Organisatieverordening van de gemeenteraad gemeente Barneveld

Geldend van 18-07-2017 t/m 06-06-2018

Intitulé

Organisatieverordening van de gemeenteraad gemeente Barneveld

De raad van de gemeente Barneveld;

gelezen het voorstel van het presidium, nummer 1044877;

gelet op de artikelen 16, 33, 82 tweede lid, 83 eerste lid en 107a, tweede lid van de Gemeentewet en artikel V4 van de Kieswet;

besluit:

vast te stellen de Organisatieverordening van de gemeenteraad gemeente Barneveld

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de gemeenteraad van Barneveld;

  • b.

    fractie: deel van de raad bestaande uit één of meerdere raadsleden die tot dezelfde politieke groepering behoren;

  • c.

    commissielid: lid van een commissie niet zijnde een raadslid;

  • d.

    voorstel van orde: voorstel over de orde van de vergadering;

  • e.

    motie: schriftelijke verklaring waardoor een oordeel, wens of verzoek door de raad wordt uitgesproken.

HOOFDSTUK II RAADSORGANISATIE

Paragraaf 1 Presidium en agendacommissie

Artikel 2 Presidium

  • 1. Het presidium bestaat uit:

    • leden: de fractievoorzitters of hun vervangers;

    • voorzitter: de raadsvoorzitter;

    • secretaris: de griffier;

    • adviseur: de secretaris.

  • 2. Het presidium houdt zich bezig met de organisatie en het functioneren van de raad, voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie zoals opgenomen in artikel 3, derde lid.

  • 3. De vergaderingen en de afsprakenlijst van het presidium zijn niet openbaar.

Artikel 3 Agendacommissie

  • 1. De agendacommissie bestaat uit:

    • leden: één raadslid per fractie;

    • voorzitter: de raadsvoorzitter

    • secretaris: de griffier;

    • adviseur: de beleids- en procescoördinator.

  • 2. De leden van de agendacommissie worden door de gemeenteraad benoemd. De plaatsvervangende leden worden door de fracties aangewezen.

  • 3. De agendacommissie heeft tot taak:

    • a.

      het voorbereiden en vaststellen van de conceptagenda voor de raadsvergadering, inclusief de tijdsindeling;

    • b.

      het voorbereiden en vaststellen van de conceptagenda voor de vergadering van de raadscommissies, inclusief de tijdsindeling;

    • c.

      het vaststellen van de vergadercyclus en ad-hoc vergaderingen;

    • d.

      het vaststellen van de meerjarenraadsagenda.

  • 4. De vergaderingen van de agendacommissie zijn niet openbaar. De afsprakenlijst is openbaar.

Paragraaf 2 Toelating en afsplitsing raadsleden, benoeming wethouders

Artikel 4 Toelating nieuwe raadsleden en benoeming wethouder

  • 1. In geval van een nieuw benoemd raadslid stelt de raad een commissie van drie raadsleden in.

  • 2. Deze commissie heeft de taak om de geloofsbrief van het nieuw benoemde raadslid te onderzoeken en de raad te adviseren over de toelating tot raadslid.

  • 3. Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Deze commissie heeft de taak te onderzoeken of de kandidaat wethouder voldoet aan de in de Gemeentewet gestelde eisen en voorschriften en de raad hierover te adviseren, alvorens de raad overgaat tot benoeming van de kandidaat wethouder.

Artikel 5 Afsplitsing raadsleden

  • 1. Indien één of meer raadsleden zich afsplitsen van hun fractie(s) en als zelfstandige fractie verder gaan, zal deze fractie worden aangeduid met “Fractie” en de achternaam van het betreffende raadslid/de betreffende raadsleden.

  • 2. Raadsleden die vanwege een integriteitskwestie uit hun fractie treden en verder gaan als zelfstandige fractie, maken geen deel uit van het presidium en de werkgeverscommissie.

Paragraaf 3 Commissieleden

Artikel 6 Benoeming commissieleden

  • 1. De raad kan op voordracht van een fractie maximaal twee commissieleden per fractie benoemen.

