Uitvoeringsreglement Verordening Monumentenfonds 2005

Geldend van 08-11-2005 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsreglement Verordening Monumentenfonds Zutphen 2005

INHOUD

Hoofdstuk 1.

Restauratie

bladzij

Artikel 1.1

Aanvraag Restauratiehypotheek

3

Artikel 1.2

Voorwaarden voor een Restauratiehypotheek

3

Artikel 1.3

Restauratiesubsidie van de Provincie Gelderland voor gemeentelijke monumenten

4

Artikel 1.4

Procedure

4

Artikel 1.5

Gereedmelding en definitieve vaststelling

4

Hoofdstuk 2.

Onderhoud

Artikel 2.1

Aanvraag Onderhoudshypotheek of onderhoudslening

6

Artikel 2.2

Voorwaarden voor een Onderhoudshypotheek of onderhoudslening

7

Artikel 2.3

Onderhoudssubsidie van de Provincie Gelderland voor gemeentelijke monumenten

7

Artikel 2.4

Procedure

7

Artikel 2.5

Actualisering meerjarig onderhoudsplan (MJOP)

7

Hoofdstuk 3.

Inwerkingtreding

8

Artikel 3.1

Inwerkingtreding

8

HOOFDSTUK 1. RESTAURATIE

Artikel 1.1 Aanvraag Restauratiehypotheek

  • 1. Een aanvraag om verlenen van een Restauratiehypotheek dient op een door het college beschikbaar te stellen formulier met alle op het formulier genoemde bijlagen te worden ingediend bij de op het formulier aangegeven instantie. De bijlagen betreffen: 

    • a.

      een inspectierapport van Monumentenwacht Gelderland of gelijkwaardig. 

    • b.

      tekeningen van de bestaande toestand en nieuwe toestand (gevels, doorsneden en plattegronden) waarop de voorgenomen herstellingen of wijzigingen staan aangegeven, minimaal schaal 1:100; situatie, schaal 1:1000; 

    • relevante principe details, schaal 1:1, 1:5 of 1:10, die noodzakelijk zijn voor een goede beoordeling van het plan; 

    • d.

      een bestek, zijnde een werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren, 

    • e.

      begroting(-en) die alle kosten van de restauratie omvat, niet ouder dan ten hoogste één jaar en gespecificeerd in hoeveelheden, uren, arbeid- en materiaalkosten: 

      • 1.

        de begroting dient voorzien te zijn van de naam van de opsteller en de datum van opstelling; 

      • 2.

        in de begroting dient te zijn aangegeven welke posten in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd; 

      • 3.

        indien van toepassing: aparte begrotingen van (onder-)aannemers, zoals loodgieter, schilder, dakdekker etc.

    • f.

      relevante foto’s die noodzakelijk zijn ten behoeve van een goede beoordeling van het plan; 

    • g.

      bewijsstuk dat geen belastingplicht bestaat ingevolge de Wet op de Inkomstenbelasting of de Wet op de Vennootschapsbelasting. 

    Het college kan in aanvulling hierop eisen:

    • h.

      een bouwhistorische opname; 

    • i.

      bewijsstuk waaruit blijkt dat geen mogelijkheid is op het verkrijgen van een andere lening,subsidie, hypotheek of fiscale aftrek zoals aangegeven in de Verordening Monumentenfonds Zutphen (MZ); 

    • j.

      in geval het gaat om een bedrijfspand: bewijsstuk dat de omzetbelasting (BTW) kan worden teruggevorderd;

    • k.

      in geval van herstel van storm- of brandschade: bewijsstukken met betrekking tot een vergoeding vanwege een verzekering.

  • 2. Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in lid 1, brengt het college de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte en stellen de aanvrager in de gelegenheid om binnen vier weken de door hen aan te geven ontbrekende gegevens te overleggen.

  • 3. Een mededeling als omschreven in lid 2 schort de besluitvormingstermijn als bedoeld in artikel 1.8, lid 1 van de verordening MZ op.

