Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Achtkarspelen houdende regels omtrent subsidies samenleving Subsidieregeling Samenleving 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Subsidieregeling Samenleving 2019

1 Algemeen

1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1. actief lid: een natuurlijk persoon die als lid van een vereniging actief deelneemt aan de activiteiten van die vereniging;

  • 2. amateurkunstbeoefening: de beoefening op amateurbasis door harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands, drumbands en majorettekorpsen, zang- en toneelverenigingen;

  • 3. jeugdlid: een lid van een vereniging dat op 1 januari van het subsidiejaar in de leeftijdscategorie van 4 tot en met 17 jaar valt en dat tevens is ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie van de gemeente Achtkarspelen;

  • 4. kwaliteitsfactor: de factor die de zwaarte aangeeft van de bevoegdheid van de leider/trainer die de jeugdleden traint;

  • 5. sociaal-cultureel werk: sociaalagogische dienstverlening (op vrijwillige basis) aan personen en groepen, gericht op hun cultureel en maatschappelijke functioneren in de samenleving;

  • 6. sportevenement: elke voor publiek toegankelijke sportactiviteit die voldoet aan de nadere eisen als bedoeld in artikel 3.12;

  • 7. sporttechnisch kader: sporttechnisch geschoolde leiding, in het bezit van de door de betreffende landelijke of regionale sportorganisaties vereiste diploma’s en/of bevoegdheden en in dienst bij het sporttechnisch kader van Sport Fryslân;

  • 8. sportvereniging:

    • a)

      een vereniging die is aangesloten bij een regionale of landelijke door het NOC*NSF erkende sportbond en statutair is gevestigd in de gemeente Achtkarspelen;

    • b)

      een rechtspersoon die naar het oordeel van burgemeester en wethouders met een in het eerste lid bedoelde vereniging kan worden gelijkgesteld.

Artikel 1.2 Algemene subsidieverordening

  • 1. De Algemene subsidieverordening Achtkarspelen 2016 is van toepassing op subsidies die op basis van deze regeling worden verstrekt.

  • 2. Voor zover in deze regeling van de Algemene subsidieverordening Achtkarspelen 2016 afwijkende bepalingen zijn opgenomen, geldt deze verordening.

Artikel 1.3 Doelgroep

  • 1. De subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 1.4 Te subsidiëren activiteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen activiteiten subsidiëren, voor zover deze

  • 2. betrekking hebben op:

    • a)

      cultuur;

    • b)

      sport;

    • c)

      samenlevingszaken.

  • 3. De activiteiten bedoeld in het eerste lid kunnen gericht zijn op speciale categorieën van de bevolking en/of op bijzondere situaties.

Artikel 1.5 Weigeringsgronden

In aanvulling op het bepaalde in artikel 4:25, tweede lid en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen burgemeester en wethouders een subsidie weigeren wanneer:

  • 1.

    de activiteit niet plaatsvindt in de gemeente Achtkarspelen;

  • 2.

    de activiteit naar hun mening niet of niet voldoende aansluit bij de initiatieven en de behoeften van de bevolking of groepen daaruit;

  • 3.

    de subsidieaanvrager statutair buiten de gemeente Achtkarspelen is gevestigd;

  • 4.

    de activiteiten niet worden begeleid door, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, deskundige leiding;

  • 5.

    de activiteit niet voor iedereen toegankelijk is;

  • 6.

    overwegend partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming of bewustwording wordt beoogd of feitelijk verricht;

  • 7.

    burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het derde lid, mits de activiteit waarvoor subsidie wordt verleend direct ten goede komt aan de inwoners van de gemeente Achtkarspelen en de activiteit niet reeds in voldoende mate door een lokale instelling wordt verricht.

1.2 Verplichtingen

Artikel 1.6 Eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage van de deelnemers dient in redelijke verhouding te staan tot de kosten van de activiteiten, waarbij de doelgroep en de aard van de activiteiten een rol kunnen spelen.

  • 2. Of een eigen bijdrage als bedoeld in het eerste lid in redelijke verhouding staat tot de kosten van de activiteiten, staat ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

Artikel 1.7 Toegankelijkheid accommodaties

Als activiteiten worden uitgevoerd in een accommodatie, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger verplichten er voor te zorgen dat de accommodatie mede bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar is voor mensen met een lichamelijke beperking.

2 Cultuur

2.1 Amateurkunst

Artikel 2.1 Aanvraag

Een aanvraag tot vaststelling van subsidie amateurkunst moet worden ingediend voor 1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.

2.1.1 Harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands (hafabra)

Artikel 2.2 Te subsidiëren activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands.

