Verordening op de raadscommissies voor de gemeente Baarle-Nassau

Geldend van 09-03-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2017

Intitulé

De raad van de gemeente Baarle-Nassau,

besluit vast te stellen de:

Verordening op de raadscommissies voor de gemeente Baarle-Nassau.

Artikel 1 Instelling

De raad van de gemeente Baarle-Nassau stelt drie raadscommissies in.

  • 1.

    Commissie Bestuur en Middelen

  • 2.

    Commissie Ruimte en Economie

  • 3.

    Commissie Mens en Maatschappij

Artikel 2 Samenstelling

  • 1.

    Elke commissie bestaat uit het dubbele aantal leden als er fracties in de raad zitting hebben. Elke fractie draagt per commissie 2 leden voor.

  • 2.

    Iedere fractie draagt een of meer plaatsvervangend leden voor.

  • 3.

    De raad benoemt de voorgedragen commissieleden en plaatsvervangend commissieleden en de burgerleden worden vervolgens beëdigd.

  • 4.

    De raad benoemt uit zijn midden de voorzitter van elk van de commissies.

Artikel 3 Zittingsduur en vervanging

  • 1.

    De zittingsduur van de commissieleden, plaatsvervangend commissieleden en commissievoorzitters eindigt met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    De nieuw gekozen raad benoemt in de eerste vergadering na zijn installatie voor elke commissie de door elke in de raad vertegenwoordigde fractie voorgedragen commissieleden en plaatsvervangend commissieleden.

  • 3.

    Commissieleden, plaatsvervangend commissieleden en commissievoorzitters worden benoemd door de raad en burgerleden worden vervolgens beëdigd.

  • 4.

    Commissieleden en plaatsvervangend commissieleden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij geven hiervan schriftelijk kennis aan de raad.

  • 5.

    De raad verleent ontslag aan het daartoe door de betreffende fractie voorgedragen commissielid respectievelijk plaatsvervangende commissielid.

  • 6.

    In de tussentijds openvallende plaatsen wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 4 Secretariaat

  • 1.

    Een commissie wordt in alles wat de haar opgedragen taken aangaat bijgestaan door de griffier of diens plaatsvervanger. De griffier is onder meer belast met het opmaken van een agenda voor elke commissievergadering.

  • 2.

    Het verslag op hoofdlijnen van de commissievergadering wordt opgemaakt onder verantwoordelijkheid van de commissievoorzitter.

  • 3.

    Het verslag op hoofdlijnen, waarin datgene wordt vermeld dat direct verband houdt met, of van direct belang is voor de oordeelsvorming, wordt zo spoedig mogelijk in concept aan de commissieleden toegezonden. Het verslag op hoofdlijnen wordt ook terstond toegezonden aan het College. Voorts wordt het verslag op hoofdlijnen indien het een openbare vergadering betreft door toedoen van de griffier voor de raad zo snel mogelijk digitaal beschikbaar gesteld, opdat het verslag in de raadsvoorbereiding kan worden meegenomen.

  • 4.

    Als regel wordt het verslag op hoofdlijnen in de eerstvolgende vergadering van de betreffende commissie, al dan niet gewijzigd, vastgesteld.

  • 5.

    De griffier voert volgens aanwijzingen van de betreffende commissie de correspondentie.

  • 6.

    In de commissievergaderingen heeft de griffier, respectievelijk diens plaatsvervanger een adviserende stem.

TAAK

Artikel 5 Taak

  • 1.

    De commissies geven de raad advies over alle hun toegezonden stukken.

  • 2.

    De commissie Bestuur en Middelen geeft haar oordeel over algemene beleidszaken en over onderwerpen met betrekking tot de controlcyclus (begroting, jaarrekening en TURAP).

  • 3.

    De commissie Ruimte en Economie geeft haar oordeel economisch en ruimtelijk ordeningsbeleid en daarmee samenhangende onderwerpen.

  • 4.

    De commissie Mens en Maatschappij geeft haar oordeel over sociaal beleid en daarmee samenhangende onderwerpen.

  • 5.

    Een commissie kan ook ongevraagd aan de gemeenteraad zodanige voorstellen en adviezen voorleggen als zij in het belang van de gemeente nuttig of nodig oordeelt.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1.

    Een commissie bepaalt haar eigen agenda, maar behandelt in ieder geval de zaken die door het presidium ter oordeelsvorming zijn aangeboden.

  • 2.

    De griffier stelt in overleg met de voorzitter van een commissie door tussenkomst van het presidium de conceptagenda op.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering.

