De Verordening op de vertrouwenscommissie

Geldend van 22-04-2020 t/m heden

Intitulé

De Verordening op de vertrouwenscommissie

De gemeenteraad van de gemeente Alphen-Chaam;  gelezen het voorstel van het presidium d.d. 18 februari 2020;  

gelezen de brief van de commissaris van de Koning van Noord-Brabant van 21 januari 2020 inzake de herbenoeming van de burgemeester;

gelezen de circulaire Benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 september 2017;  gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet;   B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voorbereidt (hierna: de commissie).

Artikel 1 Taak

De commissie heeft tot taak de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden.

Artikel 2 Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit vijf vertegenwoordigers van de fracties in de gemeenteraad, één per fractie, te weten: De heer J.P.D. van Dongen (CDA); De heer J. Bijlsma (GBA); Mevrouw J.S.A. Willemstein (GBSV); De heer A.P.W.M. Huijben (VVD); De heer W.J.A.M. van den Brandt (GSU)

  • 2.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 3 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De raadsgriffier is secretaris van de commissie.

  • 2.

    De gemeentesecretaris is plaatsvervangend secretaris van de commissie.

  • 3.

    De (plaatsvervangend) secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 4.

    De (plaatsvervangend) secretaris is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Artikel 4 Adviseur

  • 1.

    De commissie kiest een wethouder van het college als adviseur, te weten de heer A.L.J. Braspenning.

  • 2.

    De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie.

  • 3.

    De adviseur is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 5 Geheimhouding

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

  • 2.

    De (fungerend) voorzitter van de commissie wijst bij de herbenoemingsprocedure in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Gemeentewet.

  • 3.

    De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden die geen zitting (meer) hebben in de commissie en aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 9 van deze verordening, geen inzage in of informatie over de inhoud van de stukken of het behandelde in vergaderingen of in gesprekken wordt verstrekt.

  • 4.

    De commissie treft, met inachtneming van de artikel 7, 8, tweede lid, en 12 van deze verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 5.

    De commissie en de gemeenteraad kunnen de geheimhouding waartoe de Gemeentewet, respectievelijk zullen de geheimhouding waartoe het derde lid van deze verordening verplicht, niet opheffen.

  • 6.

    De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 7.

    Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de (plaatsvervangend) secretaris en de adviseur.

Artikel 6 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie leden dit noodzakelijk achten.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie en aan de adviseur.

  • 3.

    De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4.

    De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 7 Contactpersoon

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van ‘geheim’ op de envelop en boven de ingesloten stukken gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privéadres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privéadres van de secretaris verzonden.

Artikel 8 Bijzondere bepalingen over de herbenoemingsprocedure

  • 1.

    De commissie maakt vooraf aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris van de Koning kenbaar op basis van welke informatiebronnen zij zich een oordeel zal vormen over het functioneren van de burgemeester. Daarbij baseert zij zich in ieder geval op de profielschets en de wettelijke taken van de burgemeester.

  • 2.

    Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat bij het verslag van bevindingen wordt gevoegd. Het verslag van het gesprek met de burgemeester wordt niet openbaar gemaakt.

  • 3.

    Het verslag van bevindingen wordt in ieder geval vergezeld van een conceptaanbeveling inzake de herbenoeming.

  • 4.

    Indien ter zake van het functioneren van de burgemeester afspraken zijn gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze expliciet in het verslag van bevindingen vermeld.

  • 5.

    Lopende een procedure tot herbenoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de burgemeester bij Koninklijk besluit is herbenoemd. Dit is van overeenkomstige toepassing indien de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties niet besluit tot herbenoeming.

Artikel 9 Verslag

  • 1.

    De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste: a. een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht,

b. een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

2. Bij herbenoemingen wordt het verslag van bevindingen vergezeld van het verslag van het gesprek met de burgemeester over het conceptverslag van bevindingen en de conceptaanbeveling over de herbenoeming.

3. De secretaris stelt een verslag op van het klankbordgesprek.

4. De commissie stelt het verslag vast nadat de leden van de commissie en de burgemeester de gelegenheid hebben gehad te reageren op het conceptverslag.

5. Het verslag wordt getekend door de burgemeester, de voorzitter en de secretaris.

6. Raadsleden kunnen het verslag inzien. Het verslag wordt niet openbaar gemaakt. De secretaris van de commissie zendt een afschrift van het verslag aan de burgemeester en de commissaris van de Koning.

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 11 Ontbinding van de commissie

De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties door een Koninklijk besluit is gevolgd.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Alphen-Chaam op 16 april 2020

, griffier , voorzitter