  • 4. Indien binnen vier weken na verzending van de in lid 2 bedoelde mededeling de daarbij vermelde gegevens en bescheiden niet zijn verstrekt, verklaart het college de aanvraag niet-ontvankelijk.

  • 5. Uit de ingediende begroting berekent het college de subsidiabele kosten en leggen deze vast in een verleningsbeschikking.

  • 6. Het college zendt de verleningsbeschikking én een aanvraagformulier voor een Totaal-financiering aan de eigenaar.

  • 7. De eigenaar kan middels het aanvraagformulier voor een Totaalfinanciering bij het SVN, naast eventueel andere financiële producten, de Restauratiehypotheek aanvragen.

  • 8. Op verzoek van het SVN toetst het Bemiddelend Orgaan (BO) de kredietwaardigheid van de aanvrager.

  • 9. Het BO adviseert het college al dan niet over te gaan tot het verlenen van de Restauratiehypotheek.

  • 10. Het College besluit, gehoord hebbend het advies van het BO en kennis genomen hebbend van de financiële rapportage van het SVN, al dan niet het SVN toestemming te verlenen tot het afsluiten van de Restauratiehypotheek.

  • 11. Het SVN bericht het college over het afsluiten van de Restauratiehypotheek.

Artikel 1.2 Voorwaarden voor een Restauratiehypotheek

  • 1. Het college verbindt aan de verlening van een Restauratiehypotheek de volgende voorschriften en bepalingen: 

    • a)

      de gefinancierde werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door erkende aannemers en onderaannemers;

    • b)

      de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd volgens “de Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van  restauratie en onderhoud van monumenten/beeldbepalende panden”;

    • c)

      het college kan nadere eisen stellen aan de procedure van aanbesteding en gunning van het werk;

    • d)

      start en einde van de uitvoering dienen aan het college schriftelijk te worden gemeld op een door het college beschikbaar te stellen formulier;

    • e)

      binnen zes maanden na afgifte van de verleningsbeschikking dient met het treffen van de voorzieningen een aanvang te worden gemaakt;

    • f)

      binnen twee jaar na afgifte van de verleningsbeschikking moeten de voorzieningen zijn getroffen en de gereedmelding zijn ingediend, danwel ingeval het bepaalde van dit artikel bij lid 2 toepassing heeft gevonden, binnen de ingevolge dat lid gestelde termijn;

    • g)

      aan de door het college met de controle en bouwtechnische inspectie belaste personen dient:

      • a.

        bij eerste aanzegging toegang te worden verleend tot het monument;

      • a.

        inzage te worden verleend in alle op het treffen van voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

    • h)

      vondsten tijdens het werk in de vorm van roerende goederen en bouwsporen dienen zo snel mogelijk, in ieder  geval binnen 24 uur, te worden gemeld aan het college.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1, onder f kan het college toestaan dat de voorzieningen in ten hoogste vier fasen, doch uiterlijk binnen vier jaar, worden getroffen, mits in de eerste fase tenminste de bouwtechnische gebreken van het gehele monument of een zelfstandig onderdeel ervan worden opgeheven.

  • 3. Alle constructies/werkzaamheden dienen te voldoen aan wettelijke eisen, zoals Woningwet, Monumentenwet,  bestemmingsplan, Arbo-voorschriften, etc.. Overtredingen hiervan kan leiden tot intrekking van betreffende beschikking/financiering zoals staat aangegeven in artikel 1.10 van de verordening MZ.

  • 4) Onderdeel van het toekennen van een Restauratiehypotheek vormen de bij het college verplicht in te dienen en door hen ter beschikking gestelde formulieren, zoals de formulieren ten behoeve van: 

    • a.

      de aanvraag inclusief de verklaring dat akkoord wordt gegaan met de voorwaarden;

    • b.

      de melding start werkzaamheden;

    • c.

      de melding einde werkzaamheden;

    • d.

      de geldelijke eindverantwoording.

