Verordening Participatieraad gemeente Zwolle

Geldend van 04-07-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2014

Intitulé

Verordening Participatieraad gemeente Zwolle

VERORDENING PARTICIPATIERAAD GEMEENTE ZWOLLE

Artikel 1. Doel, taken en positie van de Participatieraad

  • 1. De Participatieraad is een adviesorgaan van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle, verder te noemen het college, dat gevraagd en ongevraagd en bij voorkeur samenhangend en integraal advies uitbrengt.

  • 2. Doel en taken van de Participatieraad sluiten aan bij de Visie op het Sociaal Domein van de gemeente Zwolle. Belangrijke thema’s zijn:

    • ·

      werk & inkomen

    • ·

      zorg, welzijn & wonen

    • ·

      participatie en leefbaarheid.

  • 3. De Participatieraad heeft tot doel om met zijn adviezen een bijdrage te leveren aan:

    • a.

      het bevorderen van zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van alle Zwolse inwoners, waarbij rekening wordt gehouden met kwetsbare individuen en groepen in de Zwolse samenleving;

    • b.

      het bevorderen van gezondheid en het terugdringen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen;

    • c.

      het bereiken, ondersteunen en adviseren van kwetsbare groepen, waarbij het doel is participatie van deze groepen te bevorderen;

    • d.

      het gemeentelijke beleid dat is gericht op de bevordering van participatie.

  • 4. De Participatieraad heeft de volgende taken:

    • a.

      Het informeren van het college over kansen en knelpunten die hij voorziet bij voorgenomen beleid;

    • b.

      Het informeren van het college over kansen en knelpunten die hij signaleert bij de uitvoering van beleid;

    • c.

      Het spelen van een rol in het bevorderen van participatie in Zwolle.

  • 5. Binnen het sociaal domein wordt steeds minder in doelgroepen gedacht, er wordt steeds meer integraal gewerkt. Iedereen moet mee kunnen doen ongeacht beperking, etniciteit, leeftijd of inkomenspositie. Daar past integrale advisering van de Participatieraad bij.

  • 6. De Participatieraad zorgt daarnaast voor de wettelijk voorgeschreven cliëntenparticipatie zoals onder meer vermeld in de WWB, in (het wetsvoorstel van) de Participatiewet en in de WMO. Waar mogelijk volstaat hierbij een toets op de wijze waarop cliëntenparticipatie al in eerdere stadia heeft plaatsgevonden.

  • 7. De Participatieraad functioneert onafhankelijk van de gemeente.

  • 8. De Participatieraad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken, voor zover die op individuele burgers betrekking hebben.

Artikel 2. Advisering en adviestermijnen

  • 1.

    De Participatieraad geeft het college gevraagd en ongevraagd advies.

  • 2.

    Wanneer het college de Participatieraad om advies vraagt, worden hierbij de volgende adviestermijnen gehanteerd:

Vier weken als het gaat om een advies op een beleidsvraag van beperkte omvang dan wel waarbij de Participatieraad in het voortraject is betrokken.

Zes weken als het gaat om een advies op een beleidsvraag van grotere omvang dan wel waarbij de Participatieraad in het voortraject niet betrokken is geweest.

Indien mogelijk betrekt het college de participatieraad al in een vroegtijdig stadium al voordat de formele adviesvraag aan de orde is.

  • 3.

    Om de participatieraad inzicht te geven in zijn werklast, verschaft het college periodiek een planning van de voor te leggen adviesvragen.

  • 4.

    Het college reageert binnen zes weken op een advies van de Participatieraad.

  • 5.

    De zomer- en de kerstvakantie hebben voor de in lid 2 en 3 genoemde termijnen een opschortende werking.

  • 6.

    Als het college besluit van het advies van de Participatieraad af te wijken, motiveert

het dit schriftelijk.

Artikel 3. Door het college te verstrekken informatie

  • 1. De Participatieraad krijgt van het college ongevraagd en gevraagd alle stukken die hij voor de uitoefening van zijn taken zoals in deze verordening omschreven nodig heeft, tenzij wettelijke voorschriften dit in de weg staan. Zo nodig zullen ter zake kundige ambtenaren mondeling toelichting geven over lopend beleid, de invloed van nieuw (rijks-)beleid en/of over ideeën en plannen van college en/of gemeenteraad op de in artikel 1 lid 2 genoemde thema’s.

