Regeling vervallen per 01-07-2014

Verordening WMO-adviesraad gemeente Zwolle

Geldend van 01-04-2011 t/m 30-06-2014

Intitulé

Verordening WMO-adviesraad gemeente Zwolle

VERORDENING WMO-ADVIESRAAD GEMEENTE ZWOLLE

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

    • a.

      Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning.

    • b.

      Wmo-adviesraad: Het inspraakorgaan waarmee de gemeente Zwolle invulling geeft aan artikel 11 en 12 van de Wmo, waarin onder meer wordt gesteld dat burgemeester en wethouders ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke personen dient te betrekken bij de voorbereiding van het beleid maatschappelijke ondersteuning.

    • c.

      Achterban: betrokken burgerorganisaties of personen bij een bepaald prestatieveld in de gemeente Zwolle.

    • d.

      Prestatievelden: de negen prestatievelden zoals genoemd in de Wmo, namelijk:

  • 1. Het bevorderen van de sociale samenhang in – en de leefbaarheid van – dorpen, wijken en buurten;

  • 2. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden;

  • 3. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning;

  • 4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;

  • 5. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een psychosociaal probleem;

  • 6. Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer;

  • 7. Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang;

  • 8. Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen;

  • 9. Het bevorderen van verslavingsbeleid.

Artikel 2. Doel, taak en positie van de Wmo-adviesraad

  • 1. Het doel van de Wmo-adviesraad is om de belangen van de doelgroepen die behoren bij de negen prestatievelden te behartigen.

  • 2. De Wmo-adviesraad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan burgemeester en wethouders over beleid en uitvoering van alle prestatievelden in de Wmo. De Wmo-adviesraad brengt tevens advies uit over onderdelen van het overige gemeentelijke beleid, voor zover dat raakvlakken heeft met de Wmo. De Wmo-adviesraad bepaalt zelf welke onderdelen dit zijn.

  • 3. De Wmo-adviesraad stelt het college in kennis van knelpunten die bij de uitvoering van Wmo optreden en informeert het college over relevante ontwikkelingen op het gebied van de Wmo. Zo nodig verstrekt zij hierover advies.

  • 4. De Wmo-adviesraad functioneert onafhankelijk van de gemeente.

  • 5. Alle adviezen van de Wmo-adviesraad worden ter kennisname aan de gemeenteraad verstrekt.

  • 6. De Wmo-adviesraad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken, voor zover die op individuele cliënten betrekking hebben.

Artikel 3. Samenstelling Wmo-adviesraad

  • 1. Bij de instelling van de Wmo-adviesraad wordt gestreefd naar een evenwichtige samenstelling, die recht doet aan de participatie van vragers naar maatschappelijke ondersteuning en van bewoners van de gemeente Zwolle die direct betrokken zijn bij de Wmo. In de Wmo-adviesraad hebben alleen burgers zitting die betrokken zijn bij één van de doelgroepen die genoemd zijn in de Wmo, dan wel gerelateerde risicogroepen.

  • 2. De Wmo-adviesraad kent tenminste 9 leden. Deze leden van de Wmo-adviesraad zijn vertegenwoordigers van de in de Wmo genoemde doelgroepen van beleid te weten wijkbewoners, jeugdigen en ouders (met aandacht voor eenoudergezinnen), mantelzorgers, vrijwilligers, mensen met een beperking (lichamelijk en/of verstandelijk) en/of chronische ziekte, mensen met een chronisch psychisch probleem, minima, mensen met een niet-westerse achtergrond en ouderen.

  • 3. Indien in de loop der tijd blijkt dat de samenstelling van de Wmo-adviesraad niet volledig of adequaat is kunnen er in overleg met de gemeente doelgroepen gewijzigd en/of toegevoegd worden.

  • 4. Van de leden van de Wmo-adviesraad wordt verwacht dat zij zorg dragen voor de communicatie met hun achterban.

