Regeling vervallen per 03-03-2020

Verordening investeringssubsidie voor sportaccommodaties

Geldend van 28-05-2009 t/m 02-03-2020

Intitulé

Verordening investeringssubsidie voor sportaccommodaties

Verordening investeringssubsidie voor sportaccommodaties

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. Spelend lid: een lid van een sportclub dat in teamverband speelt, aan competitie deelneemt en/of trainingen volgt.

  • b. College: het college van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Zwartewaterland.

  • c. Vereniging: vereniging, als zodanig ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en gevestigd in de gemeente Zwartewaterland, zonder winstoogmerk, die lid is van een bond die is aangesloten bij de NOC*NSF.

  • d. Sportaccommodatie: een binnen- of buitenaccommodatie, inclusief velden en terreinen, waar sport kan worden beoefend en waarvan eigendom in handen is van een vereniging.

  • e. Bouwkosten: de kosten van de bouw zoals deze in het goedgekeurde investeringsplan staan beschreven. Onder kosten worden alle met de bouw samenhangende kosten verstaan.

Artikel 2 Doelstelling

Deze verordening heeft het doel om criteria te stellen voor het verstrekken van subsidie aan sportverenigingen voor investeringskosten in sportaccommodaties.

De gemeenteraad heeft vastgesteld dat er in het meerjareninvesteringsoverzicht van de gemeente Zwartewaterland niet of in onvoldoende mate rekening is gehouden met de hiermee samenhangende investeringslasten.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. De gemeenteraad heeft een subsidieplafond vastgesteld van €100.000,- voor het verlenen van investeringssubsidies voor sportaccommodaties.

  • 2. Wanneer alle subsidieaanvragen leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond worden aanvragen op basis van urgentie toe- of afgewezen.

    • a.

      zeer urgent: de voorziening waarvoor een subsidie wordt aangevraagd moet op de kortst mogelijke termijn gerealiseerd worden om een goede instandhouding van de voorziening te waarborgen.

    • b.

      urgent: de gevraagde voorziening dient binnen een termijn van één of drie jaar gerealiseerd te worden om een goede instandhouding van de voorziening te waarborgen.

    • c.

      minder urgent: de gevraagde voorziening dient binnen een termijn van drie of vijf jaar gerealiseerd te worden om een goede instandhouding van de voorziening te waarborgen.

  • 3. Wanneer de mate van urgentie hetzelfde is bij twee of meer aanvragen wordt de aanvraag vervolgens op de volgende criteria getoetst:

    • a.

      de mate en wijze waarop de vereniging de accommodatie beheert;

    • b.

      de verhouding tussen de kosten van de voorziening en het te verkrijgen resultaat.

Artikel 4 Voorwaarden subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag of aanvrager moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de aanvraag wordt ingediend door een vereniging die erkend is door NOC*NSF.

  • b.

    de vereniging profileert zich als gezonde sportvereniging en voert een actief beleid op

het gebied van niet-roken en geen alcoholgebruik door jongeren.

  • c.

    er is behoefte aan uitbreiding van de sportaccommodatie door toename van het aantal spelende leden of teams óf

  • d.

    er is behoefte aan vervanging van bestaande sportaccommodaties. De behoefte aan vervanging zal naar het oordeel van het college voldoende onderbouwd moeten worden. De technische en economische levensduur en een efficiënter gebruik van de te vervangen accommodatie zijn hierbij van belang.

  • e.

    de sportaccommodatie betreft wedstrijd- en trainingsaccommodaties en kleedkamers.

  • f.

    de nieuwe of de te vervangen sportaccommodatie moet qua bouw en inrichting voldoen aan de normen van NOC*NSF. De behoefte aan accommodatie wordt gerelateerd aan het ledenaantal c.q. het aantal teams waarbij de normen van NOC*NSF worden toegepast.

  • g.

    Verenigingen staan open voor multifunctioneel gebruik van de sportaccommodatie.

  • 2.

    Voor subsidieverlening komen niet in aanmerking:

  • a.

    investeringskosten voor de vervanging of uitbreiding van clubgebouwen, kantines en tribunes;

  • b.

    investeringskosten t.b.v. voorzieningen die al zijn gerealiseerd of waarvan al met de realisering begonnen is;

  • c.

    inrichtingskosten en aanschafkosten voor de inventaris van een clubgebouw;

Artikel 5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college verstrekt een subsidie van maximaal 50 % van de bouwkosten, tot een maximum van 50.000 euro volgens het schema in lid 2. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens het consumentenprijsindexcijfer.

  • 2.

    Het maximale subsidiebedrag is afhankelijk van het gemiddelde aantal spelende leden van de laatste drie jaar, waarbij 1 januari als teldatum wordt gehanteerd. Het subsidiebedrag wordt als volgt berekend:

Gemiddeld aantal ledenMaximaal subsidiebedrag

Minder dan 100 leden € 15.000,-

100 tot 150 leden € 30.000,-

150 leden of meer € 50.000,-

Hoofdstuk 2 De subsidieverlening

Artikel 6 Aanvraagprocedure

  • 1. Met de uitvoering van de bouwplannen waarvoor de vereniging subsidie heeft aangevraagd mag pas worden begonnen nadat het college een besluit over de subsidie heeft genomen.

  • 2. Bij de subsidieaanvraag moeten, naast het gestelde in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht in ieder geval de volgende gegevens worden aangeleverd:

  • a. een motivering van de noodzaak van de te realiseren voorziening;

  • b. een bouwtekening met bestek of materiaalbeschrijving;

  • c. een overzicht van de investeringskosten, een financieringsplan en een begroting voor het lopende jaar;

  • d. een overzicht van het aantal spelende leden per datum 1 januari van de in de afgelopen drie kalenderjaren;

  • e. een document waarin de vereniging aangeeft op welke wijze zij het actieve beleid op het gebied van niet- roken en geen alcoholgebruik vormgeven.

Artikel 7 Beslistermijn

Het college neemt binnen acht weken een besluit over de aanvraag. Deze termijn kan maximaal met acht weken verlengd worden.

Artikel 8 Voorschot

Indien het college besluit tot subsidieverlening kan 90 % van de verleende subsidie als voorschot verleend worden.

Hoofdstuk 3 De subsidievaststelling

Artikel 9 Subsidievaststelling

  • 1. Om de subsidie te kunnen vaststellen levert de aanvrager uiterlijk 12 weken na de uitvoering de financiële afrekening van de bouwkosten in bij het college. Aan de hand van deze stukken stelt het college het subsidiebedrag definitief vast.

  • 2. Als binnen één jaar na subsidieverlening niet is begonnen met de bouw, kan het college besluiten dat het recht op subsidie vervalt.

Hoofdstuk 4 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 10 Hardheidsclausule

  • 1. In bijzondere gevallen kan het college besluiten om van de bepalingen in deze verordeningen af te wijken.

  • 2. In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening wordt aangeduid als ‘Verordening investeringsubsidie sportaccommodaties Zwartewaterland’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2009.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zwartewaterland van (28 mei 2009).

de griffier, de voorzitter,

A.J. Kastelein – Renkema A.C. Hofland