Treasurystatuut 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Treasurystatuut 2014

De raad van de gemeente Asten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2014;

gehoord het advies van de commissie Algemene Zaken en Control d.d. 20 februari 2014;

b e s l u i t:

  • -

    Vaststellen Treasurystatuut 2014

  • -

    Intrekken van het Treasurystatuut 2009.

  • -

    Toestaan van onderling lenen tussen openbare lichamen.

Artikel 1: Doelstellingen van de treasuryfunctie

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    Het beschermen van het gemeentelijke vermogen tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, valutarisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido, aanvullende regelgeving en respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit treasurystatuut.

Artikel 2: Algemene uitgangspunten verstrekken leningen en garanties

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    De gemeente mag leningen en garanties verstrekken indien het doel past binnen het gemeentelijk beleid, uit hoofde van de “publieke taak”, waarbij vooraf advies wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij;

  • 2.

    De gemeente verstrekt uitsluitend leningen en garanties na goedkeuring door de gemeenteraad en wanneer er geen eigen waarborgfonds voor de betreffende categorie bestaat waarnaar doorverwezen kan worden;

  • 3.

    Een garantie heeft de voorkeur boven een lening;

  • 4.

    Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden zoveel mogelijk zekerheden of garanties geëist;

  • 5.

    Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken of te garanderen in euro’s.

Artikel 3: Algemene uitgangspunten uitzettingen van middelen en aantrekken van gelden

  • 1.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door middel van de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;

  • 2.

    Bij het risicobeheer wordt gestreefd naar beperking van het renterisico op de lange en korte schuld;

* De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet Fido; (De kasgeldlimiet begrenst de omvang van de financieringen korter dan een jaar. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal van de gemeente) * De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet Fido; (De renterisiconorm heeft als effect dat de herfinanciering van vaste leningen niet ineens plaatsvindt, maar over een periode van minimaal 5 jaar wordt gespreid)

  • 3.

    Om renterisico’s te beperken en het renteresultaat te optimaliseren wordt het aantrekken van externe financieringsmiddelen zoveel mogelijk beperkt, primair worden de beschikbare interne financieringsmiddelen aangewend;

  • 4.

    Het drempelbedrag wordt gemiddeld per kwartaal niet overschreden. (Het drempelbedrag is het bedrag wat maximaal aan het einde van de dag op de rekening-courant mag staan buiten de schatkist)

  • 5.

    De omvang en de looptijd van nieuwe financieringen en uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie, de liquiditeitenplanning en de rentevisie.

  • 6.

    Uitzettingen worden gedaan conform de wet verplicht schatkistbankieren en de regeling schatkistbankieren decentrale overheden;

  • 7.

    Het gebruik van derivaten is niet toegestaan;

  • 8.

    Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door alleen financieringen en uitzettingen aan te gaan in euro’s;

  • 9.

    De gemeente streeft naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen en uitzettingen;

  • 10.

    De gemeente streeft naar spreiding van financiële instellingen waar geld geleend wordt.

Artikel 4: Uitzetten van gelden

Bij het uitzetten van gelden zijn de volgende uitgangspunten van toepassing:

1.Uitzettingen worden gedaan conform de wet verplicht schatkistbankieren en de regeling schatkistbankieren decentrale overheden.

Gelden kunnen bij de schatkist worden aangehouden op een rekening-courant of in een deposito.

De keuze van het uitzetten op een rekening-courant of een deposito wordt bepaald op basis van: * financiële positie

* liquiditeitenplanning

* rentevisie.

Het uitgangspunt daarbij is het realiseren van een zo hoog mogelijk rendement;

  • 2.

    In afwijking van het eerste kunnen openbare lichamen hun liquide middelen in de vorm van leningen uitzetten bij andere openbare lichamen, met dien verstande dat openbare lichamen geen leningen kunnen verstrekken aan openbare lichamen ten aanzien waarvan zij met het financiële toezicht zijn belast;

  • 3.

