Regeling vervallen per 01-11-2021

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Beleidsregel tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Zutphen 2021)

Geldend van 23-07-2021 t/m 31-10-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Beleidsregel tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Zutphen 2021)

Ons kenmerk: 184578

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

gelezen het advies van de Brede Adviesraad Sociaal Domein van 8 maart 2021;

gelet op artikel 35 van de Participatiewet;

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over de tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Beleidsregel tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Zutphen 2021)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    geldmiddelen: de som van inkomsten en vermogen;

  • c.

    inkomensterugval: een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in het inkomen als gevolg van de coronacrisis;

  • d.

    peildatum: 1 januari 2021;

  • e.

    TONK: tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten.

Artikel 2 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager:

  • a.

    die als gevolg van de Coronacrisis te maken heeft met een inkomstenterugval, en

  • b.

    die daardoor noodzakelijke kosten niet meer kan voldoen, en

  • c.

    voor wie andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

  • 1.

    Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit de beschikbare geldmiddelen.

  • 2.

    Dit is het geval als:

    • a.

      het beschikbare maandelijkse netto inkomen op de peildatum niet hoger is dan € 1.183,- (alleenstaande) of € 1.690,- (samenwonende), of

    • b.

      het maandelijkse inkomen op de peildatum hoger is dan € 1.183,- (alleenstaande) of € 1.690,- (samenwonende), waarbij 50% van het meerdere inkomen wordt beschouwd als draagkracht, en

    • c.

      het beschikbare privévermogen en/ of geldwaarden in cryptovaluta, niet hoger is dan € 30.000,-, of

    • d.

      het beschikbare zakelijk vermogen, voor zover het gaat om degene die door de Belastingdienst wordt beschouwd als een ondernemer voor de inkomstenbelasting, en het privévermogen tezamen en/ of geldwaarden in cryptovaluta niet hoger zijn dan € 46.520,-.

  • 3.

    Uit de verklaring van de aanvrager blijkt dat sprake is van de inkomstenterugval zoals omschreven in artikel 1, onder c.

  • 4.

    De aanvrager komt niet in aanmerking voor een woonkostentoeslag als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Beleidsvoorschriften werk, inkomen en participatie gemeente Zutphen 2019.

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK heeft uitsluitend betrekking op de volgende woonlasten:

  • a.

    de huur, inclusief servicekosten;

  • b.

    aflossing van de hypotheek en de hypotheekrente;

  • c.

    kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming TONK wordt via DigiD ingediend via de website van de gemeente Zutphen. In afwijking van deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk, als naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 2.

    Aanvrager overlegt bij de aanvraag:

    • a.

      desgevraagd de bewijzen van het inkomen op de peildatum;

    • b.

      de bewijzen van de noodzakelijke kosten op de peildatum;

    • c.

      desgevraagd andere bewijsstukken waarin de aannemelijkheid van de verklaring als bedoeld in artikel 3, derde lid kan worden getoetst.

  • 3.

    Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1 november 2021.

Artikel 6 Terugwerkende kracht

Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK wordt met terugwerkende kracht aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

Artikel 7 Duur

De tegemoetkoming TONK wordt verstrekt voor de periode van 1 januari tot 1 oktober 2021.

Artikel 8 Aard en hoogte van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming TONK bedraagt: de woonlasten verminderd met € 200,- (bij een éénpersoonshuishouden) of € 230,- (bij een meerpersoonshuishouden) en, indien van toepassing, de draagkracht, gerekend op maandbasis.

  • 2.

    De maximale tegemoetkoming TONK op basis van deze beleidsregel bedraagt € 550,- per huishouden per maand en maximaal € 4.950.- per huishouden per negen maanden.

Artikel 9 Inkomen

Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    inkomen uit arbeid en onderneming;

  • b.

    inkomen uit een uitkering;

  • c.

    inkomen uit verhuur, en

  • d.

    inkomen uit partner- en/ of kinderalimentatie.

Artikel 10 Beschikbare geldmiddelen

  • 1.

    Beschikbare geldmiddelen zijn geldmiddelen van de aanvrager en de partner van de aanvrager waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

  • 2.

    In afwijking van de Participatiewet worden de huurtoeslag en het fiscaal voordeel hypotheekrenteaftrek niet tot de geldmiddelen gerekend.

  • 3.

    Onder beschikbare geldmiddelen wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      contant geld;

    • b.

      geld op betaal- en spaarrekeningen;

    • c.

      cryptovaluta (zoals bitcoins);

    • d.

      de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

Artikel 11 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

Artikel 12 Uitbetaling

De uitbetaling vindt uiterlijk binnen 15 werkdagen na de dagtekening van het besluit plaats.