Artikel 7 Vergaderingen

  • 1.

    Een commissie vergadert in de regel één maal per zes weken.

  • 2.

    Een commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt, of als het door tenminste twee leden schriftelijk en met opgave van redenen wordt gevraagd, in welk geval de vergadering binnen veertien dagen zal worden gehouden.

  • 3.

    Indien de voorzitter van een commissie van oordeel is, dat de te behandelen punten van dien aard zijn, dat het houden van een vergadering niet nodig is, deelt hij dit aan de leden van de betreffende commissie mee en verzoekt hen tevens om schriftelijk of mondeling via de griffier hun mening over de voorstellen kenbaar te maken. Indien tenminste twee leden van mening zijn, dat over deze voorstellen wel een vergadering moet plaatsvinden, wordt deze alsnog door de voorzitter uitgeschreven.

  • 4.

    De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 5.

    De voorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

  • 6.

    Van het houden van een vergadering wordt, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste één week tevoren aan de leden kennis gegeven, zoveel mogelijk onder opgaaf van de te behandelen punten en onder toezending van de daarbij behorende voorstellen. Voorts worden dag en aanvangstijdstip van openbare vergaderingen en indien mogelijk de te behandelen agendapunten ter openbare kennis gebracht.

  • 7.

    Ieder lid tekent vóór de aanvang van de commissievergadering de presentielijst.

Artikel 8 Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de commissies zijn openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten, wanneer een meerderheid van de leden die de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt, of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 3.

    In een besloten deel commissievergaderingen kan over het daarin behandelde een oordeel worden gegeven.

  • 4.

    Leden van de gemeenteraad zijn gerechtigd de besloten delen van commissievergaderingen bij te wonen van de commissie waar zij geen zitting in hebben. Aan de beraadslagingen nemen zij geen deel.

Artikel 9 Ter visielegging

  • 1.

    De stukken, op een uitgeschreven openbare vergadering betrekking hebbende, liggen als regel tenminste twee dagen voor de vergadering van de commissie op het gemeentehuis voor eenieder ter inzage.

  • 2.

    De stukken zijn ook te downloaden via de site van de gemeente.www.baarle-nassau.nl

  • 3.

    De stukken, die op een besloten deel van een commissievergadering betrekking hebben liggen als regel tenminste twee dagen uitsluitend voor de raadsleden en de betreffende commissieleden ter inzage op een door de voorzitter in de oproeping aan te geven plaats.

Artikel 10 Spreekrecht

  • 1.

    Personen, niet zijnde raadslid, die een commissievergadering als toehoorder bijwonen worden door de voorzitter direct na de opening van de vergadering in de gelegenheid gesteld het woord te voeren over een onderwerp dat voor de vergadering geagendeerd staat.

  • 2.

    Degene die het woord voert dient zich uiterlijk 24 uur voor de aanvang van de vergadering te wenden tot de griffie en zich te beperken tot die zaken die rechtstreeks verband houden met het geagendeerde onderwerp. Treedt hij buiten de orde, dan kan de voorzitter hem het woord ontnemen.

  • 3.

    De spreektijd bedraagt maximaal vijf minuten.

  • 4.

    De commissieleden worden in de gelegenheid gesteld vragen te stellen, zonder in discussie te treden met degene die gebruik heeft gemaakt van het spreekrecht.

Artikel 11 Deskundigen

  • 1.

    De voorzitter kan eigenmachtig of op verzoek van de betreffende commissie een lid van het college uitnodigen een vergadering bij te wonen, teneinde desverlangd toe - of voorlichting te verstrekken.

  • 2.

    Het collegelid kan zich laten bijstaan door een of meer ambtelijke adviseurs.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie zal op voorstel van de betreffende commissie ook andere dan in lid 1 en 2 bedoelde deskundigen voor een vergadering uitnodigen.

  • 4.

    Zijn daaraan kosten verbonden, dan besluit hij daartoe niet dan na verkregen machtiging van het presidium.

  • 5.

    De voorzitter van de commissie kan belanghebbenden uitnodigen om, zo de commissie zulks wenst, de agendapunten die hen rechtstreeks aangaan, in de vergadering van de commissie toe te lichten.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt op 1 maart 2017 in werking.

  • 2.

    De "Verordening voor de raadscommissies” van 9 juli 2014 vervalt.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Verordening op de raadscommissies”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 februari 2017,
DE RAAD VOORNOEMD
H.H. Dame M.H.M.R. de Hoon-Veelenturf
Griffier Voorzitter