Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van havengeld 2013

Geldend van 05-01-2013 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van havengeld 2013

Verordening op de heffing en invordering van havengeld 2013.

Artikel 1 Voorwerp van heffing

Onder de naam havengeld, wordt een recht geheven voor het met een vaartuig gebruik maken van openbaar gemeentewater.

Artikel 2 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de schipper, de gezagvoerder, de eigenaar of reder, de gebruiker of beheerder van het vaartuig.

Artikel 3 Heffingsgrondslagen

Voor de berekening van het havengeld:

  • a.

    wordt het laadvermogen van het vaartuig uitgedrukt in het aantal tonnen, zoals dat blijkt uit een bij het vaartuig behorende geldige meetbrief;

  • b.

    wordt als aantal m² aangemerkt, de hoeveelheid ingenomen wateroppervlakte; zijnde de grootste lengte maal de grootste breedte;

  • c.

    wordt de lengte van het vaartuig uitgedrukt in het aantal meters, zoals dat blijkt uit een bij het vaartuig behorende geldige meetbrief;

  • d.

    wordt, indien het vaartuig kennelijk niet meer overeenkomstig de oorspronkelijke bestemming wordt gebruikt of van soort is veranderd, voor de toepassing van de tabel uitgegaan van de feitelijke omstandigheden;

  • e.

    wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend, tenzij anders is aangegeven.

Artikel 4 Tarieven

  • 1. Het havengeld wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de havengelden worden geen andere eenheden van tijd gehanteerd dan die welke in de tarieventabel zijn vermeld. Ten aanzien van de nummers in de tabel achter welke meer dan één eenheid is opgenomen, wordt uitgegaan van de voor de belastingplichtige meest gunstige wijze van berekening van het havengeld.

Artikel 5 Wijze van heffing

Voor de in de tabel genoemde vaartuigen wordt het havengeld geheven bij wege van aanslag of bij wijze van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder wordt begrepen een bon, nota of andere schriftuur.

Artikel 6 Aanvang / beëindiging belastingplicht in de loop van het belastingjaar

  • 1. Indien de belastingplicht ten aanzien van vaartuigen, genoemd in de tabel onder de nummers 4.2, 6, 8 en 9 in de loop van het kalenderjaar ontstaat, bedraagt het havengeld zoveel vierde gedeelten van het havengeld, genoemd in de tabel, als er nog volle kalenderkwartalen in het kalenderjaar resteren.

  • 2. Indien de belastingplicht ten aanzien van vaartuigen, genoemd in de tabel onder de nummers 4.2, 6, 8 en 9 in de loop van het kalenderjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel vierde gedeelten van het havengeld, genoemd in de tabel, als er nog volle kalenderkwartalen in het kalenderjaar resteren.

  • 3. Indien in de loop van het jaar het havengeld per keer is geheven en er wordt overgegaan tot heffing bij abonnement, dan wordt het reeds geheven havengeld niet teruggegeven of verrekend.

  • 4. Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn het betaalde havengeld op aanvraag van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde havengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemde havengeld lager is dan het betaalde, teruggave niet plaatsvindt.

Artikel 7 Tijdstippen van verschuldigdheid en betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. Het havengeld geheven bij wege van aanslag is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of belastingperiode, of, indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, op dat tijdstip en moet worden betaald binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3. Het havengeld niet geheven bij wege van aanslag is verschuldigd bij de aanvang van het gebruik van openbaar gemeentewater en moet worden betaald op het tijdstip waarop de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 wordt uitgereikt.

  • 4. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het havengeld, ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 5. De berekening per keer of per belastingperiode ( abonnement ) geschiedt per keuze van de belastingplichtige, bij aanvang van de belastingperiode.

  • 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in artikel 7 gestelde termijnen.

Artikel 8 Vrijstellingen

Het havengeld wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    vaartuigen, die van een zich in de gemeente bevindende scheepswerf zijn te water gelaten en vaartuigen, die aan het terrein van een zodanige scheepswerf worden hersteld, een en ander voor zover er niet mee wordt gevaren;

  • b.

    vaartuigen in gebruik van gemeente-, provinciale-, en rijksdienst;

  • c.

    baggermachines en vaartuigen, die daarbij gebezigd worden voor het vervoer van baggerspecie gedurende de tijd, dat zij binnen het gebied van de gemeente werken;

  • d.

    doorvarende vrachtschepen, die aanleggen, mits niet langer dan twaalf uren en zij niet laden of lossen;

  • e.

    hospitaalschepen in gebruik als vakantieschepen ten behoeve van zieken- en gehandicapten ( ziekengastschepen ).

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de havengelden.

Artikel 10 Kwijtschelding

Het bepaalde in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 inzake verlening van kwijtschelding vindt geen toepassing op de invordering van de havengelden.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening Havengeld 2012" van 12-12-2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2013.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Verordening Havengeld 2013".

Bijlage: Tarieventabel behorende bij de verordening havengeld 2013