  • 5. De Wmo-adviesraad wordt ondersteund door een (onafhankelijk) voorzitter en beleidsecretaris.

Artikel 4. Benoeming en zittingsduur van de leden en de voorzitter

  • 1. Leden van de Wmo-adviesraad worden door hun achterban bij het college voorgedragen.

  • 2. De leden van de Wmo-adviesraad worden benoemd door het college van burgemeesters en wethouders op schriftelijke voordracht van de achterban van de betreffende doelgroep.

  • 3. De zittingsduur van leden van de Wmo-adviesraad bedraagt vier jaar.

  • 4. Leden kunnen op voorstel van hun achterban eenmaal worden herbenoemd .

  • 5. Het lidmaatschap van de Wmo-adviesraad kan tussentijds worden beëindigd :

    • a.

      op eigen verzoek,

    • b.

      door overlijden,

    • c.

      door intrekking van de benoeming door het college van B&W, nadat een aantal leden van de Wmo-adviesraad hierover een gemotiveerd voorstel heeft ingediend en niet dan nadat de voorzitter zich omtrent het functioneren van het betreffende lid met het lid en de achterban van het desbetreffende lid heeft verstaan.

  • 6. De voorzitter van de Wmo-adviesraad wordt na schriftelijke aanbeveling van de Wmo-adviesraad voor een periode van vier jaar benoemd door het college van B&W.

  • 7. De voorzitter van de Wmo-adviesraad kan op voorstel van de Wmo-adviesraad eenmaal herbenoemd worden.

  • 8. De Wmo-adviesraad stelt een rooster van aftreden op.

Artikel 5. Taken voorzitter en secretariaat

  • 1. Tot de taak van de voorzitter van de Wmo-adviesraad behoort:

    • a.

      het voorbereiden van de agenda met de beleidssecretaris;

    • b.

      het bepalen van dag en tijdstip van de vergadering;

    • c.

      het leiden van de vergadering;

    • d.

      het fungeren als opdrachtgever van de beleidssecretaris;

    • e.

      het extern vertegenwoordigen van de Wmo-adviesraad;

    • f.

      het ondertekenen van stukken die van de Wmo-adviesraad uitgaan.

  • 2. Tot de taak van het beleidssecretariaat van de Wmo-adviesraad behoort:

    • a.

      het verrichten van administratieve werkzaamheden;

    • b.

      het verrichten van beleidsvoorbereidende en -ondersteunende werkzaamheden;

    • c.

      het verrichten van organisatorische werkzaamheden;

    • d.

      het bewaken van de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen;

    • e.

      het opstellen van het jaarverslag;

    • f.

      het opstellen van de begroting en beheer van financiën;

    • g.

      het mede opstellen van een rooster van aftreden;

    • h.

      De beleidssecretaris is voor wat betreft zijn werkzaamheden verantwoording schuldig aan de voorzitter.

Artikel 6. Vergaderingen

  • 1. De Wmo-adviesraad vergadert tenminste 4 keer per jaar.

  • 2. De Wmo-adviesraad bepaalt zijn eigen agenda.

  • 3. De vergaderingen van de Wmo-adviesraad zijn openbaar en worden in de lokale media aangekondigd.

  • 4. De Wmo-adviesraad kan derden uitnodigen de vergaderingen bij te wonen voor het geven van toelichting, informatie en/of advies.

  • 5. De agenda en de onderliggende stukken worden tenminste twee weken voor de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 6. Ieder lid heeft het recht schriftelijk voorstellen aan de adviesraad te doen, welke voorstellen bij de voorzitter of secretaris worden ingediend. De voorstellen worden door de secretaris zo spoedig mogelijk aan de leden toegezonden. Indien de adviesraad omtrent de behandeling van deze voorstellen niet onmiddellijk beslist, heeft behandeling zoveel mogelijk in de daarop volgende vergadering plaats.

  • 7. Ieder lid heeft het recht een voorstel betreffende de orde van de vergadering te doen.

