Nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven

Geldend van 06-10-2011 t/m heden

Intitulé

Nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven

Burgemeester en wethouders van Zutphen; 

overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of -veiligheid, de gezondheid of zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostitué geboden is de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te binden,

gelet op artikel 3.1.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen 1992;

b e s 1 u i t e n:

vast te stellen de volgende nadere regels:

NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a)

    seksinrichting: een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.1.1 sub c Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen 1992;

  • b)

    escortbedrijf: een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.1.1 sub d Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen 1992;

  • c)

    verblijfsruimte: een verblijfsruimte als bedoeld in artikel I Bouwbesluit;

  • d)

    werkruimte: een verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt.

Artikel 1.2 Termijn vergunning

  • 1. De vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen 1992 wordt verleend voor de periode van 2 jaar, met ingang van de dag na die waarop de vergunning is toegezonden aan de exploitant.

  • 2. De eerste vergunning na inwerkingtreding van het beleid heeft een looptijd van één jaar.

Artikel 1.3 Verhouding met andere regelgeving

  • 1. De voorschriften als bedoeld in hoofdstuk VI (algemene technische voorschriften omtrent het bouwen van niet tot bewoning bestemde gebouwen) en hoofdstuk VII, titel 2 van het Bouwbesluit (nadere technische voorschriften omtrent het bouwen van niet tot bewoning bestemde gebouwen:

    logiesverblijven en logiesgebouwen) zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor de toepassing van deze nadere regels worden de gebouwen waarin seksinrichtingen gevestigd zijn aangemerkt als logiesgebouwen.

  • 3. De voorschriften van de Bouwverordening 1992 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De voorschriften als bedoeld in de Brandbeveiligingsverordening 1993 zijn van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 2 Technische voorschriften seksinrichtingen

Artikel 2.1 Reikwijdte

Het gestelde in deze paragraaf is niet van toepassing op een seksbioscoop, een sekstheater en een seksautomatenhal.

Artikel 2.2 Werkruimten

  • 1. De werkruimte moet een oppervlakte hebben van tenminste5m2, een breedte van tenminste 1,80 m en een hoogte van 2,40 m.

  • 2. In iedere werkruimte dient een bed of rustbank aanwezig te zijn.

  • 3. In een seksinrichting moet, hetzij een afzonderlijke kleedruimte voor de prostituees, hetzij voor iedere prostitué afsluitbare hang-/legkast in de werkruimte aanwezig zijn.

  • 4. In de kleedruimte moet voor iedere prostitué een afsluitbare hang-/legkast aanwezig zijn. De kleedruimte moet naast de oppervlakte van het aantal geplaatste hang-/legkasten een oppervlakte hebben van tenminste 5m2, een breedte van tenminste 1,80 m en een hoogte van 2,40 m.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in lid 4 bedoelde hoogte tot een hoogte van minimaal 2,10 m.

Artikel 2.3 Dagverblijf en keuken

  • 1. In een seksinrichting waar vijf of meer werkruimten zijn, moet een dagverblijf voor de prostituees aanwezig zijn. Het dagverblijf moet een oppervlakte hebben van ten minste 16 m2, een breedte van ten minste 3,35m en een hoogte van 2,40 m.

  • 2. In een seksinrichting waar vijf of meer werkruimten zijn, moet een keuken ten behoeve van het bereiden van maaltijden aanwezig zijn. De keuken moet een oppervlakte hebben van ten minste 5 m2 en een breedte van ten minste 1,80 meter en een hoogte van 2,40 m.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in lid 1 en 2 bedoelde hoogte tot een hoogte van minimaal 2,10 m.

Artikel 2.4 Temperatuur en luchtverversing (technische voorschriften)

  • 1. In de seksinrichting moet ten behoeve van de in het gebouw aanwezige verblijfsruimten en -indien aanwezig- vitrines tenminste een opstelplaats voor een stooktoestel in een afsluitbare stookruimte aanwezig zijn welke is afgestemd op de daarin aanwezige verwarmingsapparatuur.

