Regeling vervallen per 03-12-2015

het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand, de werkzaamheden en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand.

Geldend van 14-01-2011 t/m 02-12-2015

Intitulé

Reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand, de werkzaamheden en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zwijndrecht;

gelet op het bepaalde in artikel 16, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 1 tot en met 5 van het Besluit burgerlijke stand 1994;

besluiten vast te stellen:

het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand, de werkzaamheden en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand.

Artikel 1 Begripsbepaling

Het reglement verstaat onder:

  • a.

    de wet : Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

  • b.

    het besluit : Besluit burgerlijke stand 1994;

  • c.

    ambtenaar burgerlijke stand : een ambtenaar werkzaam bij de dienst Publiek van de gemeente Zwijndrecht als zodanig benoemd door het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    buitengewoon ambtenaar : een ambtenaar in dienst van de gemeente Zwijndrecht, van een burgerlijke stand andere gemeente, of een persoon die geen ambtenaar in gemeentelijke dienst is, als zodanig benoemd door het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    gemeentehuis: alle huizen welke bij raadsbesluit of collegebesluit als zodanig zijn aangewezen.

Artikel 2 (Buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand

  • 1.

    Het college kan tot ambtenaar van de burgerlijke stand benoemen:

    a. de burgemeester van de gemeente Zwijndrecht;

    b. ambtenaren werkzaam bij de dienst Publiek van de gemeente Zwijndrecht;

  • 2.

    Het minimum aantal ambtenaren van de burgerlijke stand is twee.

  • 3.

    Het college kan tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand benoemen:

    a. de leden van de gemeenteraad van de gemeente Zwijndrecht;

    b. de wethouders van de gemeente Zwijndrecht;

    c. overige personen.

  • 4.

    Het minimum aantal buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand is acht.

Artikel 3 Leiding van de burgerlijke stand

Het hoofd van de dienst Publiek, tevens ambtenaar van de burgerlijke stand, is belast met de leiding van het bureau van de burgerlijke stand.

Artikel 4 Benoeming en termijn

  • 1.

    De benoeming van de ambtenaren van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand door het college van burgemeester en wethouders geschiedt voor een bepaalde periode, te weten:

    • a.

      voor leden van de gemeenteraad van de gemeente Zwijndrecht, voor de periode die zij aaneengesloten deel uitmaken van deze raad;

    • b.

      voor wethouders van de gemeente Zwijndrecht, voor de periode die zij aaneengesloten wethouder zijn van de gemeente Zwijndrecht;

    • c.

      voor de burgemeester van de gemeente Zwijndrecht voor de periode die hij als zodanig is benoemd;

    • d.

      voor ambtenaren in dienst van de gemeente, voor de periode dat ze in dienst van de gemeente zijn;

    • e.

      voor overige personen voor telkens een periode van maximaal 5 jaar.

  • 2.

    Een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand kan voor één dag worden benoemd.

  • 3.

    Voor zover op het moment van inwerkingtreding van dit reglement een andere benoemingsperiode geldt, zal deze periode door dit reglement niet worden gewijzigd.

Artikel 5 Bezoldiging

De bezoldiging is opgenomen in de Rechtspositieregeling voor de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Zwijndrecht.

Artikel 6 Locatie

  • 1.

    De (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand verricht zijn wettelijke taken in het gemeentehuis.

  • 2.

    Hij kan, voor zover daartoe gewichtige redenen bestaan, elders binnen de gemeente zijn wettelijke taken verrichten.

Artikel 7 Voorwaarden tot aanwijzing van een locatie als gemeentehuis

  • 1.

    Een verzoek om aanwijzing van een locatie als gemeentehuis kan schriftelijk worden gedaan aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Om als gemeentehuis te kunnen worden aangewezen voor het voltrekken van huwelijken, de registratie van partnerschappen, het omzetten van een huwelijk en het omzetten van een geregistreerd partnerschap zijn separaat nadere regels in “Regelgeving voor huwelijkslocaties” van 2006 opgesteld.

  • 3.

    Het maximaal aantal personen, die bij een ceremonie aanwezig mag zijn, wordt per locatie bepaald in het kader van de brandveiligheid.

Artikel 8 Openstelling

  • 1.

    Het bureau van de burgerlijke stand is voor het publiek geopend:

    • a.

      voor het voltrekken van een huwelijk, het registreren van een partnerschap, het omzetten van een huwelijk (met een ceremonie) en het omzetten van een partnerschap (met een ceremonie) op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot en met 16.00 uur en op zaterdag van 11.00 uur tot en met 14.00 uur.

    • b.

      voor kosteloze ceremonies gelden de bepalingen van artikel 10.

