Notitie vent- en standplaatsenbeleid

UITGANGSPUNTEN VENTBELEID EN STANDPLAATSENBELEID

Jaarlijks bereiken de gemeente vele verzoeken om een standplaats en/of een ventvergunning. Het is een belang van openbare orde om het innemen van standplaatsen en het venten niet ongelimiteerd toe te laten. Hiertoe is voor beide activiteiten een vergunningstelsel opgenomen in hoofdstuk 5, afdeling 2 van de Algemene Plaatselijke verordening Zutphen 1992. De gronden om een vergunning te weigeren zijn in de betreffende artikelen vermeld.

De aldaar genoemde aspecten liggen ten grondslag aan het standplaatsen— en ventbeleid zoals dat op basis van de oude APV en de Standplaatsenverordening Zutphen tot op heden is gevoerd. Dit beleid is in zoverre restrictief dat voor de (semi—)permanente standplaatsen, voor de aan de ijsventvergunningen gekoppelde ijsstandplaatsen en voor de afgifte van ventvergunningen een maximumstelsel wordt gehanteerd, waarbij wordt gewerkt met wachtlijsten voor de aanvragers van wie het verzoek in eerste instantie niet kan worden gehonoreerd omdat het maximum aantal is bereikt.

Omwille van de rechtszekerheid van betrokkenen en derden—belanghebbenden worden in deze beleidsnotitie de bij het verlenen van standplaats— en ventvergunningen aan te houden uitgangspunten nader uiteengezet op basis van de volgende indeling:

• I.

  Venten

• II.

  Standplaatsen.

  • A.

    (Semi-)permanente standplaatsen voor de verkoop van goederen (artikel 5.2.3, eerste lid, onder a)

  • B.

    Standplaatsen voor de verkoop van goederen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard (artikel 5.2.3, eerste lid onder a)

  • C.

    Standplaatsen voor ideële doeleinden (artikel 5.2. 3, eerste lid, onder a)

  • D.

    Straatverkoop (artikel 5.2.3, eerste lid, onder b)

I. VENTEN

Wijkindeling

De gemeente is als volgt in ventwijken verdeeld:

• I

  : het gedeelte gelegen ten noorden van de volgende wegen: de Molengracht, de Overwelving, het Rijkenhage, de Berkelsingel en de Kleine Omlegging;

• II

  : het gedeelte gelegen tussen wijk I en de Zuidwijken, plus De Hoven;

• III

  : de Zuidwijken.

Jaarvergunningen

Jaarvergunningen worden alleen verstrekt voor het venten met niet duurzame artikelen (bloemen, planten, groenten, fruit, vleeswaren, vis, koeken, aardappelen, eieren e. d.). Het aantal jaarvergunningen is beperkt tot 1 dag per week per wijk voor elke branche.

Dagvergunningen

Het aantal dagvergunningen is beperkt tot 1 dag per maand per wijk voor elke branche, echter niet meer dan 6 maal per jaar per venter.

Kerstgroen

Vergunningen voor het venten met kerstgroen e.d. worden verleend voor een periode van maximaal 10 dagen (zon— en feestdagen meegerekend) voorafgaand aan 25 december. Het aantal vergunningen is beperkt tot 2 per wijk.

IJS

• a.

  Het aantal jaarvergunningen voor ijs is beperkt tot 6. 

  Een ijsventvergunning geldt voor de gehele gemeente met uitzondering van de binnenstad zoals op de bijgevoegde kaart no. 1 is aangegeven. Onder de binnenstad wordt hier verstaan het gebied dat wordt ingesloten door de Rozengracht, de Overwelving, het Rijkenhage, het Hagepoortplein, de Paardenwal, de Boompjeswal, de Martinetsingel, het ‘s—Gravenhof, de Waterstraat en de Barlheze, met dien verstande dat de buitenste zijde van deze wegen — gezien vanaf de binnenstad — niet van het ventgebied is uitgesloten.

• b.

