Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en invordering van haven-, lig- en kadegelden 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van haven-, lig- en kadegelden 2016

De raad van de gemeente Zwartewaterland;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening havengelden 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Haven: door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen openbaar water tot ligplaats voor vaartuigen geschikt en in eigendom of beheer bij de gemeente;

Havengeld: het recht dat geheven wordt voor het gebruik met vaartuigen van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren, alsmede van de bij dat water behorende en voor de scheepvaart bestemde gemeentelijke werken en voorzieningen;

Havenmeester: het hoofd van de afdeling Beheer Openbare Ruimte of diegene die namens hem optreedt;

Kade: kaden langs openbaar water in eigendom of beheer van de gemeente;

Kadegeld: het recht dat geheven wordt voor het in gebruik nemen en hebben van kaden die eigendom van de gemeente zijn of die voor rekening van de gemeente worden onderhouden door daarop goederen, materialen en/of voorwerpen, van welke aard ook, te plaatsen, te leggen of te hebben.

Lengte: de lengte over alles, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

Liggeld: het recht dat geheven wordt voor het gebruik van een ligplaats door pleziervaartuigen;

Ligplaats: een gecreëerde gelegenheid om met een vaartuig, een pleziervaartuig of een woonschip aan te leggen;

Particuliere kade: kade niet in eigendom of beheer zijnde bij de gemeente;

Passagiersschip vaartuigen die worden gebezigd als showruimte of worden gebruikt voor het vervoer/ verblijf van gezelschappen (show, rondvaart, theaterschepen).

Passant: de schipper aan wie geen vaste verblijfplaats is toegewezen;

Pleziervaartuig: een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet- bedrijfsmatige, d.w.z. sportieve, recreatieve of vakantie doeleinden;

Openbaar water: alle wateren die al dan niet met enige beperking voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk is;

Oppervlakte: het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals blijkt uit de bij het vaartuig of pleziervaartuig behorende meetbrief;

Schipper: degene die over een vaartuig of pleziervaartuig het gezag heeft of degene die hem vervangt of als zodanig;

Vaartuigen: alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, pontons of materieel van soortgelijke aard, glijboten en ponten;

Voorzieningen: de aanwezigheid van een toilet en/of douche gelegenheid, water- en elektriciteit aansluitingen en een ontvangstpunt voor afvalwater;

Waterverplaatsing: de waterverplaatsing van het vaartuig volgens de geldige meetbrief;

Woonschip: een vaartuig uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd;

1 dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende op 0.00 uur;

7,14 dagen: een aaneengesloten tijdvak van respectievelijk 7, 14 dagen;

1 overnachting: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende op 16.00 uur;

7 overnachtingen: een aaneengesloten tijdvak van 7 overnachtingen;

Maand: een kalendermaand;

Seizoen: het tijdvak van 1 mei tot en met 30 april;

Jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Eenheden

Een gedeelte van een jaar, kwartaal, maand, week, dag, m3, m2 en m wordt, voor zover daarvan niet is afgeweken in deze verordening, als een geheel beschouwd.

Artikel 3 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘havengeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik met vaartuigen van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren, alsmede van de bij dat water behorende en voor de scheepvaart bestemde gemeentelijke werken en voorzieningen.

  • 2. Onder de naam ‘kadegeld’ wordt een recht geheven wegens het gebruik van kaden die eigendom van de gemeente zijn of die voor rekening van de gemeente worden onderhouden door daarop goederen, materialen en/of voorwerpen, van welke aard ook, te plaatsen, te leggen of te hebben.

  • 3. Onder de naam ‘liggeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik met een pleziervaartuig, passagiersvaartuig of woonschip van een ligplaats.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig voor het havengeld en liggeld is de gezagvoerder, schipper, reder, eigenaar, gebruiker dan wel beheerder van het vaartuig.

  • 2. Het havengeld en liggeld is verschuldigd zodra een ligplaats wordt gebruikt hetgeen de retributie plichtige zo spoedig mogelijk aangeeft bij de havenmeester.

  • 3. Het kadegeld wordt geheven van degene die, al dan niet met vergunning, het gebruik heeft als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

Artikel 5 Belastingtarieven

Het haven-, lig- en kadegeld wordt geheven naar het tarief opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag, een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het haven-, lig- en kadegeld worden betaald:

    • a.

      op het moment van uitreiken van de gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur of in geval van toezending daarvan voor de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld.

    • b.

      in geval van toezending van een aanslag, voor de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van het haven-, lig- en kadegeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van haven-, lig- en kadegelden.

