Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het gebruiken van een openbare plaats anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan (Regeling vergunningsvrije voorwerpen op openbare plaatsen gemeente Zutphen 2018)

Geldend van 03-08-2018 t/m heden

Intitulé

Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het gebruiken van een openbare plaats anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan (Regeling vergunningsvrije voorwerpen op openbare plaatsen gemeente Zutphen 2018)

Ons kenmerk: 119117

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

gelet op artikel(en) 2:10, derde en zesde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Zutphen;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het gebruiken van een openbare plaats anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan (Regeling vergunningsvrije voorwerpen op openbare plaatsen gemeente Zutphen 2018)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    APV: Algemene plaatselijke verordening gemeente Zutphen;

  • b.

    beschermd stadsgezicht: het gebied dat bij ministeriële beschikking van 16 december 1986 op grond van de Monumentenwet 1988 als zodanig is aangewezen, met inbegrip van latere wijzigingen in de aanwijzing;

  • c.

    bouwobject: materiaal voor bouw-, sloop-, en onderhoudswerkzaamheden of van de daarbij betrokken personen, zoals een container(keet), eco-toilet, (schaft)keet, liftinstallatie, pompinstallatie, puinbak of -zak, steiger, aarde, cement, grind, (bak)stenen, tegels, zand e.d.;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • f.

    uitstalling: één of meer op een openbare plaats vóór een pand geplaatste losse voorwerpen of stoffen die een duidelijke relatie hebben met de bedrijfsactiviteiten van de in dat pand gevestigde onderneming, waaronder tevens worden verstaan:

    • 1.

      kleine speelattracties;

    • 2.

      materialen voor het uitstallen;

    • 3.

      reclame-uitingen;

  • g.

    winkelgebied ’t Rondje: winkelgebied begrensd door Oude Wand, Turfstraat, Houtmarkt, Sprongstraat, Beukerstraat tot Paardenwal met de binnen deze grens gelegen straten en stegen.

Artikel 2 Vergunningsvrije voorwerpen of stoffen

Als categorieën van voorwerpen, als bedoeld in het derde lid, onderdeel c van artikel 2:10 APV worden aangewezen:

de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijze kortstondig op een openbare plaats of een gedeelte daarvan geplaatst worden in verband met het laden en lossen ervan, mits degene die werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de openbare plaats of gedeelte daarvan verwijderd zijn en de openbare plaats of gedeelte daarvan gereinigd is.

Artikel 3 Algemene regels voor het plaatsen van een uitstalling, bouwobject, voorwerp of stof

Het is toegestaan een uitstalling, bouwobject, voorwerp of stof op een openbare plaats of een gedeelte daarvan te plaatsen of geplaatst te houden, als er wordt voldaan aan de volgende algemene regels:

  • 1.

    Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang van minimaal 4 meter breed met een vrij doorrijhoogte van 4,20 meter aanwezig voor hulpdiensten.

  • 2.

    Er is altijd een vrije doorgang van tenminste 1 meter breed voor voetgangers en mensen met een fysieke beperking.

  • 3.

    Brandkranen en andere bluswaterwinplaatsen worden vrijgehouden voor blusvoertuigen zodat hiervan onbelemmerd gebruik kan worden gemaakt.

  • 4.

    Rond brandkranen, geboorde putten en andere waterwinplaatsen (met uitzondering van open water) is altijd een werkruimte met een straal van minimaal 2 meter beschikbaar.

  • 5.

    Een uitstalling, bouwobject, voorwerp of stof mag niet worden geplaatst of geplaatst worden gehouden, als deze een belemmering vormt voor aan, onder, op of boven de openbare plaats of een gedeelte daarvan te verrichten (onderhouds)werkzaamheden of te houden evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

  • 6.

    Het is niet toegestaan een uitstalling, bouwobject, voorwerp of stof te plaatsen of geplaatst te houden op betaalde, gehandicapten- en/of vergunninghoudersparkeerplaatsen.

  • 7.

    Beschadiging en/of vervuiling van gemeentelijke eigendommen die is ontstaan als gevolg van het plaatsen of geplaatst houden van een uitstalling, bouwobject, voorwerp of stof wordt door de gemeente voor rekening van degene die de uitstalling, het bouwobject, voorwerp of de stof heeft geplaatst of geplaatst heeft gehouden, hersteld.