  Bij het verlenen van een jaarvergunning kan tevens een lokatie worden toegewezen waar met de voor het venten gebruikte ijskar een standplaats mag worden ingenomen. De ijsstandplaatsen bevinden zich op de lokaties zoals op bijgevoegde kaart no. 1 is aangegeven, te weten:

  • 1.

    hoek Voorsterallee/Kapperallee

  • 2.

    hoek Emmerikseweg/Verdistraat

  • 3.

    hoek Martinetsingel/Spittaalstraat

  • 4.

    hoek Basseroord/Nieuwstad

  • 5.

    hoek Martinetsingel/’ s—Gravenhof

  • 6.

    Hoek Laarstraat/Boompjeswal

• c.

  De ijsventvergunningen met de daaraan gekoppelde standplaatstoewijzing geldt alleen voor de periode van 1 maart tot 1 oktober, het zgn. ijsseizoen.

• d.

  Dagvergunningen voor de verkoop van ijs worden verder alleen verleend bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard, echter niet meer dan 6 maal per jaar per venter.

Wachtlijst

Indien een jaarvergunning of een ijsventvergunning is geweigerd omdat het maximum aantal is bereikt, dan wordt de aanvrager op zijn daartoe strekkend verzoek op een wachtlijst van gegadigden geplaatst. Voor het venten met ijs wordt een afzonderlijke wachtlijst aangehouden.

Na het verstrijken van het jaar komt de vergunninghouder als eerste in aanmerking voor een nieuwe periode.

Wanneer een ventvergunning voor afgifte aan een nieuwe aanvrager beschikbaar komt, dan komen daarvoor in aanmerking degenen die op de wachtlijst zijn geplaatst. Gegadigden dienen binnen een door burgemeester en wethouders te stellen termijn van ten minste 14 dagen te beslissen.

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

• a.

  op verzoek van de ingeschrevene;

• b.

  bij overlijden van de ingeschrevene;

• c.

  wanneer aan de ingeschrevene een ventvergunning, waarvoor deze staat ingeschreven, wordt verleend;

• d.

  wanneer de ingeschrevene voor een ventvergunning in aanmerking komt, doch niet binnen de door burgemeester en wethouders te stellen termijn van tenminste 14 dagen de wens te kennen geeft van de vergunning gebruik te willen maken, tenzij de ingeschrevene om handhaving van de inschrijving verzoekt.

II. STANDPLAATSEN

A. (Semi-) permanente standplaatsen voor de verkoop van goederen (artikel 5.2.3, eerste lid, onder a)

Aantal en lokaties

Het aantal standplaatsen dat voor de verkoop van goederen in de gemeente wordt uitgegeven bedraagt 13. Deze standplaatsen bevinden zich op de lokaties zoals op de bijgevoegde kaart no. 2 is aangegeven:

Duur van de vergunning

Een vergunning voor een semi—permanente standplaats wordt voor maximaal één kalenderjaar verleend. Na het verstrijken van deze periode komt de vergunninghouder als eerste in aanmerking voor een nieuwe periode.

Wachtlijst

Indien een vergunning is geweigerd omdat het maximum aantal is bereikt, dan wordt de aanvrager op zijn daartoe strekkend verzoek op een wachtlijst van gegadigden geplaatst. Wanneer een ventvergunning voor afgifte aan een nieuwe aanvrager beschikbaar komt, dan komen daarvoor in aanmerking degenen die op de wachtlijst zijn geplaatst. Gegadigden dienen binnen een door burgemeester en wethouders te stellen termijn van ten minste 14 dagen te beslissen.

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

• a.

  op verzoek van de ingeschrevene;

• b.

  bij overlijden van de ingeschrevene;

• c.

  wanneer aan de ingeschrevene een standplaats wordt toegewezen;

• d.

  wanneer de ingeschrevene voor een standplaats in aanmerking komt, doch niet binnen de door burgemeester en wethouders te stellen termijn van tenminste 14 dagen de wens te kennen geeft van de vergunning gebruik te willen maken, tenzij de ingeschrevene om handhaving van de inschrijving verzoekt.