  • 8. Een vertegenwoordiger van de gemeente is aanwezig bij elke vergadering van de Wmo adviesraad, tenzij de Wmo-adviesraad wenst dat de vertegenwoordiger van de gemeente niet aanwezig is.

Artikel 7. Informatieverschaffing

  • 1. De Wmo-adviesraad ontvangt van burgemeester en wethouders tijdig alle informatie die nodig is voor haar taakvervulling op een dusdanig tijdstip dat het advies van de Wmo-adviesraad van invloed kan zijn op de besluitvorming.

  • 2. Als burgemeester en wethouders bij besluitvorming afwijken van het advies van de Wmo-adviesraad dan delen zij schriftelijk de redenen daarvan mee aan de Wmo-adviesraad.

  • 3. De Wmo-adviesraad ontvangt voorafgaand aan het kalenderjaar een lijst van onderwerpen waarover hij gevraagd wordt advies uit te brengen.

Artikel 8. Besluitvorming

  • 1. De Wmo-adviesraad kan beraadslagen en besluiten indien tenminste tweederde van het aantal leden van de Wmo-adviesraad ter vergadering aanwezig is en aan de stemming heeft deelgenomen.

  • 2. Alleen de leden van de Wmo-adviesraad hebben stemrecht. Indien een lid van de Wmo-adviesraad zich laat vertegenwoordigen door een plaatsvervanger, dan heeft deze laatste stemrecht.

  • 3. Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte schriftelijke of mondelinge stemmen.

  • 4. Blanco stemmen of onthoudingen zijn voor de vaststelling van het resultaat van de stemming geen geldig uitgebrachte stemmen.

  • 5. Stemming over personen geschiedt schriftelijk met gesloten stembiljetten.

  • 6. Indien de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 7. Minderheidsstandpunten kunnen op verzoek van het lid van de Wmo-adviesraad dat dit standpunt heeft ingenomen worden toegevoegd aan de besluitenlijst of het uit te brengen advies.

Artikel 9. Vergoedingen en middelen

  • 1. Aan elk lid van de Wmo-adviesraad wordt een onkostenvergoeding toegekend, waarvan de hoogte door het college wordt vastgesteld.

  • 2. Aan de voorzitter wordt een onkostenvergoeding toegekend, waarvan de hoogte door het college wordt vastgesteld.

  • 3. Jaarlijks stelt de Wmo-adviesraad een activiteitenplan en een begroting op, waarin onder meer kosten kunnen worden opgenomen voor secretariële en/of inhoudelijke ondersteuning en deskundigheidsbevordering.

  • 4. Op basis van het activiteitenplan en de begroting stelt het college van B&W jaarlijks middelen beschikbaar die het voor de Wmo-adviesraad mogelijk maken aan de in de verordening vastgelegde taken en verantwoordelijkheden te voldoen.

  • 5. Voor de vergaderingen van de Wmo-adviesraad stelt de gemeente een goed bereikbare en toegankelijke vergaderlocatie ter beschikking.

  • 6. Voor niet-reguliere activiteiten kan de Wmo-adviesraad bij het college middelen aanvragen. Indien het college overweegt het verzoek te weigeren, horen zij de voorzitter van de Wmo-adviesraad.

Artikel 10. Evaluatie

  • 1. De Wmo-adviesraad evalueert jaarlijks bij het vaststellen van het jaarverslag haar functioneren, de resultaten en de samenstelling.

  • 2. Indien op basis van deze evaluatie reden is de verordening aan te passen dan wordt hiertoe een gemotiveerd voorstel ingediend bij het college.

Artikel 11. Inwerkingtreding.

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2011.

  • 2. De verordening cliëntenraad individuele voorzieningen Wmo wordt met ingang van 1 april 2011 ingetrokken.

Artikel 12. Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Wmo-adviesraad gemeente Zwolle”.

TOELICHTING OP DE VERORDENING WMO-ADVIESRAAD GEMEENTE ZWOLLE

Toelichting op artikel 2.

