekomen, over te dragen aan (een) derde(n) ter uitvoering van een tussen koper en deze derde(n) gesloten koop-/aannemingsovereenkomst(en) voor de bouw van woningen op de verkochte grond, onder voorwaarde dat:

  • 1.

    in de tussen koper en die derde(n) te sluiten koop-/aannemingsovereenkomst(en) de in de uitgifteovereenkomst tussen gemeente en koper van toepassing verklaarde artikelen van hoofdstuk 3 en de artikelen 2.13 en 2.14 van de AVV2013 integraal worden opgenomen. Koper zal daarbij deze verplichting namens de gemeente aanvaarden; en

  • 2.

    koper zich tegenover de gemeente garant stelt voor de bouw en de gestelde termijnen, waartoe hij zich tegenover de gemeente en de hiervoor bedoelde derde(n) heeft verplicht.

Artikel 3.9 Terugleveringsverplichting

  • a. Indien niet uiterlijk binnen in artikel 3.7 (Bouwplicht, termijnen) gestelde termijnen na eigendomsoverdracht de bebouwing voltooid en gebruiksklaar is, zal koper binnen vier weken na eerste verzoek van de gemeente het juridisch eigendom van de onroerende zaak terug leveren aan de gemeente, tegen restitutie door de gemeente aan koper van negentig procent (90%) van de actuele grondwaarde met een maximum van negentig procent (90%) van de door koper voor de desbetreffende onroerende zaak betaalde koopprijs.

  • b. De onroerende zaak zal bij teruglevering als bedoeld in lid a van dit artikel worden overgedragen in de staat waarin deze zich bevindt en koper zal daarbij aan de gemeente de eventuele schade vergoeden die zij lijdt door de veranderde toestand van de onroerende zaak ten opzichte van de staat waarin de onroerende zaak zich bevond op de datum van levering zoals bedoeld in artikel 2.2 van de AVV 2013. De hiervoor bedoelde schade kan onder meer bestaan uit de kosten van sloop van reeds door koper gerealiseerde bebouwing of de daartoe uitgevoerde voorbereidingswerkzaamheden.

  • c. Alle kosten en verschuldigde belastingen verbonden aan de teruglevering als bedoeld in lid 1 van dit artikel, zijn voor rekening en risico van koper.

Artikel 3.10 Bouwmaterialen

  • a. Koper is verplicht er op toe te zien dat er geen (resten van) bouwmaterialen, verpakkingen, afval en andere tijdens de bouw gebruikte zaken buiten het gekochte terechtkomen. Materiaal dat desondanks buiten het gekochte terecht gekomen mocht zijn moet koper onmiddellijk opruimen.

  • b. Koper is verplicht tijdens de bouwwerkzaamheden bouwketen, bouw- en hulpmaterialen en uit de bouwput(ten) vrijkomende grond op eigen terrein te plaatsen en op te slaan, tenzij de gemeente vooraf schriftelijke toestemming heeft gegeven voor plaatsing en/of opslag op gemeentegrond.

  • c. Als koper in strijd handelt met het bepaalde onder a en/of b van dit artikel, is koper aan de gemeente een direct opeisbare boete verschuldigd van honderd euro (€100) per dag, met ingang van de dag waarop de overtreding is geconstateerd tot aan de dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd het recht van de gemeente om nakoming van deze verplichting te vorderen.

Artikel 3.11 Nutsvoorzieningen

  • a. De te realiseren woning(en), (maatschappelijke) voorziening(en) en/of het commercieel onroerend goed dienen door of namens koper blijvend te worden aangesloten op het, door of namens de gemeente, aangelegde rioleringsstelsel en op de overige openbare nutsvoorzieningen, zoals water, elektriciteit en, indien van toepassing, gas en stadsverwarming. Koper dient de aansluitingen tijdig aan te vragen bij de gemeente (voor wat betreft de riolering) en de nutsbedrijven (voor wat betreft de overige openbare nutsvoorzieningen). Alle aansluitkosten komen voor rekening van koper. Koper verbindt zich mee te werken aan het vestigen van de nodige erfdienstbaarheden en/of opstalrechten indien de gemeente en/of nutsbedrijven dat verzoeken.

  • b. Op dit artikel is artikel 2.13 van de AVV 2013 (kettingbeding) van toepassing.