    Indien gekozen wordt voor het uitzetten van gelden bij een ander openbaar lichaam wordt dit eerst ter goedkeuring voorgelegd aan het College van B&W.

Artikel 5 Aantrekken van gelden (financieringen)

Bij het aantrekken van financieringen zijn de volgende uitgangspunten van toepassing:

  • 1.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn daggeldleningen, kasgeldleningen, krediet in rekening courant en onderhandse leningen;

  • 2.

    De gemeente vraagt prijsopgaven op bij minimaal 3 financiële instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. Deze prijsopgaven worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd;

  • 3.

    Op basis van het gestelde bij artikel 4 punt 3 kan de gemeente ook liquide middelen lenen bij andere openbare lichamen;

  • 4.

    Gekozen wordt voor de financiële instelling of openbaar lichaam waarbij de lening de laagste lasten oplevert;

  • 5.

    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of Europees toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank of de AFM. Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM);

  • 6.

    De rating van de financiële instellingen moet ten minste een A-rating zijn. Deze rating moet zijn afgegeven door twee van de volgende erkende ratingbureau’s: Moody’s, Standard & Poors, Fitch of DBRS;

  • 7.

    Indien gekozen wordt voor een openbaar lichaam wordt dit eerst ter goedkeuring voorgelegd aan het College van B&W.

Artikel 6: Relatiebeheer

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands-toezicht te vallen;

  • 2.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

Artikel 7: Betalingsverkeer

De kosten van het geldstromenbeheer worden als volgt geminimaliseerd:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik wordt beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau, in relatie tot de liquiditeitsplanning op elkaar af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om een tijdige nakoming van verplichtingen te kunnen garanderen;

  • 2.

    Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Artikel 8: Hardheidsclausule

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen in overleg met de commissie AZC afwijken van de bepalingen in deze verordening;

  • 2. In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 9: Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit Treasurystatuut treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2014 (na bekendmaking);

  • 2.

    Dit statuut wordt aangehaald als ‘Treasurystatuut 2014;

  • 3.

    Het Treasurystatuut 2009 wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten d.d. 11 maart 2014.

De raad voornoemd,

griffier,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

voorzitter,

mr. H.G. Vos

BIJLAGE 1: Begrippenkader

Daggeld(lening)

Opgenomen of uitgezette middelen voor onbepaalde tijd die dagelijks gewijzigd kunnen worden;

 

Derivaten

Financiële derivaten zijn beleggingsinstrumenten die hun waarde ontlenen aan de waarde van een ander goed, zoals aandelen en olie. Het andere goed wordt ook wel de onderliggende waarde genoemd. De voornaamste soorten derivaten zijn opties, futures, swaps en forwards. Men gebruikt financiële derivaten om risico's te verkleinen of juist te speculeren;

 

Deposito

Geldbedrag dat aan een financiële instelling wordt toevertrouwd voor een bepaalde periode tegen een bepaalde rentevergoeding. Gedurende de afgesproken periode kan niet vrij over dat geld worden beschikt;

 

Drempelbedrag

Het drempelbedrag wordt bepaald op basis van het begrotingstotaal van het openbaar lichaam. En is  het bedrag wat maximaal aan het einde van de dag op de rekening-courant mag staan buiten de schatkist.

 

Financiering

Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

 

Geldstromenbeheer

Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

 

Intern liquiditeitsrisico

De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

 

Kasgeldleningen

Niet verhandelbare leningen voor een vast bedrag en voor een vaste periode (van maximaal twee jaar) tegen een vooraf overeengekomen rentepercentage;

 

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet begrenst de omvang van de korte financiering (korter dan een jaar) tot een percentage van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar;

 

Koersrisico

Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

 

Kredietrisico

De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij;

 

Liquiditeitenplanning

Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid;

 

Liquiditeitspositie

Omvat het totaal van de rekening-courantsaldi, kasgeld- en daggeldleningen og/ug (opgenomen geld en uitgeleend geld);

 

Onderhandse leningen

Dit zijn leningen waarbij de geldgever (aanbieder) en de geldnemer (vrager) rechtstreeks met elkaar onderhandelen over de voorwaarden van een krediet;

 

Openbaar lichaam

Onder een Openbaar Lichaam wordt verstaan:

provincies;

gemeenten;

waterschappen;

lichamen met rechtspersoonlijkheid, ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen:

door Onze Ministers aan te wijzen andere bij wet ingestelde lichamen en organen.