  • 2. De voorziening voor toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht dient te voldoen aan het bepaalde in artikel 271 van het Bouwbesluit. Artikel 30, lid 13 en 14 (doorspuibaarheid) van het Bouwbesluit is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.5 Verlichting ruimten

  • 1. De daglichttoetreding van de seksinrichting dient te voldoen aan artikel 277 van het Bouwbesluit.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen voor ruimten welke op het moment van inwerkingtreding van deze nadere regels voor prostitutiedoeleinden werden gebruikt ontheffing verlenen.

Artikel 2.6 Wasbakken badruimte

  • 1. In de werkruimte dient een wasbak met warm en koud stromend water aanwezig te zijn. De wasbakken moeten doelmatig zijn geplaatst.

  • 2. In een seksinrichting dient per vijfwerkruimten tenminste één badruimte, waaronder mede wordt verstaan een doucheruimte en één toilet of een combinatie van een badruimte met toilet, aanwezig te zijn.

  • 3. Indien in de seksinrichting meer dan vijfwerkruimten aanwezig zijn, moet het aantal badruimten met vijf werkruimten worden vermeerderd met één. Voor de berekening van het aantal badruimten dien het aantal werkruimten naar boven te worden afgerond op een veelvoud van vijf.

  • 4. De badruimten moeten een vloeroppervlakte hebben van tenminste 1,2 m2, en een breedte van tenminste 0,8 meter en een hoogte van minimaal 2,10 m. Indien de badruimte is samengevoegd met een toiletruimte dient de oppervlakte van deze samengevoegde ruimte minimaal 2,2 m2 te bedragen.

  • 5. De badruimten moeten doelmatig zijn ingericht en beschikken over warm en koud stromend water.

Artikel 2.7 Toiletten

  • 1. In een seksinrichting moet tenminste één toilet aanwezig zijn.

  • 2. In een seksinrichting met vijf of meer werkruimten moeten tenminste twee toiletten naar sekse gescheiden aanwezig zijn en van een duidelijk opschrift, aanduidende de sekse, waarvoor zij bestemd zijn, voorzien zijn.

  • 3. Indien in de seksinrichting meer dan vijf werkruimten aanwezig zijn, moet het aantal toiletten per werkruimte een worden vermeerderd met één. Voor de berekening van het aantal toiletten dient het aantal werkruimten naar boven te worden afgerond op een veelvoud van vijf.

  • 4. De toiletten moeten een vloeroppervlakte hebben van tenminste 1 m2, een breedte van minimaal 0,80 meter en een minimale hoogte van 2,10 meter.

  • 5. De toiletten moeten doelmatig zijn ingericht, voldoende zijn geventileerd en van het benodigde zijn voorzien. Een toilet moet overdekt zijn en zodanig afgesloten dat het bij gebruik behoorlijke afzondering waarborgt. Een toilet moet zijn voorzien van een goed werkende doorspoelinrichting met een stankafsluiting.

  • 6. In of in de onmiddellijke nabijheid van de toiletten moet een voldoende aantal wasbakken aanwezig zijn. De wasbakken moeten zindelijk worden gehouden en doelmatig zijn geplaatst. De wasbakken moeten beschikken over stromend water en van het benodigde zijn voorzien.

Artikel 2.8 Ontvluchtings- en alarmeringsgelegenheid

  • 1. Ruimten in de seksinrichting waarin zich één of meer prostituees plegen te bevinden, moeten zijn voorzien van duidelijk kenbare gelegenheden tot ontvluchting. Deze moeten, mede gelet op het aantal andere personen dat zich in die ruimten pleegt te bevinden, in aantal, ligging en grootte toereikend zijn om de prostituees op een zo veilig mogelijke wijze een zo veilig mogelijke plaats te doen bereiken. Vorenbedoelde gelegenheden tot ontvluchting moeten worden vrijgehouden van obstakels.