Artikel 3.12 Aanleg parkeerplaats(en)

  • a. Koper verplicht zich tegenover de gemeente om gelijktijdig met het gereedkomen van de bebouwing voor zijn rekening een in de koopovereenkomst vastgelegd aantal van de openbare weg af met een motorvoertuig toegankelijke verharde parkeerplaatsen op de onroerende zaak aan te leggen en in stand te houden.

  • b. Bij niet-nakoming van de onder a genoemde verplichting tot het aanleggen en/of in stand houden van bedoelde parkeerplaats(en) is koper na ingebrekestelling door de gemeente en na het verstrijken van de in die ingebrekestelling genoemde termijn aan de gemeente een boete verschuldigd van honderd euro (€100) voor elke dag dat koper in gebreke is.

  • c. Op dit artikel is artikel 2.13 AVV 2013 (kettingbeding) van toepassing.

Paragraaf III woningen

Artikel 3.13 Kosten uitweg woningen

Bij verkoop van grond voor woningbouw zijn in de koopsom begrepen de kosten voor het maken van één eventuele uitweg, voor zover gelegen op openbare grond, tot een breedte van maximaal 3 meter. Deze bepaling is niet van toepassing voor woningen in de sociale huursector.

Artikel 3.14 Gemeenschappelijke paden

Koper verplicht zich, indien op het verkochte en de aansluitende en nabij gelegen niet aan koper verkochte percelen, gemeenschappelijke paden moeten worden aangelegd, medewerking te verlenen om ten behoeve van en ten laste van de gronden over en weer erfdienstbaarheden te vestigen van in-, uit- en doorgang naar de openbare weg over en langs de daarvoor te bestemmen grond.

Artikel 3.15 Verplichting zelfbewoning en verbod doorverkoop

  • a. Koper verplicht zich de op de verkochte grond te bouwen woning uitsluitend te zullen gebruiken om die zelf (met zijn eventuele gezinsleden) te bewonen en die woning met de daarbij behorende grond niet aan derden te zullen doorverkopen, één en ander behoudens het vermelde in de hierna volgende leden.

  • b. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing in geval van:

    • 1.

      verkoop op grond van een machtiging van de rechter als bedoeld in artikel 3:174 BW;

    • 2.

      executoriale verkoop door hypothecaire schuldeisers (artikel 3:268 BW);

    • 3.

      schriftelijke ontheffing door burgemeester en wethouders als bedoeld in lid e.

  • c. Als koper in strijd handelt met het bepaalde onder a van dit artikel, is koper na ingebrekestelling aan de gemeente een direct opeisbare boete verschuldigd van tien procent (10 %) van de koopsom met een minimum van twintigduizend euro (€20.000,00), onverminderd het recht van de gemeente om nakoming van deze verplichting te vorderen.

  • d. Het bepaalde in lid a en b vervalt nadat koper de desbetreffende woning gedurende vijf achtereenvolgende jaren heeft bewoond. Als maatstaf geldt hierbij de datum waarop en de tijd gedurende welke koper als bewoner van het desbetreffende adres in het bevolkingsregister is ingeschreven.

  • e. Burgemeester en wethouders kunnen schriftelijk ontheffing verlenen van het bepaalde in dit artikel. Deze ontheffing wordt echter steeds verleend in geval van:

    • 1.

      verandering van werkkring van koper of diens echtgeno(o)t(e) of levensgezel, op grond waarvan redelijkerwijs verhuisd dient te worden;

    • 2.

      overlijden van koper of diens echtgeno(o)t(e) of levensgezel;

    • 3.

      ontbinding van het huwelijk van koper door echtscheiding of ontbinding van een samenlevingsverband;

    • 4.

      door de gezondheid van koper of één van zijn gezinsleden c.q. huisgenoten verhuizing noodzakelijk is.

Artikel 3.16 Functiebescherming sociale huurwoningen

  • a. Koper (c.q. zijn rechtsopvolger(s)) verplicht(en) zich de op de verkochte onroerende zaak te stichten woning(en) uitsluitend te zullen gebruiken als sociale huurwoning(en). Het is koper (c.q. zijn rechtsopvolger(s)) zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders niet toegestaan om de te stichten woning(en) anders te gebruiken dan als sociale huurwoning(en).