  • 2. Het college verstrekt geen informatie aan de Participatieraad over individuele personen.

Artikel 4. Samenstelling Participatieraad

  • 1. Leden van de Participatieraad vormen een zo evenwichtig mogelijke afspiegeling van de Zwolse samenleving, hebben relevante kennis, ervaring en netwerken en komen op voor de inwoners zoals nader omschreven in artikel 1 lid 3 en lid 6.

  • 2. De Participatieraad kent ten hoogste 15 leden en een onafhankelijke voorzitter.

  • 3. De leden van de Participatieraad spreken op persoonlijke titel. Zij hebben zitting in de Participatieraad zonder last of ruggenspraak.

  • 4. Twee leden van de Participatieraad maken ook deel uit van de WSW cliëntenraad. Dit loopt vooruit op de voorziene opheffing van de WSW cliëntenraad in samenhang met opheffing van de GR WEZO. Na deze opheffing vallen deze twee zetels vrij en worden dan opnieuw ingevuld.

  • 5. De leden en de voorzitter wonen in de gemeente Zwolle, bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Zwolle, zijn geen lid van het college of de gemeenteraad en zijn niet in dienst van de gemeente Zwolle. Ze hebben ook geen zakelijke binding met de gemeente Zwolle voor zover deze van invloed kan zijn op hun onafhankelijke positie.

  • 6. De voorzitter heeft daarnaast gevoel voor politiek-bestuurlijke verhoudingen, houdt overzicht, is procesgericht en is een bindende factor binnen de Participatieraad.

Artikel 5. Benoeming en zittingsduur van de voorzitter en de leden

  • 1. Voorzitter en leden van de Participatieraad zijn ingezetenen van de gemeente Zwolle en worden benoemd door het college.

  • 2. De zittingsduur van voorzitter en leden van de Participatieraad bedraagt vier jaar.

  • 3. Voorzitter en leden kunnen eenmaal worden herbenoemd.

  • 4. Het lidmaatschap van de Participatieraad kan tussentijds worden beëindigd:

  • a. op eigen verzoek,

  • b. door overlijden,

  • c. door intrekking van de benoeming door het college, nadat de Participatieraad hierover een gemotiveerd voorstel heeft ingediend

  • 5. De Participatieraad stelt een rooster van aftreden op, voor een goede balans tussen continuïteit en vernieuwing.

Artikel 6. Taken voorzitter en secretaris

  • 1. Tot de taken van de voorzitter van de Participatieraad behoren:

  • a. het voorbereiden van de agenda met de secretaris;

  • b. het bepalen van dag en tijdstip van de vergadering;

  • c. het leiden van de vergadering;

  • d. het fungeren als opdrachtgever van de secretaris;

  • e. het extern vertegenwoordigen van de Participatieraad;

  • f. het ondertekenen van uitgaande stukken van de Participatieraad.

  • 2. Tot de taken van de secretaris van de Participatieraad behoren:

  • a. het verrichten van administratieve werkzaamheden;

  • b. het verrichten van beleidsvoorbereidende en -ondersteunende werkzaamheden;

  • c. het verrichten van organisatorische werkzaamheden;

  • d. het bewaken van de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen;

  • e. het opstellen van het jaarverslag;

  • f. het opstellen van de begroting en beheer van financiën;

  • g. het mede opstellen van een rooster van aftreden;

Artikel 7. Vergaderingen

  • 1. .De Participatieraad komt acht à tien keer per jaar plenair bijeen, of zoveel minder of meer als de voorzitter of ten minste de meerderheid van de leden noodzakelijk achten.

  • 2. De Participatieraad bepaalt zijn eigen agenda.

  • 3. De vergaderingen van de Participatieraad zijn openbaar. De Participatieraad kan besluiten besloten vergaderingen te houden, bijvoorbeeld bij de behandeling van niet-openbare stukken.

