Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent groene subsidie (Subsidieregeling blauwgroene daken Amsterdam 2020)

Geldend van 01-04-2020 t/m 03-02-2021

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent groene subsidie (Subsidieregeling blauwgroene daken Amsterdam 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013,

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Subsidieregeling blauwgroene daken Amsterdam 2020

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    afschot: het bewust onder een bepaalde helling leggen van het dak voor het doen af- of weglopen van het water;

  • b.

    ASA 2013: Algemene subsidieverordening Amsterdam 2013;

  • c.

    blauwgroen dak: een daksysteem bestand tegen permanent water tenminste bestaande uit een beschermdoek, water bufferende laag (kratjes), een filtervlies, substraat en vegetatielaag en waarbij de afvoer van het water wordt gereguleerd door een op afstand gestuurde slimme dakstuw conform de micro watermanagement overeenkomst;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

  • e.

    de-minimisverklaring: de verklaring waarin een onderneming aangeeft of hij in het lopende en de twee direct voorafgaande belastingjaren reeds de-minimissteun heeft ontvangen, en zo ja, tot welk bedrag;

  • f.

    de-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013), met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen daarvan;

  • g.

    eigenaar van een gebouw: opstalhouder, erfpachter, vruchtgebruiker, gerechtigde tot appartementsrecht of degene aan wie een rechtspersoon deelnemings- of lidmaatschapsrechten heeft verleend die recht geven op het gebruik van het dak van een (bij)gebouw;

  • h.

    gebouw: elk bouwwerk inclusief nieuwbouw en een op water drijvend object, dat een voor mensen toegankelijke overdekt geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • i.

    micro watermanagement overeenkomst: overeenkomst tussen de eigenaar van het dak en Waternet met daarin afspraken over toegang tot data en de sturing van de slimme dakstuw;

  • j.

    onderneming: onderneming als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de de-minimisverordening, uitgezonderd woningcorporaties;

  • k.

    slimme dakstuw: een op het dak geplaatste stuw die de afvoer van het regenwater reguleert en het water op het dak buffert - op basis van neerslag voorspellingen – en die door Waternet vanaf een centraal punt via internet wordt gestuurd;

  • l.

    sociale verhuurder: een toegelaten instelling zoals opgenomen in de Woningwet;

  • m.

    subsidietijdvak: tijdvak waarbinnen de gesubsidieerde activiteiten uitgevoerd moeten worden;

  • n.

    VvE: Vereniging van Eigenaren.

Artikel 1.2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 1.3 Doel subsidieregeling

Het doel van deze subsidieregeling is het stimuleren van het verminderen van extreme waterafvoer van daken richting de riolering of het watersysteem, het vergroenen en verkoelen van de stad en het toevoegen van biodiversiteit aan de stad in het kader van het Europese onderzoeks- en renovatieproject RESILIO.

Artikel 1.4 Europees kader bij subsidie aan woningcorporaties

Voor zover een woningcorporatie activiteiten uitvoert die op grond van deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen, betreffen het Diensten van Algemeen Economisch belang als bedoeld in artikel 47 van de Woningwet. Het betreft een additionele, specifieke vergoeding in aanvulling op de compensatie die is genoemd in het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015.

Artikel 1.5 Subsidiabele activiteiten

Het college kan een eenmalige subsidie verlenen voor een op een Amsterdams gebouw nog aan te leggen nieuw blauwgroen dak dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    een minimumoppervlak van 200 vierkante meter aaneengesloten;

  • b.

    met een afschot van maximaal 1%;

  • c.

    een aantoonbare minimale wateropslagcapaciteit van gemiddeld 60 liter per vierkante meter en waarvan minimaal de helft van het waterbergingsoppervlakte bestemd is voor groen.

Artikel 1.6 Subsidiabele kosten en hoogte subsidie

  • 1. Subsidiabele kosten van de aanleg van het blauwgroene dak zijn kosten die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor het realiseren van het blauwgroene dak.