Artikel 2.3 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de hafabra is vastgesteld op € 12.500.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders verstrekken jaarlijks een basisbedrag per vereniging en een bedrag per actief jeugdlid tot een maximum van 30 jeugdleden.

  • 3.

    Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

    fanfare: een basisbedrag van € 1.200

    een bedrag per jeugdlid van € 60

    brassband: een basisbedrag van € 750

    een bedrag per jeugdlid van € 60

2.1.2 Drumbands en majorettekorpsen

Artikel 2.4 Te subsidiëren activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor drumbands en majorettekorpsen.

Artikel 2.5 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1.

    Het subsidieplafond voor drumbands en majorettekorpsen is vastgesteld op € 2.000.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders verstrekken jaarlijks een basisbedrag per vereniging en een bedrag per actief jeugdlid tot een maximum van 30 jeugdleden.

  • 3.

    Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

    drumband: een basisbedrag van € 750

    een bedrag per jeugdlid van € 40

    majorettekorps: een basisbedrag van € 300

    een bedrag per jeugdlid van € 40

2.1.3 Zang- en toneelverenigingen

Artikel 2.6 Te subsidiëren activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor zang- en toneelverenigingen.

Artikel 2.7 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1.

    Het subsidieplafond voor zangverenigingen is vastgesteld op € 2.500.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor toneelverenigingen is vastgesteld op € 1.800

  • 3.

    Burgemeester en wethouders verstrekken jaarlijks een basisbedrag per vereniging en een bedrag per actief jeugdlid tot een maximum van 30 jeugdleden.

  • 4.

    Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

    een basisbedrag van € 300

    een bedrag per jeugdlid van € 40

2.2 Culturele activiteiten

Artikel 2.8 Te subsidiëren activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het organiseren van culturele activiteiten op het gebied van podiumkunsten, beeldende kunst, literatuur, muziek en cultureel erfgoed.

Artikel 2.9 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het organiseren van culturele activiteiten is vastgesteld op € 18.000.

  • 2.

    Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

    Eenmalige culturele activiteiten

    • -

      voor eenmalige culturele activiteiten is een bedrag van € 15.000 beschikbaar;

    • -

      maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 1.500 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

  • Activiteiten voor jongeren op het terrein van de amateurkunst

    • -

      voor activiteiten voor jongeren georganiseerd door verenigingen amateurkunst is een bedrag van € 3.000 beschikbaar;

    • -

      maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 1.000 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders;

    • -

      de activiteit dient ter stimulering van het binden van jongeren aan de amateurkunst;

    • -

      samenwerking met het onderwijs en/of culturele instellingen, zoals het cultuurcentrum, is een voorwaarde.

2.3 Friese taal en cultuur

Artikel 2.10 Te subsidiëren activiteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het organiseren van activiteiten op het gebied van de Friese taal en cultuur.

  • 2. De activiteiten worden als volgt verdeeld:

    • a.

      eenmalige activiteiten in het voorschools, basis- en voortgezet onderwijs;

    • b.

      overige activiteiten.

Artikel 2.11 Subsidieplafond en hoogte van de subsidie

  • 1. Het subsidieplafond voor het organiseren van activiteiten zoals genoemd in het tweede lid, onder a is vastgesteld op € 2.500.

  • 2. Het subsidieplafond voor het organiseren van activiteiten zoals genoemd in het tweede lid, onder b is vastgesteld op € 5.000.

  • 3. Maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 1.000 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

3 Sport

3.1 Jeugdsport

Artikel 3.1 Te subsidiëren activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor:

  • 1.

    een bijdrage in de loonkosten van het sporttechnisch kader voor de training van jeugdleden;

  • 2.

    een bijdrage per jeugdlid.

Artikel 3.2 Nadere eisen

Om tot vaststelling van de subsidie te komen, kan de gemeente steekproefsgewijs het trainingsschema, de behaalde diploma’s van het sporttechnisch kader en een volledige ledenlijst met jeugdleden opvragen.

Artikel 3.3 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor 1 mei van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. Een aanvraag wordt pas in behandeling genomen na het verstrijken van de gehanteerde uiterste indieningsdatum.

Artikel 3.4 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1. Het subsidieplafond voor een bijdrage in de loonkosten van het sporttechnisch kader ten behoeve van de training van jeugdleden is vastgesteld op € 9.500.

  • 2. Het subsidieplafond voor een bijdrage per jeugdlid is vastgesteld op Є 13.000.

  • 3. De bijdrage in de loonkosten van het sporttechnisch kader, zoals vermeld in artikel 3.1, eerste lid, bedraagt € 68 per trainer(ster)/leider(ster) vermenigvuldigd met een kwaliteitsfactor.