 

Prudent karakter

Het aangaan van financiële transacties met als oogmerk om die financiële waarden te zijner tijd met winst te verkopen, is nadrukkelijk niet toegestaan. Bankachtige activiteiten – het aantrekken en uitzetten van middelen met als doel het generen van inkomsten – zijn als gevolg van deze bepaling verboden;

 

Regeling schatkistbankieren decentrale overheden

Regeling van de Ministers van Financiën, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Infrastructuur en Milieu van 5 december 2013 houdende de vaststelling van regels ter uitvoering van het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden (Regeling schatkistbankieren decentrale overheden);

Renterisico

Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen;

 

Renterisiconorm

Het doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s bij herfinanciering.

 

De norm is een vastgesteld percentage (20%) van het begrotingstotaal;

 

Rentetypische looptijd

Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante

rentevergoeding;

 

Rentevisie

Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

 

 

Treasuryfunctie

De treasuryfunctie bestaat uit de treasuryfunctionaris of de plaatsvervangend treasurer en omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer,

gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

 

Uitzettingen

Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities;

 

Wet verplicht schatkistbankieren

Wijziging van de Wet financiering decentrale overheden in verband met het rentedragend aanhouden van liquide middelen in ’s Rijks schatkist (verplicht schatkistbankieren);

Wet Fido

De Wet financiering decentrale overheden.

 

BIJLAGE 2: Memorie van toelichting

In deze Memorie van toelichting worden, waar nodig, de in het treasurystatuut opgenomen artikelen toegelicht.

Toelichting per (deel van een) artikel

Artikel 1 lid 4

De bedoeling is om de renteresultaten te optimaliseren. Dit betekent dat gestreefd wordt naar zo hoog mogelijke rentebaten c.q. zo laag mogelijk rentelasten binnen de kaders van het treasurystatuut;

 

Artikel 3 lid 5

Afstemming op de financiële positie en de prognose is bedoeld om middelen te lenen c.q. uit te zetten gedurende de periode dat die echt nodig respectievelijk beschikbaar zijn.

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasury activiteiten mede te baseren op een korte termijn liquiditeiten planning (looptijd tot één jaar), alsmede een globale meerjarige liquiditeiten planning die aansluit op het meerjaren investeringsprogramma;

 

Artikel 3 lid 9

Door spreiding aan te brengen in de periode dat de rente van een uitzetting vast is, wordt de invloed van een rentedaling op de renteresultaten gespreid over meerdere jaren. Deze spreiding is slechts mogelijk als uit de liquiditeitsprognose blijkt dat middelen gedurende een langere periode beschikbaar zijn.

 

Artikel 6 lid 2

Tussenpersonen zijn intermediair bij het afsluiten van financiële transacties.

 

Artikel 7 lid 1

Het beheer van geldstromen gaat vooral om het zorgen voor een efficiënt betalingsverkeer. Geldstromen kunnen bijvoorbeeld op elkaar worden afgestemd door

een betalingsdatum af te stemmen op de verwachte ontvangsten. Zo wordt voorkomen dat tijdelijk middelen moeten worden aangetrokken (c. q. dat het uitzetten

van middelen niet wordt verlengd) om te voorzien in de liquiditeitsbehoefte.

 

Artikel 7 lid 2

Het uitvoeren van het betalingsverkeer door één bank heeft efficiencyvoordelen: de kosten van het overboeken van middelen tussen verschillende banken worden

vermeden en de omgang van treasury kan beperkt blijven tot de ontwikkeling van het saldo op één bankrekening i.c. die van de huisbankier.