B. Standplaatsen voor de verkoop van goederen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard (artikel 5.2.3, eerste lid, onder a)

Bij deze categorie wordt gedacht aan de verkoop van kerstbomen en kerstgroen in de dagen voor Kerstmis, aan Koninginnedag, Zutphen op Zondag, de Meimarkt (voor zover buiten de markt zelf), de jaarlijkse feestweek, braderieën, de kerstmarkt, de honingmarkt, de moederdagmarkt, etc.

Vanwege het incidentele karakter van deze standplaatsen zijn — met uitzondering van de standplaatsen voor de verkoop van kerstgroen — geen algemene richtlijnen te geven. Bovendien zal de uitgifte van de standplaatsen in sommige gevallen zijn overgelaten aan de organisator van het evenement op grond van artikel 2. 2. 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen 1992.

Net zoals bij het venten worden de standplaatsvergunningen voor de verkoop van kerstgroen e.d. verleend voor een periode van maximaal 10 dagen (zon— en feestdagen meegerekend) voorafgaand aan 25 december. Jaarlijks worden vergunningen verleend voor de volgende lokaties (8):

Een uitbreiding met maximaal 2 standplaatsen tot een totaal van 10 is mogelijk. Hierbij worden meegeteld de verkooppunten waar geen gebruik wordt gemaakt van een kraam of enig ander middel en waarbij derhalve sprake is van uitstalling op de weg, als bedoeld in artikel 5.2.3, eerste lid onder b.

Buiten beschouwing blijven natuurlijk de bloemenzaken e.d die vanuit de winkel kerstbomen en ander kerstgroen verkopen. In die gevallen is er alleen sprake van het uitstallen van waren in het kader van het winkelbedrijf.

C. Standplaatsen voor ideële doeleinden (artikel 5.2.3, eerste lid, onder a)

Onder ideële activiteiten worden verstaan het verstrekken van informatie over en/of het verkopen van bijzondere goederen ten behoeve van verenigingen of instellingen met ideële doeleinden of in het kader van een bijzondere, ideële actie. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan de vredesbeweging, groeperingen voor ontwikkelingssamenwerking (Zutphen Steunt Nicaragua, Unicef) en milieu—organisaties, maar ook aan politieke partijen.

Sportverenigingen en dergelijke komen niet in aanmerking voor deze standplaatsen, omdat ledenwervings— of sponsoracties niet als ideële activiteiten worden beschouwd, Uiteraard is het ook mogelijk om elders een standplaats in te nemen, maar de plaatselijke bekendheid met de zogenaamde “ideële standplaatsen” op de hoek van de Sprongstraat en de Houtmarkt tijdens de zaterdagmarkt betekent dat het met name deze standplaatsen zijn die onder deze categorie vallen

Vanwege de beperkte ruimte is het maximum aantal op genoemde lokatie 4 standplaatsen.

Hierbij zijn inbegrepen de standplaatsen die niet met een marktkraam, maar bijvoorbeeld met een bakfiets worden ingenomen.

Wanneer er verkiezingen op komst zijn kan gedurende de campagnevoering van politieke partijen dit aantal worden uitgebreid. De standplaatsen voor de politieke partijen zijn in dat geval gesitueerd op de Houtmarkt (uiteraard wel buiten de warenmarkt).

D. Straatverkoop (artikel 5.2.3, eerste lid, onder b)

Ter verlevendiging van het straatbeeld kunnen incidenteel vergunningen voor de straatverkoop worden verleend. Hierbij wordt enerzijds gedacht aan de professionele straatverkopers van bijvoorbeeld sieraden en schilderijtjes, maar ook aan kinderen met spulletjes van de zolder.

Er worden alleen dagvergunningen verleend met een maximum van 6 maal per jaar per aanvrager, waarvan ten hoogste tweemaal resp. driemaal op 3 resp 2 achtereenvolgende dagen.

Voor de verkoop van kerstgroen geldt hetgeen bij de tijdelijke standplaatsen is vermeld.