  • 8.

    Door of namens het college of de burgemeester gegeven aanwijzingen in het kader van het algemeen belang, de openbare orde of de veiligheid moeten strikt worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder andere betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen dan wel verwijderen van een geplaatste uitstalling, bouwobject, voorwerp of stof en zonder dat degene die de uitstalling, het bouwobject, voorwerp of stof heeft geplaatst of geplaatst houdt aanspraak kan maken op schadevergoeding.

Artikel 4 Bijzondere regels voor het plaatsen van een uitstalling

Het is toegestaan een uitstalling op een openbare plaats of een gedeelte daarvan te plaatsen, als voldaan wordt aan de algemene regels, zoals omschreven in artikel 3, én de volgende bijzondere regels:

  • 1.

    De uitstalling mag uitsluitend worden geplaatst of geplaatst worden gehouden ter hoogte van de eigen in de onroerende zaak gevestigde onderneming op de voor voetgangers bestemde delen van de openbare plaats of gedeelte daarvan en tot maximaal 1,5 meter uit de gevel.

  • 2.

    In het winkelgebied ’t Rondje mag een uitstalling tot maximaal 1,2 meter uit de gevel staan. De natuurstenen stroken zijn hiervoor maatgevend.

  • 3.

    In een deel van de Laarstraat (noordzijde tussen huisnummer 11 en 51), de Spittaalstraat (oostzijde tussen huisnummer 29 en 53) en de Nieuwstad (tussen Overwelving en Basseroord en aan de westzijde tussen Basseroord en Isendoornstraat) geldt dat een uitstalling tot maximaal 4,0 meter uit de gevel mag staan. De op de bij dit besluit behorende tekeningen aangegeven lijn is hierbij maatgevend.

  • 4.

    De uitstalling mag enkel op de openbare plaats of gedeelte daarvan worden geplaatst of geplaatst worden gehouden op tijden dat de in de onroerende zaak gevestigde onderneming voor het publiek geopend is.

  • 5.

    Binnen het beschermd stadsgezicht mag een uitstalling niet meer dan 1 m2 per 5 meter gevelbreedte beslaan.

  • 6.

    Voor een uitstalling van bloemen, fietsen, fruit en/of groente kan het college in afwijking van het bepaalde in dit artikel vergunning verlenen.

  • 7.

    Als er vergunning is verleend voor het plaatsen van een terras, mag een uitstalling in afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid worden geplaatst of geplaatst worden gehouden, als

    • a.

      het terras daadwerkelijk in gebruik is, én

    • b.

      de uitstalling binnen de vergunde afmetingen van het terras wordt geplaatst of geplaatst wordt gehouden.

Artikel 5 Bijzondere regels voor het plaatsen van een bouwobject

Het is toegestaan een bouwobject op een openbare plaats of een gedeelte daarvan te plaatsen en geplaatst te houden, als voldaan wordt aan de algemene regels, zoals omschreven in artikel 3, én de volgende bijzondere regels:

  • 1.

    Het bouwobject wordt niet langer dan 2 weken op de openbare plaats of een gedeelte daarvan geplaatst of geplaatst gehouden.

  • 2.

    Het in een park, plantsoen of groenstrook plaatsen of geplaatst houden van een bouwobject onder een boom of bomen is niet toegestaan.

  • 3.

    Het bouwobject moet voorzien zijn van retroreflecterende markeringsstrepen, conform de Richtlijn voor het markeren van onverlichte obstakels van het CROW.

  • 4.

    Bij het storten van bouwafval, puin e.d. van een verdieping moet gebruik worden gemaakt van een gesloten stortkoker, waarbij de container en/of steiger zodanig wordt afgeschermd dat geen gevaar en/of hinder voor derden ontstaat.

  • 5.

    Een bouwobject moet na werktijd zodanig worden afgesloten, dat de inhoud door onder andere vandalisme niet tot ontbranding kan worden gebracht.

  • 6.

    Onder een steiger moet een afdekzeil worden geplaatst.

  • 7.

    Aarde, cement, grind en/of zand moet in zakken worden geplaatst, niet los.