 

BIJLAGE 3: Beheersdeel treasurystatuut

 

ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN INTERNE BEHEERSING

 

Artikel 1: Uitgangspunten administratieve organisatie en interne beheersing

In het kader van de treasury functie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasury activiteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd;

Bij de uit te voeren treasury activiteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

  • 1.

    iedere transactie wordt door minimaal twee verschillende functionarissen uitgevoerd (het vier ogen principe);

  • 2.

    de uitvoering en controle geschieden door afzonderlijke functionarissen.

 

Artikel 2: Verantwoordelijkheden

De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasury functie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

 

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

Het vaststellen van treasury doelstellingen, het beleid en de beleidskaders in het treasurystatuut;Het vaststellen en houden van toezicht op de uitvoering van het treasurybeleid aan de hand van de financieringsparagraaf in de begroting en de jaarrekening.

College van B&W

Het uitvoeren van het treasury beleid (formele verantwoordelijkheid) en het betalingsverkeer;Het rapporteren aan de Gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid in de financieringsparagraaf.

Concerncontroller

Het controleren van de volledigheid, betrouwbaarheid en de rechtmatigheid van treasury activiteiten door het verrichten van interne controle activiteiten. Hierover rapporteren aan betrokkenen en het MT.Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen.

Afdelingshoofd Interne Dienstverlening

Op basis van mandaat ondertekenen van financiële contracten voortvloeiend uit de treasuryfuncties;Formeel eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van de informatievoorziening over treasury in de Planning en Control instrumenten.

Treasurer

Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied;Invulling geven aan de feitelijke uitvoering van de treasuryfunctie conform het treasurystatuut;Het beheren van de geldstromen en verwerken van informatie van de afdelingen in een liquiditeitenplanning;Het onderhouden van contacten met banken, tussenpersonen en overige financiële instellingen.

Afdelingshoofden en budgethouders

Het zorg dragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare informatie over toekomstige geldstromen aan de Treasurer, met het oog op de liquiditeitenplanning.Het fiatteren van betalingen en ontvangsten ten laste of ten gunste van hun budgetten.

 

 

Externe accountant

In het kader van zijn reguliere controletaak adviseren en controleren van het uitgevoerde treasurybeheer en waar nodig adviseren.

 

Artikel 3: Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasury activiteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde autorisatie.

 

 

Bevoegd functionaris (voorbereiding)

Bevoegd functionaris (autorisatie)

Het uitzetten van gelden

Treasurer

Beheerder gemeentefinancië(v.w.b. beleggingsactiviteiten)

Het aantrekken van gelden

Treasurer

Beheerder gemeentefinanciën (v.w.b. beleggingsactiviteiten)

Het verstrekken van garanties en leningen aan derden

Treasurer

Gemeenteraad

Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Betalingsfiatteur

Beheerder gemeentefinanciën

Bankrekeningen openen, sluiten en wijzigen

Treasurer

Beheerder gemeentefinanciën

Bankcondities en tarieven afspreken

Treasurer

Afdelingshoofd Interne Dienstverlening

 

De beheerder gemeentefinanciën is het afdelingshoofd Interne dienstverlening of een financieel consulent van de gemeente Asten.

 

Artikel 4: Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasury activiteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

Informatie

Frequentie

Informatie-verstrekker

Informatie-ontvanger

Opstellen van de financieringsparagraaf bij de begroting

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

Opstellen van de financieringsparagraaf bij de jaarrekening

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

Terugkoppeling treasuryactiviteiten inclusief liquiditeitenplanning

Treasurer

Commissie AZC

Opstellen overzicht uitgezette gelden

Ieder kwartaal

Treasurer

Portefeuillehouder

Stand van zaken uitzetten en aantrekken van gelden

Portefeuille-overleg

Treasurer

Portefeuillehouder

Uitzetten en aantrekken van gelden > € 1.000.000,=

Voor uitzetting c.q. aantrekking

Treasurer

Portefeuillehouder

Interne controle rapportage

Jaarlijks

Intern controleur

MT