  • 2. De subsidie voor blauwgroene daken bedraagt maximaal 75% van de totale subsidiabele kosten met een maximum totaalbedrag per subsidieaanvraag van € 150.000,-., waarbij de hoogte van de subsidie wordt berekend op basis van het volgende:

    • a.

      aanleg kosten blauwgroene daken, voor maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 150,- / m2, exclusief de kosten voor de slimme dakstuw en beheer en onderhoud;

    • b.

      kosten slimme dakstuw inclusief installatiekosten zijn voor 100% subsidiabel tot maximaal € 3.000 per stuw;

    • c.

      kosten beheer en onderhoud van de slimme dakstuw voor maximaal 5 jaar, waarbij geldt dat de kosten voor 100% subsidiabel zijn tot maximaal € 1.200 per jaar voor de eerste stuw, en maximaal € 200 per jaar voor elke daaropvolgende dakstuw.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 2.1 Subsidieplafond

Het college stelt voor de activiteiten die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen een subsidieplafond vast van € 500.000,- voor het tijdvak 1 april 2020 tot en met 1 juni 2021.

Artikel 2.2 Aanvraagtermijn

In aanvulling op artikel 6 van de ASA 2013 dient een aanvraag voor een eenmalige subsidie te worden ingediend uiterlijk voor 1 februari 2021.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 3.1 De aanvrager

Een subsidie kan door een ieder worden aangevraagd.

Artikel 3.2 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid ASA worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

  • a.

    gespecificeerde offerte(s) van de kosten van de aanleg van het blauwgroene dak, waarbij:

    • i.

      het aantal vierkante meter blauwgroene dak dat gerealiseerd wordt duidelijk staat aangegeven;

    • ii.

      ingeval van een offerte, waarin meerdere opties worden vermeld, duidelijk wordt aangegeven voor welke optie aanvrager kiest;

    • iii.

      het onderhoud voor 5 jaar in is gespecificeerd.

  • b.

    een duidelijke berekening/uiteenzetting inclusief een duidelijk productinformatieblad, waaruit de opgegeven wateropslagcapaciteit blijkt.

  • c.

    een situatietekening of ontwerp van het toekomstige blauwgroene dak met een passende schaal voor de betreffende situatie;

  • d.

    een kleurenfoto van het bestaande dak waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • e.

    voor de ondernemers en ondernemingen, niet zijnde de woningcorporatie, een volledig ingevulde en ondertekende verklaring de-minimissteun, waaruit volgt dat het drempelbedrag van de-minimissteun van € 200.000 niet wordt overschreden;

  • f.

    voor VvE's: een rechtsgeldig VvE-besluit waaruit blijkt dat de VvE instemt met de subsidieaanvraag als het dak gemeenschappelijk onderdeel is van een VvE;

  • g.

    In aanvulling op art. 5 lid 2 van de ASA 2013, dient een kleurenkopie van de bankpas (beide zijden) te worden bijgevoegd, tenzij de aanvrager reeds beschikt over een crediteurennummer van de gemeente;

  • h.

    de door de eigenaar van het dak en Waternet ondertekende micro watermanagement overeenkomst met daarin opgenomen de afspraken over toegang tot data en de centrale sturing via internet van de slimme dakstuw;

  • i.

    of aanvrager voor dezelfde activiteit op grond van een andere subsidieregeling een subsidie heeft aangevraagd en het resultaat van de aanvraag.

  • 2.

    Wanneer de gemeente na ontvangst van de aanvraag hierom verzoekt, dient de aanvrager binnen twee weken een kopie eigendomsbewijs van het betreffende gebouw waar het blauwgroene dak gerealiseerd wordt te overleggen.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 4.1 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college een subsidie te verlenen voor de activiteiten genoemd in artikel 4 als:

  • a.

    de aanvrager één van de partners is van het project Resilio;

  • b.

    met de aanleg van het blauwgroene dak al gestart is voordat de subsidie is verleend;

  • c.

    de subsidieaanvrager een onderneming voert en geen de-minimisverklaring heeft overgelegd, dan wel als uit de overgelegde de-minimisverklaring blijkt dat de geldende de-minimisdrempel reeds is overschreden of met de gevraagde subsidie zal worden overschreden;

  • d.

    tegen de aanvrager een bevel uitstaat tot terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun;

  • e.

    indien aanvrager op grond van een andere subsidieregeling voor het aanleggen van het blauwgroene dak, aanschaf en installatie van de slimme dak stuw of het beheer en onderhoud van de slimme dakstuw subsidie ontvangt; ;

  • f.

    het college de voor de aanleg van het blauwgroene dak benodigde vergunning(en) zal weigeren of heeft geweigerd.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 5.1 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de aanleg van het blauwgroene dak moet voor 1 juni 2021 zijn voltooid;