Artikel 13 Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan één of meer artikelen van deze beleidsregel niet toepassen of daarvan afwijken wanneer zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 14 Tijdelijke regeling

Deze regeling is van toepassing tot 1 november 2021 en werkt terug vanaf 1 januari 2021.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Zutphen 2021.

Ondertekening

Aldus besloten op 23 maart 2021.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris

Toelichting

Algemene toelichting

Inleiding

Sommige huishoudens hebben te maken met een onvoorzienbare, onvermijdelijke en plotselinge terugval in hun inkomen. Deze terugval is het gevolg van de economische crisis door de maatregelen die nodig zijn voor de bestrijding van het coronavirus. Deze huishoudens kunnen daardoor in de problemen raken met de betaling van noodzakelijke kosten, vooral woonlasten. Deze problemen kunnen niet worden opgelost door het stelsel van sociale zekerheid en de eerder genomen maatregelen uit de steunpakketten. Sommige huishoudens dreigen tussen wal en schip te vallen.

De Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) is een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten. Deze tegemoetkoming is voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen. Het gaat hierbij om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten, niet om een inkomensondersteunende regeling. De tijdelijke noodmaatregel TONK geldt van 1 januari2021 tot en met 31 oktober 2021. In deze periode wordt een ruimere toegang tot het instrument van de bijzondere bijstand geboden. Ook wordt van gemeenten gevraagd aandacht te besteden aan armoede- en schuldenproblematiek, bij een aanvraag TONK. Zodat gemeenten via omscholings- en re-integratiemogelijkheden de arbeidsmarktpositie van aanvragers kunnen verbeteren.

Op grond van de Participatiewet (Pw) kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen (artikel 35 lid 1 Pw). Gemeenten hebben daarbij eigen beleidsvrijheid. Er worden voor de tegemoetkoming TONK géén nadere centrale regels vastgesteld. Het is en blijft aan de gemeenten om in voorkomende individuele gevallen, ruimhartiger om te gaan met draagkracht dan de gemeentelijke richtlijnen in “niet coronatijd” voorschrijven.

Het is gewenst om de bestaande gemeentelijke beleidsregels bijzondere bijstand aan te passen om deze nieuwe doelgroep toegang te kunnen bieden. Daartoe is de ‘Beleidsregel tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Zutphen 2021’ opgesteld. Op deze beleidsregel zijn de regels van de Participatiewet van toepassing, tenzij anders is aangegeven.

Mede gezien het tijdelijk karakter van de TONK is de oproep aan de gemeenten om de TONK ruimhartig en toegankelijk in te richten. Dat doet de gemeente Zutphen door een laagdrempelige toegang te bieden en de aanvraag na toepassing van een eenvoudige (aanvraag)procedure te behandelen. In deze beleidsregels zijn de ruimhartigheid en toegankelijkheid als volgt vormgegeven:

  • 1.

    ingang tot de TONK vormt de verklaring van de aanvrager dat hij als gevolg van de corona-maatregelen in inkomen achteruit is gegaan. Slechts wanneer deze verklaring niet aannemelijk is, wordt om bewijsstukken gevraagd die deze verklaring kunnen onderbouwen;

  • 2.

    in afwijking van de beleidsvoorschriften bijzondere bijstand voor woonkosten is de tegemoetkoming in woonkosten verruimd door:

    • a.

      hierbij ook gas, water, servicekosten en elektriciteit te betrekken;

    • b.

      de inkomensgrens te verhogen van 100% van de bijstandsnorm naar 110%;

    • c.

      de vermogensgrens van € 30.000,- te hanteren die van toepassing is bij de huurtoeslag en die in het geval van ”ondernemerschap voor de inkomstenbelasting” (overeenkomstig de definitie van de Belastingdienst) wordt verhoogd tot een bedrag dat zo in totaal € 46.520,- bedraagt. Hieruit volgt dat de verhoogde vermogensgrens niet op een freelancer van toepassing is. Voor het laatste bedrag is aansluiting gezocht bij het bedrag dat de wetgever als vermogensgrens had willen hanteren voor Tozo. Uiteindelijk heeft de Regering besloten om voor het recht op Tozo géén vermogensgrens te hanteren. Uitkomst is dat in het geval van ondernemerschap voor de inkomstenbelasting in Zutphen bovenop de al, ten opzichte van bijstand verhoogde vermogensgrens van € 30.000,- nog wat extra vermogensruimte wordt toegestaan. Dat sluit aan bij de Zutphense doelstelling voor TONK;