  • 4. De in het derde lid bedoelde kwaliteitsfactor bedraagt:

    • a)

      1 voor kader in het bezit van een bevoegdheid waarvan de opleiding minimaal 9 en maximaal 75 uren heeft bedragen;

    • b)

      2 voor kader in het bezit van een bevoegdheid waarvan de opleiding minimaal 76 en maximaal 200 uren heeft bedragen;

    • c)

      3 voor kader in het bezit van een bevoegdheid waarvan de opleiding meer dan 200 uren heeft bedragen.

  • 5. De sportopleidingen waaraan de in het derde lid bedoelde kwaliteitsfactor wordt toegekend, zijn de opleidingen die worden erkend door NOC*NSF en de sportbonden.

  • 6. Een sportvereniging die niet is aangesloten bij een regionale of landelijke door het NOC*NSF erkende sportbond ontvangt 50% van het subsidiebedrag waar op grond van het derde en vierde lid aanspraak op zou bestaan wanneer zij wel bij een dergelijke sportbond aangesloten zou zijn.

  • 7. De bijdrage per jeugdlid, zoals vermeld in artikel 3.1, tweede lid, bedraagt € 6.

  • 8. Wanneer het totaal van de aanvragen het subsidieplafond overschrijdt, wordt het beschikbare bedrag naar evenredigheid verdeeld.

3.2 Sportstimulering

3.2.1 Sportactiviteiten

Artikel 3.5 Te subsidiëren activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen aan sportverenigingen een subsidie verstrekken voor activiteiten die voortvloeien uit gemeentelijke sportstimuleringsprojecten.

Artikel 3.6 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1. Het subsidieplafond voor het organiseren van activiteiten die voortvloeien uit gemeentelijke stimuleringsprojecten is vastgesteld op € 1.500.

  • 2. Maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 150 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

3.2.2 Cursussen en trainingen

Artikel 3.7 Te subsidiëren activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het deelnemen van verenigingsleden aan trainingen of cursussen om te kunnen functioneren als bestuurder, scheidsrechter, leider, trainer of vrijwilliger.

Artikel 3.8 Nadere eisen

De subsidie wordt verstrekt onder de voorwaarde dat het diploma wordt behaald en dat kopieën van de diploma’s en nota’s worden overgelegd.

Artikel 3.9 Aanvraag

Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet uiterlijk acht weken na ontvangst van de laatste diploma-uitslag worden ingediend.

Artikel 3.10 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1. Het subsidieplafond voor het deelnemen aan cursussen en trainingen is vastgesteld op € 1.500.

  • 2. Maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 150 per cursus, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

3.3 Sportevenementen

Artikel 3.11 Te subsidiëren activiteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen sportevenementen subsidiëren.

  • 2. De evenementen bedoeld in het eerste lid kunnen gericht zijn op speciale categorieën van de bevolking en/of op bijzondere situaties.

Artikel 3.12 Nadere eisen

Om voor een subsidie in aanmerking te kunnen komen dient het evenement te voldoen aan de volgende criteria.

  • 1.

    het evenement draagt in positieve zin bij aan de vergroting van de naamsbekendheid van de gemeente Achtkarspelen en;

  • 2.

    het evenement heeft, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een bovengemeentelijke uitstraling en;

  • 3.

    het evenement draagt bij aan het lokale welzijn van de bewoners van de gemeente Achtkarspelen c.q. is van waarde voor de inwoners van Achtkarspelen.

Artikel 3.13 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de evenementen is vastgesteld op € 30.000.

  • 2.

    Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

    categorie ‘nationaal’ : € 1.250

    categorie ‘regionaal’ : € 750

Beoordelingsvragen

Aan de hand van de volgende vragen wordt beoordeeld in welke categorie een evenement thuishoort.

Op welke wijze komt het evenement door middel van een redactioneel verslag in de publiciteit?

  • -

    via regionale kranten 1 punt

  • -

    via provinciale dagbladen / radio / tv 2 punten

  • -

    via landelijke dagbladen / radio / tv 3 punten

Waar komen de deelnemers vandaan?

  • -

    uit de gemeente 1 punt

  • -

    uit de regio / provincie 2 punten

  • -

    uit heel Nederland / buiten Nederland 3 punten

Wat is het aantal bezoekers van het evenement?

