Regeling vervallen per 01-12-2014

Verordening regelende de organisatie en het werkgeverschap van de griffie van de gemeente Zutphen

Geldend van 06-01-2011 t/m 30-11-2014

Intitulé

Verordening regelende de organisatie en het werkgeverschap van de griffie gemeente Zutphen

De raad van de gemeente Zutphen, in vergadering bijeen op 22 november 2010;

overwegende dat het noodzakelijk is regels te stellen met betrekking tot de organisatie en het werkgeverschap van de griffie en de rechtspositie van de griffier en de medewerkers van de griffie;

gelet op artikelen 107 t/m 107e en 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de hierna volgende Verordening regelende de organisatie en het werkgeverschap van de griffie van de gemeente Zutphen

1. Algemene bepaling

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

raad

de raad van de gemeente Zutphen

college

het college van de gemeente Zutphen

griffier

de griffier van de gemeente Zutphen zoals bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet

griffiemedewerkers

de personen die, behalve de griffier, op de griffie zijn benoemd

werkgeverscommissie

de commissie bedoeld in artikel 2:4

Rekenkamercommissie

de rekenkamerfunctie voor de gemeente Zutphen zoals bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet

secretaris

de gemeentesecretaris van Zutphen

2. De organisatie van de griffie

Artikel 2:2 Bevoegd gezag

De raad is het bevoegd gezag ten aanzien van de griffier en de griffiemedewerkers.

Artikel 2:3 Organisatiedoelstelling en formatie

  • 1. De griffie heeft als doel inhoud te geven aan artikel 107a lid 1 van de gemeentewet, in de breedste betekenis van het woord.

  • 2. De griffie bestaat uit:

    • a.

      de griffier,

    • b.

      één of meer raadsadviseurs, waaronder de plaatsvervanger van de griffier zoals bedoeld in artikel 107 d lid 1,

    • c.

      één of meer griffiemedewerkers,

    • d.

      een secretaris ten behoeve van de door de raad ingestelde Rekenkamercommissie.

  • 3. De raad stelt op voorstel van de werkgeverscommissie, bedoeld in artikel 2:4, de personele formatie van de griffie vast.

  • 4. De medewerker genoemd onder lid 2d is hiërarchisch ondergeschikt aan de griffier, doch legt voor wat betreft de inhoud van zijn werkzaamheden verantwoording af aan de Rekenkamercommissie respectievelijk haar voorzitter.

Artikel 2:4 Mandatering aan de Werkgeverscommissie

  • 1. De raad heeft een Werkgeverscommissie met het oog op de uitvoering van werkgeverstaken voor de griffier en de griffiemedewerkers.

  • 2. Deze commissie bestaat uit:

    • a.

      minimaal twee en ten hoogste vier fractievoorzitters uit de raad, aan te wijzen door het Presidium;

    • b.

      de voorzitter van de raad in de rol van adviseur.

  • 3. De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter.

  • 4. De werkgeverscommissie wordt bijgestaan door een door het college aan te wijzen personeelsfunctionaris.

  • 5. De raad verleent mandaat aan de werkgeverscommissie voor het uitoefenen van alle bevoegdheden als bevoegd gezag ten aanzien van de griffier en de griffiemedewerkers, met uitzondering van het benoemen, schorsen en ontslaan van de griffier en diens plaatsvervanger, zoals bedoeld in artikel 107 respectievelijk 107d lid 1 van de Gemeentewet.

Artikel 2:5 Ondermandatering aan de griffier

  • 1. Besluiten over de toepassing en uitvoering van lokale arbeidsvoorwaarden ten aanzien van griffiemedewerkers bedoeld in artikel 2:3 lid 2 onder b, c en d, met uitzondering van ontslag als disciplinaire maatregel (art. 8:13 CAR) worden genomen door de griffier, waartoe de Werkgeverscommissie de bevoegdheden bedoeld in art. 2:5 lid 5 ondermadateert.

  • 2. De in lid 1. genoemde besluiten worden namens de raad ondertekend door de griffier.

  • 3. Besluiten over de toepassing en uitvoering van lokale arbeidsvoorwaarden ten aanzien van de griffier worden genomen door de Werkgeverscommissie.

  • 4. De in lid 3. genoemde besluiten worden namens de raad ondertekend door de voorzitter van de Werkgeverscommissie.

Artikel 2:6 Aansturing van de griffier

  • 1. De Werkgeverscommissie is verantwoordelijk voor de aansturing van de griffier.

  • 2. De raad stelt op voorstel van de Werkgeverscommissie een instructie voor de griffier vast, zoals bedoeld in artikel 107a van de Gemeentewet.