  • 2. De artikelen 10 tot en met 14 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden.

  • 3. In geval van een voorgedragen commissielid stelt de raad een commissie van drie raadsleden in.

  • 4. Deze commissie heeft de taak te onderzoeken of het voorgedragen commissielid voldoet aan de vereisten, als bedoeld in het tweede lid, om als commissielid te worden benoemd.

Artikel 7 Zittingsduur commissieleden

  • 1. De zittingsduur van een commissielid eindigt met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een commissielid houdt op lid te zijn als niet meer wordt voldaan aan de in artikel 4a, tweede lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. Een commissielid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan mededeling aan de raad.

Paragraaf 4 Werkgeverscommissie

Artikel 8 Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie

  • 1. De werkgeverscommissie oefent het werkgeverschap uit ten aanzien van de griffier en de overige op de griffie werkzame ambtenaren, zoals deze door de raad bij besluit van 5 juli 2017, nummer 1044877A, aan haar zijn gedelegeerd.

  • 2. Tot de bevoegdheden van de werkgeverscommissie behoren ook de voorbereiding en uitvoering van de overige - niet gedelegeerde - tot het werkgeverschap van de raad behorende besluiten en regelingen.

  • 3. De werkgeverscommissie kan de aan haar overgedragen bevoegdheden ten aanzien van het griffiepersoneel mandateren aan de griffier.

Artikel 9 Samenstelling, ondersteuning en besluitvorming werkgeverscommissie

  • 1. De werkgeverscommissie bestaat uit:

    • leden: de fractievoorzitters of hun plaatsvervangers;

    • voorzitter: de voorzitter van de grootste fractie.

  • 2. De griffier ondersteunt de werkgeverscommissie en maakt met de gemeentesecretaris afspraken over personeel-technische ondersteuning van de werkgeverscommissie.

  • 3. De voorzitter ondertekent de besluiten die van de werkgeverscommissie uitgaan, draagt zorg voor de uitvoering van de besluiten van de werkgeverscommissie en fungeert als schakel tussen de werkgeverscommissie en de griffier.

  • 4. De raadsvoorzitter kan in voorkomende gevallen worden uitgenodigd om in de vergadering van de werkgeverscommissie aanwezig te zijn en optreden als adviseur of informant.

  • 5. De vergaderingen van de werkgeverscommissie zijn niet openbaar.

HOOFDSTUK III ONDERSTEUNING

Paragraaf 1 Raadsgriffier

Artikel 10 Taak griffier

De griffier:

  • a.

    ondersteunt en adviseert de raadsvoorzitter, de raads-/commissieleden en de raadsfracties;

  • b.

    kan als adviseur in alle door de raad ingestelde commissies aanwezig zijn;

  • c.

    draagt zorg voor de voorbereiding en uitvoering van de vergaderingen van het presidium en de agendacommissie;

  • d.

    beheert het raadsbudget.

Paragraaf 2 Ambtelijke Ondersteuning

Artikel 11 Verzoek om feitelijke informatie

  • 1. Een raads-/commissielid kan zich tot een ambtenaar wenden met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten.

  • 2. Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, dan wel anderszins twijfel heeft, wendt hij zich tot de griffier.

Artikel 12 Ambtelijke bijstand

  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raads-/commissielid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden.

  • 2. De gemeentesecretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de gemeentesecretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raads-/commissielid dat het verzoek heeft ingediend.

  • 4. Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raads-/commissielid het verzoek voorleggen aan de burgemeester en hij beslist.

Artikel 13

  • 1. Indien een raads-/commissielid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de gemeentesecretaris.

  • 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester en hij beslist.

Paragraaf 3 Fractieondersteuning

Artikel 14 Financiële bijdrage

  • 1. De fracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie. De financiële bijdrage bedraagt per fractie € 980,- en per fractielid € 247,-.