  • -

    minder dan 5000 1 punt

  • -

    tussen de 5000 en 8000 2 punten

  • -

    meer dan 8000 3 punten

Bij een totaal van 3 tot en met 6 punten komt het evenement in categorie ‘regionaal’

Bij een totaal van 7 tot en met 9 punten komt het evenement in categorie ‘nationaal’

4 Samenlevingszaken

4.1 Recreatie en toerisme

Artikel 4.1 Te subsidiëren activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor activiteiten ter stimulering van recreatie en toerisme in de gemeente Achtkarspelen.

Artikel 4.2 Nadere eisen

Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen dient de subsidieaanvrager samenwerking te zoeken met één of meerdere partijen.

Artikel 4.3 Subsidieplafond en hoogte van de subsidie

  • 1. Het subsidieplafond voor het organiseren van activiteiten op het terrein van recreatie en toerisme is vastgesteld op € 4.000.

  • 2. maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 1.000 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

4.2 Leefbaarheid

Artikel 4.4 Te subsidiëren activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks een subsidie verstrekken voor activiteiten ter handhaving of verbetering van de leefbaarheid van een dorp dat deel uitmaakt van de gemeente Achtkarspelen.

Artikel 4.5 Te subsidiëren instelling

De subsidie wordt alleen verleend aan één vereniging plaatselijk belang per dorp die zich specifiek ten doel heeft gesteld het dorpsbelang te behartigen.

Artikel 4.6 Aanvraag

Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor 1 april van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.

Artikel 4.7 Nadere eisen

  • 1. De subsidiegelden moeten in het algemeen belang ten gunste van de inwoners van het dorp of van een specifieke doelgroep binnen de bevolking van het dorp worden aangewend.

  • 2. Een subsidieontvanger is niet verplicht de subsidie te besteden in het jaar waarin het beschikbaar is gesteld.

Artikel 4.8 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1.

    Het subsidieplafond voor leefbaarheid is vastgesteld op € 45.155.

  • 2.

    Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

    per vereniging plaatselijk belang een bedrag van € 4.105.

4.3 Sociaal-cultureel werk

Artikel 4.9 Te subsidiëren activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het sociaal-cultureel werk.

Artikel 4.10 Te subsidiëren instellingen

De subsidie wordt verleend aan een organisatie of instelling in een dorp die sociaal-cultureel werk aanbiedt, faciliteert of coördineert.

Artikel 4.11 Nadere eisen

  • 1. De activiteiten richten zich op jeugd/jongeren of volwassenen.

  • 2. De subsidieaanvrager dient ten minste twaalf activiteiten voor het sociaal-cultureel werk en/of de jeugdhonken per jaar te organiseren voor inwoners van de gemeente Achtkarspelen.

  • 3. Ten minste 95% van de deelnemers aan de activiteiten van de subsidieaanvrager dient inwoner te zijn van de gemeente Achtkarspelen.

Artikel 4.12 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag tot verlening van subsidie moet worden ingediend voor 1 maart van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 2. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor 1 maart na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is aangevraagd. Deze aanvraag moet zijn voorzien van een verslag met daarin het aantal daadwerkelijk georganiseerde activiteiten en een financiële verantwoording.

Artikel 4.13 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1. Het subsidieplafond voor het sociaal-cultureel werk is vastgesteld op € 158.000.

  • 2. Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

    • a.

      een basisbedrag voor activiteiten van € 2.000 per dorp;

    • b.

      een aanvullend bedrag per dorp op basis van inwoneraantal.

  • 3. Voor het subsidiebedrag zoals genoemd in het tweede lid, onder b, worden drie categorieën gehanteerd:

    • -

      < 1.500 inwoners : € 6.800

    • -

      > 1.500 en < 4.000 inwoners : € 15.600

    • -

      > 4.000 inwoners : € 22.400

  • 4. Wanneer er meerdere aanvragen uit één dorp zijn, wordt het subsidiebedrag naar rato verdeeld over de aanvragers.

4.4 Mienskipsinitiatieven

Artikel 4.14 Te subsidiëren activiteiten

Het college kan ter bevordering van de leefbaarheid in de gemeente Achtkarspelen subsidie verstrekken voor maatschappelijke initiatieven en/of activiteiten die participatie en inzet van inwoners bevorderen.

Artikel 4.15 Nadere eisen

Om voor subsidie in aanmerking te komen, voldoet de subsidieaanvraag aan de volgende eisen:

  • 1.

    de activiteit draagt in ieder geval bij aan een van de volgende aspecten: het vergroten van de sociale cohesie, het verbinden van mensen, het initiëren of bevorderen van samenwerkingsverbanden, het creëren van betrokkenheid of draagvlak in de gemeente Achtkarspelen;

  • 2.

    de activiteit moet haalbaar en uitvoerbaar zijn binnen een jaar nadat de subsidieaanvrager de subsidiebeschikking heeft ontvangen;

  • 3.

    de subsidieontvanger levert voor de gemeentelijke website beeld- of geluidsmateriaal aan, voorzien van een korte toelichting (maximaal 200 woorden) waaruit blijkt dat de activiteit is uitgevoerd.

