Regeling vervallen per 01-01-2017

Afvalstoffenverordening Avri 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Afvalstoffenverordening Avri 2016

Het algemeen bestuur van Avri besluit,

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van Avri van 11 november 2015;

gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet Milieubeheer;

Vast te stellen de volgende Afvalstoffenverordening Avri 2016.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

    • a.

      wet: Wet milieubeheer;

    • b.

      inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van huishoudelijke afvalstoffen of bestanddelen daarvan die binnen de regio ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

    • c.

      ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

    • d.

      inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een minicontainer, inzamelzak, kca-box, ten behoeve van één huishouden;`

    • e.

      inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, brengvoorziening, ondergrondse container of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

    • f.

      inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

    • g.

      andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

    • h.

      gebruiker van een perceel: degene die in de regio feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

    • i.

      toegangsmiddel: toegangsmiddel voor het gebruik van een (ondergrondse) container en/of milieustraten;

    • j.

      wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

    • k.

      motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994.

    • l.

      straatafval: huishoudelijke afvalstof die ontstaat buiten de woning.

Hoofdstuk 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1. Het Dagelijks Bestuur wijst Avri, een onderdeel van Avri, als de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2. Naast de in het eerste lid genoemde inzameldienst kan het Dagelijks Bestuur andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

  • 1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • b.

      klein chemisch afval;

    • c.

      glas;

    • d.

      oud papier en karton;

    • e.

      kunststof verpakkingen;

    • f.

      drankenkartons;

    • g.

      textiel;

    • h.

      frituurolie en -vet;

    • i.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • j.

      grof tuinafval;

    • k.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • l.

      grof huishoudelijk afval;

    • m.

      huishoudelijk restafval;

    • n.

      medicijnen en injectienaalden;

    • o.

      matrassen;

    • p.

      geëxpandeerd polystyreen, oftewel EPS (piepschuim);

    • q.

      gips.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De inzameling vindt plaats via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan aanwijzen via welk inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 5 Frequentie van inzamelen

  • 1. Huishoudelijk restafval wordt ten minste een maal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt huishoudelijk restafval bij de bebouwingstypen waar voor inzameling van huishoudelijk restafval de verzamel container als inzamelmiddel is aangewezen ten minste eenmaal per week nabij elk perceel ingezameld.

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt huishoudelijk restafval uit hoogbouwwoningen ten minste een maal per week ingezameld.

  • 4. Groente-, fruit- en tuinafval wordt ten minste een maal per twee weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 5. In afwijking van het in het vierde lid bepaalde wordt groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk bij elk perceel ingezameld bij bebouwingstypen waar voor inzameling van huishoudelijk afval een inzamelvoorziening als inzamelmiddel is aangewezen.

  • 6. Het Dagelijks Bestuur kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de regio bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de inzameldienst genoemd in artikel 2 eerste of andere inzamelaars als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

  • 3. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Hoofdstuk 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan:

  • a.

    de inzameldienst,

  • b.

    andere daartoe krachtens artikel 2, tweede lid aangewezen inzamelaars of

  • c.

    de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1. Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden met uitzondering van de categorieën als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder d en f.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere aangewezen inzamelaars als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

  • 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen en in gevallen waarin het Dagelijks Bestuur heeft bepaald dat in een bepaalde periode bij wijze van proef meerdere categorieën gezamenlijk aangeboden mogen worden.

  • 4. Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

  • 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid is bestemd.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan regels stellen omtrent het gebruik van een verstrekt inzamelmiddel.

  • 4. Het Dagelijks Bestuur kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5. Het Dagelijks Bestuur kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Het Dagelijks Bestuur stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het Dagelijks Bestuur regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Hoofdstuk 4 Inzameling van andere categorieën van afvalstoffen

Artikel 13 Inzameling van andere categorieën afvalstoffen door de inzameldienst

Het dagelijks bestuur kan andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen

aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van andere categorieën afvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1. Het is verboden andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 11 aangewezen categorieën afvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daaraan gestelde verplichtingen.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 11 aangewezen categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden de krachtens artikel 11 aangewezen andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met hetgeen krachtens dit artikel is bepaald.

Hoofdstuk 5 Zwerfafval

Artikel 15 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het dagelijks bestuur bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te verbranden, te verwerken, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing:

    • a.

      op het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen;

    • b.

      op het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg;

    • d.

      op het verbranden van kerstbomen, voor zover dit plaatsvindt tijdens en in het kader van een evenement, waarvoor door de burgemeester van de betrokken gemeente vergunning is verleend.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 16 Achterlaten van andere afvalstoffen dan straatafval

Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van

gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke

voorwerpen.

Artikel 17 Achterlaten van straatafval

Het is verboden om straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke

voorwerpen.

Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en/of te verspreiden.

  • 2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.

Artikel 19 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1. Het is verboden afvalstoffen, andere stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de openbare weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2. Indien bij het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel bij de andere werkzaamheden bedoeld in het eerste lid van dit artikel, stoffen of voorwerpen de openbare weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, dagelijks direct na beëindiging van de werkzaamheden, maar uiterlijk om 20.00 uur

Hoofdstuk 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 20 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

Artikel 21 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op een voor net publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van het milieu.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriele regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 22 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de artikelen 6, 7, 8, 9, 10, 11, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 en 21 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3, van de Wet op de economische delicten:

Artikel 23 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, aangewezen ambtenaren.

Artikel 24 Werkingsgebied

Deze verordening is van toepassing voor het grondgebied van de gemeenten die deelnemen aan de Regeling Avri

Artikel 25 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2. De Afvalstoffenverordening Regio Rivierenland 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 26 Overgangsbepaling

  • 1. Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 2. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 4. Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 25, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid.

  • 5. De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 27 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening Avri 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van Avri in zijn openbare vergadering van 16 december 2015 te Geldermalsen.
 
 
De secretaris,
E.J. de Vries
de voorzitter,
L. Verspuij