  • 2. Fracties besteden de bijdrage aan raadswerkzaamheden. De bijdrage mag niet besteed worden aan financiering van de verkiezingscampagne en raadsleden mogen hun eigen vergoeding voor het raadswerk niet met de bijdrage voor fractieondersteuning aanvullen.

Artikel 15 Verstrekking en verantwoording

  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt voor 31 januari van een kalenderjaar verstrekt.

  • 2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het bedrag verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het bedrag verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3. Elke fractie doet binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar aan de raad schriftelijk verslag over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning. Dit verslag wordt toegevoegd aan de lijst van ingekomen stukken voor de raad.

Artikel 16 Reservering gelden

  • 1. De fractie reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2. De reserve mag aan het einde van de raadsperiode niet groter zijn dan 30 % van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam op grond van artikel 9. Het meerdere wordt terugbetaald aan de gemeente.

  • 3. De reserve blijft na de verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder de dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd. Indien een fractie na de verkiezingen niet in de raad terugkeert, wordt de opgebouwde reserve terug betaald aan de gemeente.

Artikel 17 Wijziging zeteltal

  • 1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2. Indien tijdens een zittingsperiode van de gemeenteraad één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden, heeft deze nieuw gevormde fractie geen recht op de bijdrage per fractie als bedoeld in artikel 10, eerste lid. De leden behouden de aan hun op grond van artikel 10 eerste lid toegekende bijdrage per fractielid.

  • 3. Indien tijdens een zittingsperiode van de gemeenteraad twee of meer fracties als een fractie gaan optreden, wordt - na mededeling aan de voorzitter van de raad - met de daardoor veranderde situatie voor de berekening van de in artikel 10, eerste lid, bedoelde bijdrage per fractie eerst rekening gehouden bij de aanvang van het eerstvolgende kalenderjaar.

HOOFDSTUK IV VERGADERINGEN

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 18 Indeling vergaderingen

De raad kent de volgende indeling voor zijn vergaderingen:

  • a.

    commissievergaderingen: deze zijn informerend (Het Gesprek) en meningsvormend voor onderwerpen niet zijnde raadsvoorstellen;

  • b.

    raadsvergaderingen: deze zijn meningsvormend en besluitvormend.

Artikel 19 Instelling en samenstelling raadscommissies

  • 1. Er zijn drie raadscommissies:

    • a.

      Bestuur;

    • b.

      Samenleving;

    • c.

      Grondgebied.

  • 2. De raadscommissies bestaan uit:

    • a.

      leden: één raads-/commissielid per fractie per agendapunt;

    • b.

      voorzitter: een door de agendacommissie aan te wijzen raadslid;

    • c.

      secretaris: een ambtenaar.

Artikel 20 Vaststelling agenda

Bij aanvang van de vergadering stelt de raad c.q. de raadscommissie de agenda vast.

Paragraaf 2 Commissievergaderingen

Artikel 21 Deelnemers

  • 1. Inwoners en betrokkenen kunnen deelnemen aan Het Gesprek na zich voor aanvang van de vergadering hiervoor te hebben aangemeld of op uitnodiging van de agendacommissie.

  • 2. Alvorens deel te nemen aan Het Gesprek hebben inwoners en betrokkenen de gelegenheid om gedurende maximaal twee minuten het woord te voeren.

Artikel 22 Orde

Tijdens Het Gesprek worden vragen gesteld en antwoorden gegeven. Er worden geen standpunten ingenomen of gevraagd.

Artikel 23 Vervolgprocedure

  • 1. Na afronding van Het Gesprek neemt de commissie een besluit of het onderwerp geagendeerd kan worden voor de raadsvergadering.

  • 2. Indien het onderwerp geagendeerd kan worden voor de raadsvergadering besluit de commissie of het onderwerp rijp is voor meningsvorming of direct voor besluitvorming in de raad.

  • 3. Indien het onderwerp niet geagendeerd kan worden voor de raadsvergadering schuift het door naar een volgende commissievergadering.

Artikel 24 Stemming

De commissie beslist bij meerderheid van stemmen naar rato van de zetelverdeling in de raad.