Artikel 4.16 Weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden vermeld in artikel 1.5 kunnen burgemeester en wethouders de subsidie weigeren wanneer voor de activiteit een andere gemeentelijke subsidie is of kan worden verstrekt.

Artikel 4.17 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1. Het subsidieplafond voor mienskipsinitiatieven is vastgesteld op € 50.000.

  • 2. De begrote kosten van de activiteiten bedragen minimaal € 2.000.

  • 3. Maximaal de helft van de begrote kosten wordt gesubsidieerd met een maximum van € 5.000 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

  • 4. Per aanvrager wordt maximaal één aanvraag per jaar in behandeling genomen.

4.5 EHBO-verenigingen

Artikel 4.18 Te subsidiëren activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor het organiseren van activiteiten door de afdelingen Eerste Hulp Bij Ongelukken (EHBO) binnen de gemeente Achtkarspelen.

Artikel 4.19 Nadere eisen

Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient de subsidieaanvrager aangesloten te zijn bij de landelijke koepelorganisatie, de Koninklijke Nederlandse Vereniging EHBO.

Artikel 4.20 Aanvraag

Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet worden ingediend voor 1 januari van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 4.21 Subsidieplafond, hoogte van de subsidie en wijze van verdeling

  • 1.

    Het subsidieplafond voor EHBO-verenigingen is vastgesteld op € 1.000.

  • 2.

    Het beschikbare budget wordt als volgt verdeeld:

    per vereniging een bedrag van € 250.

4.6 Armoedebestrijding

Artikel 4.22 Te subsidiëren activiteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verstrekken voor activiteiten ter bestrijding en voorkoming van armoede.

  • 2. Deze activiteiten moeten een bijdrage leveren aan het duurzaam ontwikkelen van de inwoners en ook stimulerend zijn voor het bevorderen van een volwaardige maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid.

Artikel 4.23 Nadere eisen

  • 1. Aan de subsidie kunnen burgemeester en wethouders, afhankelijk van de activiteit, nadere resultaatafspraken verbinden. Deze resultaatafspraken hebben betrekking op een afname van het gebruik van de activiteit en worden in de subsidiebeschikking opgenomen.

  • 2. Van de subsidieaanvragers verwachten wij dat zij zich conformeren aan de inspanningsverplichting om zoveel mogelijk met het college en andere organisaties die zich op het gebied van armoedebestrijding bezighouden samen te werken.

Artikel 4.24 Aanvraag

Een aanvraag om een jaarlijkse subsidie voor armoedebestrijding moet vóór 1 september voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten plaatsvinden bij burgemeester en wethouders zijn ingediend.

Artikel 4.25 Subsidieplafond en hoogte van de subsidie

  • 1. Het subsidieplafond voor activiteiten ten behoeve van armoedebestrijding is vastgesteld op € 30.000.

  • 2. Wanneer het totaal van de subsidieaanvragen het subsidieplafond overschrijdt, wordt de subsidie verstrekt in volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 3. De hoogte van de subsidie voor subsidieaanvragers die een structurele activiteit uitvoeren, bedraagt € 1 per inwoner met een lang (meer dan één jaar) laag inkomen (minder dan 125% van het sociaal minimum) volgens de meest recente publicatie van het CBS.

  • 4. Als de subsidieaanvrager van mening is dat voor het uitvoeren van de activiteiten een aanvullende subsidie nodig is en kan aantonen dat hiervoor geen andere bronnen zijn, kunnen burgemeester en wethouders hiertoe besluiten.

  • 5. De hoogte van de subsidie voor een eenmalige activiteit bedraagt maximaal de helft van de noodzakelijk gemaakte kosten met een maximum van € 500 per activiteit, dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Onvoorziene omstandigheden

Burgemeester en wethouders treffen de nodige voorzieningen of nemen de nodige besluiten in de gevallen waarin de subsidieregeling niet voorziet.

Artikel 5.2 Overgangsbepaling

Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening verleend zijn, blijven de bepalingen zoals opgenomen in de Subsidieregeling Samenleving d.d. 5 december 2017 van toepassing.

Artikel 5.3 Intrekken oude regelingen

De Subsidieregeling Samenleving d.d. 5 december 2017 met bijbehorend addendum jeugdsport en de Subsidieregeling Mienskipsinitiatieven Achtkarspelen d.d. 11 oktober 2016 worden gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze subsidieregeling ingetrokken.