Artikel 10 Beëindiging of wijziging ligplaats

  • 1. Wanneer in de loop van het seizoen geen gebruik meer wordt gemaakt van een vaste ligplaats, vindt er geen restitutie van reeds opgelegde liggelden plaats met betrekking tot de nog resterende periode.

  • 2. Bij koop/verkoop van een pleziervaartuig dient dit te worden doorgegeven aan de gemeente c.q. de havenmeester. Een ligplaats is aan deze koop/verkoop niet gekoppeld.

  • 3. Wanneer in de loop van het jaar verandering van een ligplaats plaatsvindt, wordt een evenredig deel over elke ligplaats in rekening gebracht.

Artikel 11 Vrijstellingen

Geen liggeld is verschuldigd voor:

  • a.

    vaartuigen in dienst van de gemeente;

  • b.

    vaartuigen van de Koninklijke Marine;

  • c.

    vaartuigen in dienst van rijk en/ of provincie;

  • d.

    bootjes of sloepen tot een vaartuig behorende en daaraan met een vanglijn verbonden;

  • e.

    vaartuigen die de wateren niet kunnen verlaten wegens stremming van het scheepvaartverkeer en/ of invriezing.

  • f.

    vaartuigen, welke uitsluitend voor kleine reparaties of onderhoud niet langer dan een week in de gemeente verblijven.

  • g.

    historische vaartuigen die zijn ingeschreven in het register van de Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen (FONV), gedurende één week van het jaar.

  • h.

    hospitaalschepen in gebruik als vakantieschepen ten behoeve van zieken- en gehandicapten (ziekengastschepen).

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum wordt de “Verordening op de heffing en invordering van haven-, lig- en kadegelden 2015” van de gemeente Zwartewaterland, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2014 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening havengelden 2016”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zwartewaterland van 26 november 2015.

de griffier, de voorzitter,

ing. H.W. Schotanus – Schutte ing. E.J. Bilder

Tarieventabel 2016 behorende bij de ‘Verordening haven-, lig- en kadegelden 2016

Soort vaartuig

Heffings maatstaf

Eenheid

Termijn

Tarief incl. BTW

21%

Tarief excl. BTW

Havengelden

Vaartuigen

Laadvermogen

tonnage

7 dagen

€ 0,18

€ 0,15

1 maand

€ 0,60

€ 0,50

1 jaar

€ 5,73

€ 4,65

Vaartuigen met deellading

Half laadvermogen

tonnage

7 dagen

€ 0,18

€ 0,15

1 maand

€ 0,60

€ 0,50

1 jaar

€ 5,73

€ 4,65

Kadegeld

Kadegeld

Oppervlakte

m2

1 week

€ 1,37

€ 1,08

Liggelden

Pleziervaartuigen passanten met voorzieningen **

periode 16/04 - 15/10

Lengte

m1

1 overnachting

€ 1,10

€ 0,91

periode 16/10 - 15/04

Lengte

m1

1 overnachting

€ 0,67

€ 0,55

Pleziervaartuigen passanten zonder voorzieningen **

gehele jaar

Lengte

m1

1 overnachting

€ 0,67

€ 0,55

Passagiersschepen

Lengte

m1

1 dag

€ 0,67

€ 0,55

Kern Genemuiden **

Ligplaats drijvende steigers A,B,C,D,H

Oppervlakte

m2

1 seizoen

€ 26,28

€ 21,72

Ligplaats vaste wal steiger I-11 t/m 52

m2

1 seizoen

€ 19,70

€ 16,28

Ligplaats drijvende steigers D-10 t/m 20 en F-01 t/m 41

vast

1 seizoen

€ 91,96

€ 76,00

Ligplaats vastewal steiger E,G,K en I-01 t/m 10

vast

1 seizoen

€ 85,39

€ 70,57

Ligplaats drijvende steigers F-42 t/m 50

vast

1 seizoen

€ 164,21

€ 135,71

Overige ligplaatsen

Ligplaats grenzend aan gemeentelijke kade/grond

Oppervlakte

m2

1 jaar

€ 10,95

€ 9,05

Ligplaats grenzend aan particuliere (niet-gemeentelijke) kade/grond

m2

1 jaar

€ 7,83

€ 6,47

Woonschepen

Woonschepen

Ligplaats

vast

1 week

n.v.t.

€ 35,88

1 maand

n.v.t.

€ 81,26

1 jaar

n.v.t.

€ 292,06

** Deze tarieven zijn excl. watertoeristenbelasting

Behorend bij raadsbesluit van 26 november 2015

De griffier van de gemeente Zwartewaterland