Artikel 25 Rondvraag

De raads-/commissieleden kunnen in de commissievergadering het woord voeren over niet op de agenda geplaatste onderwerpen.

Artikel 26 Verslaglegging

  • 1. Van de commissievergadering wordt rechtsreeks via internet verslag gedaan in beeld en geluid.

  • 2. Het beeld- en geluidsverslag is na de vergadering via internet raadpleegbaar en doorzoekbaar op spreker en onderwerp.

Paragraaf 3 Raadsvergaderingen

3.1 Algemeen

Artikel 27 Indeling vergadering

  • 1. Tussen het meningsvormende en besluitvormende gedeelte van de vergadering wordt een pauze ingelast om de fracties de gelegenheid te geven een standpunt in te nemen.

  • 2. Het meningsvormende gedeelte bestaat in principe uit twee termijnen.

Artikel 28 Ambtsgebed

  • 1. Onmiddellijk na de opening van de vergadering spreekt de voorzitter het volgende gebed uit:

    “Almachtige God, wij bidden u om wijsheid ter behartiging van de belangen ons toevertrouwd, opdat onze besluiten mogen strekken tot bevordering van het welzijn der gemeente en tot verheerlijking van Uw naam. Amen.”

  • 2. Voor sluiting van de vergadering spreekt de voorzitter het volgende dankgebed uit:

    “Genadig en barmhartig God, U gaf het voorrecht dat wij hier samen waren ter behartiging van de belangen der gemeente. Wil Uw zegen op onze besprekingen doen rusten en wil vergeven al hetgeen niet was tot verheerlijking van Uw naam. Amen.”

Artikel 29 Verslaglegging

Van de raadsvergadering wordt een woordelijk verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de raad vastgesteld.

Artikel 30 Ingekomen stukken

De raad stelt, op voorstel van de griffier, de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Artikel 31 Spreekregels

De leden van de raad en de collegeleden spreken vanaf het spreekgestoelte of maken gebruik van de interruptiemicrofoons. Dit geldt niet voor het vaststellen van de agenda, het verslag en de ingekomen stukken en voor stemverklaringen.

Artikel 32 Eindtijd

  • 1. Een reguliere raadsvergadering vangt aan om 19.30 uur en eindigt uiterlijk om 23:00 uur

  • 2. Indien tijdens de vergadering duidelijk wordt dat de eindtijd van 23:00 uur zal worden overschreden, kan een lid van de raad of de raadsvoorzitter om schorsing van de vergadering vragen. Tijdens de schorsing beraadslagen de fractievoorzitters met de raadsvoorzitter over de eindtijd van de vergadering.

Artikel 33 Spreektijd

Bij de reguliere raadsvergaderingen wordt zowel voor de leden van de raad als voor de leden van het college gebruik gemaakt van spreektijden. De spreektijden worden voorafgaand aan de vergadering op basis van de door de agendacommissie ingeschatte duur van de vergadering verdeeld over de fracties naar rato van de grootte van de fracties. Het uitgangspunt hierbij is een vergadering van 19.30 tot 23.00 uur, waarbij er 2 uur spreektijd voor de fracties en 0,5 uur spreektijd voor de collegeleden beschikbaar is. Interrupties vallen buiten de spreektijd. De spreektijd voor elke fractie bestaat uit een nader door de agendacommissie te bepalen vast deel (per fractie) en variabel deel (per fractielid). Bij vergaderingen die korter of langer worden ingeschat, worden de spreektijden van raads- en collegeleden naar verhouding vastgesteld.

Artikel 34 Spreekrecht burgers

Bij aanvang van de behandeling van de kadernota in de raad kunnen inwoners en betrokkenen gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren.

Artikel 35 Voorzitter/portefeuillehouder

In het geval de voorzitter van de raad vanuit het oogpunt van zijn portefeuille aan de meningsvorming deelneemt, wordt hij vervangen door de plaatsvervangend voorzitter van de raad (niet zijnde een fractievoorzitter).

