Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening reclamebelasting 2015

Geldend van 31-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening reclamebelasting 2015

De raad van de gemeente Zutphen,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 november 2014 met nummer 47902;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening reclamebelasting 2015

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • c.

    vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • d.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • e.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • f.

    jaar of maand: een kalenderjaar of –maand of een gedeelte van een van die kalenderperioden;

  • g.

    voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

De verordening reclamebelasting 2015 is van toepassing binnen de volgende gebieden van de gemeente Zutphen:

  • 1.

    Gebied 1 Centrum

    Deze verordening is van toepassing op het gebied dat wordt begrensd door :

    IJsselkade, Stationsplein, Isendoornstraat tot kruispunt Berkelsingel dan linksaf, Berkelsingel tot kruispunt Coehoornsingel dan rechtsaf Coehoornsingel, Graag Ottosingel tot kruispunt met Spitaalstraat, Spitaalstraat tot kruispunt met Martinetsingel dan linksaf, Martinetsingel, IJsselkade. Van de buitengrens van dit gebied behoren beide zijden van genoemde straten tot het gebied.

  • 2.

    Gebied 2 Bedrijventerreinen

    De Mars wordt begrensd door De IJssel, Het Twentekanaal en de Spoorlijn;

    De Stoven met als enige straatnaam De Stoven;

    De Revelhorst wordt begrensd door de N314 vanaf de kruising Den Elterweg richt Vorden/Lochem, De Den Elterweg en aan de zuidzijde: de Zonnehorst, de Hekkehorst, Vierakkersestraatweg en de Lansinkweg.

    Van de buitengrens van dit gebied behoren beide zijden van genoemde straten tot het gebied.

Artikel 3 Belastbaar feit.

Onder de titel ‘reclamebelasting’ wordt binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon zijn gedaan in verband met de huur of de verkoop van roerende of onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven per onroerende zaak.

  • 2. De heffingsmaatstaf is een vast bedrag vermeerderd met een bedrag dat afhankelijk is van de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde WOZ-waarde voor het kalenderjaar.

  • 3. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 4. Indien de vastgestelde WOZ-waarde voor het betreffende jaar naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere WOZ-waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.

Artikel 6 Tarief

Het tarief van de reclamebelasting is opgenomen in de bij de verordening behorende tarieventabel.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclameheffing verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldige reclameheffing als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingpilcht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclameheffing als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindigign van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Wijze van heffing

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn tenzij deze openbare aankondigingen zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;

  • b.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;

  • c.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • d.

    die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen of verenigingen zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • e.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • f.

    aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • g.

    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;

  • h.

    die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;

  • i.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen zaak;

  • j.

    aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw;

  • k.

    die nostalgische uitingen aan de gevel zijn ouder dan 50 jaar en die geen relatie hebben met de uitoefening van het bedrijf.

  • l.

    aangebracht op parasols en terrasafscheidingen welke zijn geplaatst op een terras bij een horecaonderneming.

  • m.

    voor een aankondiging met een oppervlakte kleinder dan of gelijk aan 0,1 m2.

Artikel 11 Betalingstermijn

  • 1. De aanslag dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 12 Kwijtschelding

Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening reclamebelasting binnenstad Zutphen 2014’ van de gemeente Zutphen, van 2 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening reclamebelasting 2015”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 15 december 2014
De voorzitter, de griffier,

Tarieventabel behorende bij "Verordening reclamebelasting 2015"

A. Tarieven gebied 1 (centrum, het gebied als bedoeld in artikel 2, onder 1 van de Verordening)

waardeklasse

tarief

waarde tot

€ 150.000

€ 250,-

bij waarde tussen

€ 150.001 t/m € 300.000,-

€ 550,-

€ 300.001 t/m € 500.000,-

€ 850,-

€ 500.001 of meer

€ 1.150,-

B. Tarieven gebied 2 (bedrijventerreinen, het gebied als bedoeld in artikel 2, onder 2 van de Verordening).

waardeklasse

tarief

waarde tot

€ 500.000

€ 900,-

bij waarde tussen

€ 500.001 t/m € 1.000.000,-

€ 1.300,-

€ 1.000.001 of meer

€ 1.800,-

Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 15 december 2014

De voorzitter, de griffier,