Regeling vervallen per 01-02-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent mandaat Mandaatbesluit Altena 2019

Geldend van 09-01-2019 t/m 31-01-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Altena houdende regels omtrent mandaat Mandaatbesluit Altena 2019

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Altena,

gelezen het voorstel van de Altenacolleges;

gelet op afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht en artikel 171, lid 2 van de Gemeentewet

besluit:

  • 1.

    Vervallen te verklaren:

    • Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingbesluit, vastgesteld door het college en burgemeester van de voormalige gemeente Aalburg op 17 mei 2011, met inbegrip van alle latere wijzigingen;

    • Mandaatbesluit Werkendam, vastgesteld door het college en burgemeester van de voormalige gemeente Werkendam op 16 december 2014, met inbegrip van alle latere wijzigingen;

    • Mandaatbesluit Woudrichem, vastgesteld door het college en burgemeester van de voormalige gemeente Woudrichem op 7 september 2010, met inbegrip van alle latere wijzigingen;

  • 2.

    Vast te stellen: Mandaatbesluit Altena 2019

Mandaatbesluit Altena 2019

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Altena.

  • b.

    de burgemeester: de burgemeester van Altena als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte.

  • c.

    de directie: de directeuren gezamenlijk.

  • d.

    de gemeentesecretaris: de gemeentesecretaris van Altena en tevens algemeen directeur.

  • e.

    een directeur: een lid van de directie.

  • f.

    de teammanager: de leidinggevende van een team met een hiërarchische bevoegdheid over de medewerkers binnen dat team.

  • g.

    mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen, als bedoeld in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • h.

    ondermandaat: het verlenen van mandaat door de mandaathouder aan een ander.

  • i.

    volmacht: de bevoegdheid om namens het bevoegde bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet.

  • j.

    machtiging: de bevoegdheid om namens het bevoegde bestuursorgaan handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2 Mandaat gemeentesecretaris

  • 1. Met uitzondering van de aangelegenheden als vermeld in bijlage 1 wordt aan de gemeentesecretaris mandaat verleend ten aanzien van de tot het college en de burgemeester behorende aangelegenheden.

  • 2. Ondermandaat door de gemeentesecretaris is toegestaan tenzij de bevoegdheid bij of krachtens de wet aan de gemeentesecretaris wordt verleend of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet.

  • 3. De gemeentesecretaris is bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan onder hem ressorterende medewerkers zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, te wijzigen of in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en bekendgemaakt, tenzij het om een concrete, individuele en eenmalige aangelegenheid gaat.

Artikel 3 Uitoefening mandaat

  • 1. Het college respectievelijk de burgemeester kan instructies geven over de wijze waarop de gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend.

  • 2. Indien naar het oordeel van de mandaathouder bij de uitoefening van een bevoegdheid belangrijke bestuurlijke aspecten zijn betrokken, legt de mandaathouder de zaak vooraf voor aan de betreffende portefeuillehouder. Deze kan bepalen dat de zaak ter besluitvorming aan het college van burgemeester en wethouders moet worden voorgelegd.

  • 3. De bepalingen in het tweede lid gelden, voor zover toepasbaar, ook voor namens de burgemeester te nemen besluiten.

Artikel 4 Algemene bepalingen mandaat

  • 1. Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijkgesteld de verlening van;

    • a.

      volmacht;

    • b.

      machtiging.

  • 2. De mandaathouder maakt van de aan hem verleende bevoegdheid slechts gebruik ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot het werkterrein van zijn team of tot het aan hem opgedragen aandachtsgebied/project.

  • 3. De mandaathouder kan enkel gebruik maken van zijn mandaat voor het aangaan van financiële verplichtingen voor zover daarin is voorzien in de begroting.

  • 4. Wanneer een te nemen besluit het taakgebied van een ander team raakt, legt de mandaathouder de zaak vooraf voor aan de teammanager van dat andere team. Indien geen overeenstemming wordt bereikt legt de mandaathouder de zaak voor aan de betreffende portefeuillehouder.

Artikel 5 Vervanging mandaathouder

  • 1. Bij afwezigheid van de gemeentesecretaris wordt deze vervangen door een directeur.

  • 2. Een teammanager kan een andere teammanager vervangen.

Artikel 6 Ondertekening

  • 1. Ondertekening van gemandateerde besluiten geschiedt door vermelding namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen, gevolgd door de naam en functieaanduiding van de mandaathouder en zijn/haar handtekening.

  • 2. In publicaties en openbare kennisgevingen wordt volstaan met het vermelden van het betreffende bestuursorgaan.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als “Mandaatbesluit Altena 2019”

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena van 3 januari 2019

De secretaris,

drs. A.J.E. van der Werf-Bramer

de voorzitter,

M.A. Fränzel MSc

De burgemeester,

M.A. Fränzel MSc  

BIJLAGE 1 Aangelegenheden welke ingevolge artikel 2, eerste lid van het Mandaatbesluit Altena 2019 blijven voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

Publiekrecht

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de raad.

  • 2.

    Het vaststellen van regels omtrent de ambtelijke organisatie.

  • 3.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover deze niet door de raad worden vastgesteld.

  • 4.

    Het nemen van een beslissing op bezwaar indien deze afwijkt van het advies van de commissie voor de bezwaarschriften.

  • 5.

    Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, die betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s.

  • 6.

    Het nemen van besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie.

  • 7.

    Het nemen van besluiten om bezwaar of (administratief) (hoger) beroep aan te tekenen of een verzoek om (wijziging of opheffing van) een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen namens de gemeente of het gemeentebestuur in administratiefrechtelijke procedures.

  • 8.