  • 2. De toegangsdeur(en) van een werkruimte dienen van binnenuit te allen tijde te openen te zijn zonder gebruikmaking van losse voorwerpen.

  • 3. Het bedoelde in het tweede lid is niet van toepassing indien een toegangsdeur van een werkruimte is gelegen aan de weg.

  • 4. Een werkruimte waarvan de toegangsdeur is gelegen aan de weg moet in open verbinding staan met andere ruimten.

  • 5. Indien het voldoen aan het bepaalde in het vierde lid niet mogelijk is of niet kan worden gevergd, dienen maatregelen te worden getroffen waardoor de veiligheid van de prostituees anderszins wordt gewaarborgd.

Paragraaf 3 Geschiktheidsverklaring seksinrichting

Artikel 3.1 Verklaring staat seksinrichting

Het is verboden om zonder of in afwijking van een geschiktheidsverklaring van burgemeester en wethouders een gebouw als seksinrichting in gebruik te nemen, te hebben of te houden.

Artikel 3.2 Verkrijgen geschiktheidsverklaring

Een geschiktheidsverklaring wordt afgegeven indien wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in paragraaf 2 en aan de in artikel 1.3 genoemde regelgeving.

Artikel 3.3 Termijn van beslissing

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een geschiktheidsverklaring binnen dertien weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste dertien weken verdagen. Van het besluit tot verdaging wordt voor de afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en het tweede lid houden burgemeester en wethouders de beslissing op de aanvraag aan indien op de seksinrichting een aanschrijving rust wegens strijd met de voorschriften van het Bouwbesluit of de Bouwverordening en aan die aanschrijving (nog) niet is voldaan.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positivieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3.4 Intrekken of wijzigen geschiktheidsverklaring

Burgemeester en wethouders kunnen een geschiktheidsverklaring intrekken of wijzigen indien:

  • a)

    blijkt dat zij de verklaring ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens hebben afgegeven;

  • b)

    blijkt dat de houder van de verklaring niet of niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan aan een aan deze verklaring verbonden voorwaarde;

  • c)

    het belang op grond waarvan de verklaring is afgegeven dit vereist op grond van verandering van de inzichten met betrekking tot de bescherming van de prostituees en de verbetering van hun positie, opgetreden na het afgeven van de verklaring.

Paragraaf 4 Gebruiksvoorschriften seksinrichtingen

Artikel 4.1 Het gebruik van de ruimten

  • 1. Prostitutie is verboden in andere ruimten dan de werkruimten. Het bed of de rustbank welke in iedere werkruimte aanwezig dient te zijn, moet in een goede, veilige en zindelijke staat verkeren. De werkruimten moeten voldoen zijn verwarmd.

  • 2. De ruimten in de seksinrichting alsmede het daarin aanwezige meubilair moet zindelijk en zoveel mogelijk vrij van stof worden gehouden.

  • 3. Besloten ruimten in het prostitutiebedrijf die regelmatig door de prostituee worden gebruikt, moeten gedurende de aanwezigheid van de prostitué voldoende en op een veilige wijze zijn verwarmd.

  • 4. Het gebruik van verplaatsbare ruimteverwarmingstoestellen is toegestaan, mits deze door een erkende keuringsinstantie zijn goedgekeurd.

Artikel 4.2 Bed- en handlinnen

  • 1. Het bedlinnen in de werkruimten moet dagelijks worden verschoond.

  • 2. Het handlinnen moet na gebruik door schoon handlinnen worden vervangen.

Artikel 4.3 Hulp bij ongevallen

  • 1. Voor het verlenen van eerste hulp bij ongevallen moeten voldoende en doelmatige middelen beschikbaar zijn en direct voor gebruik bereikbaar zijn.