    • d.

      de draagkracht bij het meerdere inkomen en vermogen te verlagen van 100% naar 50%;

    • e.

      een eenvoudige berekeningswijze van de hoogte van de tegemoetkoming, die uitgaat van een vast acceptabel bedrag voor woonlasten op het sociaal minimum (€ 200,- voor een éénpersoonshuishouden; € 230,- voor een meerpersoonshuishouden) dat in mindering wordt gebracht op de feitelijke woonlasten. Er wordt dus niet aangesloten bij de gestaffelde vergoedingssystematiek van de huurtoeslag;

    • f.

      een hoge maximale vergoeding van € 550,- per maand en € 4.950,- over negen maanden (een belangrijk deel van de doelgroep heeft naar verwachting hoge woonlasten);

    • g.

      de kostendelersnorm en eventuele medebewoners blijven buiten beschouwing;

    • h.

      het in aanmerking te nemen inkomen volgens artikel 8 te baseren op de normen voor 21 jarigen tot de pensioengerechtigde leeftijd;

    • i.

      er is geen verhuisplicht;

  • 3.

    er is – overigens conform het huidige bijzondere bijstand beleid - geen drempelbedrag (waaronder geen vergoeding wordt verstrekt);

  • 4.

    er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor het geval toepassing van de beleidsregel onredelijke en grote gevolgen voor de aanvrager heeft. TONK kan in een dergelijke situatie worden verstrekt, ook al komt de aanvrager er op basis van de beleidsregels niet voor in aanmerking.

Door deze inrichting van de TONK wordt de doelgroep niet alleen in financiële zin ruimhartig tegemoet gekomen (zodat de door Covid-maatregelen getroffen inwoners niet te zeer hoeven in te teren op hun geldmiddelen), maar is de regeling ook eenvoudig aan te vragen en uit te voeren.

Hieronder wordt nader ingegaan op de doelgroepen van de TONK en de relatie van de TONK met de bijzondere bijstand.

Doelgroepen TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor huishoudens:

  • -

    die door de huidige omstandigheden als gevolg van het coronavirus te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen,

  • -

    die daardoor noodzakelijke kosten zoals woonlasten niet meer kunnen voldoen, en

  • -

    waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

Dat geldt bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering, of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen. Ook inwoners die al in 2020 ingestroomd zijn in een uitkering (WW, bijstand of Tozo) vanwege de coronacrisis, maar waarvoor de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen, kunnen in aanmerking komen voor de TONK. De TONK kan dan voorzien in (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten.

TONK en bijzondere bijstand

Via de tijdelijke noodmaatregel TONK wordt een ruimere toegang tot het instrument van de bijzondere bijstand geboden. Hieronder wordt op hoofdlijnen aangegeven wat de reguliere regels zijn omtrent bijzondere bijstand die ook gelden voor de tegemoetkoming TONK. Daarbij wordt steeds aangegeven op welke punten in het kader van de TONK wordt afgeweken van de reguliere regels bijzondere bijstand.

1 Uitsluitingsgronden bijzondere bijstand

Is de aanvrager rechthebbende?

Op basis van artikel 11 Participatiewet (hierna: Pw) moet worden vastgesteld of de aanvrager een rechthebbende is, de kosten verbonden zijn aan Nederland (territorialiteitsbeginsel) en of er sprake is van kosten waarin nog niet is voorzien.

Is er sprake van een uitsluitingsgrond?

Is er sprake zijn van één van de uitsluitingsgronden van artikel 13, eerste lid Pw dan bestaat er in beginsel geen recht op de tegemoetkoming TONK.

2 Voorliggende voorzieningen

Er bestaat geen recht op een tegemoetkoming TONK wanneer een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (artikel 15 Pw). De gemeente kan geen tegemoetkoming TONK verstrekken als betrokkene een beroep kan doen op een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doel geacht wordt passend en toereikend te zijn. Slechts op individuele gronden, als daar zeer dringende redenen voor zijn, mag de gemeente daarvan afwijken (artikel 16 Pw).

Er kan samenloop zijn met andere regelingen uit het steun- en herstelpakket van het Rijk zoals de Tozo. Een aanvrager die een Tozo-uitkering ontvangt is niet bij voorbaat uitgesloten voor de tegemoetkoming TONK.

Een vergoeding op basis van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) of Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) wordt niet beschouwd als voorliggende voorziening.

Op grond van artikel 16 Pw kan de gemeente aan de aanvrager die gelet op artikel 11, 12, 13, 14 of 15 Pw geen recht heeft toch een tegemoetkoming TONK verstrekken als zeer dringende redenen daartoe noodzaken; de afwijkingsbevoegdheid in artikel 13, van deze beleidsregel voorziet hierin.