  • b. Aan de toestemming als bedoeld in lid a van dit artikel kunnen burgemeester en wethouders voorwaarden verbinden omtrent de fasering van de omzetting en het te betalen bedrag aan de gemeente als gevolg van de meerwaarde van de onroerende zaak door deze omzetting. De meerwaarde, en daarmee het te betalen bedrag, zal worden vastgesteld door het verschil te nemen tussen de destijds in de koopovereenkomst vermelde koopprijs, geïndexeerd met de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde consumentenprijsindex alle huishoudens of met de indexering zoals vermeld in de koopovereenkomst, en de op het moment van toestemming door de gemeente gehanteerde grondprijzen voor soortgelijke functies c.q. bestemmingen.

  • c. Als koper in strijd handelt met het bepaalde onder lid a van dit artikel, is koper na ingebrekestelling aan de gemeente een direct opeisbare boete verschuldigd van tien procent (10 %) van de koopsom, onverminderd het recht van de gemeente om nakoming van deze verplichting te vorderen.

  • d. Deze bepaling geldt voor een periode van tien (10) jaar na datum van eerste notarieel transport.

  • e. Artikel 2.13 van de AVV 2013 (kettingbeding) is op het bepaalde in dit artikel van toepassing.

Artikel 3.17 Verbod splitsing woon/werkkavel

  • a. Het is koper verboden de onroerende zaak te splitsen en in afzonderlijke delen te vervreemden.

  • b. Bij overtreding van het in lid a van dit artikel genoemde vervreemdingsverbod verbeurt koper ten behoeve van de gemeente een na constatering van het feit van de zonder toestemming gerealiseerde verkoop onmiddellijk opeisbare boete van vijftigduizend euro (€50.000).

  • c. Artikel 2.14 van de AVV 2013 (kwalitatieve verplichting) is van toepassing op het bepaalde in dit artikel.

Paragraaf IV Bedrijven en maatschappelijke voorzieningen

Artikel 3.18 Afrastering

Koper verplicht zich tegenover de gemeente het terrein voor zijn rekening af te scheiden met een afrastering, zoals voor bedrijfsterreinen ter plaatse gebruikelijk is. De koper verklaart ermee bekend te zijn dat hiervoor een vergunning vereist kan zijn.

Artikel 3.19 Kosten uitweg

De kosten voor het maken van een uitweg komen voor rekening van koper.

Artikel 3.20 Wijzigen bestemming en gebruik

  • a. Indien koper c.q. zijn rechtsopvolger(s) het gebruik van de onroerende zaak, volgens de bestemming zoals omschreven in de koopovereenkomst, binnen tien (10) jaar na de datum van overdracht van de onroerende zaak door de gemeente, wijzigt is koper c.q. zijn rechtsopvolger(s) verplicht de gemeente een bedrag te betalen gelijk aan het verschil tussen de betaalde koopsom en de als dan door burgemeester en wethouders vastgestelde grondprijs voor soortgelijke functies c.q. bestemmingen.

  • b. Het in lid a van dit artikel bedoelde bedrag dient koper aan de gemeente te voldoen binnen dertig dagen nadat het gewijzigde gebruik is ingegaan.

  • c. Bij niet, niet-tijdige of niet behoorlijke nakoming van dit artikel zal koper, zonder rechterlijke tussenkomst, na ingebrekestelling een boete verbeuren van duizend euro (€1.000) per dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd het recht van de gemeente om nakoming van deze verplichting te vorderen.

  • d. Op dit artikel is artikel 2.13 van de AVV 2013 (kettingbeding) van toepassing.

Artikel 3.21 Verrekening uitbreiding BVO

  • a. Indien de koopsom gerelateerd is aan het aantal vierkante meters BVO van de in de koopovereenkomst aangegeven bebouwing en koper binnen tien (10) jaar na de datum van overdracht van de onroerende zaak door de gemeente, vergunning aanvraagt voor uitbreiding van de bebouwing, is koper c.q. zijn rechtsopvolger(s) verplicht de gemeente een aanvullende koopsom te betalen voor het aantal meer te realiseren vierkante meters BVO dan de aangegeven bebouwing in de koopovereenkomst, tegen de als dan door burgemeester en wethouders vastgestelde grondprijzen voor soortgelijke functies c.q. bestemmingen.

  • b. Het in lid a van dit artikel bedoelde bedrag dient koper aan de gemeente te voldoen binnen dertig dagen na dagtekening van de voor de uitbreiding verleende omgevingsvergunning of de aanvang van de bouwactiviteiten.

  • c. Bij niet, niet-tijdige of niet behoorlijke nakoming van dit artikel is koper na ingebrekestelling aan de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd ter hoogte van tien procent (10 %) van de koopsom, onverminderd het recht van de gemeente om nakoming van deze verplichting te vorderen.