  • b.

    het blauwgroene dak moet minimaal 5 jaar in stand blijven;

  • c.

    de slimme dakstuw(en) wordt door Waternet vanaf een centraal punt via internet gestuurd conform de watermanagement overeenkomst;

  • d.

    de ontvanger dient aan de door het college op grond van artikel 13 van de ASA 2013 aangewezen toezichthouders:

    • I.

      inzage te verlenen in de op de subsidieaanvraag betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

    • II.

      gelegenheid te geven tot het controleren en kopiëren van alle documenten die betrekking hebben op de uitgevoerde werkzaamheden;

    • III.

      alle inlichtingen te verstrekken, die naar hun oordeel noodzakelijk zijn voor het beoordelen of de gesubsidieerde activiteit correct is uitgevoerd en of de subsidieverplichtingen worden nageleefd;

    • IV.

      toegang te verlenen tot het gebouw waarvoor subsidie is gegeven.

  • e.

    de gesubsidieerde activiteiten wordt uitgevoerd door een erkend bedrijf wat aantoonbaar (minimaal 1 project) ervaring heeft met de aanleg van een blauwgroen dak met dynamische sturing.

Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 6.1 Verantwoording

In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling:

  • a.

    kopieën van originele facturen;

  • b.

    kopieën van originele betaalbewijzen;

  • c.

    een totale kostenopstelling, inclusief een opgave van eventueel meer- en minderwerk;

  • d.

    een duidelijke opgave van het aantal vierkante meter blauwgroen dak werkelijk is aangelegd;

  • e.

    een duidelijke berekening / uiteenzetting / beschrijving van het gerealiseerde blauwgroene dak waaruit blijkt hoe de minimale oppervlakte van 200 m2 en een gemiddelde wateropslagcapaciteit van 60 liter per vierkante meter, uiteindelijk is bereikt;

  • f.

    minimaal één kleurenfoto van het aangelegde blauwgroene dak waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 6.2 Bevoorschotting

Na verlenen van de subsidie wordt 75% van het subsidiebedrag bevoorschot. Het niet bevoorschotte deel van het subsidiebedrag wordt uitgekeerd nadat de subsidie is vastgesteld. Het vastgestelde subsidiebedrag dient hierbij als grondslag.

Hoofdstuk 7 Overige bepalingen

Artikel 7.1 Slotbepalingen

Deze regeling treedt in werking op 1 april 2020.

Artikel 7.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling blauwgroene daken Amsterdam 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 24 maart 2020.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting subsidieregeling blauwgroene daken Amsterdam 2020

Algemeen

Inleiding

Blauwgroene daken dragen bij aan het rainproof en hittebestendig maken van de stad. Deze subsidieregeling is een pilot in het kader van het Europese onderzoeks- en innovatieproject RESILIO. RESILIO is een “leren door te doen” project: het heeft als doel om kennis en ervaring op te doen met blauwgroene daken als klimaatadaptie oplossing voor Europese steden.

De stad heeft vaak meer baat bij de aanleg van blauwgroene daken dan de individuele eigenaren. Voor hen wegen de kosten in veel gevallen niet op tegen de baten. De gemeente Amsterdam wil dan ook hen die een blauwgroen dak willen aanleggen ondersteunen door de kosten van de aanleg te subsidiëren.

Deze regeling richt zich op oppervlakten vanaf minimaal 200 vierkante meter voor zowel bestaande gebouwen als ook nieuwbouw. Het aanleggen van blauwgroene daken met een oppervlakte kleiner dan 200 m2 zijn kosten inefficiënt en worden daarom niet gesubsidieerd. Voor groene daken kleiner dan 200 meter en groter dan 30 m2 kan gebruikt worden gemaakt van de subsidieregeling Groene daken en Gevels. De regeling is gericht op eigenaren, huurders, bewoners, en of bedrijven die blauwgroene daken kunnen en willen aanleggen. Zij allen kunnen een aanvraag indienen of voorbereiden. De eigenaar moet uiteindelijk de aanvraag doen en is hiervoor verantwoordelijk. Het betreft alle soorten gebouwen, kantoren, bedrijfspanden, bijgebouwen, aan- of uitbouw, woonboten, woonwagens en scholen.