Artikel 5.4 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2019 en eindigt op 31 december 2019.

Artikel 5.5 Citeertitel

Deze subsidieregeling kan worden aangehaald als 'Subsidieregeling Samenleving 2019’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Achtkarspelen op 20 november 2018.
secretaris,
dhr. mr. drs. E.H.C. van der Laan
burgemeester,
dhr. G. Gerbrandy

Toelichting Subsidieregeling Samenleving

Algemeen

De Subsidieregeling Samenleving van de gemeente Achtkarspelen geeft aan voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Het is een uitwerking van artikel 2, vierde lid van de Algemene subsidieverordening Achtkarspelen 2016 (Asv). Daarin is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders nadere regels kunnen vaststellen ter uitvoering van de Asv. Bovendien kunnen daarbij andere criteria voor die verstrekking worden vastgesteld en regels worden gesteld met betrekking tot de verplichtingen die aan de subsidiebeschikking kunnen worden verbonden.

Hiermee wordt voldaan aan de bepalingen van artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin is voorgeschreven dat subsidie slechts wordt verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt.

Het is overigens niet voorgeschreven om voor alle gemeentelijke subsidies afzonderlijke subsidieregelingen vast te stellen. Met name in die gevallen waarin de te subsidiëren activiteiten slechts door één of een zeer gering aantal subsidieontvangers worden verricht, kan worden volstaan met het vermelden van de naam van de subsidieontvanger en de maximumsubsidie per ontvanger in de begroting. Een voorbeeld is de stichting Bibliotheken Noord Fryslân. Eventuele verplichtingen die in het kader van de subsidieverstrekking moeten worden opgelegd aan de subsidieontvanger worden opgenomen in de subsidiebeschikking.

In de Subsidieregeling Samenleving zijn alleen die subsidies opgenomen waarbij meerdere subsidieontvangers zijn of kunnen zijn.

Artikelsgewijze toelichting

Van de artikelen die hieronder niet worden toegelicht, spreekt de inhoud voor zichzelf.

Artikel 1.2 Algemene subsidieverordening

Naast de Subsidieregeling Samenleving is ook de Algemene subsidieverordening van toepassing op de subsidiëring van activiteiten. Regelt de Subsidieregeling Samenleving iets anders dan de Algemene subsidieverordening, dan gaat de Subsidieregeling Samenleving voor.

Artikel 1.3 Doelgroep

In het eerste lid is bepaald dat subsidies alleen kunnen worden toegekend aan organisaties die volledige rechtspersoonlijkheid bezitten, met de mogelijkheid van ontheffing in bijzondere gevallen (tweede lid). Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat allerlei informele organisaties zonder duidelijke organisatiestructuur en bevoegdhedenverdeling aanspraak op subsidie kunnen maken.

Artikel 1.4 Te subsidiëren activiteiten

Diverse activiteiten worden van belang geacht voor het welzijn van de inwoners van de gemeente Achtkarspelen. Deze activiteiten zijn in de subsidieregeling onderverdeeld in cultuur, sport en samenlevingszaken. Deze onderdelen zijn uitgewerkt in de hoofdstukken 2 tot en met 4. Om ervoor te zorgen dat de subsidie daadwerkelijk voorziet in een behoefte moeten de activiteiten aansluiten bij de initiatieven en wensen van de inwoners van Achtkarspelen.

Artikel 1.5 Weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden in de Awb bevat de subsidieregeling weigeringsgronden die moeten voorkomen dat subsidie wordt verleend ten behoeve van activiteiten die niet in het algemeen belang zijn van de inwoners van de gemeente Achtkarspelen.

Hoofdstukken 2 tot en met 4 (algemeen)

De opbouw van de hoofdstukken waarin nadere bepalingen over de te subsidiëren activiteiten zijn uitgewerkt, is in grote lijnen steeds dezelfde. Aangegeven is welke specifieke activiteiten worden gesubsidieerd en aan welke nadere eisen voldaan moet zijn om in aanmerking te komen voor subsidiëring. Voorts is aangegeven wat de hoogte van de subsidie is, dan wel op welke wijze deze berekend wordt. Tenslotte zijn de verdeelregels opgenomen. Deze regels geven aan op welke wijze het totaal beschikbare subsidiebedrag (het subsidieplafond) wordt verdeeld wanneer het aantal aanvragen dit bedrag overschrijdt.

