Regeling vervallen per 20-05-2017

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2001

Geldend van 19-05-2011 t/m 19-05-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2011

Intitulé

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2001

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de leden van de raad : de leden van de raad, die geen lid zijn van het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    commissie :een door de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester ingestelde commissie, genoemd in de bij deze verordening behorende lijst;

  • c.

    A.M.v.B.: het Koninklijk Besluit van 10 november 1993, Staatsblad 611 tot uitvoering van de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet.

Artikel 2

  • 1.

    De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten gelijk aan de bedragen, vermeld in de bij de A.M.v.B. behorende tabel I, zoals die bedragen telken jare door de minister van Binnenlandse Zaken zijn of worden vastgesteld voor de klasse, waartoe de gemeente Zwijndrecht behoort.

  • 2.

    Hij/zij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten, als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij/zij het lidmaatschap van de raad heeft bekleed.

Artikel 3

Bij overgang van de gemeente naar een lagere klasse, vermeld in de bij de A.M.v.B. behorende tabel I, in verband met een vermindering van het aantal inwoners, behouden de zittende leden tot hun aftreden de geldende vergoeding en tegemoetkoming.

Artikel 4

  • 1. De leden van een commissie, die geen raadslid of burgerraadslid zijn, ontvangen per bijgewoonde vergadering een vergoeding, zoals vermeld in de bij de AMvB behorende tabel II, zoals dat bedrag ieder jaar door de Minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld voor de klasse waartoe de gemeente behoort;

  • 2. Burgerraadsleden ontvangen een vergoeding voor bijgewoonde vergaderingen op basis van drie vergaderingen per maand, gedurende twaalf maanden per jaar; de hoogte van deze vergoeding is vermeld in de bij de AMvB behorende tabel II, zoals dat bedrag ieder jaar door de Minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld voor de klasse waartoe de gemeente behoort.

  • 3. De gemeentelijke commissies worden ingedeeld in één van de volgende categorieën:

    Categorie A: Het door éénpersoonsfracties in de gemeenteraad aangewezen burgerraadslid; commissies, waaraan met het oog op het behartigen van bepaalde gemeentelijke belangen, bevoegdheden van de raad c.q. het college van burgemeester en wethouders zijn overgedragen. De burgerraadsleden en de leden van de commissie ontvangen 100% van het overeenkomstig het eerste lid berekende presentiegeld.

    Categorie B: Commissies, welke zijn ingesteld om gemeentelijke bestuursorganen te adviseren over bepaalde beleidsterreinen, zonder dat daarbij sprake is van belangenbehartiging vanuit een belangengroepering. De leden van deze commissie ontvangen 75% van het overeenkomstig het eerste lid berekende presentiegeld met een maximum van een nader door het college van burgemeester en wethouders te bepalen aantal vergoedingen per jaar.

    Categorie C: Commissies, waaraan een bepaalde beheersopdracht is verstrekt in relatie met een zekere behartiging van eigen belangen. De leden van deze commissie ontvangen 50% van het overeenkomstig het eerste lid berekende presentiegeld met een maximum van een nader door het college van burgemeester en wethouders te bepalen aantal vergaderingen per jaar.

    Categorie D: Commissies, welke in hun rol van vaste gesprekspartners van de gemeente Zwijndrecht optreden als vertegenwoordigers van belang hebbenden c.q. belangstellenden op een bepaald terrein van gemeentelijke zorg.

    De leden van deze commissies ontvangen geen presentiegeld, zoals omschreven in het eerste lid, maar indien nodig kan aan ieder van deze commissies afzonderlijk een vergoeding voor secretariaatskosten en vergaderaccommodatie worden toegekend door het college van burgemeester en wethouders.

  • 4. Indeling van een commissie in één van de in lid 2 genoemde categorieën vindt plaats bij besluit van het college van burgemeester en wethouders; de raad wordt van besluiten van dit college in het kader van deze verordening in kennisgesteld.

Artikel 5

De leden van de raad en de leden van een commissie, zoals bedoeld in de artikelen 2 en 4 van deze verordening, ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur of een gemeentelijke commissie, welke wordt vastgesteld overeenkomstig de regels voor de vergoeding, die een ambtenaar van de gemeente Zwijndrecht voor dienstreizen ontvangt.

Artikel 6

  • 1. Omdat geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking wordt gesteld, verleent het college een (burger)raadslid op aanvraag, voor de uitoefening van het (burger)raadslidmaatschap, voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% per jaar van de aanschafwaarde voor

    • a.

      aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

    Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van een nader door de raad vast te stellen aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software. Voor de raadsperiode 2010-2014 bedraagt dit maximaal € 1800,00.

  • 2. Op aanvraag vergoedt het college het (burger)raadslid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste lid genoemde computerapparatuur. Aan deze vergoeding kan door de raad een maximum worden verbonden.

Artikel 7

In geval van overlijden van het raadslid wordt aan de weduwe of weduwnaar van wie het overleden raadslid niet duurzaam gescheiden leefde een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de vergoeding voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, 1e lid, van deze verordening, welke het raadslid laatstelijk genoot over een tijdvak van 3 maanden.

Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar van wie het overleden raadslid niet duurzaam gescheiden leefde nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen, of minderjarige kinderen waarvoor de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van de vergoeding van het raadslid.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder weduwe of weduwnaar mede verstaan de nabestaande levenspartner met wie het overleden niet-getrouwde raadslid samenwoonde en – met het oogmerk duurzaam samen te leven – een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract bevattende wederzijdse rechten en verplichtingen ter zake van die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding. Tegelijkertijd kan slechts één persoon als levenspartner worden aangemerkt.

Het gemeentebestuur kan verlangen dat een schriftelijke verklaring van een notaris wordt overgelegd waaruit blijkt dat een samenlevingscontract als bedoeld in de eerste volzin is gesloten.

Artikel 8

Aan het raadslid dat wegens invaliditeit ophoudt het raadslidmaatschap uit te oefenen wordt, indien dit niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid is te wijten, een uitkering verleend ter vergoeding van gederfde inkomsten voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, 1e lid, van deze verordening. De uitkering eindigt met ingang van de maand, waarin het voormalige raadslid de leeftijd van 65 jaar bereikt. De uitkering bedraagt 70% van de in de eerste volzin bedoelde inkomsten.

Ten behoeve van de uitkering als bedoeld in het eerste lid sluit de gemeente een invaliditeitsverzekering af volgens de bijgaande polis. De kosten van deze verzekering komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 9

Een lid van de raad, dat geen andere inkomstenbron heeft of een inkomstenbron heeft waaraan geen (vergoeding voor een) ziektekostenverzekering is verbonden, ontvangt ter zake van ziektekosten ten laste van de gemeente een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering.

Deze tegemoetkoming is gelijk aan het werkgeverspercentage IZA, berekend over de vergoeding voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, 1e lid, van deze verordening.

Artikel 10

Indien een lid van de raad een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor werkzaamheden die dit lid van de raad ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.Indien een lid van de raad een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, 4e lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor werkzaamheden die dit lid van de raad ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 11

Aan het raadslid worden de gemaakte kosten vergoed van de als gevolg van het uitoefenen van het raadslidmaatschap noodzakelijk opvang van tot het huishouden behorende kinderen tot een leeftijd van 12 jaar.

Artikel 12

Ter zake van vergoeding van aan een raadslid als gevolg van de uitoefening van deze functie toegebrachte materiële en immateriële schade wordt door de gemeente een zgn. politiek-molestverzekering gesloten. De premie voor deze verzekering komt voor rekening van de gemeente.

Artikel 13

De in deze verordening bedoelde vergoedingen worden zo mogelijk maandelijks aan de rechthebbende uitbetaald, zulks met uitzondering van de presentiegelden, welke per jaar of per half jaar worden uitgekeerd.

Artikel 14

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ˝Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2001˝.

  • 2.

    Zij treedt in werking op 1 januari 2002 en werkt terug tot 1 januari 2001.

  • 3.

    De op 30 januari 1997 vastgestelde ˝Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden van de gemeente Zwijndrecht˝ is met ingang van 1 januari 2001 ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad van de gemeente Zwijndrecht in zijn openbare vergadering van 29 november 2001.
voorzitter, secretaris,

Bijlage

BIJLAGE BIJ DE ˝VERORDENING GELDELIJKE VOORZIENINGEN

RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2001˝

Ingevolge het gestelde in artikel 4 van de ˝Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2001˝ worden de ingestelde gemeentelijke commissies als volgt in de categorieën ingedeeld met ingang van 1 juni 2003.

Categorie A:

Sub 1) Het door éénpersoonsfracties in de gemeenteraad aangewezen burgerraadslid.

Sub 2) Commissies, waaraan met het oog op het behartigen van bepaalde belangen, Bevoegdheden van de raad c.q. het college van burgemeester en wethouders zijn overgedragen;

  • A.

    Bestuurscommissie openbaar basisonderwijs gemeente Zwijndrecht

  • B.

    Dorpsraad Heerjansdam.

Sub 3) Commissies, welke zijn ingesteld om gemeentelijke bestuursorganen te adviseren over bezwaar- en beroepschriften (leden, geen voorzitter zijnde).

Categorie B:

Commissies, welke zijn ingesteld om gemeentelijke bestuursorganen te adviseren over

bepaalde beleidsterreinen, zonder dat daarbij sprake is van belangenbehartiging vanuit een

belangengroepering:

  • A.

    Vrouwenadviescommissie

  • B.

    Ondernemingsraad

Categorie C:

Sub 1) Commissies, waaraan een bepaalde beheersopdracht is verstrekt in relatie met een Zekere behartiging van eigen belangen.

  • A.

    Beheerscommissie Nederhoven, waarvoor een vergaderfrequentie van 3x per jaar als voldoende wordt beschouwd voor het op juiste wijze uitvoeren van de werkzaamheden.

Sub 2) Commissies, welke zijn ingesteld om gemeentelijke bestuursorganen te adviseren Over bezwaar- en beroepschriften (voorzitters).

Categorie D:

Commissies, welke in hun rol van vaste gesprekspartners van de gemeente Zwijndrecht optreden als vertegenwoordigers van belanghebbenden c.q. belangstellenden op een bepaald terrein van gemeentelijke zorg:

  • A.

    Alle niet onder de categorieën A tot en met C vallende gemeentelijke commissies, alsmede de platforms op het welzijnsgebied.

Zwijndrecht, 29 april 2003.

Burgemeester en wethouders van Zwijndrecht.

De secretaris, De burgemeester,