Uitvoering

Volledigheidshalve wordt benadrukt dat de subsidieaanvrager / eigenaar te allen tijde zelf verantwoordelijk is en blijft voor de bouwkundige staat van het gebouw en het voldoen aan de bouwregelgeving in het Bouwbesluit en de Bouwverordening, als ook voor het noodzakelijke onderhoud van het blauwgroene dak. Het beheer en onderhoud van de slimme dakstuw wordt voor maximaal 5 jaar gesubsidieerd.

Dragende dakconstructie en vergunningen

De beoordeling of de dragende constructie van een gebouw voldoende draagkracht bezit om het groene dak te dragen en of het dak in de juiste staat verkeert, is a priori de verantwoordelijkheid van de subsidieaanvrager / eigenaar. In het subsidiebedrag is rekening gehouden met de kosten van bouwkundige berekeningen die in bepaalde situaties zijn vereist.

Een aanvrager / eigenaar is zelf verantwoordelijk voor het hebben van de benodigde vergunningen. Het kan zijn dat voor blauwgroene daken een omgevingsvergunning onderdeel bouwen nodig is (bijvoorbeeld bij schuine daken of wanneer een constructie verzwaard moet worden) of een omgevingsvergunning onderdeel monumenten.

Ook moet aanvrager / eigenaar rekening houden met eventuele welstandseisen.

Subsidies worden aangevraagd via het digitale subsidiebeheersysteem, waarin voor blauwgroene daken een specifiek aanvraagformulier is toegevoegd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1, onderdelen e en f Verklaring de-minimissteun

Het bedrag van € 200.000 komt overeen met het drempelbedrag dat de Europese Commissie heeft vastgesteld ten aanzien van de-minimissteun. Kort samengevat komt het erop neer dat de onderneming van de subsidieaanvrager in de voorgaande drie belastingjaren (bij indiening op 10 februari 2018 gaat dit om de jaren 2016, 2017 en 2018) niet meer dan € 200.000 aan de-minimissteun (dat wil zeggen subsidies verleend onder de de-minimisverordening) vermeerderd met de aangevraagde subsidies voor dit project mag hebben ontvangen. Steun onder deze drempel valt onder de de-minimisverordening, wat betekent dat de steun niet behoeft te worden aangemeld bij de Europese Commissie.

Artikel 1 onderdeel j Onderneming

Onder onderneming verstaat de Commissie elke entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd. In artikel 2, tweede lid, van de de-minimisverordening wordt uiteengezet wanneer er sprake is van een zelfstandige onderneming.

Indien twee ondernemingen een bepaalde band met elkaar onderhouden, kan het voor de toepassing van de de-minimisverordening zo zijn dat deze ondernemingen als één zelfstandige onderneming worden gezien. Bij het invullen van de Verklaring de-minimissteun wordt een onderneming geacht daar rekening mee te houden. Onder de de-minimisverordening kan ook steun vallen die is vervat in leningen en garantstellingen, waarbij het mogelijk is om deze, onder voorwaarden, ook toe te passen op leningen en garantstellingen die langer dan drie jaar lopen. De voorwaarden hiervoor zijn uiteengezet in artikel 4 van de de-minimisverordening.

Een economische activiteit is het aanbieden van goederen en diensten op de markt. De rechtsvorm van deze eenheid of de wijze waarop zij wordt gefinancierd is hierbij niet van belang. Daarbij kunnen zowel privaatrechtelijke als publiekrechtelijke rechtspersonen een onderneming vormen. Dat er geen winstoogmerk is (zoals bij een stichting) is niet relevant.

Artikel 1.3 Doel

Gebouwen in de stad met een blauwgroen dak stralen minder hitte uit. Groen op een dak werkt niet alleen verkoelend, maar heeft ook positieve effecten op gebied van waterberging, biodiversiteit, geluidsdruk, isolatie, educatie, recreatie, leefkwaliteit en luchtkwaliteit. Een groen dak met zonnepanelen is ook mogelijk en heeft als voordeel dat de zonnepanelen in combinatie met een groen dak meer rendement opleveren.

Met blauwgroene daken is het mogelijk om bij extreme weersomstandigheden de waterafvoer van daken te reguleren en daarmee ook de watertoevoer vanaf daken naar riolering of watersystemen. De combinatie van water en groen schept de mogelijkheid voor het realiseren van een ideaal leefklimaat voor groen op daken. De vrijwel constante aanwezigheid van water op daken maakt het mogelijk om robuuste dakgroen cultuurlandschappen te realiseren. Al dit groen en water verkoelt de stad en zorgt voor meer biodiversiteit in de stad.