  • d. Op dit artikel is artikel 2.13 van de AVV 2013 (kettingbeding) van toepassing.

Artikel 3.22 Verbod tot verkoop aan de consument (detailhandelsverbod)

  • a. Het is koper verboden het terrein en/of de daarop te stichten gebouwen te gebruiken of te doen gebruiken voor handelsdoeleinden, waarbij aflevering van zaken direct aan de consument plaatsvindt.

  • b. Bij overtreding van het onder lid a van dit artikel bedoelde verbod zal koper na ingebrekestelling een direct opeisbare boete verschuldigd zijn van vijfduizend euro (€5.000) voor elke week, of een gedeelte daarvan, waarin bedoelde aflevering aan de consument plaatsvindt.

  • c. Op dit artikel is artikel 2.14 AVV 2013 (kwalitatieve verplichting) van toepassing.

Artikel 3.23 Verbod vervreemden bedrijfswoning

  • a. Het is koper verboden de door of namens hem te bouwen dan wel reeds gebouwde bedrijfswoning met het daarbij behorende perceelsgedeelte afzonderlijk van de rest van de onroerende zaak te vervreemden.

  • b. Bij overtreding van het in lid a van dit artikel genoemde vervreemdingsverbod verbeurt koper ten behoeve van de gemeente een onmiddellijk na constatering van het feit van de zonder toestemming gerealiseerde verkoop, opeisbare boete van vijftigduizend euro (€50.000).

  • c. Artikel 2.14 van de AVV 2013 (kwalitatieve verplichting) is van toepassing op het bepaalde in dit artikel.

Hoofdstuk I Algemene Bepalingen

Artikel 1.1 Geldigheid 2

Artikel 1.2 Citeertitel 2

Artikel 1.3 Definities 2

Artikel 1.4 BTW 3

Artikel 1.5 Geschillenregeling 3

Hoofdstuk 2: Bepalingen voor koop, levering en overdracht

Artikel 2.1 Betaling koopsom 4

Artikel 2.3 Staat van aflevering 4

Artikel 2.4 Vervroegde ingebruikneming 4

Artikel 2.5 Kosten en belastingen 5

Artikel 2.6 Tekening, over- en ondermaat 5

Artikel 2.7 Perceelomschrijving, meting, terreingrenzen 5

Artikel 2.8 Bodembepaling 5

Artikel 2.9 Faillissement en beslag 6

Artikel 2.10 Meerdere kopers - hoofdelijkheid 6

Artikel 2.11 Overdracht van rechten 6

Artikel 2.12 Niet-nakoming van verplichtingen – boetebepaling 6

Artikel 2.13 Kettingbeding en derdenbeding 6

Artikel 2.14 Kwalitatieve verplichting 7

Hoofdstuk 3: Bestemming en gebruik van de onroerende zaak

Paragraaf I Algemeen

Artikel 3.1 Gedoogplicht 8

Artikel 3.2 Aansluiting riolering 8

Artikel 3.3 Drainage op de kavel 8

Artikel 3.4 Bouwverbod 8

Paragraaf II Bebouwing

Artikel 3.5 Bouwrijpe staat 9

Artikel 3.6 Sonderingsonderzoek 9

Artikel 3.7 Bouwplicht, termijnen 9

Artikel 3.8 Overdracht bij koop-/aannemingsovereenkomst(ABC-bepaling)10

Artikel 3.9 Terugleveringsverplichting 10

Artikel 3.10 Bouwmaterialen 10

Artikel 3.11 Nutsvoorzieningen 10

Artikel 3.12 Aanleg parkeerplaats(en) 11

Paragraaf III woningen

Artikel 3.13 Kosten uitweg woningen 11

Artikel 3.14 Gemeenschappelijke paden 11

Artikel 3.15 Verplichting zelfbewoning en verbod doorverkoop 11

Artikel 3.16 Functiebescherming sociale huurwoningen 12

Artikel 3.17 Verbod splitsing woon/werkkavel 12

Paragraaf IV Bedrijven en maatschappelijke voorzieningen

Artikel 3.18 Afrastering 12

Artikel 3.19 Kosten uitweg 13

Artikel 3.20 Wijzigen bestemming en gebruik 12

Artikel 3.21 Verrekening uitbreiding BVO 13

Artikel 3.22 Verbod tot verkoop aan de consument (detailhandelsverbod) 13

Artikel 3.23 Verbod vervreemden bedrijfswoning 13