Voldoet betrokkene aan de criteria van bijzondere bijstand zoals genoemd in artikel 35 Pw?

Wanneer is vastgesteld dat de aanvrager tot de doelgroep behoort en hij niet is uitgesloten van de tegemoetkoming TONK, dan wordt aan artikel 35 Pw getoetst. Om te bepalen of een aanvrager in aanmerking komt voor bijzondere bijstand zijn de volgende vragen van belang:

  • -

    Doen de kosten zich daadwerkelijk voor?

  • -

    Zijn de kosten noodzakelijk? Is er sprake van bijzondere omstandigheden?

  • -

    Heeft de betrokkene voldoende draagkracht?

Deze vragen zijn ook van belang voor de TONK maar dienen aan de hand van (ruimhartige) tijdelijke gemeentelijke beleidsregels TONK te worden beantwoord.

Doen de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voor?

Net als bij de bijzondere bijstand, moet de tegemoetkoming TONK verstrekt worden voor noodzakelijke kosten van het bestaan die ook echt gemaakt zullen worden (of gemaakt zijn). Als de kosten achteraf lager blijken te zijn dan het bedrag dat aan bijzondere bijstand is toegekend, dan bestaat er slechts aanspraak voor de kosten die zich wel hebben voorgedaan.

Zijn de kosten noodzakelijk?

Welke kosten noodzakelijk zijn in het kader van bijzondere bijstand heeft de wetgever niet specifiek benoemd. De gemeente kan in de tijdelijke beleidsregels TONK aangeven welke kosten noodzakelijk worden geacht en in aanmerking komen voor een vergoeding. De TONK is vooral bedoeld voor woonkosten. Er is voor gekozen de TONK hierop toe te spitsen en eventuele andere bijzonder noodzakelijke kosten te vergoeden op basis van de reguliere beleidsregels bijzondere bijstand. Woonkosten zijn de kosten die bij een inkomensachteruitgang het meest zwaar wegen en – mede door het periodieke karakter – een groot financieel gat kunnen slaan. De criteria voor de ‘woonkostentoeslag’ binnen de reguliere bijzondere bijstand zijn streng en (naar verwachting) te beperkend voor de doelgroep van de TONK. Dat geldt niet voor andere kostensoorten. Daarbij is sprake van dezelfde inkomensgrens en draagkrachtregels die nu voor de TONK gehanteerd worden.

Onder woonkosten wordt in deze beleidsregels verstaan huur, aflossing hypotheek, hypotheekrente en kosten voor nutsvoorzieningen, gas, water, licht (G/W/L) en servicekosten.

Komen de kosten voort uit bijzondere omstandigheden?

Bijzondere bijstand is alleen mogelijk als sprake is van noodzakelijke kosten die voorvloeien uit bijzondere omstandigheden.

Wanneer sprake is van een terugval in inkomen als gevolg van corona waardoor woonlasten niet meer voldaan kunnen worden, dan is daarmee vastgesteld dat noodzakelijke kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Immers, een pandemie waardoor de aanvrager nauwelijks of geen geld meer kan verdienen en daardoor bijvoorbeeld de huur of hypotheek niet meer kan voldoen, kan als een bijzondere omstandigheid worden aangemerkt.

Er kan volstaan worden met een verklaring van de aanvrager dat de substantiële terugval in inkomen het gevolg is van corona.

Is er draagkracht?

Wanneer is vastgesteld dat sprake is van noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden dan wil dat nog niet zeggen dat er ook recht op een tegemoetkoming TONK bestaat. De gemeente is bevoegd om in het kader van de TONK draagkrachtregels op te stellen. Het college heeft bijvoorbeeld ruimte om inkomensgrenzen vast te stellen. Echter kan het zo zijn dat aanvragers door terugval in hun inkomen door corona nog wel een inkomen boven het sociaal minimum hebben. Mede tegen deze achtergrond is de inkomensgrens verhoogd en de draagkrachtregel versoepeld, zoals aangegeven in de inleiding.

Middelen die in aanmerking worden genomen

Bij de beoordeling van een aanvraag bijzondere bijstand zijn artikel 31, tweede lid , voor zover het gaat om (te ontvangen) middelen die betrekking hebben op de huurtoeslag en het fiscaal voordeel wegens hypotheekrenteaftrek en artikel 34, tweede lid, onder b en derde lid Pw niet van toepassing. Dit geldt ook voor de tegemoetkoming TONK.