Artikel 1.3 Restauratiesubsidie van de Provincie Gelderland ten behoeve van gemeentelijke monumenten

  • 1. Naast de gemeentelijk financiering kan de Provincie Gelderland subsidie toekennen voor restauratie van gemeentelijke monumenten: Subsidieregeling Cultuurhistorie. De aanvraag voor een degelijke subsidie dient te worden ingediend bij de gemeente Zutphen.

  • 2. De toegekende of de te verwachten provinciale restauratiesubsidie wordt bij de bepaling van de hoogte van de Restauratiehypotheek in mindering gebracht op de leningskosten.

Artikel 1.4 Procedure

  • 1) Gereedmelding vindt plaats middels een door het college te verstrekken ‘meldingsformulier einde werk’.

  • 2) Na ontvangst van de gereedmelding zullen met de controle en bouwtechnische inspectie belaste personen ter plaatse de gereedmelding controleren en een afspraak maken voor het opmaken van een bouwtechnisch rapport door de gemeente Zutphen (de nulmeting).

Artikel 1.5 Gereedmelding en definitieve vaststelling

  • 1) Vaststelling van het definitieve financieringsbedrag voor de Restauratiehypotheek geschiedt nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij het college schriftelijk gereed zijn gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • b)

      de door het college opgestelde bouwtechnische opname (de nulmeting) voor akkoord ondertekend is geretourneerd door de eigenaar;

    • c)

      de geldelijke eindverantwoording is ingediend, maximaal drie maanden nadat de nulmeting voor akkoord ondertekend is geretourneerd door de eigenaar, doch uiterlijk drie maanden na de gereedmelding van het werk;

    • d)

      een overzicht is overlegd van het uitgevoerde meer- en minderwerk, alsmede over de invulling van de reservering voor onvoorzien werkzaamheden, als bedoeld in artikel 1.2, lid h onder 1e en 1g van de verordening MZ.

  • 2) Als er sprake is van een verschil van meer dan 5% tussen de in lid 1 van dit artikel definitieve leningskosten en de bij de verleningsbeschikking berekende leningskosten, kan het college met inachtname van het gestelde in artikel 1.6, lid 7 van de verordening MZ, de grondslag voor de Restauratiehypotheek aanpassen.

  • 3) De geldelijke eindverantwoording als bedoeld in artikel 1.2, onder f., dient de op het formulier aangegeven onderdelen te omvatten. Deze onderdelen betreffen:

    • a)

      een overzicht van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende nota’s en bijbehorende betaalbewijzen;

    • b)

      kopieën van nota’s en betaalbewijzen;

    • c)

      verklaring omtrent de omzetbelasting ingeval deze is terug te vorderen;

    • d)

      voor zover van toepassing:

      • i)

        revisietekeningen;

      • ii)

        gespecificeerd overzicht saldo meer- en minderwerk;

      • iii)

        aanvraag aanvullende financiële faciliteit inzake meer- en minderwerk;

  • 4) Het college kan er mee instemmen dat de aanvrager in plaats van de betaalbewijzen: 

    • a.

      een verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt dat het overlegde kostenoverzicht juist is en alle rekeningen volledig betaald zijn; 

    • b.

      een ondertekende verklaring van de declarant overlegt waaruit blijkt dat een in de verklaring opgenomen rekeningenoverzicht juist is en alle rekeningen volledig betaald zijn.

HOOFDSTUK 2. ONDERHOUD

Artikel 2.1 Aanvraag Onderhoudshypotheek of Onderhoudslening

  • 1. Een aanvraag om verlenen van een Onderhoudshypotheek of een Onderhoudslening dient op een door het college beschikbaar te stellen formulier met alle op het formulier genoemde bijlagen te worden ingediend bij de op het formulier aangegeven instantie. De bijlagen betreffen:

    • a)

      een meerjarig onderhoudsplan (MJOP) voor 10 jaar van de Monumentenwacht Gelderland of gelijkwaardig;

      • 1.

        Het MJOP dient te bevatten: 

        • -

          alle op te heffen bouwkundige gebreken aan de buitenzijde en aan het casco van het pand;

        • -

          het noodzakelijk onderhoud gedurende een toekomstige periode van 10 jaar;

        • -

          een begroting van de onderhoudskosten per bouwelement 

        • -

          een uitvoeringstijdsschema van het onderhoud;

      • 2.

        Het MJOP moet zijn gemaakt op basisvan een onderhoudsinspectierapport van het betreffende pand van de Monumentenwacht Gelderland of gelijkwaardig.

      • 3.

        De aanvrager dient onderhoud uit te voeren overeenkomstig het MJOP. Na toestemming van de gemeente Zutphen kan worden afgeweken van dit MJOP.

    • b)

      een verfadvies voor een periode van 10 jaar;

    • c)

      werkomschrijving(-en) per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren; begroting(en) die alle kosten van de restauratie omvat, niet ouder dan ten hoogste één jaar en gespecificeerd in hoeveelheden, uren, arbeid- en materiaalkosten;

      • 1.

        de begrotingen dienen voorzien te zijn van de naam van de opsteller en de datum van opstelling;

      • 2.

        in de begrotingen dienen te zijn aangegeven welke posten in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd;

      • 3.

        indien van toepassing: aparte begrotingen van (onder-)aannemers, zoals loodgieter, schilder, dakdekker etc.;

    Het college kan in aanvulling hierop eisen:

    • d)

      een bouwhistorische opname;

    • e)

      bewijsstuk waaruit blijkt dat geen mogelijkheid is op het verkrijgen van een andere lening, subsidie, hypotheek of fiscale aftrek zoals aangegeven in de Verordening Monumentenfonds Zutphen.e)in geval van brand- of stormschade: bewijsstukken met betrekking tot een vergoeding vanwege een verzekering;

    • f)

      in geval het een bedrijfspand betreft: een bewijsstuk dat de omzetbelasting (BTW) al of niet kan worden teruggevorderd;

    • g)

      bij gemeentelijke monumenten: een acte van cessie ten aanzien van de te verwachten provinciale subsidie, waarbij wordt aangegeven dat de betreffende subsidiebetaling zal geschieden ten gunste van de bouwdepotrekening bij het SVN.

  • 2. In geval de aanvraag herstel of vervanging van rieten daken betreft, kunnen de bovenvermelde bijlagen onder lid 1a en 1b achterwege blijven.

  • 3. Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in lid 1, brengt het college de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte en stellen de aanvrager in de gelegenheid om binnen vier weken de door hen aan te geven ontbrekende gegevens te overleggen.

  • 4. Een mededeling als omschreven in lid 2 schort de besluitvormingstermijn als bedoeld in artikel 1.8, lid 1 van de verordening MZ op.

  • 5. Indien binnen vier weken na verzending van de in lid 2 bedoelde mededeling de daarbij vermelde gegevens en bescheiden niet zijn verstrekt, verklaart het college de aanvraag niet-ontvankelijk.

  • 6. Uit de ingediende begroting berekent het college de subsidiabele kosten en leggen deze vast in een verleningsbeschikking.

  • 7. Het college zendt de verleningsbeschikking én een aanvraagformulier voor een Totaalfinanciering aan de eigenaar.

  • 8. De eigenaar kan middels het aanvraagformulier voor een Totaalfinanciering bij het SVN, naast eventueel andere financiële producten, de onderhoudshypotheek of een onderhoudsleningaanvragen.

  • 9. Op verzoek van het SVN toetst Het Bemiddelend Orgaan (BO) de kredietwaardigheid van de aanvrager.

  • 10. Het BO adviseert het college al dan niet over te gaan tot het verlenen van de Onderhoudshypotheek of een Onderhoudslening.

  • 11. Het college besluit, gehoord hebbend het advies van het BO en kennis genomen hebbend van de financiële rapportage van het SVN, al dan niet het SVN toestemming te verlenen tot het afsluiten van de  Onderhoudshypotheek of een Onderhoudslening.