Hoofdstuk 2 Cultuur

Cultuur is onderverdeeld in de volgende subactiviteiten:

  • -

    amateurkunst;

  • -

    culturele activiteiten;

  • -

    Friese taal en cultuur.

Paragraaf 2.1 Amateurkunst

De amateurkunst is onderverdeeld in:

  • -

    harmonie-, fanfarekorpsen en brassbands;

  • -

    drumbands en majorettekorpsen;

  • -

    zang- en toneelverenigingen.

De verenigingen amateurkunst vergroten het saamhorigheidsgevoel, verstevigen de sociale structuur in de samenleving en dus ook de leefbaarheid van het platteland. Deze verenigingen vervullen een belangrijke rol binnen het culturele klimaat van onze gemeente. Om deelname aan de amateurkunst te stimuleren, zijn subsidiemogelijkheden gecreëerd voor alle soorten verenigingen binnen de amateurkunstbeoefening.

Paragraaf 2.2 Culturele activiteiten

Cultuur kan bijdragen aan de ontplooiing en verrijking van individuele burgers, maar deelname aan culturele activiteiten heeft ook een belangrijke bindende werking voor de lokale samenleving. Door middel van het creëren van subsidiemogelijkheden worden de culturele activiteiten gestimuleerd. Organisaties die jaarlijks een cultureel programma aanbieden komen ook in aanmerking voor deze subsidiemogelijkheden.

Onder culturele activiteiten worden verstaan:

  • -

    podiumkunsten;

  • -

    beeldende kunst;

  • -

    literatuur;

  • -

    muziek;

  • -

    cultureel erfgoed.

Paragraaf 2.3 Friese taal en cultuur

Om het gebruik en behoud van de Friese taal en cultuur te stimuleren zijn er subsidiemogelijkheden voor het organiseren van activiteiten op dit terrein.

Taal zien we als belangrijk instrument en voorwaarde voor een kansrijke ontwikkeling van kinderen in het belang van een succesvolle schoolloopbaan. Goede beheersing van de moedertaal heeft een positief effect op de taalvaardigheidsontwikkeling in de tweede taal. Door onderwijs in het Fries kunnen kinderen zich deze taal (beter) eigen maken, waarmee ze een betere basis krijgen voor het aanleren van andere talen. We stimuleren de ontwikkeling van ‘trijetalige skoallen’.

Hoofdstuk 3 Sport

Sportbeoefening is in het belang van de ontwikkeling en het welzijn van de inwoners van de gemeente Achtkarspelen. Sport wordt bovendien gezien als middel om maatschappelijke problemen aan te pakken. Subsidiëring van sportactiviteiten is daarom op zijn plaats. Het accent wordt gelegd bij de jeugd en de stimulering van deelname aan activiteiten door alle categorieën van de bevolking. Deskundige begeleiding en goede accommodaties zijn belangrijke hulpmiddelen.

Sport is onderverdeeld in de volgende subactiviteiten.

  • -

    jeugdsport;

  • -

    sportstimulering;

  • -

    sportevenementen.

Uitdrukkelijk regelt de subsidieregeling dat het moet gaan om de vorming van lichaam en/of geest. Ook denksporten vallen dus onder de reikwijdte van de subsidieregeling.

Paragraaf 3.1 Jeugdsport

In het geval van de jeugdsport is de subsidie afhankelijk van de zwaarte van de opleiding die de trainer/leider met succes heeft gevolgd. Het moet dan wel gaan om een opleiding die wordt erkend door NOC*NSF. Afhankelijk van de duur van de opleiding wordt de subsidie vermenigvuldigd met een factor 1, 2 of 3.

Paragraaf 3.2 Sportstimulering

Burgemeester en wethouders kunnen aan sportverenigingen een subsidie verstrekken voor activiteiten met als doel burgers te stimuleren tot sportdeelname dan wel voor activiteiten die sportverenigingen in staat moeten stellen goed te functioneren. Hiertoe behoren activiteiten die voortvloeien uit gemeentelijke stimuleringsprojecten en het deelnemen van verenigingsleden aan trainingen of cursussen om te kunnen functioneren als bestuurder, scheidsrechter, leider, trainer of vrijwilliger.

Paragraaf 3.3 Sportevenementen

Voor het stimuleren van sportevenementen met een bovengemeentelijke uitstraling zijn subsidiemogelijkheden gecreëerd. Hiernaast moeten de sportevenementen in positieve zin bijdragen aan de vergroting van de naamsbekendheid van de gemeente en bijdragen aan het welzijn van haar inwoners.

