Collectebeleid Gemeente Zwolle

Geldend van 21-02-2001 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 20-12-2000

Intitulé

Collectebeleid Gemeente Zwolle

COLLECTEBELEID GEMEENTE ZWOLLE

Het verlenen van een vergunning ingevolge artikel 5.2.1 van de Algemene plaatselijke verordening Zwolle ten behoeve van een collecte is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders van Zwolle stellen de volgende beleidsregels vast.

1. Collecten van landelijke organisaties conform het collecterooster van het CBF.

Ingevolge artikel 5.2.1 lid 4 kunnen burgemeester en wethouders onder door hen te stellen voorschriften vrijstelling verlenen van het verbod om zonder vergunning te collecteren. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling aan landelijke instellingen die voorkomen op het collecterooster, dat jaarlijks door het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) wordt vastgesteld.

De landelijke organisaties, die voorkomen op het collecterooster dienen te melden of zij in de gemeente Zwolle gebruik maken van de toegewezen collecteperiode. Wanneer de organisatie kenbaar heeft gemaakt gebruik te willen maken van de periode dan wordt de bedoelde periode aan deze instelling toegewezen. De landelijke instellingen dienen onderstaande voorschriften (4 tot en met 7) in acht te nemen.

2. Collecten van plaatselijke organisaties.

Plaatselijke organisaties kunnen voor een collectevergunning in aanmerking komen in de vrije perioden van het collecterooster van het CBF.

3. Aanvraag vergunning plaatselijke organisaties.

Een plaatselijke organisatie kan in aanmerking komen voor een collectevergunning indien:

  • -

    de organisatie in Zwolle gevestigd is;

  • -

    de organisatie fondsen werft voor een charitatief doel;

4. Maximum termijn van de collectevergunning.

Een collectevergunning wordt voor maximaal een week verleend.

5.Maximum aantal collectevergunningen.

Per week wordt maximaal één collectevergunning verleend. In de periode van het collecterooster van het CBF kan geen vergunning worden verleend aan een plaatselijke instelling, ook niet als de landelijke instelling geen gebruik maakt van de vergunning. Dit om verwarring bij burgers te voorkomen. Vaak wordt landelijk geadverteerd voor de landelijke organisatie in de betreffende collecteweek. Het kan dan misleidend zijn dat in de betreffende week een andere organisatie komt collecteren.

6. Wijze van collecteren.

Het collecteren kan op twee manieren gebeuren: met bussen of collectelijsten.

  • a.

    bussen

    • -

      De bussen dienen verzegeld of op andere deugdelijke wijze te zijn afgesloten;

    • -

      Binnen een maand na de collecte dient de organisatie een verklaring in te leveren, ondertekend door twee daartoe door het bestuur van de organisatie aangewezen personen, waarin staat dat de collectebussen in hun bijzijn zijn geopende en de inhoud is geteld en dat daaruit een bruto- en netto-opbrengst is verkregen tot het in de verklaring genoemde bedrag.

  • b.

    collectelijsten

    • -

      Tijdig voor het begin van de collecte dienen de te gebruiken lijsten voorzien van naam en adres van de organisatie, de data van de collecte en doorlopend genummerd te worden geregistreerd door de afdeling Juridische Zaken en Veiligheid van de Bestuursdienst;

    • -

      Binnen een maand na de collecte dienen de niet gebruikte lijsten en een recapitulatiestaat van de totale bruto en netto opbrengst te worden ingeleverd bij voornoemde afdeling.

7. Overige voorschriften.

  • a.

    De collectanten dienen ten minste zestien jaar oud te zijn;

  • b.

    Het toekennen aan de collectanten van vergoedingen uit de opbrengst van de collecte(n) is slechts geoorloofd, indien dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders voor het slagen van de collecte(n) volstrekt noodzakelijk is. De toestemming voor het toekennen van een vergoeding moet gelijktijdig met de aanvraag van de collectevergunning aangevraagd worden.

  • c.

    Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee jaar na het afsluiten van het boekjaar van de organisatie dient het jaarverslag en een financieel verslag, inclusief accountantsverklaring te worden gezonden aan het centraal archief voor het inzamelingswezen, Vondelstraat 138, 1054 GT Amsterdam.

8. Initiatief van particulieren in geval van een ramp.

Ingeval van een ramp kan afhankelijk van de vraag een extra collectevergunning worden verleend. Ten aanzien van deze specifieke collecten gelden naast de normale vergunningvoorschriften de volgende criteria:

  • -

    bij de aanvraag moet aangegeven worden wat het doel van de actie is;

  • -

    Indien er sprake is van een gezamenlijke hulpactie dan dient de opbrengst van de collecte gestort te worden op het nationale gironummer;

  • -

    Er kan uitsluitend gecollecteerd worden met goedgekeurde collectebussen;

  • -

    Na afloop van de actie dienen de collectebussen te worden geleegd onder toezicht/ verantwoordelijkheid van een gemeenteambtenaar c.q. politiefunctionaris;

  • -

    De opbrengst dient op een collectestaat te worden verantwoord;

  • -

    Indien er geen gezamenlijke hulpactie is dient het geld overgemaakt te worden naar de vooraf bepaalde bestemming.

9. Niet naleving vergunningvoorschriften etc.

Bij niet naleving van de voorschriften of de namens het bevoegd gezag gegeven aanwijzingen, dan wel bij geconstateerd wangedrag wordt een vergunninghouder voor maximaal twee jaar uitgesloten van de mogelijkheid tot het aanvragen van een vergunning.

10. Publicatie collectevergunningen.

De vergunning wordt op de gebruikelijke wijze gepubliceerd, Daarnaast wordt elke week in de Peperbus aangegeven welke organisatie een collecte houdt.