Verordening speelautomaten gemeente Baarle-Nassau 2001

Geldend van 01-01-2001 t/m heden

Intitulé

Verordening speelautomaten gemeente Baarle-Nassau 2001

VERORDENING SPEELAUTOMATEN

de gemeenteraad van de gemeente Baarle-Nassau;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2000;

gelet op artikel 30c lid 2 van de Wet op de Kansspelen;

b e s l u i t:

vast te stellen de navolgende “Verordening speelautomaten gemeente Baarle-Nassau 2001”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

speelautomaat:

een toestel ingericht voor de beoefening van een spel dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

b.

behendigheidsautomaat:

een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spelen èn het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur wordt verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt;

c.

kansspelautomaat:

een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

d.

hoogdrempelige inrichting:

een inrichting waarvoor ingevolge artikel 3, lid 1, sub a of c van de Drank- en Horecawet een vergunning is verleend en nog van kracht is en die niet is een inrichting:

1.

waarin, of in een onderdeel waarvan, uitsluitend of in hoofdzaak – met alcoholhoudende drank – eetwaren worden verkocht, die geen maaltijden vormen;

2.

die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportbeoefenaars, sportorganisaties of instellingen;

3.

die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoersbedrijf;

4.

die gelegen is op of behoort bij een kampeer- of caravanterrein;

5.

waarin onderwijs wordt gegeven;

6.

die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of –instellingen;

7.

die kan worden aangemerkt als dorpshuis, buurt- of wijkgebouw;

e.

laagdrempelige inrichting:

een inrichting die geen hoogdrempelige is;

f.

vergunning:

een vergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen.

Artikel 2 Verbod speelautomatenhal

Het is verboden een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

Artikel 3 Laag-hoogdrempelige inrichting

  • 1. de burgemeester kan voor een laagdrempelige inrichting uitsluitend vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van ten hoogste 2 behendigheidsautomaten, uitgezonderd voor een inrichting die kan worden aangemerkt als een onderdeel van een camping/recreatie-inrichting;

  • 2. de burgemeester kan voor een inrichting zijnde een inrichting die kan worden aangemerkt als een onderdeel van een camping/recreatie-inrichting vergunning verlenen voor ten hoogste 5 behendigheidsautomaten voor de periode van 1 april tot en met 31 oktober. Voor de periode van 1 november tot en met 31 maart kan uitsluitend vergunning worden verleend voor ten hoogste 2 behendigheidsautomaten;

  • 3. de burgemeester kan voor een hoogdrempelige inrichting vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van ten hoogste 2 speelautomaten, waarbij de keuze vrij is tussen kansspel- en behendigheidsautomaten.

Artikel 4 Termijn vergunning

Een vergunning voor het aanwezig hebben van speelautomaten geldt voor maximaal 12 maanden.

Artikel 5 Tussentijdse verlening

Indien de vergunning in de loop van een jaar wordt aangevraagd en verleend, geldt deze uiterlijk tot 1 januari van het daarop volgende jaar.

Artikel 6 Voorschriften

Aan een vergunning van de burgemeester wordt in ieder geval het voorschrift verbonden dat uitsluitend speelautomaten mogen worden opgesteld welke in eigendom toebehoren aan personen die in het bezit zijn van de in artikel 30h, eerste lid van de Wet op de kansspelen bedoelde vergunning.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening speelautomaten gemeente Baarle-Nassau”.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2001 en vervangt de verordening vastgesteld op 29 juni 1995 en later gewijzigd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de gemeenteraadsvergadering van 21 december 2000,

DE RAAD VOORNOEMD

Loco-secretaris

K. van Veen

Burgemeester

Drs. J.P.M.M. Hendrikx