Hoofdstuk 4 Samenlevingszaken

Het onderdeel samenlevingszaken is onderverdeeld in de volgende subactiviteiten:

  • -

    recreatie en toerisme;

  • -

    leefbaarheid;

  • -

    mienskipsinitiatieven;

  • -

    sociaal-cultureel werk;

  • -

    EHBO-verenigingen;

  • -

    armoedebestrijding.

Paragraaf 4.1 Recreatie en toerisme

Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken voor activiteiten die het toeristisch recreatieve klimaat versterken.

Paragraaf 4.2 Leefbaarheid

Om de leefbaarheid van de dorpen die deel uitmaken van de gemeente Achtkarspelen te handhaven of te verbeteren, worden jaarlijks subsidies verstrekt aan de verenigingen die zich specifiek ten doel stellen het dorpsbelang te behartigen.

Paragraaf 4.3 Sociaal-cultureel werk

De activiteiten sociaal-cultureel werk dragen bij aan het oplossen van sociaal maatschappelijke vraagstukken in het dorp. Uitgangspunt van het beleid is dat elke van de elf dorpen in Achtkarspelen een voorziening heeft voor sociaal-cultureel werk.

De activiteiten kunnen gericht zijn op jeugd en/of volwassenen. Jeugdactiviteiten kunnen worden onderscheiden in drie categorieën: peuterwerk (2 tot 5 jaar), kinderwerk (5 tot 12 jaar) en jongerenwerk (12 tot 18 jaar). Hoofdactiviteit binnen het jongerenwerk is het aanbieden van soosactiviteiten. Dit sluit aan bij de doelstellingen van het gemeentelijk beleid inzake alcoholpreventie (in de jeugdsoos mag geen alcohol worden geschonken) en biedt de mogelijkheid voor signalering en begeleiding van jongeren door beroepskrachten.

Paragraaf 4.4 Mienskipsinitiatieven

De gemeente Achtkarspelen wil de betrokkenheid en het eigenaarschap voor de eigen leefomgeving stimuleren. Het gaat daarbij vooral om het verbinden en versterken van inwoners. De eigen kracht van inwoners en dorpen staat hierbij centraal en wij faciliteren dit door financiële ondersteuning.

Paragraaf 4.5 EHBO-verenigingen

In deze paragraaf is de subsidieverstrekking voor verenigingen Eerste Hulp bij Ongelukken (EHBO) opgenomen. EHBO-verenigingen hebben tot doel het bevorderen van datgene dat bijdraagt tot een zo goed mogelijke eerste hulpverlening bij ongelukken. EHBO-verenigingen trachten dit doel te bereiken door onder andere het organiseren van cursussen en het geven van voorlichting.

Paragraaf 4.6 Armoedebestrijding

De gemeente Achtkarspelen staat een stimulerend minimabeleid met aandacht voor de duurzame ontwikkeling van de burger voor, waarbij onder het aanspreken van de eigen verantwoordelijkheid iedere inwoner (vraaggericht) recht heeft op een individuele ondersteuning van de gemeente vanuit bijzondere bijstand en gemeentelijke voorzieningen waarbij individueel maatwerk de basis is.

Gelukkig staat de gemeente in de taak op het gebied van armoedebestrijding niet alleen en zijn er andere organisaties die ook een onderdeel hiervan voor hun rekening nemen. Op basis van wederkerigheid ligt het voor de hand dat wij dergelijke instanties kunnen subsidiëren. Met deze paragraaf zijn de criteria vastgelegd onder welke voorwaarden wij dat kunnen doen. Centraal staat dat gemeente en organisaties een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben en versterkend ten opzichte van elkaar moeten zijn. Vanwege deze reden is bepaald dat subsidieaanvragers zich conformeren aan een inspanningsverplichting om zoveel mogelijk met de gemeente en andere organisaties samen te werken.

Uitdrukkelijk speelt bij de vaststelling van de subsidie het aantal inwoners dat gebruik maakt van de diensten van de organisaties geen rol, omdat hieruit een stimulans zou kunnen uitgaan voor het in stand houden van de activiteit, terwijl het achterliggende doel van armoedebestrijding moet zijn dat men zichzelf op termijn ‘overbodig’ maakt.

Wij verwachten van de subsidieaanvragers dat deze alles doen om ook andere financieringsbronnen aan te boren.

Er wordt een onderscheid gemaakt in subsidieaanvragers die structurele activiteiten verrichten en subsidieaanvragers die een eenmalige activiteit willen uitvoeren. Onder structurele activiteiten verstaan wij dat de activiteiten gedurende het hele jaar binnen het grootste deel van de weken met een zekere regelmaat worden uitgevoerd. Een eenmalige activiteit kan een eendaags evenement zijn, zoals een thema-avond.