    • c.

      voor overige werkzaamheden op maandag tot en met zaterdag tijdens de uren dat de dienst Publiek is geopend voor het publiek.

  • 2.

    Het bureau is gesloten indien de in lid 1 vastgestelde openstelling samenvalt met algemeen erkende of daarmee gelijk gestelde feestdagen in de zin van artikel 3 van de Algemene Termijnenwet. Op de dagen die krachtens een besluit van burgemeester en wethouders als roostervrije dagen zijn aangegeven kan het bureau van de burgerlijke stand worden geopend op door de leiding van de burgerlijke stand te bepalen uren. Bekendmaking van deze openingstijden geschiedt door middel van gebruikmaking van de reguliere kanalen.

  • 3.

    Het bureau van de burgerlijke stand kan op verzoek van een belanghebbende worden geopend op de dagen en tijdstippen dat het bureau gesloten is, mits kan worden aangetoond dat met de te verrichten werkzaamheden niet kan worden gewacht tot de eerstvolgende openstelling. Dit verzoek dient te worden gedaan aan de leiding van de burgerlijke stand.

  • 4.

    In bijzondere gevallen kan de leiding van de burgerlijke stand besluiten tot afwijking van de in het eerste lid aangegeven uren.

Artikel 9 Huwelijk, geregistreerd partnerschap, omzetting huwelijk en omzetting partnerschap

  • 1.

    Een datum voor het voltrekken van een huwelijk, het registreren van een partnerschap, het omzetten van een huwelijk (met een ceremonie) of het omzetten van een partnerschap (met een ceremonie) kan maximaal 1 jaar voor de gewenste datum worden afgesproken.

  • 2.

    Voor de in het eerste lid genoemde ceremonies gelden vaste tijdstippen, te weten 09.30 uur, 10.30 uur, 11.30 uur, 13.00 uur, 14.00 uur, 15.00 uur en 16.00 uur. Het tijdstip van 09.30 uur kan op verzoek worden vervroegd naar 09.00 uur. Op zaterdag gelden de tijden 11.00 uur, 12.00 uur en 13.00 uur.

  • 3.

    Voor de in het eerste lid genoemde ceremonies geldt dat per tijdstip 1 ceremonie wordt vastgelegd.

  • 4.

    De leiding van de burgerlijke stand kan op verzoek van het bepaalde in het tweede en derde lid afwijken.

  • 5.

    Het betrokken paar heeft de mogelijkheid te kiezen uit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand om de ceremonie te leiden.

  • 6.

    Het gezelschap dient de aanwijzingen van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand en de bode op te volgen.

Artikel 10 Kosteloze huwelijksvoltrekking, registratie van een partnerschap, omzetting huwelijk en omzetting partnerschap

  • 1.

    Een datum voor het voltrekken van een kosteloos huwelijk, het registreren van een kosteloos partnerschap, het kosteloos omzetten van een huwelijk of het kosteloos omzetten van een partnerschap kan maximaal 1 jaar voor de gewenste datum worden afgesproken.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 9 vindt de kosteloze huwelijksvoltrekking en kosteloze registratie van een partnerschap plaats op maandag om 09.00 uur en om 09.15 uur in het gemeentehuis met inachtneming van de bepalingen van artikel 8.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 9 geldt voor de in het eerste lid genoemde omzettingen dat een afspraak dient te worden gemaakt met de ambtenaar van de burgerlijke stand met inachtneming van de bepalingen van artikel 8.

  • 4.

    Voor de in het eerste lid genoemde ceremonies geldt dat per tijdstip 1 ceremonie wordt vastgelegd.

  • 5.

    De leiding van de burgerlijke stand bepaalt welke ambtenaar de ceremonie zal leiden en waar in het gemeentehuis de ceremonie plaatsvindt.

  • 6.

    Het gezelschap dient de aanwijzingen van de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand op te volgen.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement Burgerlijke Stand.

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking op de eerstvolgende dag nadat dit reglement bekend is gemaakt, met gelijktijdige intrekking van het Reglement Burgerlijke Stand van 20 mei 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van
burgemeester en wethouders
op 14 december 2010
 
De loco-secretaris,                          De voorzitter,
H. van Beelen                                 A.S. Scholten

Nota-toelichting

Toelichting op het Reglement Burgerlijke Stand van de gemeente Zwijndrecht.