3.2 Stemmen

Artikel 36 Algemene bepalingen over stemming

  • 1. Voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren.

  • 2. De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 3. Indien er geen stemming wordt verlangd, kunnen de in de vergadering aanwezige leden aantekening in het verslag vragen dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 28 Gemeentewet van stemming te hebben onthouden.

  • 4. In geval van stemming per fractie brengt één lid per fractie hun stem uit.

  • 5. Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de leden van de raad bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen lid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde per fractie.

Artikel 37 Stemming over personen

  • 1. Wanneer een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatsvinden, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau.

  • 2. Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet 5 van stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te leveren.

  • 3. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

HOOFDSTUK V RECHTEN VAN RAADSLEDEN

Artikel 38 Initiatiefvoorstel

  • 1. Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk volgens het model voor raadsvoorstellen worden ingediend.

  • 2. Een initiatiefvoorstel over een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening door de raad een besluit is genomen wordt buiten de orde gesteld, tenzij de indiener de raad kan overtuigen van veranderende omstandigheden en/of feiten.

  • 3. Een initiatiefvoorstel wordt, tenzij de indiener de raad kan overtuigen van het spoedeisend karakter van het voorstel, eerst in een commissievergadering geagendeerd. Ter voorbereiding van de behandeling van het voorstel in de commissievergadering, wordt het advies van het college gevraagd.

Artikel 39 Amendement

  • 1. Tot het sluiten van de meningsvorming in de raadsvergadering kunnen schriftelijk amendementen worden ingediend.

  • 2. Intrekking van een amendement kan tot het moment van de besluitvorming.

Artikel 40 Motie

  • 1. Tot het sluiten van de meningsvorming in de raadsvergadering kunnen schriftelijk moties worden ingediend.

  • 2. Een motie over een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening door de raad een besluit is genomen wordt buiten de orde gesteld, tenzij de indiener de raad kan overtuigen van veranderende omstandigheden en/of feiten.

  • 3. Een motie vreemd aan de agenda wordt, tenzij de indiener de raad kan overtuigen van het spoedeisende karakter van de motie, eerst in een commissievergadering geagendeerd. Ter voorbereiding van de behandeling van de motie in de commissievergadering, wordt het advies van het college gevraagd.

  • 4. Intrekking van een motie kan tot het moment van de besluitvorming.

Artikel 41 Voorstel van orde

Een lid van de raad kan een voorstel van orde doen.

Artikel 42 Schriftelijke vragen

  • 1. Schriftelijke vragen met een politieke strekking worden bij het college ingediend.

  • 2. De vragen worden uiterlijk binnen dertig dagen schriftelijk beantwoord.

  • 3. De vragen en antwoorden worden verstrekt aan alle raadsleden.

Artikel 43 Interpellatie

  • 1. Een verzoek tot het houden van een interpellatie wordt schriftelijk uiterlijk twee werkdagen voor de raadsvergadering bij de voorzitter ingediend en wordt op de agenda voor de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst.

  • 2. Het verzoek bevat in ieder geval de aan de geïnterpelleerde(n) te stellen vragen.

  • 3. De voorzitter geeft eerst de interpellant het woord, vervolgens de geïnterpelleerde(n), daarna zo gewenst de overige leden van de raad en tenslotte opnieuw de interpellant.

Artikel 44 Verantwoording door afvaardiging raad

  • 1. Een raadslid dat vanuit de raad is afgevaardigd in een verbonden partij verstrekt gevraagd en ongevraagd informatie hierover.

  • 2. Mondelinge informatie wordt geagendeerd in Het Gesprek.

HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN

Artikel 45 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 18 juli 2017.

  • 2. Op dat tijdstip wordt de Organisatieverordening van de gemeenteraad, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 20 november 2012 en laatst gewijzigd bij raadsbesluit van 8 juli 2015, ingetrokken.

Artikel 46 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Organisatieverordening van de gemeenteraad.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 5 juli 2017.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,