  • 12. Het SVN bericht het college over het afsluiten van de Onderhoudshypotheek of een Onderhoudslening

Artikel 2.2 Voorwaarden voor een Onderhoudshypotheek of Onderhoudslening

  • 1. Het college verbindt aan de verlening van een Onderhoudshypotheek of een Onderhoudslening de volgende voorschriften en bepalingen:

    • a)

      het werk dient te worden uitgevoerd door erkende aannemers en onderaannemers;

    • b)

      de financierde werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd volgens de 'Uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van restauratie en onderhoud van monumenten/ beeldbepalende panden'.

    • c)

      start en einde van de uitvoering dienen aan het college schriftelijk te worden gemeld op een door het college beschikbaar te stellen formulier;

    • d)

      binnen zes maanden na afgifte van de verleningsbeschikking dient met het treffen van de voorzieningen een aanvang te worden gemaakt;

    • i)

      aan de door het college met de controle en bouwtechnische inspectie belaste personen dient:

      • a.

        bij eerste aanzegging toegang te worden verleend tot het monument;

      • b.

        inzage te worden verleend in alle op het treffen van voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

    • j)

      vondsten tijdens het werk in de vorm van roerende goederen en bouwsporen dienen zo snel mogelijk, in ieder geval binnen 24 uur, te worden gemeld aan het college.

  • 2. Alle constructies/ werkzaamheden dienen te voldoen aan wettelijke eisen, zoals Woningwet, Monumentenwet, bestemmingsplan, Arbo- voorschiften etc.. Overtreding hiervan kan leiding tot intrekking van betreffende beschikking/ financiering zoals staat aangegeven in artikel 1.10. van de verordening MZ.

  • 3. Onderdeel van het toekennen van een hypotheek vormen de bij het college verplicht in te dienen en door hen ter beschikking gestelde formulieren, zoals de formulieren ten behoeve de aanvraag inclusief de verklaring dat akkoord wordt gegaan met de voorwaarden;

Artikel 2.3 Onderhoudssubsidie van de Provincie Gelderland ten behoeve van gemeentelijke monumenten

  • 1. Naast de gemeentelijk financiering kan de Provincie Gelderland subsidie toekennen voor onderhoud aan gemeentelijke monumenten: Subsidieregeling Cultuurhistorie. De aanvraag voor een degelijke subsidie dient te worden ingediend bij de Gemeente Zutphen.

  • 2. De toegekende of de te verwachten provinciale onderhoudssubsidie wordt bij de bepaling van de hoogte van de Onderhoudshypotheek of Onderhoudslening in mindering gebracht op de leningskosten.

  • 3. Betaling(-en) van deze subsidie dienen door de eigenaar/ aanvrager te worden gecedeerd en te geschieden ten gunste van de betreffende bouwdepotrekening bij het SVN.

Artikel 2.4 Procedure

  • 1) Facturen, betreffende het 10 jaars-onderhoudsplan, dienen door de eigenaar te worden beoordeeld/goedgekeurd en doorgezonden ter goedkeuring naar de gemeente Zutphen.

  • 2) De gemeente Zutphen beoordeelt de facturen van lid 1 en stuurt deze na goedkeuring naar het SVN.

  • 3) Het SVN betaalt de goedgekeurde facturen ten last van de betreffende bouwdepotrekening.

Artikel 2.5 Actualisering meerjarig onderhoudsplan (MJOP)

  • 1. Uiterlijk 5 jaar na de datum van de verleningsbeschikking dient een geactualiseerd MJOP ten behoeve van de resterende looptijd ter beoordeling te worden ingediend bij de gemeente Zutphen.

  • 2. Na goedkeuring door de gemeente dient het onderhoud gedurende deze tweede periode van vijf jaar volgens dit plan te worden uitgevoerd.

Hoofdstuk 3. INWERKINGTREDING

Artikel 3. INWERKINGTREDING

Dit uitvoeringsreglement treedt op de eerste dag na bekendmaking in werking.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Zutphen,
De burgemeester, de secretaris,