 

Algemeen:

De benoeming, schorsing en ontslag van ambtenaren van de burgerlijke stand en buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand is ingevolge de Wet van 14 oktober 1993 (Stb. 1993, 555) met ingang van 1 januari 1995 in handen gelegd van burgemeester en wethouders. Tevens is het college van burgemeester en wethouders het aangewezen orgaan dat regelend optreedt ten aanzien van het bureau en de ambtenaren van de burgerlijke stand. Verder is in de wet bepaald dat door het college een Reglement burgerlijke stand dient te worden vastgesteld. Het in de gemeente Zwijndrecht geldende Reglement burgerlijke stand dateert van 22 oktober 2003.

 

Er zijn verschillende redenen waarom het Reglement burgerlijke stand wordt gewijzigd:

  • 1.

    Er is in het huidige reglement geen plaats geboden voor bepalingen omtrent het geregistreerd partnerschap, de omzetting van een huwelijk of de omzetting van een partnerschap;

  • 2.

    De terminologie is aangepast aan de huidige organisatie;

  • 3.

    Er is meer nadrukkelijk vastgelegd onder welke voorwaarden een (kosteloze) ceremonie plaats dient te vinden;

  • 4.

    Er is meer nadrukkelijk vastgelegd welke voorwaarden van benoeming gelden voor de verschillende (buitengewoon) ambtenaren van de burgerlijke stand;

  • 5.

    Er is een verdergaand mandaat geregeld met betrekking tot uitvoerende en organisatorische beslissingen van het college van burgemeester en wethouders aan het hoofd van de dienst Publiek.

 

Artikelsgewijs:

 

Artikel 1:

  • 1.

    De ambtenaar van de burgerlijke stand moet in dienst zijn van de dienst Publiek van de gemeente Zwijndrecht.

  • 2.

    De werkzaamheden van de ambtenaar van de burgerlijke stand zijn vastgelegd in artikel 16a, lid 1 van de wet.

  • 3.

    De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand hoeft niet in dienst te zijn van de gemeente Zwijndrecht.

  • 4.

    De werkzaamheden van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand zijn vastgelegd in artikel 16a, lid 2 van de wet.

 

Artikel 2:

  • 1.

    In lid 1 onder a is de benoeming van de burgemeester tot abs geregeld. Deze benoeming is optioneel en is met name gericht op bijzondere, representatieve en noodsituaties, zulks ter beoordeling van de burgemeester. Met noodsituaties wordt bijvoorbeeld bedoeld: rampen, oorlogsgevaar of andere bijzonder omstandigheden. De specifieke functie van burgemeester brengt met zich mee dat alsdan een dergelijke benoeming praktische voordelen kan hebben.

  • 2.

    In lid 1 onder b is de benoeming van de ambtenaren in dienst van de gemeente geregeld. In principe worden alleen de ambtenaren van het team Publiekscontacten, dienst Publiek tot ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd in verband met de eisen van vakbekwaamheid, deskundigheid en ervaring. Hiervan kan in onvoorziene gevallen echter van worden afgeweken, indien daartoe noodzaak bestaat, zulks ter beoordeling van het college of de leiding van de burgerlijke stand.

  • 3.

    De wet bepaalt dat het minimum aantal ambtenaren twee is om de continuïteit te waarborgen. In de praktijk worden alle ambtenaren, genoemd in lid 1 onder b benoemd tot abs.

  • 4.

    Er bestaat geen wettelijk minimum voor het aantal buitengewoon ambtenaren. Om het betrokken paar de mogelijkheid te geven een keuze te maken voor een ambtenaar die het beste past bij de ceremonie dat het paar in gedachten heeft, is gekozen voor een minimum van 8 ambtenaren. Er is geen maximum.

 

Artikel 3:

  • 1.

    Het hoofd van de dienst Publiek is belast met de leiding van de burgerlijke stand. Hij draagt derhalve de verantwoordelijkheid voor de verdeling van de werkzaamheden voor zowel de ambtenaren als buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand.

  • 2.

    Bij de burgerlijke stand doet zich het fenomeen voor, dat iedere (buitengewoon) ambtenaar zelf inhoudelijk verantwoordelijk is voor de akte die bij opmaakt. Wat dit betreft, staat hij niet in hiërarchische positie ten opzichte van zijn werkgever en dus ook niet tot het hoofd van de dienst Publiek.

 

Artikel 4:

  • 1.

    Op grond van artikel 16, lid 2 van de wet kan een (buitengewoon) ambtenaar voor een bepaalde periode worden benoemd. Het college benoemt en ontslaat een (buitengewoon) ambtenaar.

  • 2.

