Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de lijkbezorgingsrechten 2011

Geldend van 21-09-2012 t/m 31-12-2017

Intitulé

VERORDENING OP DE LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2011

De raad van de gemeente Barendrecht;

overwegende, dat het gewenst is regels vast te stellen voor het heffen en invorderen van rechten voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeenten verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen;

gezien het advies van de commissie Samenleving van 16 november 2010;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 oktober 2010;

besluit:

  • 1.

    in te trekken de Verordening op de heffing en de invoering van begrafenisrechten 2003;

  • 2.

    vast te stellen de VERORDENING OP DE LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    • begraafplaatsen: “de Algemene begraafplaats” en “begraafplaats Den Ouden Dijck”;

    • b.

      Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

    • c.

      Particulier graf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

      • I

        het doen begraven of begraven houden van lijken;

      • II

        het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

      • III

        het doen verstrooien van as;

    • d.

      graf: een zandgraf, keldergraf, wandgraf;

    • e.

      kindergraf: particulier graf bestemd voor het begraven van kinderen tot 12 jaar op een daartoe aangewezen grafveld;

    • f.

      grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

    • g.

      asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

    • h.

      urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

    • i.

      urnengraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht is verleend tot:

      • I

        het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

      • II

        het doen verstrooien van as;

    • j.

      urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • k.

      urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van een enkele urn;

    • l.

      verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

    • m.

      grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats;

    • n.

      rechthebbende: degene aan wie een uitsluitend recht is verleend;

    • o.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • p.

      reguliere uren: de uren waarop gelegenheid wordt gegeven tot begraven:

      • I

          maandag tot en met vrijdag:    10.00 uur – 16.00 uur;

      • II

         zaterdag:                      09.00 uur – 14.00 uur

    • q.

      buitengewone uren: de uren die niet binnen de tijden vallen, waarop gelegenheid wordt gegeven tot begraven.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. De rechten worden niet geheven voor het lichten van een lijk op rechterlijk gezag.

  • 2. De rechten worden niet geheven voor het lichten van een asbus op rechterlijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening als onderdeel behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten als bedoeld in hoofdstuk 5.2.2, 5.2.3 en 5.2.4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten als bedoeld in hoofdstuk 5.2.2, 5.2.3 en 5.2.4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.2.2, 5.2.3 en 5.2.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingstijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingsplicht.

  • 2. Indien de belastingsplicht in de loop van het belastingstijdvak aanvangt zijn de rechten onder 5.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.2.2, 5.2.3 en 5.2.4 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2.2, 5.2.3 en 5.2.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moet het recht bedoeld in onderdeel 5.2.2, 5.2.3 en 5.2.4 van de tabel worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede twee maanden later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de tarieventabel opnieuw vaststellen, indien het een wijziging betreft van reeds aanwezige tarieven.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2003, vastgesteld op 25 november 2002, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2011, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

  • 3. In afwijking van zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2011.

Ondertekening

Aldus besloten in openbare vergadering
van de raad van de gemeente Barendrecht
van      
De griffier De voorzitter
Mevrouw mr. G.E. Figge drs. J. van Belzen