Regeling vervallen per 01-01-2018

Marktverordening gemeente Zwolle 2015

Geldend van 22-09-2015 t/m 31-12-2017

Intitulé

Marktverordening gemeente Zwolle 2015

Marktverordening gemeente Zwolle 2015

Hoofdstuk 1 algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Anciënniteitlijst: de doorlopend te nummeren lijst, waarin opgenomen de standplaatshouders, de datum waarop de standplaatshouder voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, alsmede de artikelen of artikelengroepen die de standplaatshouder mag verhandelen;

  • b.

    branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde vaste plaatsen per artikelengroep;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld, omdat deze niet als vaste plaats is ingenomen;

  • e.

    levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert. Dit moet blijken uit een huwelijksakte als bedoeld in artikel 1:78 van het Burgerlijk Wetboek, een akte van registratie van partnerschap als bedoeld in artikel 1:80a, derde lid van het Burgerlijk Wetboek of een samenlevingscontract opgemaakt bij notariële akte;

  • f.

    markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • g.

    marktmeester: de persoon, die als toezichthouder is aangewezen door het college;

  • h.

    marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte, die bij of krachtens artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit is aangewezen voor het bedrijven van de markthandel;

  • i.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • j.

    vaste plaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd wordt ingenomen door een vergunninghouder;

  • k.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • l.

    vervanger: een natuurlijk persoon die de vergunninghouder incidenteel vervangt en namens deze optreedt;

  • m.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot aankoop van een artikel;

  • n.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken

  • o.

    uitvoeringsbesluit: de door het college vastgestelde nadere regels op grond van artikel 4 van deze verordening.

Artikel 2 Verbod ruimte in te nemen

  • 1. Het is verboden op het marktterrein van 5 uur voor de aanvang tot 3 uur na het einde van een markt ruimte in te nemen met een voertuig, goederen of anderszins.

  • 2. Het college kan tijdens de bij of krachtens artikel 3, eerste lid van deze verordening en artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit, genoemde tijden terstond passende maatregelen nemen die het onbelemmerde gebruik van het marktterrein voor marktdoeleinden verzekeren.

Artikel 3 Inrichting van de markt; branche indeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      Het aantal standplaatsen

    • b.

      De opstelling en indeling van de markt;

    • c.

      Welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats of standwerkersplaats

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      Een lijst met artikelgroepen of branches;

    • b.

      Een maximumaantal standplaatsen per branche;

Artikel 4 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen ter uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Hoofdstuk 2 bepalingen over vergunningen

Artikel 5 Vergunning voor innemen standplaats

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 6 Vereisten

  • 1. Een vergunning moet worden aangevraagd door het indienen van een ingevuld en ondertekend door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Een standplaats kan uitsluitend worden toegewezen aan een handelingsbekwame, natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

Artikel 7 Toewijzing standplaatsen

  • 1. Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats.

  • 2. Aan een natuurlijk persoon, zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid wordt slechts een vergunning verleend voor het innemen van één standplaats per markt.

  • 3. Vergunninghouders van een vaste plaats worden op de anciënniteitlijst ingeschreven met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld tot welke branche zij horen of welke artikelen zij verhandelen.

  • 4. Het verlenen van een vergunning voor het innemen van een dagplaats geschiedt op het moment dat een standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

Artikel 8 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een bij of krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 9 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vergunning voor een vaste plaats in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit de vergunning wordt overgeschreven;

    • c.

      indien een vergunninghouder zich voor een periode van 2 jaar heeft laten vervangen op grond van artikel 10 van het Uitvoeringsbesluit;

  • 2. Het college kan een vergunning voor een vaste plaats intrekken:

    • a.

      Indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt.

    • b.

      Indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan het bepaalde in artikel 6, lid 2 deze verordening.

  • 3. Indien het bepaalde in het eerste of tweede lid toepassing vindt, wordt de inschrijving op de anciënniteitlijst doorgehaald.

Hoofdstuk 3 straf-, sanctie-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10 Intrekking vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 kan het college een vergunning voor een vaste plaats voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat of vervangt:

  • a.

    Het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    Niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

  • d.

    het algemeen belang en/of de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid van de markt schaadt.

Artikel 11 Uitsluiting van persoon die een dagplaats of een lotingsplaats inneemt

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats van de toewijzing van een dagplaats uitsluiten voor ten hoogste acht marktdagen, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standplaats;

  • d.

    niet of tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

Artikel 12 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan de artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van een goed verloop van de markt leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14 Overgangsbepalingen

  • 1. Vergunningen en ontheffingen -hoe ook genaamd- verleend bij of krachtens de Marktverordening Gemeente Zwolle van 1 juni 2006 blijven -indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening- van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2. De bestaande anciënniteitslijst wordt geacht de anciënniteitslijst in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3. De sollicitanten- en waarnemingslijst vervallen op het moment dat deze verordening in werking treedt.

  • 4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning of ontheffing is ingediend en voor dat tijdstip daarop niet is beslist, wordt op deze aanvraag beslist op grond van deze verordening.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Marktverordening gemeente Zwolle 2015.