Beleidsregel betaling en invordering civiele geldvorderingen 2012 gemeente Zwartewaterland

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel betaling en invordering civiele geldvorderingen 2012 gemeente Zwartewaterland

Het college van de gemeente Zwartewaterland;

Gelezen het voorstel van 27 november 2012;

Gelet op de artikelen 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 160, eerste lid, sub e en f van de Gemeentewet;

b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregel[s]:

Beleidsregel betaling en invordering civiele geldvorderingen 2020 gemeente Zwartewaterland

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    derde: een (gerechts)deurwaarder of bureau, dat tegen betaling geldvorderingen incasseert;

  • c.

    schuldsanering: de schuldsanering, als bedoeld in de Wet Schuldsanering natuurlijke personen;

  • d.

    gemeente: de gemeente Zwartewaterland.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze beleidsregel is van toepassing op de betaling en de invordering van civielrechtelijke geldvorderingen door dan wel bij debiteuren van de gemeente.

Artikel 3 Betalingsherinneringen

  • 1.

    Als binnen de betalingstermijn van 30 dagen geen betaling van de factuur volgt, wordt de debiteur binnen twee weken een eerste betalingsherinnering met een betalingstermijn van veertien dagen gestuurd. Volgt binnen deze termijn van veertien dagen nog geen betaling van de factuur, dan wordt de debiteur binnen twee weken een tweede betalingsherinnering met een betalingstermijn van acht dagen gestuurd.

  • 2.

    De tweede betalingsherinnering behelst een ingebrekestelling met de mededeling dat bij geen betaling van de factuur tot invordering wordt overgegaan.

  • 3.

    Artikel 4 Buitengerechtelijke en gerechtelijke invordering

  • 4.

    Als binnen de betalingstermijn, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, geen betaling van de factuur volgt, wordt de vordering in handen gesteld van een derde. Aan deze derde wordt opdracht gegeven om tot buitengerechtelijke invordering over te gaan.

  • 5.

    Als niet via buitengerechtelijke invordering betaling van de factuur volgt, wordt de derde opdracht gegeven om tot gerechtelijke invordering over te gaan.

  • 6.

    Voordat de opdracht, als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt gegeven, wordt een kosten-batenanalyse gemaakt.

Artikel 5 Wettelijke rente en invorderingskosten

  • 1.

    Op het moment dat de vordering in handen wordt gesteld van een derde, is de debiteur de wettelijke rente verschuldigd.

  • 2.

    De debiteur is de buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten verschuldigd, op het moment dat een derde deze kosten in rekening brengt c.q. de rechter de debiteur tot betaling ervan heeft veroordeeld.

Artikel 6 Betalingsregeling

  • 1.

    Met een debiteur kan op elk moment een betalingsregeling worden getroffen.

  • 2.

    Een betalingsregeling wordt altijd schriftelijk vastgelegd en kent een maximale duur van een jaar.

  • 3.

    Bij niet of niet-tijdige nakoming van de betalingsregeling door de debiteur, vervalt de betalingsregeling met onmiddellijke ingang en moet de debiteur het (restant-)bedrag in één keer betalen.

Artikel 7 Faillissement en schuldsanering

Bij faillissement dan wel schuldsanering van de debiteur wordt de vordering altijd ingediend bij de curator dan wel de bewindvoerder.

Artikel 8 Oninbaar verklaren geldvordering

Het college besluit, aan de hand van een jaarlijks op te stellen overzicht, over het oninbaar verklaren van een geldvordering.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel betaling en invordering civiele geldvorderingen 2012, gemeente Zwartewaterland.

Aldus besloten in de vergadering van 27 november 2012.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, De secretaris,

Ing. E.J. Bilder Mr. D. Leentjes

Ondertekening

Algemene toelichting

Het is zinvol om over de betaling door en invordering van civiele geldvorderingen bij debiteuren van de gemeente een beleidsregel op te stellen. Hiermee wordt het namelijk voor de buitenwacht duidelijke welke ‘spelregels’ het college (de gemeente) hierbij hanteert.

Op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende bevoegdheid. De bevoegdheid waar het hier om gaat is neergelegd in artikel 160, eerste lid, sub e. en f. van de Gemeentewet. In artikel 4:84 Awb is bepaald dat het bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregel handelt, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden (lees: de debiteur) gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit artikel schept aldus de mogelijkheid om bij bijzondere omstandigheden alsnog maatwerk te kunnen leveren. Dat is bij de betaling en invordering van civiele geldvorderingen niet onbelangrijk.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze beleidsregel gehanteerde begrippen omschreven.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit artikel bepaalt dat deze beleidsregel van toepassing is op de betaling van facturen door en de invordering van civielrechtelijke geldvorderingen bij debiteuren van de gemeente. Hiermee is aldus het toepassingsbereik afgebakend.

Artikel 3 Betalingsherinneringen

Een factuur moet betaald worden binnen 30 dagen is de hoofdregel. Op grond van dit artikel is het beleid zo dat een debiteur, als hij niet betaalt, in totaal twee betalingsherinneringen ontvangt. In het tweede lid is bepaald dat de tweede betalingsherinnering een ingebrekestelling behelst met de mededeling dat bij geen betaling van de factuur tot invordering wordt overgegaan.

Artikel 4 Buitengerechtelijke en gerechtelijke invordering

Bij blijvende niet-betaling van de factuur, wordt de vordering in handen gesteld van een derde met de opdracht om tot buitengerechtelijke invordering over te gaan. Volgt er via deze weg geen betaling van de factuur, dan wordt de derde opdracht gegeven om tot gerechtelijke invordering over te gaan. Op grond van het derde lid, wordt echter, voordat de opdrachten tot buiten- dan wel gerechtelijke invordering wordt gegeven, een kosten-batenanalyse gemaakt.

Artikel 5 Wettelijke rente en invorderingskosten

Op het moment dat de vordering in handen wordt gesteld van een derde, is de debiteur de wettelijke rente verschuldigd. De debiteur is de buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten verschuldigd, op het moment dat een derde deze kosten in rekening brengt c.q. de rechter de debiteur tot betaling ervan heeft veroordeeld.

Artikel 6 Betalingsregeling

Met een debiteur kan op elk moment een betalingsregeling worden getroffen. Een betalingsregeling wordt, mede vanwege het dienen als bewijsmiddel, altijd schriftelijk vastgelegd en kent een maximale duur van een jaar. De sanctie op het niet of niet tijdig nakomen van de betalingsregeling, is neergelegd in het derde lid.

Artikel 7 Faillissement en schuldsanering

Bij faillissement dan wel schuldsanering van de debiteur wordt de vordering altijd ingediend bij de curator dan wel de bewindvoerder. In negen van de tien gevallen zal er geen uitbetaling volgen, maar daarmee staat de vordering wel ter beoordeling aan de curator dan wel de bewindvoerder. Dit heeft tevens een signaalwerking.

Artikel 8 Oninbaar verklaren geldvordering

Op grond van dit artikel besluit het college, aan de hand van een jaarlijks op te stellen overzicht, over het oninbaar verklaren van geldvorderingen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 10 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.