Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening artikel 212 Gemeentewet

Geldend van 10-01-2008 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Intitulé

Verordening artikel 212 Gemeentewet

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    dienst: organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie.

  • b.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Zwijndrecht en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programmabegroting

De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma’s en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma’s.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt per programma het bruto investeringsvolume weergegeven.

  • 3.

    In de jaarrekening wordt per programma inzicht verstrekt in het totaal geautoriseerde investeringsvolume per programma. Daarbij wordt op productniveau inzicht gegeven in de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten, en de actuele raming van de totale uitgaven en het naar het volgende boekjaar over te brengen restantkrediet.

  • 4.

    Bij zowel de begroting, als de rekening wordt inzicht gegeven in de stand van het weerstandsvermogen en wordt gerapporteerd over het risicomanagement.

Artikel 4 Autorisatie begroting en investeringen

De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting:

  • a.

    de totale lasten en de totale baten per programma;

  • b.

    het overzicht algemene dekkingsmiddelen;

  • c.

    het bruto investeringsvolume per programma.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2.

    De tussenrapportage bevat een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      de baten en lasten per programma;

    • b.

      het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      het resultaat vóór bestemming volgend uit de onderdelen a en b;

    • d.

      de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves;

    • e.

      het resultaat ná bestemming, volgend uit de onderdelen c en d;

    • f.

      het bruto investeringsvolume per programma.

  • 3.

    Naast een overzicht van bijgestelde ramingen geven de tussentijdse rapportages bovendien inzicht in:

    a. de vrij besteedbare ruimte voor de raad;

    b. de stand van de post voor onvoorziene uitgaven;

    c. de ontwikkeling van de risicopositie.

  • 4.

    In de tussenrapportage worden afwijkingen op de actuele ramingen van de baten en lasten per programma in de begroting groter dan € 25.000, alsmede afwijkingen die om politieke redenen van belang zijn, toegelicht.

Artikel 6 Uitvoering begroting

  • 1.

    Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2.

    Het college is bevoegd per programma incidentele overschrijdingen van de geautoriseerde lasten en incidentele onderschrijdingen van de geautoriseerde baten te dekken uit de post voor onvoorziene uitgaven van dat programma. Beschikkingen over de post voor onvoorziene uitgaven worden in de eerstvolgende tussenrapportage aan de raad gemeld.

  • 3.

    Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget per programma of het investe­rings­volume per programma (dreigt te) worden overschreden (en dit kan voor het budget per programma niet worden opgelost door te beschikken over de post voor onvoorziene uitgaven), meldt het college dit in de eerstvolgende tussenrapportage aan de raad. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget per programma of het investeringsvolume per programma of een voorstel voor bijstelling van het beleid. Vooruitlopend op de melding in de eerstvolgende tussenrapportage, meldt het college een (dreigende) overschrijding van het geautoriseerde budget per programma per brief aan de raad, voorzover deze overschrijding groter is dan € 25.000.

Hoofdstuk 3 Financiële positie

Artikel 7 Reserves en voorzieningen

Het college biedt de raad periodiek een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt:

  • a.

    de vorming en besteding van reserves;

  • b.

    de vorming en besteding van voorzieningen;

  • c.

    de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen.

Artikel 8 Waardering & afschrijving vaste activa

Het college biedt de raad periodiek een (bijgestelde) nota waardering en afschrijving aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt:

  • a.

    de waardering van vaste activa;

  • b.

    afschrijvingen (onder meer afschrijvingstermijnen, afschrijvingsmethoden en al dan niet toestaan van extra afschrijvingen).

Artikel 9 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten ook de overheadkosten betrokken.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3.

    Aan de activa wordt rente toegerekend. Het voor- of nadelige renteverschil wordt ten gunste/ten laste van het exploitatieresultaat gebracht. Voorzover geldleningen aan derden zijn geactiveerd, wordt hiervoor het rentepercentage van de betreffende geldlening gehanteerd.

Artikel 10 Vaststelling hoogte gemeentelijke heffingen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke belastingen, retributies en niet-marktconforme prijzen.

Artikel 11 Financieringsfunctie

Het college biedt de raad periodiek een Treasurystatuut ter kennisname aan. In dit statuut worden de kaders voor het uitoefenen van de financieringsfunctie vastgelegd.

Het statuut bevat:

  • a.

    waarborgen voor de financiële continuïteit van de gemeente op korte en lange termijn;

  • b.

    bepalingen omtrent de inrichting van het treasuryproces die zorgen voor duidelijkheid en transparantie op de elementen sturing, uitvoering, verantwoording en toezicht houden.

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle

Artikel 12 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, enzovoort;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 13 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 14 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 15 Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2007.De stukken voor dit begrotingsjaar en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in de plaats van de ‘Financiële verordening gemeente Zwijndrecht’ vastgesteld door de raad op 30 oktober 2003.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Financiële verordening gemeente Zwijndrecht”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 18 december 2007.
 
De griffier,                        De voorzitter,