Artikel 1.4 Europees kader

De Subsidieregeling Amsterdam aardgasvrij is getoetst aan de staatssteunregels. Onderscheid kan worden gemaakt tussen subsidie die wordt verstrekt aan i) woningcorporaties, ii) ondernemers, niet zijnde woningcorporaties en iii) niet-ondernemers.

Ten aanzien van steun die aan woningcorporaties wordt verleend ten behoeve van hun taak op het gebied van sociale huurwoningen geldt het DAEB-vrijstellingsbesluit. Ingevolge de Woningwet en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015zijn woningcorporaties onder andere belast met het in stand houden van en treffen van voorzieningen aan haar woongelegenheden; het treffen van energiebesparende voorzieningen valt hier onder. Op grond van artikel 5, tweede lid, van het DAEB-vrijstellingsbesluit mag voor de uitvoering van deze taak maximaal tien jaar compensatie worden verleend, mits het compensatiebedrag niet hoger is dan nodig ter dekking van de nettokosten daarvan.

Het DAEB-vrijstellingsbesluit stelt ten aanzien van de compensatie in artikel 5, negende lid, wel de eis dat als activiteiten worden verricht, die zowel diensten van algemeen economisch belang (DAEB) als andere activiteiten betreffen, de met het treffen van energiebesparende voorzieningen verband houdende kosten gescheiden in de boekhouding worden opgenomen. Dit is geregeld in artikel 7, tweede lid. Dit betreft dus een verplichting die vanuit Europees recht wordt opgelegd.

Artikel 1.5 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel geeft aan welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen. Zoals o.a. het minimumoppervlakte van het waterbergende deel, het groene deel en de minimale wateropslagcapaciteit waaraan blauwgroene daken moeten voldoen. De regeling is gericht op zowel bestaande gebouwen gelegen in Amsterdam als ook op nieuwbouw. Daarbij is het van belang is dat de activiteit voor 1 juni 2021 moet zijn voltooid (art. 5.1 onder a), dit vanwege de verantwoording van de Europese subsidie door de gemeente Amsterdam, die voor 1 januari 2022 moet zijn ingediend.

Artikel 1.6 Hoogte subsidie

Hier wordt het maximum aan subsidie aangegeven. Maximaal 75% van de totale subsidiabele kosten en het maximale bedrag per aanvraag. Daarnaast wordt per onderdeel de maximale subsidiabele kosten uitgesplitst: aanlegkosten blauwgroene daken, slimme dakstuw en beheer en onderhoud van de slimme dakstuw voor maximaal 5 jaar. De subsidieregeling voorziet namelijk in een bijdrage in de kosten en dus niet in een 100% bijdrage, voor het overige deel van de kosten is aanvrager zelf verantwoordelijk.

Kosten die NIET tot subsidiabele kosten horen zijn bijvoorbeeld,

  • de aanleg van een dakterras;

  • dakramen, verlichting;

  • projectmanagement;

  • meerwerk;

  • constructieberekening uitgevoerd door een ander dan een ter zake deskundige

  • kosten die reeds door een andere subsidie zijn gedekt.

Wel gesubsidieerd worden kosten die nodig zijn:

  • voor de aanleg van het blauwgroene dak inclusief: beschermdoek, water bufferende laag (kratjes), een filtervlies, substraat en vegetatielaag;

  • de aanschaf en installatie van een op afstand stuurbare dakstuw;

  • het beheer en onderhoud voor max. 5 jaar van de slimme dakstuw;

  • dak versterking, mits nodig voor het blauwgroene dak;

  • leges indien een vergunning voor het blauwgroene dak nodig is;

  • voor een constructieberekening;

  • wortelwerende dakbedekking.

Artikel 2.1 Subsidieplafond

In dit artikel wordt het totaal budget (‘het subsidieplafond’) vermeld dat beschikbaar is voor de uitvoering van deze regeling binnen het aangegeven tijdvak. Als dit plafond bereikt is, dan kunnen er geen subsidies meer worden verleend op basis van de regeling.

Artikel 3.1 De aanvrager

De regeling is gericht op eigenaren van gebouwen, kantoren, bedrijfspanden, woonwagens, woonboten en sportgebouwen. Daaronder vallen ook: bedrijven, Verenigingen van Eigenaren, sociale verhuurders (Woningcorporaties).