De Wmo-adviesraad geeft vorm aan de door de gemeenteraad vastgestelde wijze van uitvoering van participatie binnen het kader van de Wmo. Het college van burgemeester en wethouders betrekt ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid maatschappelijke ondersteuning. Dit conform artikel 11 en 12 van de Wmo. In de gemeente Zwolle kiezen we ervoor om dit primair via een Wmo-adviesraad te laten plaatsvinden.

De Wmo-adviesraad heeft tot taak het college van B&W gevraagd of ongevraagd te adviseren over het gemeentelijk Wmo-beleid. Dit vertaalt zich in een drieledige functie:

  • 1.

    een beleidsmatige functie: de gemeente streeft ernaar de invulling van het beleid zo dicht mogelijk aan te laten sluiten op de ondersteuningsbehoefte en de zorgvraag. Daarvoor moet er wel voldoende kennis zijn van de praktijk. De Wmo-adviesraad is in dat kader een belangrijke informatiebron voor de gemeente;

  • 2.

    een signaleringsfunctie: de Wmo-adviesraad signaleert leemten en knelpunten in beleid en uitvoering (re-actieve beleidsvorming);

  • 3.

    een idee- en creativiteitsfunctie: de Wmo-adviesraad draagt ideeën aan (pro-actieve beleidsvorming). Dat betekent dat de Wmo-adviesraad niet alleen reageert op beleidsvoorstellen, maar ook zelf voorstellen ter beleidsvorming doet.

Toelichting op artikel 3.

De Wet maatschappelijke ondersteuning is de in artikel 12 genoemde verplichte beleidsadvisering door vertegenwoordigers van vragers van maatschappelijke ondersteuning: “Alvorens een voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad te doen, vraagt het college van burgemeesters en wethouders over het ontwerpplan advies aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning”. In de gemeente Zwolle wordt de gezamenlijke vertegenwoordiging van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied vanmaatschappelijke ondersteuning samengebracht in de Wmo-adviesraad.

Uitgangspunt van de Wmo-adviesraad van de gemeente Zwolle is een breed gedragen adviesraad, waarin alle doelgroepen zoals genoemd bij de prestatievelden van de Wmo zich vertegenwoordigd zien. Leden van de Wmo-adviesraad zijn vertegenwoordigers van: wijkbewoners, jeugdigen en ouders (met aandacht voor eenoudergezinnen), mantelzorgers, vrijwilligers, mensen met een beperking (lichamelijk en/of verstandelijk) en/of chronische ziekte, mensen met een chronisch psychisch probleem, minima, mensen met een nietwesterse achtergrond en ouderen. Er is gekozen – gezien de specifieke situatie van deze doelgroepen – om mensen met een psychosociaal probleem, dak- en thuislozen, slachtoffers van huiselijk geweld en verslaafden meer ad-hoc te benaderen bij beleidsonderwerpen die hen direct aangaan op een manier die aansluit bij de betreffende doelgroep.

Toelichting op artikel 4

Het is evident dat voor bepaalde doelgroepen (bijv. mensen met een beperking) de achterban eenduidiger georganiseerd is dan andere doelgroepen (bijv. niet westerse allochtonen). Dit betekent ook dat er maatwerk dient te worden betracht in de procedure ten aanzien van het voordragen van de leden van de betreffende doelgroep.

Toelichting op artikel 9

Binnen de gemeentelijke begroting zijn middelen opgenomen voor secretariële/inhoudelijke ondersteuning van de Wmo-adviesraad alsmede een budget voor vergoedingen voor de leden en de voorzitter en activiteitenkosten. Aan elk lid van de Wmo-adviesraad en de voorzitter wordt een onkostenvergoeding toegekend, waarvan de hoogte door het College wordt vastgesteld, nadat de raad de verordening heeft vastgesteld, waarbij in eerste aanleg wordt aangesloten bij de eerdere regeling van de cliëntenraad individuele voorzieningen Wmo.