Regeling vervallen per 12-05-2016

Nadere regels beschermd wonen en opvang gemeente Zwijndrecht 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 11-05-2016

Intitulé

Nadere regels beschermd wonen en opvang gemeente Zwijndrecht 2016

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Zwijndrecht

gezien het voorstel d.d. 5 januari 2016 inzake Nadere regels beschermd wonen en opvang gemeente Zwijndrecht;

gelet op de artikelen 2.10 lid 5, 2.12 lid 2 en 2.13 van de Verordening beschermd wonen en opvang gemeente Zwijndrecht 2015;

B E S L U I T :

vast te stellen

Nadere regels beschermd wonen en opvang gemeente Zwijndrecht 2016

Hoofdstuk 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze nadere regels wordt onder ‘verordening’ verstaan: de verordening beschermd wonen en opvang gemeente Zwijndrecht.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, de Algemene wet bestuursrecht en de verordening.

Hoofdstuk 2 Verantwoording pgb

Artikel 2.1 Controle en verantwoording PGB

  • 1.

    Iedere cliënt legt verantwoording af over (de besteding van) het persoonsgebonden budget.

  • 2.

    De cliënt voert een deugdelijke administratie in verband met de verantwoording.

  • 3.

    De controle van de door de cliënt aan het college afgelegde verantwoording van het persoonsgebonden budget vindt steekproefsgewijs plaats.

Hoofdstuk 3 Beschermd wonen

Artikel 3.1 Criteria

De cliënt kan in aanmerking komen voor beschermd wonen, indien hij, onverminderd de in de wet en de verordening genoemde criteria, voldoet aan alle volgende criteria:

  • a.

    Er is noodzaak tot verblijf in een veilige/beschermde omgeving in een accommodatie van een instelling, als onderdeel van de ondersteuningsbehoefte, met intensieve begeleiding en met het daarbij behorende toezicht.

  • b.

    De cliënt kan onvoldoende beroep doen op het sociale netwerk.

  • c.

    Er is geen inzet van ambulante begeleiding in de thuissituatie.

  • d.

    Er is geen sprake (meer) van klinische behandeling op grond van de Zorgverzekeringswet.

Artikel 3.2 Persoonsgebonden budget

  • 1.

    Het aanbod beschermd wonen is te verdelen in drie categorieën:

    • a.

      Beschermd wonen 1

    • b.

      Beschermd wonen 2

    • c.

      Beschermd wonen 3

  • 2.

    Het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen bedraagt per jaar maximaal:

    • a.

      Beschermd Wonen 1: € 31.772,09.

    • b.

      Beschermd Wonen 2: € 39.366,12.

    • c.

      Beschermd Wonen 3: € 50.929,39.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid bedraagt een persoonsgebonden budget voor beschermd wonen bij het betrekken van beschermd wonen bij een persoon die behoort tot het sociale netwerk per jaar maximaal:

    • a.

      Beschermd Wonen 1: € 21.613,67

    • b.

      Beschermd Wonen 2: € 26.779,68.

    • c.

      Beschermd Wonen 3: € 34.645,

Hoofdstuk 4 OPVANG

Artikel 4.1 Criteria 24-uursopvang

  • 1.

    De cliënt komt in aanmerking voor 24-uursopvang, indien hij, onverminderd de in de wet en de verordening genoemde criteria, voldoet aan alle volgende criteria:

    • a.

      Er is een noodzaak tot verblijf in een veilige omgeving, als onderdeel van de ondersteuningsbehoefte, met intensieve begeleiding.

    • b.

      Er is sprake van (dreigende) uithuiszetting, dakloosheid en/of thuisloosheid.

    • c.

      De cliënt kan onvoldoende beroep doen op het sociale netwerk.

    • d.

      Er is sprake van ernstige problemen op minimaal drie van de leefgebieden van de zelfredzaamheidsmatrix.

    • e.

      De cliënt verschaft inzicht in zijn financiële situatie (incl. schulden) en werkt mee aan het financieel beheer en oplossen van zijn financiële problematiek.

    • f.

      De cliënt werkt actief mee aan een hulpverleningstraject.

    • g.

      De cliënt heeft een dagbesteding of zet zich in om minimaal voor 20 uur een zinvolle dagbesteding te hebben.

  • 2.

    De cliënt komt maximaal 1 jaar in aanmerking voor 24-uursopvang.

Artikel 4.2 Persoonsgebonden budget opvang

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget voor opvang bedraagt per jaar maximaal € 35.439,50.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt een persoonsgebonden budget voor opvang bij het betrekken van opvang bij een persoon die behoort tot het sociale netwerk per jaar maximaal € 24.108,50.

Hoofdstuk 5 BIJDRAGE in de kosten

Artikel 5.1 Bijdrage

  • 1.

    De cliënt is een bijdrage verschuldigd voor beschermd wonen en 24-uursopvang.

  • 2.

    De bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld op het toegestane maximumbedrag in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, met dien verstande dat de bijdrage niet meer bedraagt dan de kostprijs.

  • 3.

    De eigen bijdrage voor 24-uursopvang wordt vastgesteld en geïnd door de instelling waar de cliënt verblijft. 

Artikel 5.2 Algemene voorzieningen

  • 1.

    De cliënt is een bijdrage verschuldigd voor crisisopvang.

  • 2.

    De bijdrage voor crisisopvang wordt vastgesteld op het toegestane maximumbedrag in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, met dien verstande dat de bijdrage niet meer bedraagt dan de kostprijs.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1 Overgangsrecht 

Het besluit beschermd wonen en opvang gemeente Zwijndrecht 2015 wordt ingetrokken met de inwerkingtreding van deze nadere regels, met dien verstande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van een op grond daarvan genomen besluit totdat het college, onder intrekking van dit besluit, een nieuw besluit op grond van deze nadere regels heeft genomen.

Artikel 6.2 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van 1 januari 2016.

Artikel 6.3 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels beschermd wonen en opvang gemeente Zwijndrecht 2016.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 5 januari 2016,
Het college van Burgemeester en Wethouders
de secretaris de burgemeester