  • 4. De Participatieraad kan derden uitnodigen de vergaderingen bij te wonen voor het geven van toelichting, informatie en/of advies.

  • 5. De Participatieraad is verplicht tot geheimhouding van stukken totdat de stukken openbaar zijn. Deze geheimhoudingsplicht strekt zich ook uit tot derden die worden geconsulteerd.

  • 6. De geheimhouding vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de Participatieraad.

  • 7. Desgewenst is een vertegenwoordiger van de gemeente aanwezig bij vergaderingen van de Participatieraad.

Artikel 8. Besluitvorming

  • 1. De Participatieraad kan beraadslagen en besluiten indien tenminste twee derde van het aantal leden van de Participatieraad ter vergadering aanwezig is en aan de stemming heeft deelgenomen.

  • 2. Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte schriftelijke of mondelinge stemmen. De voorzitter is niet stemgerechtigd.

  • 3. Blanco stemmen of onthoudingen zijn voor de vaststelling van het resultaat van de stemming geen geldig uitgebrachte stemmen.

  • 4. Stemming over personen geschiedt schriftelijk met gesloten stembiljetten.

Artikel 9. Werkwijze

  • 1. De Participatieraad onderhoudt een levendig netwerk van maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van belanghebbenden binnen de in artikel 1 lid 2 genoemde thema’s. Hij doet dit onder meer door

  • a. actief de inbreng van belanghebbenden te organiseren, bijvoorbeeld via tijdelijke werkgroepen;

  • b. deelname aan bijeenkomsten die door maatschappelijke organisaties en belanghebbenden worden georganiseerd;

  • c. organiseren van bijeenkomsten of andere vormen van raadpleging van organisaties, belanghebbenden en burgers.

  • 2. De Participatieraad beoordeelt zelf of en wanneer er bij de opstelling van een advies derden worden betrokken. Dit kunnen externe deskundigen, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, belanghebbenden of andere ter zake kundige personen zijn.

  • 3. Adviesaanvragen kunnen worden voorbereid in werkgroepen, die bestaan uit leden van de Participatieraad eventueel aangevuld met derden. Elk advies aan het college wordt aan de hele Participatieraad voorgelegd voordat het aan het college wordt uitgebracht.

  • 4. De Participatieraad evalueert jaarlijks zijn functioneren, de resultaten en de samenstelling.

Artikel 10. Vergoedingen en middelen

  • 1. Aan elk lid van de Participatieraad wordt een onkostenvergoeding toegekend, waarvan de hoogte door het college wordt vastgesteld.

  • 2. Aan de voorzitter wordt een onkostenvergoeding toegekend, waarvan de hoogte door het college wordt vastgesteld.

  • 3. De Participatieraad stelt jaarlijks vooraf, d.w.z. voor 1 november, een activiteitenplan en een begroting op waarin onder meer kosten kunnen worden opgenomen voor secretariële/inhoudelijke ondersteuning. De Participatieraad maakt achteraf, d.w.z. voor 1 mei, een jaarverslag. Deze stukken worden aan het college toegezonden. Op basis van het activiteitenplan en de begroting stelt het college jaarlijks middelen beschikbaar.

  • 4. Voor de vergaderingen van de Participatieraad stelt de gemeente een goed bereikbare en toegankelijke vergaderlocatie ter beschikking.

  • 5. Voor niet-reguliere activiteiten kan de Participatieraad bij het college middelen aanvragen.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.

  • 2. De verordening Wmo- Adviesraad gemeente Zwolle en de verordening Cliëntenraad SoZaWe gemeente Zwolle worden met ingang van 1 juli 2014 ingetrokken. Het reglement van de Integratieraad is per 1 januari 2014 al niet meer van kracht.

  • 3. De WSW CIiëntenraad wordt opgeheven als de GR WEZO wordt opgeheven. Daarna gaat de adviestaak over het gemeentelijk WSW beleid volledig over naar de participatieraad.

Artikel 12. Onvoorziene zaken

Voor zaken waarin deze verordening niet voorziet, treedt de Participatieraad in overleg met het college dat zo nodig een beslissing neemt.