  • 2. Op de trommels, kisten of kasten waarin de middelen zijn verpakt, moet duidelijk door een opschrift of door een gebruikelijk kenteken aangegeven zijn, dat zij middelen voor eerste hulp bij ongevallen bevatten.

Artikel 4.4 Gezondheid

  • 1. De exploitant van een seksinrichting verleent medewerking aan voorlichtingsactiviteiten van de GGD Regio Stedendriehoek en van andere hulpverleningsinstellingen gericht op verbetering va de gezondheidssituatie van de bij hem werkzame prostituees.

  • 2. De exploitant draagt zorg voor de verspreiding onder de bij hem werkzame prostituees van voor hen toegankelijk voorlichtings- en informatiemateriaal, over de gezondheidsrisico’s van hun werk en voer de aanwezigheid en bereikbaarheid van de gezondheidszorg- en hulpverleningsinstellingen.

  • 3. De exploitant draagt zorg voor dat in de werkruimten te allen tijde wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn.

  • 4. Het is verboden door middel van handelsreclame kenbaar te maken dat de in de seksinrichting werkzame prostituees niet geïnfecteerd zijn met een seksueel overdraagbare aandoening.

  • 5. In geval van besmetting van de seksinrichting met ongedierte moet de exploitant terstond alle noodzakelijke maatregelen treffen ter beëindiging van die besmetting.

Artikel 4.5 Geneeskundig onderzoek

  • 1. De exploitant stelt de bij hem werkzame prostituees in de gelegenheid zich geregeld geneeskundig op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten door een arts te laten onderzoeken.

  • 2. Indien een arts vast verbonden is aan een seksinrichting, geeft de exploitant schriftelijk naam en adres van die arts door aan de GGD.

  • 3. De prostitué is vrij in haar keuze welke arts zij bezoekt.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor de wijze waarop de arts bedoeld in het derde lid het geneeskundig onderzoek op seksueel overdraagbare aandoeningen bij een prostitué verrichten.

Artikel 4.6 Vrijheid van de prostitué

  • 1. De exploitant is verplicht een bedrijfsbeleid te voeren waarin toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostitué centraal staan.

  • 2. Het bedrijfsbeleid wordt in ieder geval geacht niet aan deze uitgangspunten te voldoen, indien de prostitué geen klanten en (seksuele) handelingen mag weigeren, verplicht met klanten mee te drinken en verplicht is om, indien daarom wordt verzocht, zonder condoom te werken.

Paragraaf 5 Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering

Artikel 5.1 Algemeen

  • 1. Het is verboden vanuit een seksinrichting klanten te werven die zich op of aan de weg bevinden.

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en overlast van bezoekers voor de omgeving te voorkomen of te beperken.

  • 3. Het is de exploitant en beheerder van een seksinrichting verboden bezoekers beneden de leeftijd van 18 jaar toegang te verlenen tot de seksinrichting.

Artikel 5.2 Register

  • 1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een actueel register bij te houden met daarin opgenomen naam, adres en geboortedatum van alle in het bedrijf werkzame personen.

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht het register als bedoeld in het eerste lid op eerste vordering ter inzage te geven aan de ambtenaar van politie.

Artikel 5.3 Toegang ambtenaren van politie

De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren van politie onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de seksinrichting:

  • a)

    gedurende de tijd dat de seksinrichting voor bezoekers geopend is; dan wel

  • b)

    gedurende de tijd dat het bedrijf gesloten dient te zijn en indien ambtenaren van politie hun vermoeden uiten dat daarin overtredingen plaatsvinden van wet- of regelgeving.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1 Vrijstelling

Burgemeester en wethouders kunnen voor andere seksinrichtingen dan prostitutiebedrijven geheel of gedeeltelijk vrijstelling verlenen van deze nadere regels.

Artikel 6.2 Slotbepaling

De nadere regels kunnen worden aangehaald als “nadere regels seksinrichtingen” en treden in werking op 1 oktober 2000.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Zutphen,
de burgemeester,
de secretaris,