Regeling vervallen per 08-10-2021

VERORDENING HANDHAVING INKOMENSVOORZIENINGEN

Geldend van 17-02-2010 t/m 07-10-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

VERORDENING HANDHAVING INKOMENSVOORZIENINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.college:het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle

Artikel 2 Reikwijdte verordening

Deze Verordening heeft betrekking op de uitvoering van de:

  • a.

    Wet werk en bijstand;

  • b.

    Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • c.

    Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • d.

    Wet werk en inkomen kunstenaars en

  • e.

    Wet investeren in jongeren.

Artikel 3 Actieplan

  • 1. Het college stelt tenminste eenmaal per 4 kalenderjaren een actieplan vast waarin aandacht wordt besteed aan de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, uitkeringen en inkomensvoorzieningen alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de in artikel 2 genoemde wetten.

  • 2. Het college stelt de werkingsduur van het actieplan vast.

  • 3. Het college informeert de raad, voorafgaand aan het opnieuw vaststellen van een actieplan, zoals bedoeld in het eerste lid, over de doeltreffendheid en de effecten van het gevoerde beleid en de eventueel voorgenomen wijzigingen van beleid.

Artikel 4 Onderwerpen actieplan

Het actieplan als genoemd in artikel 3, lid 1, besteedt in ieder geval aandacht aan:

  • a.

    De visie van de gemeente op handhaving;

  • b.

    Het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet;

  • c.

    Het opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Artikel 5 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de datum van publicatie en werkt terug tot 1 oktober 2009..

Toelichting

Algemene toelichting

In het oorspronkelijke wetsvoorstel van de Wet werk en bijstand (WWB) was geen bepaling opgenomen over de plicht tot het vaststellen van een verordening gericht op fraudebestrijding. Via een amendement is hierover een bepaling opgenomen in artikel 8a WWB. In dit artikel is de verplichting opgenomen om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand. In navolging van hetgeen in de Wet werk en bijstand is bepaald zijn soortgelijke bepalingen opgenomen in andere sociale voorzieningen, die door de gemeente worden uitgevoerd. In artikel 2 wordt aangegeven op welke wetten deze verordening betrekking heeft.

Afgezien van de korte bepaling in artikel 8a van de Wet werk en bijstand, zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in de verordening moet worden geregeld. In de Algemene bijstandswet was bepaald dat er in het jaarlijks verplicht gestelde beleidsplan aandacht besteed moest worden aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De WWB kent geen verplichting meer om jaarlijks een beleidsplan vast te stellen. Op grond van deze verordening stelt het college van burgemeester en wethouders een actieplan vast en bepaalt zij de werkingsduur van dit plan. Het college stelt via de gebruikelijke cyclus (begroting, beleidsverslag, jaarverslag) de gemeenteraad in kennis van de beleidsvoornemens voor het komende jaar en de resultaten van het beleid in het voorafgaande jaar.

Er is bewust voor gekozen deze verordening niet de naam fraudeverordening te geven maar om te spreken van handhaving. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om de opsporing van fraude maar dat het voorkomen van fraude een aspect is dat minstens zo belangrijk is. Handhaving is namelijk niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude maar wil ook de spontane naleving van de wet- en regelgeving bevorderen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting. .

Artikel 2 Reikwijdte verordening

Dit artikel behoeft geen toelichting

Artikel 3 Actieplan

In dit artikel wordt bepaald dat de wijze waarop ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede het misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet wordt bestreden aandacht krijgt in een actieplan. Dit actieplan wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. Via dit artikel draagt de raad het college op om tenminste eenmaal per 4 kalenderjaren een actieplan op te stellen. Deze bepaling laat aan het college ruimte om als daartoe een noodzaak is, binnen de genoemde termijn van 4 jaar het actieplan te herzien. Voordat het college het actieplan opnieuw vaststelt, informeert zij de raad over het gevoerde beleid, de effecten van dit beleid en de voorgenomen wijzigingen van beleid. Op deze wijze kan de raad, indien zij daar aanleiding toeziet, invloed uitoefenen.

Artikel 4 Onderwerpen actieplan

Dit artikel bepaalt de onderdelen die in ieder geval aan de orde moeten komen in het actieplan. De onder a genoemde gemeentelijke visie op handhaving vormt de basis voor de verdere uitwerking van het handhavingsbeleid.

Onder b en c is opgenomen dat zowel de preventieve kant als de repressieve kant van het handhavingsbeleid aan de orde moeten komen in het beleidsplan. De preventieve kant van het handhavingsbeleid is gericht op het bevorderen van de spontane naleving van wet- en regelgeving. De repressieve kant richt zich op de opsporing van het niet naleven van de wet- en regelgeving. Hierbij zal ook aandacht besteed moeten worden aan de maatregelen die genomen worden als misbruik of oneigenlijk gebruik wordt vastgesteld. In het actieplan worden ook te meten doelstellingen opgenomen.

Artikel 5 Nadere regels

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt na publicatie in werking en werkt terug tot 1 oktober 2009. Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. Ook in deze WIJ wordt voorgeschreven dat de gemeenteraad een verordening vaststelt met betrekking tot het bestrijden van misbruik.