  • 8.

    Bij verankering van een steiger aan een (monumentale) historisch onroerende zaak moeten de pluggen in de voegen worden geplaatst. Na het verwijderen van de steiger moeten de pluggen en verankeringen worden verwijderd en de beschadigingen hersteld. Bij herstel van schoon metselwerk moet restauratiemortel in dezelfde kleur worden gebruikt.

  • 9.

    De openbare plaats of een gedeelte daarvan moet in de oorspronkelijke staat worden achtergelaten c.q. hersteld: vrij van vuil, beschadigingen, verzakkingen en/of andere onregelmatigheden.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het gebruiken van een openbare plaats of een gedeelte daarvan anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7 Intrekking oude regeling

Het Besluit vergunningvrije voorwerpen op openbare plaatsen, zoals vastgesteld bij besluit van 8 mei 2012, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 februari 2017, wordt ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 3 augustus 2018.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergunningsvrije voorwerpen op openbare plaatsen gemeente Zutphen 2018.

Ondertekening

Aldus besloten op 17 juli 2018.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris,

Toelichting

Algemene toelichting

Op grond van artikel 2:10, eerste lid APV is het verboden zonder voorafgaande vergunning van het bevoegde bestuursorgaan (college of burgemeester) een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

Dit verbod geldt, op grond van artikel 2:10, derde lid APV echter niet voor uitstallingen, bouwobjecten en nader door het college aan te wijzen categorieën van voorwerpen. Met deze regeling wijst het college allereerst de categorieën van voorwerpen aan, als bedoeld in artikel 2:10, derde lid, onder c. Zie hiervoor artikel 2.

Het college stelt met deze regeling tot slot nadere regels vast voor deze categorieën, dat wil zeggen voor

  • 1.

    uitstallingen;

  • 2.

    bouwobjecten, en

  • 3.

    de door het college in deze regeling aangewezen categorieën.

Zie voor deze nadere regels de artikelen 3 tot en met 5, waarbij in artikel 3 de algemene regels zijn opgenomen en in artikelen 4 en 5 de bijzondere regels voor een uitstalling respectievelijk een bouwobject.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze regeling gehanteerde begrippen omschreven. Deze begrippen behoeven geen nadere toelichting, op een enkele na.

Bij de begripsomschrijving over de APV is geen jaartal opgenomen. Er moet dan ook altijd uitgegaan worden van de geldende Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Zutphen.

Artikel 2Vergunningsvrije voorwerpen of stoffen

In dit artikel worden categorieën van voorwerpen aangewezen waarvoor de vergunningplicht op grond van artikel 2:10 APV niet geldt, mits wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 2:10, vijfde lid APV (deze bepaling geldt alleen bij bouwobjecten: degene die bouwobjecten wil plaatsen, moet dit uiterlijk 5 werkdagen voor het plaatsen bij het college melden) én aan de nadere regels zoals het college die (op grond van artikel 2:10, zesde lid APV) met deze regeling heeft vastgesteld.

Artikel 3 Algemene regels voor het plaatsen van een uitstalling, bouwobject, voorwerp of stof

Dit artikel bevat de algemene regels voor het plaatsen van een uitstalling, bouwobject, voorwerp of stof. Deze algemene regels gelden dus altijd. In artikel 4 staan de bijzondere regels voor het plaatsen van een uitstalling vermeld. In artikel 5 zijn de bijzondere regels voor het plaatsen van een bouwobject opgenomen. Deze bijzondere regels gelden in aanvulling op de algemene regels.

Artikel 4 Bijzondere regels voor het plaatsen van een uitstalling

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5 Bijzondere regel voor het plaatsen van een bouwobject

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Op grond van dit artikel kan het college één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het gebruiken van een openbare plaats of een gedeelte daarvan anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dit kan echter alleen in die gevallen die niet zijn voorzien ten tijde van het vaststellen van de regeling. Wordt een geval onder de hardheidsclausule gebracht, dan heeft dit tot gevolg dat de regeling op dit punt moet worden aangepast. Het geval is immers voorzienbaar geworden.

Artikel 7 Intrekking oude regeling

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Bijlage 1

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3

afbeelding binnen de regeling