    In het Reglement burgerlijke stand van 2003 is geen individueel vast te stellen periode van benoeming mogelijk gesteld. In de praktijk echter werd een periode van 5 jaar gebruikt. In dit nieuwe reglement wordt afstand genomen van deze bepalingen en handelswijze. Voor iedere specifieke (buitengewoon) ambtenaar geldt nu een bepaalde periode, waarmee de actualiteit van beschikbare ambtenaren automatisch op peil wordt gehouden en er nooit separaat een verzoek om ontslag als (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand bij het college behoeft te worden ingediend.

  • 3.

    Nieuw is de in lid 2 opgenomen bepaling dat een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag kan worden benoemd. Restrictie bij deze benoeming is dat deze persoon reeds (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand moet zijn in een andere gemeente in Nederland. Met deze restrictie wordt de zware beëdigingprocedure bij de rechtbank voorkomen.

  • 4.

    voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag gelden de volgende voorwaarden:

    -      de volgende documenten moeten aangeleverd worden: een kopie van het legitimatiebewijs, een kopie van de huidige benoeming, een kopie van het proces verbaal van beëdiging bij de rechtbank;

    -      de bovengenoemde documenten moeten uiterlijk 2 maanden voordat de ceremonie plaatsvindt worden ingediend bij het bureau van de burgerlijke stand van de gemeente Zwijndrecht.

  • 5.

    Met het derde lid wordt rekening gehouden met lopende periodes van benoeming van (buitengewoon) ambtenaren van de burgerlijke stand.

     

Artikel 5:

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand ontvangt, afhankelijk van hetgeen vermeld in het benoemingsbesluit, al dan niet een vergoeding per voltrokken huwelijk, geregistreerd partnerschap, het omzetten van een huwelijk of het omzetten van een geregistreerd partnerschap.

  • 2.

    Voor kosteloze ceremonies, bedoeld in artikel 10 van het Reglement wordt in ieder geval geen vergoeding verstrekt.

  • 3.

    Deze bezoldiging is opgenomen in de Rechtspositieregeling voor de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Zwijndrecht.

 

Artikelen 6 en 7:

  • 1.

    In dit artikel wordt bepaald waar de (buitengewoon) ambtenaar zijn werkzaamheden moet verrichten, namelijk op het gemeentehuis.

  • 2.

    Op dit moment zijn er 2 vaste locaties als gemeentehuis aangewezen, te weten het gemeentehuis Zwijndrecht en de Kijfhoekkerk.

  • 3.

    Er bestaat de mogelijkheid voor het betrokken paar om zelf een locatie te kiezen, welke aan de voorwaarden dient te voldoen. Hiervoor zijn separaat regels opgesteld in “Regelgeving voor huwelijkslocaties” van 2006.

  • 4.

    Om slagvaardig te kunnen optreden is het aanwijzen van een locatie gemandateerd aan het hoofd van de dienst Publiek.

 

Artikelen 8, 9 en 10:

  • 1.

    De artikelen regelen wanneer en waar bepaalde werkzaamheden plaats kunnen vinden.

  • 2.

    Daarnaast is nieuw opgenomen de bepalingen dat de aanwijzingen van de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand of de bode dienen te worden opgevolgd. In dit kader kan worden gedacht aan maatregelen met betrekking tot de veiligheid of anderszins:

    -          een maximum aantal personen tijdens een ceremonie in het kader van de brandveiligheid;

    -          een rookverbod;

    -          een verbod van dieren in het gemeentehuis en trouwzaal, waarbij echter op voorafgaand verzoek van het bruidspaar per geval wordt bekeken of alsnog dieren worden toegestaan;

    -          een beperking aangaande het strooien van dingen.

    Door het strooien van dingen tijdens een ceremonie kan de veiligheid van anderen in gevaar komen, dan wel kan een volgend huwelijk op diezelfde locatie daarvan hinder ondervinden. Als voorbeelden van ongewenst strooien kunnen worden genoemd: het strooien van rijst tijdens regen hetgeen gladheid veroorzaakt of het strooien van confetti wat moeilijk verwijderbaar is. Strooien binnen de locaties en strooien bij kosteloze ceremonies, waarbij geen bode aanwezig is, zijn niet toegestaan.

  • 3.

    Omwille van het terugdringen van de kosten voor de gemeente bij kosteloze ceremonies is bij deze ceremonies geen bode aanwezig.

  • 4.

    De leiding van de burgerlijke stand bepaalt in welke ruimte binnen het gemeentehuis de kosteloze ceremonies plaatsvinden, waarbij in acht wordt genomen dat deze ceremonies in ieder geval niet plaatsvinden in de vergaderkamer van het college van burgemeester en wethouders en de raadszaal.

 

Artikel 11:

In dit artikel wordt bepaald onder welke naam het reglement moet worden aangehaald en wanneer het in werking treedt.