Ook huurders, bewoners die uitkijken op te vergroenen daken en bedrijven die blauwgroene daken aanleggen kunnen het initiatief nemen voor voorbereiden van een aanvraag, in samenwerking met de eigenaar. Het indienen van een aanvraag kan uitsluitend de eigenaar doen. Er is altijd en uitsluitend sprake van een subsidierelatie tussen de gemeente en de eigenaar. De gemeente treedt in geen geval op als intermediair tussen betrokken partijen.

Artikel 3.2 Bij de subsidieaanvraag verplicht in te dienen gegevens

Om te kunnen bepalen of een aanvraag aan het gestelde doel voldoet is het nodig dat verschillende documenten / overzichten overlegd worden. Alleen op basis van deze complete documenten kan worden bepaald of aan het vereiste is voldaan en in hoeverre de doelen bereikt worden.

Artikel 3.2 lid c: Een situatietekening is het ontwerp van het blauwgroene dak. Hieruit maken wij op wat de plannen zijn en of de aangevraagde m2 overeen komen met de werkelijkheid. Dit mag een aangepaste kopie van een bouwtekening zijn, of een nette zelfgemaakte tekening. De tekening moet op schaal zijn en voorzien van maten. Er moet duidelijk uit op te maken zijn welke dakdelen waterbergend zijn en welke vergroend worden en welke niet, waar bv een terras komt of reeds is.

Art. 3.2 lid h: micro watermanagement overeenkomst. Om het doel van deze regeling te behalen zijn duidelijk afspraken tussen dakeigenaar en Waternet nodig over toegang tot data en de centrale sturing van de slimme dakstuw(en). Aangezien deze afspraken maatwerk zijn worden deze in een aparte overeenkomst opgenomen, deze overeenkomst is nodig om in aanmerking te komen voor deze subsidie.

Artikel 4.1 Weigeringsgronden

Aan subsidie voor blauwgroene daken en zijn een aantal eisen verbonden. Als aan deze eisen niet kan worden voldaan wordt er geen subsidie verstrekt en wordt de aanvraag geweigerd.

Blauwgroene daken mogen nog niet zijn aangelegd voordat de subsidie is verleend. Op een subsidieaanvraag wordt conform artikel 8 van de ASA 2013 binnen 8 weken na dat de aanvraag volledig is ingediend behandeld.

Het stapelen van (blauwgroene) dakensubsidies is niet toegestaan. Als al subsidie voor het dak vanuit overheidswege wordt verkregen voor dezelfde werkzaamheid - het aanleggen van het blauwgroene dak, aanschaf en installatie van de slimme dak stuw of het beheer en onderhoud van de slimme dakstuw -  wordt er geen subsidie meer vertrekt en wordt de aanvraag geweigerd.Het bepaalde in sub d. vloeit voort uit Europese staatssteunregels en is opgenomen om te benadrukken dat aan ondernemers enkel subsidie zal worden verstrekt, als die subsidieverstrekking onder de reikwijdte van de De-minimisverordening valt. Ook het bepaalde in sub e. vloeit direct voort uit Europese staatssteunrecht. Het verkrijgen van de juiste vergunningen is een verantwoordelijkheid van de aanvrager. Mocht het bekend zijn dat benodigde vergunningen niet kunnen of zullen worden verkregen, is dit een weigeringsgrond.

Artikel 5.1 Aanvullende verplichtingen

Naast de inhoudelijk verplichtingen (artikel 9) zijn er ook procedurele verplichtingen, deze worden hier benoemd.

Subsidie wordt alleen verstrekt aan een activiteit die gerealiseerd wordt door een erkend bedrijf dat aantoonbare (minimaal 1 project) ervaring heeft met de aanleg van blauwgroene daken met dynamische sturing.

Artikel 6.1 Verantwoording

Om de subsidie vast te kunnen stellen zijn specifieke documenten noodzakelijk, welke dit zijn worden hier benoemd.

Artikel 6.2 Bevoorschotting

Het is mogelijk om een voorschot te ontvangen tot ten hoogste 75% van het verleende subsidiebedrag.

Artikel 7.1 Slotbepalingen

Ingangsdatum, looptijd en overgangsrecht worden hier behandeld.

Artikel 7.2 Citeertitel

Dit artikel bevat de citeertitel.