  • 3. De griffier handelt naar zijn instructie.

  • 4. De griffier legt verantwoording af aan de raad over het functioneren van de griffie.

Artikel 2:7 Financiën

  • 1. De raad stelt jaarlijks in de Programmabegroting de financiële middelen van de griffie en de Rekenkamercommissie vast.

  • 2. De griffier is budgethouder voor de budgetten van de raad, de griffie en de rekenkamercommissie, met uitzondering van de salarissen en vergoedingen van de raad en de vaste vervangers en die van de griffier en het griffiepersoneel.

Artikel 2:8 Beheer

De griffier kan dienstverleningsovereenkomsten afsluiten met het college of de secretaris voor het gebruik van bestaande ondersteunende faciliteiten van de organisatie van het college, op het gebied van personeel, informatie, juridische zaken, organisatie, financiën, automatisering en huisvesting.

Artikel 2:9 Privaatrechtelijke beslissingen

Indien er sprake is van privaatrechtelijke overeenkomsten ten behoeve van de raad of de Rekenkamercommissie, dan is de griffier namens de raad de functionaris aan wie het college en de burgemeester respectievelijk het aangaan en het ondertekenen van die overeenkomsten kunnen mandateren.

3. Rechtspositionele zaken

Artikel 3:1 Arbeidsvoorwaarden van de griffier en de griffiemedewerkers

  • 1. Voor de griffier en de medewerkers van de griffie zijn de lokale arbeidsvoorwaarden en arbeidsvoorwaardenregelingen overeenkomstig van toepassing zoals deze door het college voor zijn personeel zijn of zullen worden vastgesteld, behoudens de bij deze verordening of enig ander besluit van de raad gestelde uitzonderingen.

  • 2. Voordat het college besluit over wijziging van de lokale arbeidsvoorwaardenregelingen, wordt de Werkgeverscommissie in de gelegenheid gesteld daarover advies uit te brengen.

Artikel 3:2 Functiewaardering en functieboek

  • 1. De raad stelt een functiebeschrijving van de griffier vast.

  • 2. De raad stelt een functieboek vast met daarin de functiebeschrijvingen van de functies van de griffiemedewerkers.

Artikel 3:3 Medezeggenschap

  • 1. De griffie kan worden beschouwd als zelfstandige onderneming in de zin van artikel 1 lid 1c van de Wet op de ondernemingsraden.

  • 2. De griffier regelt als bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden in overleg met de Werkgeverscommissie en de medewerkers van de griffie de medezeggenschap voor de griffie, waarbij met toepassing van artikel 3 lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden een gemeenschappelijke ondernemingsraad kan worden ingesteld.

Artikel 3:4 Personeelsbeoordeling en functioneringsgesprekken

  • 1. De personeelsbeoordeling van de griffier vindt plaats door de Werkgeverscommissie.

  • 2. De functioneringsgesprekken met de griffier worden gevoerd door de Werkgeverscommissie. De overige fractievoorzitters kunnen aanwezig zijn.

  • 3. De personeelsbeoordeling van de griffiemedewerkers vindt plaats door de griffier.

  • 4. De functioneringsgesprekken van de griffiemedewerkers worden gevoerd door de griffier.

  • 5. Op de handelingen bedoeld in de vorige leden is de Regeling Functionerings- en beoordelingsgesprekken van het college van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3:5 Werktijden en overwerkaanspraken

  • 1. Na overleg met de betrokken griffiemedewerker(s) kan de griffier hun arbeidstijden vaststellen in afwijking van de lokale arbeidsvoorwaarden, voor zover de werkzaamheden van de raad dit noodzakelijk maken.

  • 2. In afwijking van de lokale arbeidsvoorwaardenregelingen bestaat voor de griffier en voor griffiemedewerkers, als compensatie voor het bijwonen van vergaderingen buiten de normale werktijden, voorvloeiend uit de ondersteuning van de raad, uitsluitend een recht op verlof gelijk aan het aantal uren van het overwerk.

4. Slotbepalingen

Artikel 4:1 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of tot situaties leidt waarmee geen redelijk doel is gediend, beslist de Werkgeverscommissie.

Artikel 4:2 Beëindiging bestaande regeling

Het raadsbesluit van 27 juni 2005, agendapunt 27, betreffende het werkgeverschap van de raad vervalt met de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 4:3 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan.

Artikel 4:4 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Griffieverordening Zutphen”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
Van Zutphen, gehouden op 16 december 2010
De voorzitter, De griffier