    Het nemen van besluiten op schriftelijk ingediende klachten die zijn gericht tegen het functioneren van een directielid.

  • 9.

    Het nemen van een besluit tot het al dan niet verlenen van inspraak op grond van de inspraakverordening als bedoeld in artikel 150 Gemeentewet.

  • 10.

    Het vaststellen van een subsidieplafond en de wijze van verdeling ervan.

  • 11.

    Het nemen van besluiten waarbij wordt afgeweken van het beleid, richtlijnen en/of voorschriften, bij omgevingsrecht aangelegenheden met uitzondering van binnenplans afwijken van een bestemmingsplan of beheers verordening en bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (voorheen zogenaamde kruimelgevallen).

  • 12.

    Het nemen van besluiten, indien ter voorbereiding van deze besluiten een uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb) is gevoerd en zienswijzen, bedenkingen of inspraakreacties zijn ingebracht.

  • 13.

    Het nemen van beslissingen die zijn neergelegd in een document, gericht tot:

    • c.

      de raad;

    • d.

      de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;

    • e.

      de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

    • f.

      de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamergevormde commissie;

    • g.

      de vice-president van de Raad van State;

    • h.

      de president van de Algemene Rekenkamer;

    • i.

      de Ombudsvoorziening, voor zover het correspondentie betreft terzake van formele klachten;

    • j.

      enig bestuursorgaan van een provincie, waterschap of een hoogheemraadschap, voor zover geen sprake is van een aanvraag voor een subsidie, vergunning, ontheffing of vrijstelling ten behoeve van de gemeente Altena.

  • 14.

    Aan de burgemeester blijft voorbehouden het nemen van een besluit op grond van de Wet tijdelijk huisverbod en de Opiumwet.

  • 15.

    Aan de burgemeester blijft voorbehouden het besluit inhoudende een last tot inbewaringstelling (psychiatrisch ziekenhuis) in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.

  • 16.

    Aan de burgemeester blijven voorbehouden de in de Gemeentewet aan hem toegekende bevoegdheden tenzij uitdrukkelijk gemandateerd.

Privaatrecht

Aanbestedingen

  • 1.

    Het nemen van besluiten om af te wijken van het vastgestelde aanbestedingsbeleid.

  • 2.

    Het nemen van gunningsbesluiten en het afsluiten van de daaruit voortvloeiende overeenkomsten boven het bedrag van de budgetten waarover de gemeentesecretaris als hoofdbudgethouder een bevoegdheid is vertrekt middels het vaststellen van de programmabegroting.

Contracten

  • 1.

    Het besluit tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen, en bestuursovereenkomsten.

  • 2.

    Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten met een financiële waarde buiten de toegekende budgetten en vastgestelde kaders.

  • 3.

    Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten indien:

    • a.

      op grond van de Gemeentewet het college de raad vooraf over de overeenkomst moet informeren, omdat de raad daarom heeft verzocht;

    • b.

      op grond van de Gemeentewet de raad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

    • c.

      de raad ter zake om informatie heeft gevraagd.

  • 4.

    Het afgeven van garanties, borgstellingen en dergelijke, hoe ook genaamd.

Civiele (en strafrechtelijke) procedures

  • 1.

    Het besluit tot het aangaan van civiele procedures.

  • 2.

    Het besluit hoger beroep of cassatie aan te tekenen namens de gemeente of het gemeentebestuur in civiele procedures.

  • 3.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van alternatieve geschillenbeslechting, niet zijnde arbitrage of het voorleggen van geschillen aan scheidslieden voor zover afspraken daarover vooraf schriftelijk zijn vastgelegd.

  • 4.

    Het treffen van een schikking in een civiele of strafrechtelijke procedure, indien hiervoor geen financiële middelen op de vigerende begroting beschikbaar zijn.

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 1.

    Het besluit tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.

  • 2.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen/legaten/schenkingen.

  • 3.

    Het besluit tot het doen van een schenking.

  • 4.

    Het aanvaarden van een aanbod tot sponsoring.

  • 5.

    Het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.

  • 6.

    Het nemen van besluiten over het opnemen van geldleningen op de kapitaalmarkt met een looptijd van een jaar of langer.

  • 7.

    Het nemen van besluiten over het verstrekken van geldleningen via de kapitaalmarkt.

  • 8.

    Het nemen van besluiten over het doen van beleggingen op de kapitaalmarkt.

  • 9.

    Het nemen van besluiten over verzoeken om schadevergoeding boven een bedrag ad € 5.000,- voor zover dergelijke verzoeken op grond van de verzekeringspolis niet aan de verzekeraar moeten worden overgedragen.

B. Personeelsaangelegenheden

Bevoegdheden ten aanzien van individuele personeelsleden

  • 1.

    Het benoemen en ontslaan van de gemeentesecretaris.

  • 2.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van de gemeentesecretaris.

  • 3.

    Het verlenen van ontslag wegens reorganisatie of verminderde behoefte aan arbeidskrachten.

  • 4.

    Het verlenen van strafontslag.

  • 5.

    Het verlenen van toestemming tot het vervullen van nevenfuncties door de gemeentesecretaris als bedoeld in artikel 15:1 e CAR.

  • 6.

    Het toekennen van salaris bij aanstelling van gemeentesecretaris.

  • 7.

    Het toekennen van extra salarisverhoging voor de gemeentesecretaris.

  • 8.

    Het toekennen van een persoonlijke toelage voor de gemeentesecretaris.

C. Overige aangelegenheden

  • 1.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente Altena in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 2.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van het college.

  • 3.

    Het benoemen van personen in bestuurscommissies als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet.

  • 4.

    Het benoemen van personen in commissies als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet.

  • 5.

    Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet.

  • 6.

    Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet.