Regeling vervallen per 28-06-2018

Sportnota 2018 Sport verbindt

Geldend van 28-06-2018 t/m 27-06-2018 met terugwerkende kracht vanaf 08-03-2018

Intitulé

Sportnota 2018 Sport verbindt

1. Samenvatting

De maatschappij verandert voortdurend. De overheid probeert die veranderingen in kaart te brengen en te reageren op ontwikkelingen. Soms is het nodig regels te veranderen. Soms is het nodig ongewenste veranderingen tegen te gaan.

Nederland is een welvarend land. Een van de gevolgen van onze welvaart is dat we langer leven. Het begrip “gezond ouder worden” wordt steeds belangrijker in onze maatschappij.

Voldoende bewegen is voor iedereen belangrijk. En dat begint bij de jongste jeugd. Onderzoek wijst uit dat kinderen meer dan vroeger tijd achter de tv of computer doorbrengen. Kinderen zijn ook dikker dan vroeger. Op diverse fronten proberen we daar verandering in aan te brengen.

Gelukkig constateren we dat de sportdeelname van kinderen erg hoog is in onze gemeente. Een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde. Op dat punt zijn we tevreden.

Niet alleen de jeugd maar ook ouderen en kwetsbare groepen probeert de gemeente samen met maatschappelijke partners meer in beweging te krijgen. Maar niet alleen om gezond te blijven.

Sport en bewegen is ook een middel om in te spelen op maatschappelijke thema’s. Een van doelstellingen van het sociaal domein is dat iedereen zo lang mogelijk mee moet kunnen doen in onze samenleving. Sport kunnen we daarbij gebruiken. Sport kan bijvoorbeeld bijdragen om eenzaamheid tegen te gaan.

En sportverenigingen doen al heel veel op dit vlak. Er zijn heel veel vrijwilligers actief binnen sportverenigingen. Ook sportbonden in Nederland zijn zich steeds meer bewust van de belangrijke positie van sportverenigingen in de maatschappij. Sportbonden houden zich bezig met de vraag hoe leden langer bij de club verbonden kunnen blijven. Verenigingen nemen initiatieven om bijvoorbeeld dagbesteding te organiseren binnen het clubhuis of zorgen samen met een maatschappelijke partner voor huiswerkbegeleiding. De rol van de gemeente hierbij is vooral faciliterend en stimulerend.

Maar al dat gesport heeft ook nadelen. Vooral in het weekend is het erg druk op onze sportcomplexen. En in Bloemendaal zijn veel sporters actief. En omdat alle sportverenigingen in de buurt liggen van woonwijken, wordt hinder ondervonden door de buurtbewoners. En die klagen vervolgens bij de gemeente over lawaai, het drukke verkeer, verlichting en over andere onderwerpen.

Het is niet gemakkelijk voor dit soort zaken een oplossing te vinden. Soms is er geen realistische oplossing. Bloemendaal is in de Randstad een van de groenste gemeente met veel ruimte om te recreëren. Dat heeft voordelen maar ook nadelen.

In deze nieuwe sportnota wordt ingegaan op alle thema’s die hierboven zijn aangestipt. De inhoud van deze sportnota zal geen aardverschuiving veroorzaken in het beleid op het gebied van sport. Wij zijn tevreden met het huidige sportbeleid. Op onderdelen passen we veranderingen toe.

Enkele dilemma’s zijn besproken op een beeldvormende avond op 30 november 2017. De aanwezigen hebben zich gebogen over sportieve ambities die in het gedrang komen door de ruimtelijke ambities van de gemeente.

2. Indeling van de nota

Samenvatting

  • 1.

    Samenvatting

  • 2.

    Indeling van de nota

  • 3.

    Bestaande sportnota

  • 4.

    Aanleiding nieuwe sportnota

  • 5.

    Accommodatiebeleid

    • a.

      Stand van zaken

    • b.

      Uitgangspunten

    • c.

      Beleidsmaatregelen

      • 1.

        Hockey

      • 2.

        Voetbal

      • 3.

        Tennis

      • 4.

        Stradsport

      • 5.

        Golf

      • 6.

        Cricket

      • 7.

        Scouting

  • 6.

    Sportstimulering

    • a.

      Stand van zaken

    • b.

      Uitgangspunten

    • c.

      Beleidsmaatregelen

  • 7.

    Sociaal Domein en maatschappelijke rol sportverenigingen

    • a.

      Stand van zaken

    • b.

      Uitgangspunten

    • c.

      Beleidsmaatregelen

  • 8.

    Samenvattende beleidsvoornemens

Bijlage 1: overige knelpunten en wensen sportverenigingen

Bijlage 2: kosten en opbrengsten van sport

3. Bestaande sportnota

De sportnota 2011 (2010033862) is vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering van 23 juni 2011.

De nota uit 2011 is geschreven rond de thema’s van de menukaart Sport en Bewegen: Bewegen, Meedoen en Presteren. Daarin gaat het over het accommodatiebeleid, het stimuleren van sport, het streven naar een gezonde leefstijl en de maatschappelijke betekenis van sport in de maatschappij. Tot slot is in de oude nota een beschrijving gegeven van topsport en de breedtesport.

4. Aanleiding nieuwe sportnota

In het collegeprogramma uit 2014 is opgenomen dat in 2017 een nieuwe sportnota verschijnt.

Welke onderwerpen

Het moment van het opstellen van een nieuwe nota is aangegrepen om een aantal zaken tegen het licht te houden: bestaand beleid, sport gerelateerde knelpunten die bij verenigingen leven en leven in de samenleving en vanzelfsprekend nieuwe ontwikkelingen.

Een van de nieuwe ontwikkelingen die niet is genoemd in de oude sportnota is het Sociaal Domein. Om de doelstellingen van het sociaal domein te bereiken kan sport worden ingezet in de samenleving. Sportverenigingen zijn onze maatschappelijke partners in dit beleidsgebied.

Vitaliteit sportverenigingen

Om te kunnen beoordelen of de sportverenigingen in Bloemendaal deze maatschappelijke rol kunnen en willen vervullen is eind 2016 een vitaliteitsonderzoek gehouden. Met behulp van een enquête is per vereniging in beeld gebracht hoe de organisatiekracht is van de vereniging. In de enquête is ook gevraagd naar de huidige maatschappelijke rol en welke ambities zij hebben op dat gebied.

Per vereniging zijn tot slot knelpunten door verenigingen benoemd die een eventuele hindernis zouden kunnen zijn in het functioneren van de sportvereniging.

Indeling nieuwe sportnota

De indeling van nieuwe sportnota is gebaseerd op de indeling van de sportnota uit 2011.

De basis van het sportbeleid wordt gevormd door het accommodatiebeleid. Uit het vitaliteitsonderzoek is gebleken dat de meeste knelpunten betrekking hebben op de accommodatie van de sportvereniging of daaraan verbonden zaken.

De nieuwe sportnota begint dus met het benoemen van de knelpunten en de mogelijke oplossingen hiervoor. Omdat de knelpunten per sport verschillen, zijn zij per sport weergegeven.

Een tweede basiselement van het sportbeleid is gericht op het stimuleren van sportbeoefening. Hierin wordt gekeken naar de sport als doel. Het bedrijven van sport is immers de grondslag van elke sportvereniging.

Sport als middel is het derde basiselement van het sportbeleid. Nieuwe ontwikkelingen als het Sociaal Domein maken het interessant te kijken naar het sportbeleid. Sport en bewegen worden ingezet om de doelstellingen van het sociaal domein na te streven.

Per paragraaf wordt de stand van zaken beschreven. Daarbij wordt gekeken naar de ontwikkelingen en gebeurtenissen sinds 2011. Tevens wordt er per onderwerp kort geëvalueerd.

Vervolgens worden de uitgangspunten van het sportbeleid genoemd. De paragraaf wordt besloten met de titel beleidsmaatregelen, waarin het nieuwe beleid is vormgegeven.

5. Accommodatiebeleid

a. Stand van zaken

Huurovereenkomsten

De sportnota 2011 continueerde de bestaande en verschillende soorten huurovereenkomsten. De sportverenigingen zijn tevreden met dit instrument. Er is geen aanleiding om veranderingen hierin aan te brengen.

Garanderen van geldleningen

De faciliterende rol van de gemeente komt tot uiting onder meer in het garanderen van geldleningen als sportverenigingen willen investeren in hun sportcomplex. Zowel de clubs als de gemeente zijn tevreden met dit instrument. Vanaf de start van het gebruik van het garantie-instrument in 2009 heeft de gemeente samen met het Waarborgfonds Sport zes keer een garantie afgegeven voor investeringen door sportverenigingen. Wij veranderen dit beleid niet.

Subsidieregelingen kunstgras

Vanaf 2015 is een kunstgrasregeling voor sportverenigingen in het leven geroepen. De regeling geeft verenigingen een bijdrage ineens voor het omzetten van natuurgras in duurzaam en groen kunstgras. In 2014 werd hiervoor eenmalig € 400.000 beschikbaar gesteld. Twee verenigingen hebben een beroep gedaan op deze regeling. Het krediet is nog niet helemaal opgebruikt zodat verenigingen nog een beroep kunnen doen op de regeling. Aangezien administratief het krediet is gesloten zullen in dat geval eenmalig middelen beschikbaar moeten worden gesteld.

Daarnaast geeft de regeling een rentesubsidie van 50% gedurende 10 jaar voor het vervangen van duurzame en groene toplagen van kunstgrasvelden. Vanaf 2015 hebben drie verenigingen gebruik gemaakt van deze regeling.

Onderzocht wordt of “duurzaamheid” bij de toepassing van de regeling geconcretiseerd kan worden. Gedacht kan worden aan het opnemen van het begrip duurzaamheid in de weigeringsgronden voor het toekennen van subsidies.

In 2016 en 2017 is veel ophef geweest over het gebruik van rubbergranulaat op kunstgrasvelden vanwege mogelijk schadelijke effecten op de volksgezondheid. Op diverse fronten worden onderzoeken verricht. Wij wachten de resultaten van die onderzoeken af.

Deze regeling wordt – in afwachting van de onderzoeksresultaten – gecontinueerd. Mogelijk wordt de regeling aangepast.

Capaciteitstekort zaalhockey

Vanwege de populariteit van zaalhockey wijzen de hockeyverenigingen op de beperkte beschikbaarheid van zaalcapaciteit in de winterperiode zowel in Bloemendaal als in de regio.

Eigendom sporthallen

De sportnota beschreef dat het geen doel op zich is sporthallen in eigendom te hebben. Het is belangrijk dat de sportvoorziening er is. In 2017 is het besluit genomen de Tetterode sporthal te verkopen aan de exploitanten. Ook dat beleid wordt voortgezet.

Subsidieregelingen voor sportverenigingen

Door een amendement op de sportnota 2011 kregen sportverenigingen recht op compensatie van de aanslag OZB en rioolrechten en de leges van omgevingsvergunningen. Vanzelfsprekend zijn sportverenigingen hier tevreden over. Door stijging van tarieven is het budget inmiddels toegenomen tot bijna € 60.000 per jaar (was circa € 30.000). Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het geraamde budget te verhogen ten laste van de algemene middelen.

In datzelfde amendement werd de subsidie per Bloemendaals jeugdlid verdubbeld tot € 25. Door de groei van het aantal jeugdleden is dat budget inmiddels toegenomen tot iets meer € 65.000 (was circa € 58.000).

Tot slot wordt sinds 2005 de huur van het sportcomplex volledig gecompenseerd (totaal € 152.000). Dit geldt voor sportverenigingen die al het (groot) onderhoud van het sportcomplex zelf betalen.

Sport en omgeving

Alle sportcomplexen in de gemeente Bloemendaal zijn gevestigd in de nabijheid van woningen. De activiteiten van sportverenigingen vinden vrijwel allemaal vooral in het weekend plaats.

Dan is het in het sportseizoen erg druk bij de vereniging en vooral op zaterdagmorgen. Dan vinden vrijwel alle jeugdwedstrijden plaats.

Naast wedstrijden in competitieverband worden er door de sportclub andere sport gerelateerde activiteiten georganiseerd op het complex, zoals hockey- en voetbalkampen. Maar ook feestjes voor de jeugd. Ook die kunnen voor ergernissen in de buurt zorgen.

In het recente verleden zijn diverse klachten geuit door bewoners over de sportactiviteiten van de sportclubs die liggen aan de Brederodelaan en door bewoners rond het sportpark Rottegat in Bennebroek.

b. Uitgangspunten

  • 1.

    De huidige sportcomplexen blijven gehandhaafd. Het voorzieningenniveau aan sportcomplexen moet in onze gemeente minimaal gelijk blijven. Het ruimtelijk beleid vormt de basis voor uitbreiding en/of intensivering van het sportcomplex. In dat ruimtelijk beleid wordt een afweging gemaakt van belangen van de sport, de omgeving, geluid, licht, verkeer en milieu. Dat geldt ook voor het aanbrengen van nieuwe functionaliteiten zoals bijvoorbeeld het aanpassen van het clubgebouw om het geschikt te maken voor kinderopvang en dagbesteding voor ouderen.

  • 2.

    Regionale partners in de sport worden betrokken bij het vinden van een oplossing voor capaciteitsvraagstukken bij sportverenigingen.

  • 3.

    Sportverenigingen zijn zelfstandige organisaties. Wij ondersteunen de verenigingen bijvoorbeeld met subsidies maar ook met het garanderen van geldleningen. Wij bemoeien ons niet met het tarievenbeleid van verenigingen en evenmin met het toelatingsbeleid van leden.

  • 4.

    Sport moet betaalbaar blijven, vooral voor de jeugd. De bestaande subsidieregelingen voor de jeugd, de huur aan (strand-)sportverenigingen en voor de compensatie van de OZB blijven bestaan.

  • 5.

    Sport kan hinder veroorzaken in de omgeving. Sportverenigingen dragen hierin eigen verantwoordelijkheid. Sportverenigingen spreken leden aan op ongewenst gedrag. Wij handhaven als bij de sportuitoefening regels worden overtreden. Hinder als gevolg van sport is soms niet te voorkomen. Wij kunnen op dit punt niet elke bewoner tevreden stellen.

c. Beleidsmaatregelen

In deze paragraaf gaan we in op accommodatievraagstukken. We bespreken de meest nijpende vraagstukken. In de bijlagen is een totaal overzicht opgenomen van de overige accommodatievraagstukken zoals die door sportverenigingen aan de gemeente zijn gemeld.

Er is een korte analyse gemaakt van de problematiek en aan het eind van elk vraagstuk is getracht een oplossing te formuleren.

De accommodatievraagstukken zijn samengenomen per sport. De problematiek is namelijk per sport verschillend.

1. Hockey

In deze paragraaf worden een aantal zaken besproken die actueel zijn. Het gaat om de volgende zaken:

  • Regionale aanpak t.b.v. hockey (motie d66)

  • Klachten uit de buurt

  • Zaalaccommodatie

Algemeen

De hockeysport is bijzonder populair in Bloemendaal. In onze gemeente zijn 4 hockeyverenigingen actief met meer dan 5.400 sporters. De hockeyverenigingen hebben geen groeidoelstelling, maar willen wel hun leden maximaal faciliteren in het sporten. De verenigingen houden geen wachtlijsten bij, maar uit recente informatie van de verenigingen blijkt dat per club ongeveer 70 kinderen geen lid kunnen worden van de hockeyclubs. Verder is typerend dat leden langer lid blijven van de vereniging om te voorkomen dat ze in een later stadium wellicht hun neus stoten als men zich weer wil aanmelden als lid.

De accommodatieproblematiek bij HBS is het grootst. Deze vereniging heeft maar 3 kunstgrasvelden. Per veld komt de bezetting uit op 448 leden. Ter vergelijking: bij hockeyclub Bennebroek maken per veld 293 leden gebruik.

In zijn vergadering van 5 juli 2017 is door de gemeenteraad de aanvraag voor een half hockeyveld op het complex van HBS afgewezen. Een oplossing voor HBS is op korte termijn dus niet te verwachten.

Daarentegen is bij besluit van 28 september 2017 door de raad ingestemd met het mogelijk maken van verlichting op de velden 3 en 4 bij de hockeyclub Bloemendaal. Die vereniging is juist weer geholpen in haar behoefte aan meer faciliteiten.

Motie onderzoek hockeysport in de regio

In november 2016 is door d66 een motie in stemming gebracht over een regionale aanpak van de hockeysport. De motie constateert dat de ruimtelijke mogelijkheden om uit te breiden klein zijn.

De kern van de motie is dat inwoners lid moeten kunnen worden van een vereniging in de buurt en dat regionaal beleid noodzakelijk is om aan de groei van de hockeysport tegemoet te komen. De motie is met algemene stemmen aangenomen.

Bij brief van 30 maart 2017 (2017001361) is door ons college op de motie ingegaan. De hockeyverenigingen waren bereid mee te werken aan een regionaal opgezet onderzoek. Omliggende gemeenten zien echter geen aanleiding een regionaal beleid te voeren om de groei van de hockeysport te faciliteren. Door gemeenten is aangegeven dat de onbalans tussen vraag en aanbod bij hen minder nijpend is. Haarlem werkt niet mee aan een onderzoek, omdat in 2016 reeds een haalbaarheidsonderzoek is gedaan.

Haalbaarheidsonderzoek Haarlem nader bekeken

De gemeente Haarlem heeft samen met de hockeybond een onderzoek verricht naar aanleiding van de wens van de voetbalvereniging EDO een hockeytak te starten. Het onderzoek geeft aan dat bij vrijwel alle verenigingen in de regio de veldbehoefte op zaterdagen groter is dan de capaciteit. Toch slagen alle verenigingen er in de wedstrijden te laten plaatsvinden. Soms wijken verenigingen uit naar andere locaties. Soms wordt in overleg met de tegenstander de wedstijd op zondag gepland.

Groei aantal leden in de regio

Het onderzoek geeft ook aan dat de ledencijfers van hockeyverenigingen afvlakt en stagneert. Slechts enkele verenigingen groeien.

Hier moet wel een kanttekening bij geplaatst worden. Veel hockeyverenigingen hebben hun maximale ledental bereikt, simpelweg omdat er geen ruimte meer is op de velden en in de kleedkamers. Het is dan ook niet gek dat de groei afvlakt en stagneert. De bespelingsintensiteit van de velden geeft dat ook aan. Er is geen ruimte meer.

Overigens is het van belang te melden dat hockeyverenigingen geen groeidoelstelling hebben. De verenigingen vinden het belangrijk de leden goed te faciliteren: naast het spelen van wedstrijden moet er ook getraind kunnen worden. En niet met 3 elftallen op 1 veld.

Het strategisch beleidsplan van de hockeybond gaf in 2014 aan dat de bond zou groeien naar 300.000 leden in 2020. Dat aantal zal niet gehaald worden. Per ultimo 2015 heeft de bond 250.000 leden. De groeicijfers zijn door de bond bijgesteld.

Groei bevolking

In de gemeente Bloemendaal is en wordt op beperkte schaal nieuw gebouwd: Park Wimbledon, het Marine Hospitaalterrein, Park Vogelenzang en het Reinwaterpark. Verder vindt er nieuwbouw plaats in de gemeente Haarlem (Schoterkwartier, Schalkstad en Plaza West), Heemstede (Watertoren), Zandvoort (Louis Davidskwartier en Venster aan Zee) en Velsen (ParcView IJmuiden). Verder heeft de gemeente Haarlemmermeer langs de westelijke kant van de polder woningbouwplannen.

De groei van de bevolking blijkt uit een rapportage van de Provincie Noord-Holland. Tot 2040 groeit de bevolking in de regio Kennemerland (exclusief Haarlemmermeer) met 29.000 inwoners. Het grootste aandeel komt uiteraard op naam van Haarlem. Bloemendaal groeit met slechts 600 inwoners. Het aantal jongeren neemt af tot 2020 en groeit daarna. De beroepsbevolking (15-67 jaar) stijgt met circa 3% en het aantal ouderen groeit vanaf 2030 sterk in de regio.

De groei van de bevolking leidt tot een grotere druk op de sportverenigingen. De rapportage geeft echter ook aan dat de samenstelling van de bevolking verandert. De verenigingen zullen daar rekening mee moeten houden. De sterke toename van ouderen betekent een groter aanbod van potentiele leden in de categorie trimhockey en voor senioren. Die activiteiten worden vooral overdag gehouden. Langzaam zullen de sportactiviteiten verschuiven van het weekend en avond naar activiteiten overdag op werkdagen.

Visie hockeybond

De centrale vraag die de hockeybond zichzelf stelt is hoe leden aan de hockeyvereniging verbonden kunnen worden en betrokken kunnen blijven bij de sport. De maatschappelijke rol van de sport komt daarbij om de hoek kijken. Dat geldt voor de hockeysport, maar natuurlijk ook voor alle andere sporten. De sportvereniging als ontmoetingsplek maar ook als “werkplek” van de vrijwilligers.

Hockeyverenigingen benadrukken steeds weer de maatschappelijke functie van de sportclub. De overheid juicht dat ook toe. Dit past in het beleid dat is geformuleerd bij de komst van het Sociaal Domein naar gemeenten.

De grote druk op de accommodatie is voor de hockeybond aanleiding geweest pilots te ontwikkelen die gericht zijn op het op andere momenten spelen in de week (bijvoorbeeld op zondagen) en minder spelers op een kleiner veld. Ook het (tijdelijk) realiseren van zaalaccommodatie op hockeyvelden in de winterperiode hoort daarbij.

Deze oplossingsrichtingen zijn onder meer genoemd in het Masterplan Groot-Utrecht, een onderzoek door de KNHB, het Mulier instituut en 12 gemeenten rond de stad Utrecht dat in 2016 is gehouden.

Masterplan Groot Utrecht

Het onderzoek met de naam Masterplan Groot Utrecht omvat totaal 12 gemeenten. In deze regio zijn 19 hockeyclubs actief met totaal 66 kunstgrasvelden. De clubs hebben 22.000 leden aan zich gebonden.

Het Masterplan ziet een tweetal oplossingsrichtingen:

  • Meer gebruik maken van de bestaande accommodaties

  • Meer velden aanleggen

De eerste oplossingsrichting wordt geïnitieerd door de hockeybond in samenwerking met de verenigingen en heeft vooral betrekking op de organisatie van de wedstrijden.

Voorbeelden van oplossingen zijn een zondag jeugdcompetitie, een groter tijdsframe van de wedstrijden (eerder beginnen en later eindigen), verhouding thuis- en uitwedstrijden veranderen naar 50-50, plantijd semi-watervelden inkorten, meer spelers in 1 team, een grotere speeldagenkalender van 20 naar 22 dagen per jaar en de vrijdagavondcompetitie. Betere samenwerking tussen clubs onderling kan er ook voor zorgen dat druk op het eigen sportcomplex zich ten gunste ontwikkeld.

Van belang is dat deze wijzigingen uitsluitend betrekking hebben op het spelen van wedstijden in competitieverband in relatie tot het beschikbaar zijn van voldoende speelvelden. Het gaat hierbij dus niet om trainingsfaciliteiten. Sterker nog: door invoering van de vrijdagavondcompetitie vervalt 1 avond als trainingsavond en leidt de uitbreiding van de competitiekalender tot een vermindering van de trainingsmogelijkheden. De vraag is of hockeyclubs hiermee geholpen zijn.

Navraag bij de hockeyverenigingen leert dat een aantal van deze oplossingen door middel van pilots door de hockeybond zijn doorgevoerd. De hockeyverenigingen De verwachten dat deze maatregelen beperkt effecten heeft op de wachtlijsten.

De tweede oplossingsrichting gaat over het aanleggen van meer velden. Daar ligt een taak van de gemeente om die mogelijkheden te scheppen: meer velden bij hockeyverenigingen, hockeyvelden op sportcomplexen met andere sporten en de oprichting van een nieuwe vereniging.

Ruimtelijke mogelijkheden in Bloemendaal

Bestemmingsplannen en de structuurnota weerspiegelen het huidige ruimtelijke beleid van de gemeente. Hierin zijn de grenzen van de sportcomplex aangegeven. Ook is aangegeven waar wel kunstgras is toegestaan en waar niet en of verlichting mogelijk is.

Op grond van het huidige beleid moet worden geconcludeerd dat uitbreiding (= de aanleg van kunstgrasvelden) op hetzelfde complex niet mogelijk is. Voor voetbal geldt dat ook. Tenniscomplexen kunnen worden uitgebreid met 1 baan.

Intensiveren van sportaccommodaties vindt plaats door onder meer het plaatsen van verlichting. Bij hockeyverenigingen zijn (of worden binnenkort) alle velden verlicht. Bij voetbal kan nog wel verlichting worden geplaatst bij 2 verenigingen. Dat geldt ook voor een tweetal tennisverenigingen.

Op een beeldvormende avond op 30 november is met de aanwezigen gesproken over dit onderwerp. Gezamenlijk is naar uitbreidings- en intensiveringsmogelijkheden binnen de gemeente gezocht. Er zijn diverse locaties in de gemeente genoemd. Niet is beoordeeld of uitbreiding en/of intensivering op grond van de huidige regelgeving mogelijk is. De locaties zijn onderdeel van studie.

In de discussie over uitbreiding van sportcomplexen werd ook duidelijk het afstandscriterium belangrijk is voor leden van verenigingen. De fietsafstand tot het sportcomplex is vaak bepalend voor het (aankomend) lid om te kiezen voor een bepaalde vereniging. Diezelfde afstand speelt uiteraard ook een rol als bijvoorbeeld trainingsfaciliteiten niet op het sportcomplex liggen maar elders.

Dat betekent dat als een kunstgrasveld voor hockey niet op het sportcomplex wordt aangelegd maar op een te grote afstand van de hockeyclub, deze nieuwe faciliteit de hockeyclub niet helpt bij het terugdringen van wachtlijsten en de druk op de vereniging. Het zou wel kunnen helpen bij het faciliteren van inwoners die willen hockeyen in het algemeen.

Conclusie

Het ruimtelijk beleid (bestemmingsplannen, structuurvisie) van dit moment laat slechts op beperkte schaal uitbreiding en intensivering toe van sportcomplexen in de gemeente.

Wat betreft de omvang van de hockeyverenigingen op de huidige locaties is men uitgegroeid.

Dat betekent dat als geen verandering komt in de weging tussen ruimtelijke belangen en de belangen van de sport, de geschetste problematiek binnen de grenzen van Bloemendaal niet wordt opgelost.

De aanleg van nieuwe kunstgrasvelden helpen de verenigingen in het terugdringen van de wachtlijsten en het verbeteren van de trainingsfaciliteiten van de huidige leden. Als die velden op een te grote afstand liggen van het sportcomplex (groter dan loopafstand) is de betreffende vereniging niet met deze oplossing geholpen. Het helpt wel bij het faciliteren van de hockeysport in het algemeen.

De motie van D66 stelt dat voor het oplossen van het accommodatievraagstuk een regionale aanpak noodzakelijk is. Daarvoor is wel de medewerking nodig van omringende gemeenten.

Uit het haalbaarheidsonderzoek Haarlem blijkt dat alleen de veldbezetting bij de nieuw gevormde hockeyvereniging Spaarndam en de vereniging in Zandvoort voldoende ruimte biedt aan meer leden. Alle andere verenigingen hebben te maken met een bezetting die niet veel afwijkt van die van de Bloemendaalse verenigingen.

Dat geeft aan dat de problematiek bij de hockeyverenigingen in de regio gemeenten nu wellicht nog niet nijpend is, maar waarschijnlijk binnen een periode van 5 jaar wel. En dat geeft aan dat een oplossing voor de hockeysport alleen gevonden kan worden bij de clubs in de regio die nog groeimogelijkheden kennen.

Oplossingen

Zonder wijziging van het ruimtelijke beleid zien wij op korte termijn geen oplossing. Er is letterlijk geen ruimte voor uitbreiding. Wij veronderstellen dat als gevolg van de demografische ontwikkelingen na 2020 deze problematiek verandert. Het aantal jeugdigen neemt eerst af maar na 2020 toe. Ook in de regio. Door de toename van de beroepsbevolking maar vooral door de toename van het aantal ouderen zal de piek-gebruikstijd langzaam verschuiven naar de middag en naar werkdagen overdag.

Klachten uit de buurt

Op gezette tijden zoekt de omgeving publiciteit over de ervaren hinder van (sport-)activiteiten van sportverenigingen. Dit wordt door de buurt aangekaart bij de sportvereniging en/of bij de gemeente.

De laatste keer was in het tweede kwartaal 2017 naar aanleiding van de bespreking in commissie en raad over de aanvraag van de hockeyclub HBS voor de aanleg van een half kunstgrasveld. Veel inwoners verzetten zich tegen de mogelijke aanleg van het veld.

Gelijktijdig werd publiciteit gezocht door bewoners die hinder ervaren van de sportactiviteiten bij de hockeyclub Bloemendaal. Dat vond plaats naar aanleiding van gevoerde procedures over verlichting op veld 3 en 4.

In Bennebroek ageren bewoners in de woonwijk rond het sportcomplex ’t Rottegat tegen de sportactiviteiten.

Soort klachten

De klachten gaan over geluid (muziek, sportgeluiden, publiek), verlichting, parkeren (fietsen en auto’s) en druk verkeer, vernielingen en achtergelaten afval. De omgeving wijst naar de sportverenigingen die steeds groter worden en steeds meer mensen trekt. De omgeving wijst ook naar de gemeente omdat die de groei mogelijk maakt. Enkele initiatiefnemers willen dat in de omgeving wordt geënquêteerd om alle klachten boven tafel te krijgen.

Grootte hockeyverenigingen

Het totale ledental van de hockeyverenigingen in de periode eind 2012 – eind 2016 is toegenomen met 200 leden. Hockeyclub Bloemendaal en Rood Wit zijn verantwoordelijk voor deze toename. Bij Rood Wit is het aantal leden gegroeid in de categorie veteranen en t.b.v. trimhockey. In overwegende mate geldt dat ook voor de hockeyclub Bloemendaal. HBS heeft in die periode zelfs minder leden aan zich kunnen binden. Bennebroek is nagenoeg gelijk gebleven.

In die periode zijn geen extra velden neergelegd en – met uitzondering van Rood Wit – geen extra verlichting aangebracht.

Groei van sportverenigingen en overvolle velden en kleedkamers lijken op het eerste gezicht niet samen te gaan. Toch is dat mogelijk namelijk als de groei plaatsvindt in het segment leden die sporten buiten de piektijden. Een veel gehoord verzoek van bezwaarmakers om het ledental van sportverenigingen te maximeren is dan ook niet zinvol.

Gemeentelijk beleid

De gemeente regelt in bestemmingsplannen de ruimtelijke omvang van sportverenigingen. Langs de Brederodelaan bijvoorbeeld is een kunstgrasvrije zone bepaald. Die strook moet natuurgras blijven. Ook is verlichting in die strook niet toegestaan.

Vooraf wordt bij het bestemmen van gronden in bestemmingsplannen een afweging gemaakt van de meest relevante belangen van sport, geluid, verkeer, verlichting en omgeving. Uit die afweging blijkt wat wel en wat niet is toegestaan.

De gemeente Bloemendaal vindt het belangrijk dat sportverenigingen zelfstandig zijn. In het sportbeleid van de gemeente is vastgelegd dat de gemeente zich niet bemoeit met de omvang van de vereniging of de herkomst van de sporters. En dat is ook niet nodig omdat in het publiekrecht de grenzen van de ruimtelijke groei zijn vastgelegd.

De gemeente verwacht van de sportvereniging dat men een goede relatie onderhoudt met de buurt. Elkaar op de hoogte houden van ontwikkelingen en het delen van ervaringen is belangrijk.

Wensen van omgeving en van sportverenigingen op het gebied van verkeer worden meegenomen in verkeersplannen en reconstructies. Zo is er bij de herinrichting van de Brederodelaan in Bloemendaal en de herinrichting van de parkeerplaats in de Jacob van Heemskerklaan in Bennebroek uitvoerig overlegd met omwonenden en is gezamenlijk aan het resultaat gewerkt.

Regelgeving met betrekking tot hinder

Geluid: voor sportaccommodaties zijn de “normale” geluidsnormen van toepassing. Buiten beschouwing blijven echter de piekgeluiden afkomstig van sportactiviteiten of activiteiten die daarmee in nauw verband staan (bijvoorbeeld aankomende en vertrekkende bezoekers).

Sportverenigingen kunnen vier keer per jaar ontheffing krijgen van geluidsgrenswaarden tijdens incidentele festiviteiten op de sportclub. Dat betekent dat om 24.00 uur het muziekgeluid moet stoppen en dat de festiviteit om 01.00 moet eindigen.

Verlichting: milieuwetgeving regelt uitputtend dat verlichting van sportvelden uitgeschakeld moet zijn tussen 23.00 uur en 07.00 uur, als er geen sportactiviteiten plaatsvinden en als er geen onderhoud aan de lichtmasten plaatsvindt. De gemeente heeft geen bevoegdheid hier verandering in aan te brengen. Wel is het mogelijk dat op vrijwillige basis de sportvereniging dit recht inperkt.

In de gemeente zijn geen gebieden aangewezen waar duisternis specifieke bescherming behoeft door het vaststellen van regels. In de gemeente Bloemendaal kan een eventueel maatwerkvoorschrift dus alleen betrekking hebben op de wijze waarop de verlichting is uitgevoerd met als doel de lichthinder bij omwonenden te beperken of voorkomen. Maatwerkvoorschriften kunnen worden opgelegd als daar aanleiding toe is.

Parkeren: belijning en bebording geven aan waar wel en niet geparkeerd mag worden. Dat geldt voor alle vervoermiddelen.

Hinder en handhaving

Handhaving (door politie of boa’s) vindt alleen plaats als melding wordt gedaan van hinder en regels worden overtreden. Afhankelijk van de beschikbare capaciteit, planning en prioritering wordt hierop gereageerd door de handhavers.

Uit klachten van de omgeving blijkt dat het gevoel van hinder ruim is. De omgeving ervaart hinder ook als er geen regels worden overtreden. Voorbeelden zijn: veel verkeersbewegingen in de wijk, sporters die parkeren in de wijk of fietsen die tegen hagen worden geplaatst. Handhaving van dit soort hinder is niet aan de orde omdat regels niet worden overtreden.

Conclusies

De omgeving ervaart hinder van (sport-)activiteiten van sportverenigingen.

De buurt wijst op de groei van sportverenigingen en wijst naar de gemeente die de groei faciliteert.

Door de gemeente is de ruimtelijke omvang van sportverenigingen gemaximeerd in bestemmingsplannen. Ondanks dat gegeven constateren we dat het ledental van sommige verenigingen toch is toegenomen. Die groei vindt plaats in het segment leden die sporten buiten de piektijden.

Enkele initiatiefnemers willen een enquête om de totale hinder van sportactiviteiten in beeld te brengen.

Oplossingen

Als regels worden overtreden kan hinder worden weggenomen door handhaving. Dat is de taak van de overheid. Die taak blijven wij uitvoeren.

De ruimtelijke omvang van sportverenigingen is vastgelegd in bestemmingsplannen. De groei van de vereniging en daarmee de veronderstelde toename van hinder is daardoor beperkt. De demografische ontwikkelingen van de bevolking laten zien dat de samenstelling van de bevolking verandert en daarmee ook het gebruik van sportcomplexen.

De suggestie om een enquête te houden nemen wij niet over. Wij vinden het niet zinvol te onderzoeken wat we al weten.

Verplaatsing van sportclubs vinden wij niet wenselijk. Ruimtelijk gezien is dat overigens ook niet mogelijk.

Dit alles betekent dat van een zekere hinder altijd sprake is. Met name in het weekend als er volop wordt gesport, is het druk in de buurt en wordt er geluid gemaakt.

Zaalaccommodatie

Hockeyverenigingen noemen verder als belangrijkste knelpunt het nijpend gebrek aan zaalcapaciteit in de winterperiode. Zaalhockey wordt steeds populairder en de vraag naar ruimte neemt steeds meer toe. Het gebrek aan zaalcapaciteit is geen regionaal probleem. Het speelt in heel Nederland.

Regio

Sommige regiogemeenten hanteren een voorkeursbeleid: verenigingen uit eigen gemeente komen eerst aan de beurt. Dat speelt in Haarlem en Haarlemmermeer. Andere gemeenten waaronder Bloemendaal en Heemstede doen dat niet. Verder hanteren gemeenten de regel dat jaarrond gebruikers voorrang hebben op gebruikers in de winter. Of afstemming van beleid door gemeenten dé oplossing is, is de vraag.

Haarlem en Haarlemmermeer houden echter vast aan de ondersteuning van eigen verenigingen. Dit wordt beargumenteerd door de stelling dat accommodaties zijn gebouwd in eerste instantie voor de behoefte aan capaciteit van de verenigingen binnen die gemeente.

Haarlem

In mei 2017 heeft het Mulier instituut voor de gemeente Haarlem een onderzoek verricht naar binnensportaccommodaties in de gemeente Haarlem. Daarin wordt geconcludeerd dat voor de georganiseerde binnensporten Haarlem meer behoefte heeft aan grotere sportruimtes. Knelpunten doen zich met name voor in het winterseizoen wanneer de binnensportcompetities voor hockey en korfbal plaatsvinden. De druk is dusdanig hoog dat de reguliere gebruikers tijdens het winterseizoen moeten uitwijken naar andere accommodaties om ruimte te maken voor de tijdelijke gebruikers (hockey en korfbal).

Als concrete aanbeveling wordt Haarlem meegegeven om scheidingswanden aan te brengen zodat sporthallen meerdere gebruikers tegelijk kunnen huisvesten. Een oplossing voor de winterdrukte wordt niet gegeven. Ook tracht men meer sportzalen te creëren of geschikt te maken voor de kleinere zaalsporten. Bij verhuizing van de kleine zaalsporten (bijvoorbeeld korfbal) ontstaat meer ruimte in de grote sporthallen voor voetbal en hockey.

Bloemendaal

Bloemendaal beschikt over twee sporthallen waarvan een door de gemeente wordt geëxploiteerd.

Als Bloemendaal een voorkeursbeleid zou gaan voeren in sporthal De Kooi betekent het dat verenigingen van buiten Bloemendaal moeten vertrekken. Het gaat hier om een hockeyvereniging maar ook om een handbalvereniging. De gemeente Heemstede op haar beurt zou een hockeyvereniging uit Bloemendaal verbannen uit de sporthal in Heemstede. Op die manier raken we van de regen in de drup.

Sporthal Tetterode wordt niet door de gemeente geëxploiteerd. Maar ook hier speelt hetzelfde probleem. De exploitanten helpen de hockeyverenigingen graag, maar jaarrond gebruikers gaan voor de wintergebruikers.

Op een beeldvormende avond op 30 november is met de aanwezigen ook gesproken over dit onderwerp. Aanwezigen opperden de mogelijkheid om nieuwe gymzalen zodanig te bouwen dat zaalhockeywedstrijden in gymzalen georganiseerd kunnen worden. Alle bestaande gymzalen zijn niet geschikt voor het spelen van zaalhockey. Mogelijkheden hiertoe zouden in het Integraal Huisvestingsplan (IHP) opgenomen kunnen worden.

Oplossingen

Wij overleggen met hockeyclubs over de mogelijke plaatsing van een tijdelijke zaalhockeyaccommodatie zoals een blaashal. Inmiddels is gebleken dat het ruimtelijk beleid in Bloemendaal veelal een hindernis is. Verder schatten we in dat de omgeving zich ferm zal roeren als een vergunning voor de plaatsing van een blaashal bij een hockeyvereniging wordt afgegeven.

Met regionale partner SRO (beheerder van alle sportaccommodaties in Haarlem) is dit onderwerp besproken. Samen met ambtelijke sportvertegenwoordigers van gemeenten wordt gekeken naar mogelijke oplossingen.

Andere accommodatievraagstukken, knelpunten en wensen van hockeyverenigingen zijn in bijlage 1 opgenomen.

2. Voetbal

Accommodatiebehoeften

Bij voetbal ligt het accommodatievraagstuk gedifferentieerd. Aan de ene kant zien de voetbalverenigingen in Bloemendaal en Bennebroek een toename in het gebruik van de accommodatie door de zaterdagjeugd. Een van de oorzaken is de introductie van een nieuwe spelvorm door de KNVB, waarbij jeugd tot en met 12 jaar met kleinere teams speelt op een kleiner veld. Daardoor zijn meer kleedkamers nodig, maar ook meer materieel (zoals voetbaldoelen voor de jeugd).

Aan de andere kant ziet de voetbalvereniging in Vogelenzang juist een dalende tendens in het gebruik van de accommodatie. Die ontwikkeling is niet alleen te zien bij voetbal maar ook bij tennis. Vogelenzang is een “stationaire” kern voor wat betreft de groei van de bevolking en dat is onder meer merkbaar voor de sportverenigingen. De kern vergrijst overigens ook. Deze problematiek maakt onderdeel uit van het project Vitaal Vogelenzang.

De voetbalvereniging wordt steeds kleiner en ook het aantal vrijwilligers neemt langzaam af. Beide ontwikkelingen betekenen een grotere druk op de financiën van de club en de beschikbare “handjes”.

Oplossingen

Voetbalvereniging BVC denkt na over het ontwerpen van plannen voor uitbreiding van kleedkamers. Verbouw of het anders inrichten van de garage zou een oplossing kunnen zijn. De gemeente kan door middel van het garanderen van een geldlening bijdragen aan de verbouwing. Financiële ruimte en gebrek aan feitelijke ruimte zijn beperkingen.

Voor Vogelenzang moet de oplossing gezocht worden in het project Vitaal Vogelenzang. Samen met tal van dorpsbewoners en organisaties wordt gewerkt aan oplossingen.

En samen met de voetbalvereniging wordt naar een oplossing gezocht voor onder meer het treffen van de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan de velden in relatie tot de huurprijs die bij hen in rekening wordt gebracht.

Hinder van hangjeugd

Buiten het normale gebruik door de sportverenigingen liggen de sportvelden er vaak vredig en rustig bij en vormen zij een ideale omgeving om even een balletje te trappen en om gezellig samen te zijn.

De sportcomplexen in Bloemendaal zijn geen openbare terreinen. Maar er staan wel hekwerken omheen. Veelal is het niet moeilijk om over het hek te klimmen en op de velden te komen.

Wij juichen het toe dat jeugd gebruik kan maken van de sportaccommodaties. Zeker als er niet in competitie- of trainingsverband gesport wordt.

De aanwezigheid van jeugd zorgt echter ook voor problemen. Dat wordt ons door een aantal verenigingen gemeld uit de kernen Bloemendaal en Bennebroek.

De klachten zijn dat de jeugd na gebruik vuil (blikjes, glaswerk al dan niet kapot en lege zakken) achterlaat, maar ook geregeld vernielingen pleegt. Kunstgras wordt in de brand gestoken en dug-outs worden kapot gemaakt.

Het sporten met gewone schoenen zorgt er voor dat het kunstgras plat gelopen wordt hetgeen meer slijtage veroorzaakt en zorgt voor een kortere levensduur van het gras. En dat betekent meer kosten voor de vereniging.

Ook brengt de jeugd muziek met zich mee dat hinder veroorzaak voor de omgeving. Met name in de zomerperiode kan het gebruik door de rondhangende jeugd tot in de late avonduren duren.

Deze hangjeugd zorgt ook voor vernielingen bij de Petanqueclub d’Orion, die op het terrein van BVC is gevestigd.

Oplossingen

De wijkagent en de bijzondere opsporingsambtenaren van de gemeente zijn op de hoogte gebracht van de hinder. Wellicht dat meer toezicht door het “gezag” bijdraagt aan een oplossing. Verder is deze problematiek onder de aandacht gebracht van de buurtsportcoaches en de jeugdwerkers.

Andere accommodatievraagstukken, knelpunten en wensen van voetbalverenigingen zijn in bijlage 1 opgenomen.

3. Tennis

Ontwikkelingen in tennis

Er zijn steeds minder mensen die tennissen in Nederland. De tennisbond KNLTB telt steeds minder leden. Onderzoek wijst uit dat er minder wordt getennist door mensen die geen lid zijn van een vereniging.

Oorzaken zijn onder meer dat er steeds meer alternatieven zijn om te sporten. Mensen willen zich ook minder snel vastleggen bijvoorbeeld door middel van een lidmaatschap. Verder vertoont sportend Nederland “zap-gedrag”.

Tennis is altijd populair geweest bij de 35+’ers, maar te zien is dat fysieke ongemakken redenen zijn te stoppen met tennis en te kiezen voor minder belastende sporten als wandelen en fietsen.

Bennebroek

De tennisvereniging uit Bennebroek heeft conform het landelijke beeld te maken met een teruglopend aantal leden. In 2009 heeft de club alle gravelbanen vervangen voor all-weather banen om daarmee ook wintertennis mogelijk te maken. Dit was een strategische keus om leden aan de club te binden en anderen over te halen te gaan tennissen in Bennebroek.

In 2016 heeft de club de gemeente gevraagd mee te werken aan de aanleg van een padelbaan.

Padel is een nieuwe spelvorm die het midden houdt tussen squash en tennis. Het aanbieden van een nieuwe spelvorm zou bestaande maar ook nieuwe leden kunnen trekken. Padel is minder belastend voor het lichaam en trekt daardoor meer ouderen.

De padelbaan zou worden aangelegd op de plaats van een oefentennisbaan, maar ook op een langs het tennispark gelegen grasstrook dat onderdeel uitmaakt van het openbaar groen.

Dit verzoek is door de gemeente afgewezen op ruimtelijk gronden. Intussen heeft de club nieuwe plannen voor de vestiging van padelbanen op de plaats van twee tennisbanen. Samen met de gemeente worden de mogelijkheden bekeken.

Bloemendaal

De tennisvereniging Bloemendaal heeft in 2014 een aanvraag ingediend voor het plaatsen van lichtmasten rond de tennisbanen. Het bestemmingsplan uit die tijd schiep die mogelijkheid.

Tegen dit initiatief is oppositie gevoerd door omwonenden en ook in de gemeenteraad. Uiteindelijk is de bouwmogelijkheid in het nieuwe bestemmingsplan geschrapt.

LTC Bloemendaal heeft de aanvraag uiteindelijk ingetrokken.

Verlichting was en is nog steeds een wens voor de vereniging. In de afgelopen jaren is de vereniging behoorlijk wat leden kwijtgeraakt. Dat had vooral te maken met de afwezigheid van verlichting. Het betreft vooral tweeverdieners die ’s avonds willen tennissen. Dit heeft niet alleen gevolgen gehad voor de contributie-inkomsten maar ook voor het aantal vrijwilligers.

Met de vaststelling van het nieuwe beleidsplan is de vereniging een nieuwe weg ingeslagen: men richt zich vooral op de jeugd. Initiatieven met scholen, mensen met een beperking en statushouders houden de vereniging levend. Er is weer een stijgende lijn te ontdekken in het ledental.

De vereniging onderhoudt een goed contact met de buren. Zo heeft LTC afspraken met de buurt gemaakt over avondtennis (na 21.00 uur geen tennis).

Overveen

De tennisclub WOC heeft een volledig andere situatie, aan de Zeeweg is het druk. De club heeft meer dan 1.000 leden en het ledental is juist de laatste 10 jaren stabiel gebleven. De club heeft in haar vijf-jaren-beleidsplan ambities geformuleerd om het spelniveau omhoog te brengen in een goed samenspel tussen jeugd-, competitie- en recreatietennis. In 2016 zijn dan ook 2 juniorenteams Nederlands kampioen geworden. Er is een wachtlijst voor jeugd. Ook wordt veel aandacht gegeven aan kwaliteit van de banen (gravel) en de trainingen. De bezettingsgraad van de tennisbanen bij WOC is ruim hoger (>60%) dan de norm van de tennisbond.

In 2017 heeft de club de gemeente verzocht medewerking te verlenen aan de uitbreiding van het aantal banen, deels op het terrein van de gemeente. Dat verzoek wordt beoordeeld.

Padel is overigens sinds kort ook mogelijk bij de Tetterode sporthal. Er zijn 3 banen aangelegd op de plaats van twee buitentennisbanen. Het gebruik van deze tennisbanen is in de afgelopen jaren teruggelopen en waren niet meer rendabel.

Vogelenzang

De tennisvereniging uit Vogelenzang heeft – net als de voetbalvereniging – te weinig leden. De vereniging beschikt over 7 gravelbanen voor circa 200 leden. Als de normen van de tennisbond worden gehanteerd, zouden circa 3 tennisbanen volstaan. Zelf wenst de vereniging 5 banen te behouden met name om het organiseren van (lucratieve) toernooien mogelijk te maken.

De problematiek van deze vereniging maakt onderdeel uit van het project Vitaal Vogelenzang.

Conclusie

Bij veranderingen op tennisparken (uitbreiding of aanleg andere spelvorm) vindt een ruimtelijke toets plaats. In twee gevallen is voorkeur gegeven aan het ruimtelijk belang.

Oplossing

We veronderstellen dat de dalende tendens bij vrijwel alle tennisverenigingen zich doorzet. WOC zou een uitzondering kunnen zijn. Dat betekent dat op een gegeven moment een overschot aan tennisbanen ontstaat. De aanleg van Padel banen op die plaats zou de vereniging kunnen helpen.

In Bennebroek wordt over die laatste ontwikkeling al een plan ontwikkeld.

Voor Vogelenzang dient de oplossing te komen uit het project Vitaal Vogelenzang.

4. Strandsport

Op het strand zijn 3 verenigingen actief: een surfclub, een catamaranclub en een zeilclub. Als gevolg van de vaststelling van de strandnota is in 2017 de zeilclub Mifune verplaatst naar het activiteitenstrand en zal in 2018 de verplaatsing van de andere twee clubs plaatsvinden.

De locatie van de strandclubs is vastgelegd in de strandnota. De omvang van de locatie is bepaald in het bestemmingsplan. In het veegbestemmingsplan is de omvang teruggebracht van 300 m2 naar 200 m2. In een procedure bij de Raad van State is de laatste omvang definitief vastgesteld.

De zeilclub (Mifune) heeft steeds aangegeven behoefte te hebben aan meer opslag en wenst uitbreiding tot 300 m2. Er is geen behoefte het horecagedeelte te vergroten.

Die behoefte bestaat nog steeds. De zeilclub is een succes. Vooral de kitesport is populair. De opslag is alleen bedoeld voor het materiaal (kite’s en planken, surfpakken). De huidig geplaatste containers bieden te weinig ruimte aan al het materiaal. Sinds 2017 is er nauw contact met camping De Lakens. Veel watersporters van de camping willen hun materiaal stallen bij Mifune.

De andere strandverenigingen hebben geen accommodatiewensen.

Oplossing

Hoewel het bestemmingsplan geen ruimte laat voor uitbreiding, speelt het landschappelijke belang nauwelijks op het strand. In dit geval gaat het om vergroting van opslag. Het voornemen bestaat Mifune toe te staan een extra opslagcontainer te laten plaatsen. In afwijking van het bestemmingsplan wordt de uitbreiding vergund met gebruikmaking van de kruimelgevallenbepaling.

5. Golf

Het accommodatievraagstuk van de golfclub zit in de parkeerproblematiek.

Het golfterrein van de golfclub is gelegen rond de kunstgrasvelden van de hockeyclub Rood Wit. Het is een 9 holes baan.

Het ledenbestand van de club bestaat vooral uit oudere spelers. Deze spelers kiezen juist voor een kleine baan omdat de loopafstanden kleiner zijn.

De leden van de golfclub moeten hun auto’s parkeren aan de Zwaluwenweg. Voor een deel van de leden is de afstand tot aan het clubhuis een grote hindernis. De naastgelegen ruitervereniging NHRV is bereid een deel van haar terrein af te staan aan de gemeente. De achter het clubgebouw gelegen kwekerij van de gemeente kan dan voor een deel anders worden ingericht. Daardoor ontstaat ruimte voor parkeerplaatsen. Deze oplossing is mede tot stand gekomen na overleg de omgeving. Het gaat om 10 parkeerplaatsen. Er moet wel een oplossing worden gevonden voor de kosten.

De golfclub voorziet dat de gemiddelde leeftijd van de leden zal stijgen en de mobiliteit zal afnemen. De behoefte aan dichtbij gelegen parkeerplaatsen zal daardoor toenemen. De club is blij met de geboden oplossing maar heeft behoefte aan nog meer parkeerruimte.

De golfclub benadrukt het maatschappelijk belang van de club. Mobiliteit is een belangrijk item voor de leden. Als niet dichtbij geparkeerd kan worden, zullen leden noodgedwongen hun hobby moeten beëindigen. Zij verliezen daarmee ook een deel van hun sociale contacten.

Oplossing

Het creëren van nog meer ruimte voor parkeren hangt mede af van overeenstemming met de naastgelegen ruitervereniging en de omgeving. Meer geparkeerde auto’s bij de golfclub levert hinder op bij de directe buren. Meer parkeerplaatsen achter het clubhuis betekent ook dat de boomkwekerij van de gemeente moet worden verplaatst. Medewerking van de omgeving is nodig bij het oplossen van deze problematiek. Een alternatieve locatie is echter nog niet gevonden.

6. Cricket

De honderdjarige cricketclub Bloemendaal beschikt over twee cricketvelden: het hoofdveld gelegen aan de Donkerelaan en een tweede veld dat gelegen is aan de Zomerzorgerlaan. Dat veld wordt gehuurd van de hockeyclub Bloemendaal.

De cricketclub is een kleine vereniging met beperkte budgetten. De vereniging heeft een beperkt aantal jeugdleden. Het bestuur onderneemt via contacten met het onderwijs allerlei activiteiten om het aantal jeugdleden te laten groeien.

De club heeft het voornemen gehad een jeugdcricketveld aan te leggen op de plaats van het algemene sportveldje, gelegen tegen het hoofdveld aan. In plaats van gebruik te maken van het bijveld zou het spelen op dit veld leiden tot meer interactie met de oudere leden. Het is bovendien dichter bij het clubhuis gelegen. Bovendien is het oversteken Brederodelaan naar het bijveld in dat geval niet nodig.

Het sportveldje is voorzien van kleine doelen en wordt gebruikt door de plaatselijke jeugd om te voetballen. Gedurende enkele jaren heeft op die plaats het tijdelijke schoolgebouw gestaan van de Bos en Duinschool.

Het jeugdpanel Bloemendaal ondersteund door de jongerenwerkers was geen voorstander van dit initiatief omdat het speelveldje dan zou verdwijnen. Een alternatief veld (met doeltjes) in openbaar gebied en op korte afstand was niet voorhanden. Het jeugdpanel voorzag ook problemen in het eventueel dubbel gebruiken van het veld.

Tot slot zijn er bij de bouw van de noodschool afspraken gemaakt met omwonenden om na afloop het speelveldje weer terug te plaatsen.

De gemeente als eigenaar van het speelveldje heeft het speelveldje weer in oude staat hersteld.

De huisvesting van de buitenlandse coach (zomer) is een jaarlijks terugkerende zorg. Investeren in een goede hoofdcoach past bij de sportieve ambities van de club. De beperkte budgetten beperken echter de mogelijkheden.

Oplossing

Samen met de gemeente wordt gekeken naar de mogelijkheden voor huisvesting van de coach. Het jeugdcricketveld moet op een andere plaats worden aangelegd.

7. Scouting

In Bloemendaal zijn drie scoutingverenigingen actief: de Bos en Duingroep en de Elswoutgroep aan de Bergweg in Bloemendaal en de Camerons aan de Duinlustweg.

Al voor het verschijnen van de nota Sport in 2005 ontvingen scoutingverenigingen al jeugdsubsidie. In die zin zijn deze verenigingen gelijk geschakeld met sportverenigingen.

Bij de vaststelling van de sportnota 2011 is op basis van een amendement bepaald dat sportverenigingen volledig werden gecompenseerd voor de aanslagen OZB en rioolrechten. Omdat scoutingverenigingen geen sportaanbod hebben, vallen zij niet onder die compensatieregeling.

In een recent bezwaarschrift heeft een van de verenigingen getracht de compensatieregeling van toepassing te verklaren op de scouting. Dat bezwaar is niet toegewezen, uitsluitend omdat een scoutingvereniging geen sportvereniging is.

Achtergrond van de compensatieregeling is het uitgangspunt dat sport betaalbaar moet blijven. In elk geval moet de jeugd betaalbaar aan sport kunnen doen. En daar liggen onder meer gezondheidsargumenten aan ten grondslag: sport en bewegen is gezond.

Natuurlijk bewegen kinderen bij scoutingverenigingen ook. Maar dat geldt ook voor tal van andere organisaties die met jeugd activiteiten ontplooien waarbij men zich niet in hoofdzaak op sport richt zoals een speeltuinvereniging.

Wij veranderen de compensatieregeling voor OZB en rioolrechten niet.

6. Sportstimulering

a. Stand van zaken

Jeugdsportpas

Sinds 2007 subsidieert de gemeente de Jeugdsportpas (JSP). Dat is een regeling gericht op basisschool leerlingen en geeft hen de kans gedurende een aantal weken mee te doen aan andere dan reguliere (sport-) activiteiten. Hoewel de JSP wordt aangeboden aan meer dan 3.500 leerlingen, wordt er maar mondjesmaat gebruik van gemaakt. Minder dan 100 leerlingen grijpen jaarlijks de JSP aan om kennis te maken met andere sporten.

Minima en sport

In 2011 is er voor gekozen geen aansluiting te zoeken bij het jeugdsportfonds (en het jeugdcultuurfonds) maar gebruik te maken van de bestaande declaratieregelingen bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst. Uit cijfers blijkt dat men de weg naar de sociale dienst goed weet te vinden. In 2016 hebben 144 personen gebruik gemaakt van de regeling. De regeling is in 2017 vernieuwd. Voor sport en cultuur geldt voor kinderen een maximaal bedrag van € 475.

Mensen met een beperking

In 2014 is samen met de regiogemeenten in Kennemerland een subsidieverzoek ingediend bij de provincie Noord-Holland. De provincie heeft een subsidie toegekend. De regiogemeenten ook. Onder de titel “aangepast sporten in de spo(r)tlights” is een plan gepresenteerd dat gericht is op mensen met een beperking en streeft er naar deze meer bekendheid te geven aan het sporten van mensen in deze doelgroep. Er wordt samengewerkt met tal van organisaties als de Dirk Kuyt Foundation en Uniek Sporten. Regionaal maar ook landelijk worden jaarlijks diverse evenementen georganiseerd voor sportende mensen met een beperking. Zo zijn in 2015 Special Olympics Regionale Spelen georganiseerd in Hoofddorp. Het Mulier instituut probeert met het onderzoek “sportmatch” in beeld te brengen hoeveel mensen met een beperking er leven in de diverse gemeenten en hoeveel daarvan sporten of zouden willen sporten. Het project is afgesloten in september 2016 met de zogenoemde Heliolympics met een groots opgezette sportdag voor mensen met een beperking.

Recent is een subsidieverzoek door de Vereniging Sport en Gemeenten toegewezen voor Grenzeloos Actief. Er is een subsidie van € 8.000 toegekend voor het opzetten en verbeteren van een regionale structuur zodat er een duidelijke match ontstaat tussen vraag naar sport en beweegactiviteiten voor mensen met een beperking en het beschikbare aanbod voor hen. Sportsupport Kennemerland voert dit project namens de regiogemeenten uit.

Sport en ouderen

Sinds 2006 bestaat de subsidieregeling “meer bewegen voor ouderen”. De regeling kent het recht toe aan organisaties op een bijdrage voor het organiseren van sportactiviteiten. De regeling voorziet in een bijdrage per oudere van € 13,15 voor ieder nieuw lid met een minimale leeftijd van 60 jaar en hetzelfde bedrag voor bestaande leden van 70 jaar en ouder. Voorwaarde is dat leden in Bloemendaal moeten wonen.

De hoogte van het bedrag is vanaf 2006 niet veranderd. Sinds 2017 is een indexatie van 1,2% toegepast. In oorsprong is het bedrag per ouderen gebaseerd op het bedrag van de jeugdsubsidie die aan sportverenigingen wordt toegekend. In 2011 is dát bedrag verhoogd naar € 25. De sportbijdrage voor ouderen is niet verhoogd.

In 2017 is de subsidie toegekend aan twee organisaties voor totaal 150 ouderen.

Sport en school

Sportdagen op school worden georganiseerd door een enthousiaste groep van vakleerkrachten. De gemeente zorgt voor een klein budget om de nodige sportattributen te kunnen vervangen en aan te schaffen. Daarnaast wordt formatie binnen de Buurtsportcoaches (zie paragraaf 7) gebruikt voor het mee-organiseren van schooltoernooien.

Topsport en evenementen

In de sportnota 2011 is een apart hoofdstuk gewijd aan topsport en evenementen. Als gevolg van bezuinigingen worden sportevenementen als regionaal georganiseerde hardloopwedstrijden niet meer structureel financieel ondersteund. Wel faciliteert de gemeente bijvoorbeeld door middel van het leveren van hekwerken. Op incidentele basis ondersteunt de gemeente ook minder groot opgezette sportevenementen als de wielerronde over ’t Kopje.

De gemeente Bloemendaal heeft in 2011 met regiogemeenten een convenant getekend tot het verbeteren en professionaliseren van het topsportklimaat, topsport- en talentenstructuren. Uitvoerder is de Stichting Topsport Kennemerland. Bloemendaal heeft in de begroting geen structureel budget beschikbaar voor dit doel. Het sportbeleid is vooral gericht op het stimuleren van de breedtesport.

Ongeorganiseerde of anders georganiseerde sport

De ledencijfers van de meest bekende sportbonden maken duidelijk dat het sportgedrag aan het veranderen is. De hockeysport groeit matig, de voetbalsport stabiliseert door vooral meisjesvoetbal en de tennissport zit in de hoek waar de klappen vallen.

Het is kennelijk niet zo vanzelfsprekend meer om lid te worden, zijn of blijven van een sportvereniging. Het gedrag van de sportende en bewegende mens verandert, door welke oorzaak dan ook.

In deze paragraaf kijken we naar ongeorganiseerde sport (georganiseerd door sporter zelf) en anders georganiseerde sport (lid van de fitnessschool). Welke rol speelt de gemeente bij dit vaak onderbelichte onderdeel van sport en bewegen.

Deze categorie sporters laat zich niet vertalen in aantallen. Op basis van schattingen en onderzoek kan iets gezegd worden over het “marktaandeel” van deze categorie.

Door de jaren heen zien we dat steeds meer mensen aan sport en bewegen doen. Het aantal leden van sportverenigingen blijft ongeveer gelijk zodat het aandeel van de ongeorganiseerde en anders georganiseerde sport toeneemt.

Als het gaat om individuele sporten (wandelen, fietsen etc). doet circa 15% van de mensen dat bij een sportvereniging. 65% van de mensen doet dat niet- of anders-georganiseerd. 11% van de mensen is bijvoorbeeld lid van een sportschool. In Bloemendaal zou de verhouding tussen het aantal leden van een sportvereniging en de niet of anders georganiseerde sporters anders kunnen liggen vanwege het relatief hoge aantal leden bijvoorbeeld bij de hockey.

Kengetallen gezondheid en sportdeelname jeugd

Periodiek wordt onderzoek gedaan naar de gezondheid van de jeugd in Kennemerland, in de zogenoemde jeugdgezondheidsmonitor Emovo van de GGD. Deze onderwerpen vallen binnen het taakveld Gezondheidszorg en worden niet geïnitieerd vanuit het sportbeleid. De laatste resultaten van dit onderzoek zijn uit het schooljaar 2015-2016. Het geeft aan dat op het gebied van bewegen en voeding de gemeente Bloemendaal beter scoort dan Kennemerland en beter dan het landelijk gemiddelde. Bloemendaal scoort slechter op het gebied van alcohol en roken onder de jeugd.

Verder zijn in 2016 de resultaten van een onderzoek gepresenteerd over het leven en de ontwikkeling van kinderen tussen 2013 en 2015. In het Databoek 2016 is ten aanzien van sport de indicator “sportverenigingsdeelname in de leeftijd 0 tot en met 17-jarigen” opgenomen.

Daaruit blijkt dat 64,56 % van de Bloemendaalse kinderen in deze leeftijd lid zijn van een sportvereniging. Gemiddeld in Noord-Hollland zijn 41,65% van de kinderen lid van een sportvereniging. Een goed resultaat dus.

Planvorming gezondheid

In december 2016 is de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Veiligheidsregio Kennemerland 2017 – 2020 door de GGD vastgesteld. Die nota benoemd een viertal speerpunten:

  • Mind the gap. Dit speerpunt gaat over het terugdringen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen door het verbeteren van de gezondheid en leefstijl van lager opgeleiden.

  • Bewegen voor iedereen. Dit speerpunt richt zich op de toename van het bewegen onder mensen met gezondheidsproblemen.

  • NIX18. Dit gaat over het terugdringen van roken en alcoholgebruik onder jongeren (18-).

  • Uit de dip. Dit speerpunt betreft het terugdringen van het risico op emotionele problemen / depressie onder jongeren en ouderen.

Momenteel wordt gewerkt aan de regionale uitvoeringsagenda waarbij de regio zich inzet maatregelen te nemen.

b. Uitgangspunten

  • 1.

    Het gemeentelijk sportbeleid richt zich op de breedtesport. Topsport en talentontwikkeling vinden wij een zaak van de nationale sportbonden. Ook blijven wij structureel sport voor specifieke doelgroepen, waaronder mensen met een beperking en ouderen, stimuleren.

  • 2.

    Sport moet betaalbaar blijven, vooral voor de jeugd. De bestaande subsidieregeling voor jeugdactiviteiten aan (strand-)sportverenigingen blijft bestaan. De declaratieregeling voor minima blijft ook bestaan.

c. Beleidsmaatregelen

Jeugdsportpas

In de afgelopen jaren is getracht de Jeugdsportpas prominenter onder de aandacht te brengen bij scholen en leerlingen. Wij zien in die periode weinig verandering in de aantallen deelnemers. Wij schatten in dat het gebruik niet zal toenemen. Wij vinden dat de bestede middelen beter ingezet kunnen worden voor sport.

Oplossing

In 2018 onderzoeken wij of er een bruikbaar alternatief is. Een van de mogelijkheden is de herintroductie van schoolzwemmen. Wij gaan in overleg met de basisscholen. Sportsupport Kennemerland wordt eveneens hierbij betrokken omdat zij de Jeugdsportpas organiseerde maar ook werkgever is van de buursportcoaches. Deze functionarissen kunnen een rol spelen bij schoolzwemmen.

Beweegaanbod in de buurt

In het beleidsplan “Sociaal Domein Bloemendaal 2015-2018” is in het hoofdstuk Lokaal Gezondheidsbeleid beschreven dat de gemeente ernaar streeft dat voor iedereen een passend sport- en beweegaanbod in de buurt aanwezig is.

Dat betekent in de praktijk dat (sport-) verenigingen (meer) gestimuleerd moeten worden om aanbod te ontwikkelen, dat afgestemd is op verschillende doelgroepen. Dit wordt gesubsidieerd op basis van subsidieregels en de Sportnota.

Mensen met een beperking

Op regionaal gebied worden allerlei acties ondernomen om het beweeggedrag van mensen met een beperking gunstig te beïnvloeden. Die activiteiten blijven wij ondersteunen.

Op lokaal gebied is een beperkt aantal sportverenigingen actief specifiek voor mensen met een beperking: de rolstoelhockeyvereniging Kennemer Keien en de stichting Paardrijden Gehandicapten Kennemerland.

Deze twee verenigingen ontvangen een structurele bijdrage van de gemeente.

Daarnaast organiseren een aantal sportverenigingen naast de reguliere activiteiten wedstrijden voor mensen met een beperking. G-Hockey wordt georganiseerd door de hockeyclubs Bloemendaal en HBS en G-voetbal door BVC Bloemendaal.

Uit gesprekken met deze verenigingen blijkt dat de organisatie er van veel tijd vergt. Het is een extra belasting voor de vrijwilligers die ook andere taken vervullen bij de verenigingen. Verder is vaak vervoer een belangrijk struikelpunt. Jonge sporters met een beperking worden vervoerd door familie. Het probleem zit ‘m vaak bij de oudere en volwassen sporter. Dit vervoer wordt geregeld door de vrijwilligers van de club. Dat trekt soms een zware wissel op de club, maar ook op de financiën.

Een ander probleempunt is dat soms het aanbod van sporters met een beperking te klein is om een elftal samen te stellen. Verenigingen gaan daarom “de boer op” en gaan actief op zoek ook buiten onze gemeente. Dat betekent dan wel hogere vervoerskosten die gedragen worden door de vereniging.

Oplossing

Buiten de gehandicaptensportverenigingen worden deze verenigingen voor deze activiteiten niet specifiek financieel ondersteund. Dit initiatief verdient waardering en beloning. Wij stellen daarom voor deze verenigingen te subsidiëren met een bijdrage van € 25 per lid met een beperking, ongeacht uit welke gemeente deze sporter afkomstig is.

De oudere sporter

Het aantal organisaties dat gebruik maakt van de regeling “meer bewegen voor ouderen” is zeer beperkt. Het aantal ouderen (boven de 60 respectievelijk 70) dat georganiseerd aan sport doet lijkt daardoor gering. Wij denken dat dit aantal veel hoger ligt. Tal van organisaties die met ouderen te maken hebben organiseren activiteiten en doen aan bewegen. En deze organisaties doen geen beroep op de subsidieregeling. Wij vinden het daarom nuttig na te denken over het voortbestaan van de regeling en na te gaan of de regeling beantwoord aan de doelstellingen.

Oplossing

In 2018 benaderen wij organisaties die beweegactiviteiten organiseren of dat zouden kunnen doen. De focus zal vooral liggen op het activeren van organisaties om ouderen te laten sporten. Wij onderzoeken of de huidige subsidieregeling voldoende bijdraagt aan het stimuleren van organisaties om ouderen te laten bewegen. Als dat niet zo is veranderen wij de regeling.

In het volgende hoofdstuk gaat het om de inzet van sport als middel. Dan gaat het om maatschappelijke rol van sportverenigingen en andere beweegaanbieders en bijvoorbeeld de betrokkenheid van de buurtsportcoach bij het tegengaan van eenzaamheid van ouderen.

Sport en school

Schoolplein14 is een initiatief van de Johan Cruijff Foundation. De constatering dat de jeugd steeds minder beweegt, dikker wordt en steeds meer tijd doorbrengt achter de tv of de computer is aanleiding van de wens van de stichting om van elk schoolplein een schoolplein14 te maken.

Om schoolpleinen meer uitdagend te maken worden lijnen en kleurvlakken aangebracht die structuur brengen maar ook creativiteit. Een saai schoolplein wordt op die manier met weinig middelen veranderd in een leuke speelomgeving.

De kosten van schoolplein14 worden gezamenlijk gedragen. Dat is ook een van de stelregels van Johan Cruijff: “alleen kun je niets, je moet het samen doen”. De kosten bedragen circa € 8.000 en die worden gedragen door de school, de gemeente, de foundation, maar ook de Rotary of de Lionsclub of door middel van fondsenwervende acties die vanuit school worden georganiseerd.

In onze gemeente is bij de basisschool De Paradijsvogel een schoolplein14 aangelegd.

Oplossing

Vanuit het sportbeleid worden dit soort initiatieven van harte ondersteund en gestimuleerd.

Ongeorganiseerde of anders georganiseerde sport

Met het vele groen en natuur is Bloemendaal de perfecte omgeving sportieve activiteiten te ondernemen. Bloemendaal kent een goed onderhouden netwerk aan wandel- en fietspaden dat aansluit op het omvangrijke gebied van de Kennemer duinen, het Nationaal Park Zuid Kennemerland.

Sport en recreatie gaat hier hand in hand en de rol van de gemeente beperkt zich tot een faciliterende en beherende, voor zover deze liggen op het grondgebied van de gemeente: wandel- en fietspaden moeten voldoen aan minimum eisen om de recreant ongehinderd te kunnen laten bewegen.

Met andere beheerders in dit gebied wordt samengewerkt om netwerken voor de fietser, wandelaar, voor het paard en op het water op elkaar aan te sluiten, aan te leggen en te onderhouden.

Bootcamp is een variatie op fitness en wordt vooral buiten georganiseerd. Deze vorm van sport kenmerkt zich door gebruik te maken van de aanwezigheid van objecten in de openbare ruimte (bijvoorbeeld een zitbank) en waarbij deze tot sporttoestel wordt gepromoveerd.

In Velsen en Haarlemmermeer faciliteert de gemeente initiatiefnemers met het beschikbaar stellen van grond waarop bijvoorbeeld een container geplaatst wordt waarin sportattributen worden opgeslagen. Ook hebben de gemeenten ingestemd met de plaatsing van de grotere fitness constructies (geen fitness apparaten) door bootcamp organisaties worden gehuurd. Buiten de gebruikstijden van de bootcamp is de constructie door iedereen te gebruiken.

In Haarlem zijn op diverse plaatsen sport- of fitnesstoestellen neergezet die voor iedereen toegankelijk zijn. Deze zijn vooral gesitueerd in parken.

In Bloemendaal zijn op dit vlak (nog) geen initiatieven door derden genomen. Omdat deze vorm van sport steeds populairder wordt en deze initiatieven passen binnen het sportstimuleringsbeleid zullen aanvragen hiervoor met een positieve grondhouding in overweging worden genomen. In de ruimtelijke sfeer kunnen enige beperkingen gelden.

Vaak verzamelen niet-Bloemendalers bijvoorbeeld met een wandel- of hardloopgroep zich op openbare parkeerplaatsen en trekken dan de duinen in. Met name in het weekend kan dat leiden tot ruimtegebrek op parkeerplaatsen als bij de Tetterode sporthal of bij de tennisclub WOC. De reguliere gebruikers van de sporthal en de tennisclub ondervinden daar hinder van.

Dat is vervelend maar niet onoverkomelijk.

De exploitanten van sporthal Tetterode proberen deze groepen te interesseren en hun gebruik te laten maken van de faciliteiten van de sporthal (douches, kantine). Hier zou ook een rol weggelegd kunnen zijn voor de sportverenigingen, voor zover deze groepen niet in het weekend sporten. Tijdens de werkweek liggen overdag de accommodaties er vaak verlaten bij maar zijn toch vrijwilligers actief op de sportaccommodatie. De sportaccommodatie wordt op deze wijze intensiever gebruikt.

Het stimuleren van bewegen ligt ook op het pad van maatschappelijke organisaties waar de gemeente mee samenwerkt. Deze organisaties staan in contact met veel inwoners en al dan niet met vrijwilligers worden sportieve activiteiten voor met name ouderen verricht. Van het inzetten van subsidies kan een stimulerende werking uitgaan. Elders in deze nota is beschreven dat de bestaande regeling voor Meer bewegen voor Ouderen tegen het licht wordt gehouden en mogelijk anders wordt ingevuld. Het doel is zoveel mogelijk organisaties te bewegen beweegprogramma’s te ontwikkelen voor de Bloemendalers.

7. Sociaal Domein en maatschappelijke rol sportverenigingen

a. Stand van zaken

Buurtsportcoaches

Met ingang van 2012 zijn combinatiefunctionarissen werkzaam in de gemeente. De regeling is sinds de invoering diverse malen veranderd en versoepeld. Ook de naamgeving is veranderd. Tegenwoordig spreekt met van Buurtsportcoaches. De verenigingen die gebruik maken van de diensten van deze functionarissen zijn tevreden en wensen de regeling voort te zetten.

De financiering is onveranderd gebleven: 40% van het Rijk en 40% van de gemeente en 20% van de partners. De werkgever van de buursportcoaches is Sportsupport Kennemerland uit Haarlem. Deze organisatie vervult diezelfde functie voor de gemeenten Haarlem en Heemstede.

De buurtsportcoaches zijn belangrijke professionals. De afgelopen jaren hebben zij in de gemeente sportverenigingen versterkt en structurele samenwerkingsverbanden opgezet met maatschappelijke partners als het CJG, Welzijn Bloemendaal, GGD en GGZ inGeest.

De coaches zien een toenemende vraag naar de inzet van sport en bewegen binnen de werkvelden van het sociaal domein. Concreet gaat het om projecten van bestrijding van eenzaamheid onder ouderen, integratie van statushouders en het vitaliseren van de kern Vogelenzang.

Vitaliteitsmonitor sportverenigingen

Het is de taak van gemeenten om sportverenigingen te ondersteunen. Met vrijwel alle sportverenigingen is regelmatig contact. De gemeente is goed op de hoogte van wensen en knelpunten. In het laatste kwartaal van 2016 zijn alle sportverenigingen benaderd om mee te doen met een zogenoemde vitaliteitsmonitor. Ruim 87% van de verenigingen heeft meegedaan met de monitor en daar zijn we erg tevreden over.

Door middel van een enquête is de organisatiekracht van de verenigingen in beeld gebracht (leden, kader, accommodatie, financiën en beleid) en de maatschappelijke rol (actief en intenties). De uitwerking van de monitor treft u hieronder aan.

Het doel van de monitor is het in beeld brengen van de mogelijkheden en de intenties van de sportverenigingen om de activiteiten te gebruiken bij het verwezenlijken van de doelstellingen van het sociaal domein. Het gaat daarbij om het verder uitbouwen van de maatschappelijke rol van de sportvereniging.

Het onderzoek is uitgevoerd door het Mulier instituut. De opdrachtgever (namens de gemeenten) was Sportsupport Kennemerland. Sportservice Noord-Holland heeft in samenwerking met de opleiding Sport, Management en Ondernemen van de Hogeschool van Amsterdam een aantal aanvullen stappen gezet om de kwaliteit van de data te verhogen.

b. Uitgangspunten

  • 1.

    Wij stimuleren de maatschappelijke rol van de sportverenigingen en zetten samen met de vereniging sport in als middel in het Sociaal Domein.

c. Beleidsmaatregelen

Buurtsportcoaches

De rol van de traditionele sportvereniging is aan het verschuiven. Het faciliteren van sport en sportdeelname zijn de voornaamste aspecten van de huidige sportvereniging. Met de transities in het sociaal domein is het doel de komende jaren om de kracht van de sociale en fysieke (infra)structuur van de georganiseerde sport te benutten voor het bereiken van verschillende maatschappelijke doelen. Wij denken aan het sociaal maatschappelijk participeren van kwetsbare groepen, het begeleiden naar werk en inkomen, het faciliteren van vrijwillige inzet, het bijdragen aan veiligheid in de buurt, het verbeteren van gezondheidsperspectieven en het invullen van een meer buurtgerichte rol. In één zin makkelijk verwoord, in de praktijk een traject dat begeleiding, aansturing en opleiding behoeft.

De gemeente en SportSupport Kennemerland geloven in de inzet van lokaal actieve professionals die matches realiseren tussen de sport-/beweegsector en maatschappelijke partners om antwoord te geven op maatschappelijke vraagstukken. Deze professionals zijn tevens actief om sportverenigingen te ondersteunen en versterken, zodat zij een rol kunnen spelen in maatschappelijke vraagstukken.

In de gemeente Haarlem zijn reeds goede ervaringen opgedaan met de inzet van buurtsportcoaches binnen de kaders van het sociaal domein. Enkele voorbeelden zijn:

  • Bij een voetbalvereniging en de beheerder van de sportparken zijn werkervaringsplaatsen gecreëerd. Met ondersteuning van een professionele arbeidsbemiddelaar stromen zij naar een betaalde baan;

  • Een clubhuis van een grote sportvereniging functioneert ook als buurthuis en wordt overdag gebruikt voor (sportieve) dagbesteding (onder meer Walking Football);

  • Op 3 sportparken wordt vandalisme en overlast van jeugd teruggedrongen door samenwerking met politie, handhaving en jeugdwerkers. De verenigingen worden ondersteund en geadviseerd over te nemen maatregelen.

Oplossing

Om te voldoen aan de toenemende vraag is het mogelijk het deelnamepercentage aan de regeling te verhogen. Momenteel doet Bloemendaal mee voor 100% (de gesubsidieerde formatie is dan gemaximeerd op 3,37 fte). Het percentage kan worden verhoogd tot 120% (4,04 fte) of 140% (4,72 fte).

In onze vergadering van 26 september 2017 hebben wij besloten het deelname percentage te verhogen naar 140% met ingang van 1 januari 2018. Bestaande geldmiddelen worden ingezet om dit project te financieren. Recent is de decembercirculaire 2017 verschenen en daarin is opgenomen dat de gevraagde uitbreiding is gehonoreerd tot 135%.

In 2018 gaan wij in gesprek met Sportsupport, sportverenigingen en maatschappelijke organisaties en richten ons op de inzet van buurtsportcoaches t.b.v. maatschappelijke vraagstukken.

We kijken bij de inzet van buurtsportcoaches ook naar samenwerking met Heemstede. De coaches zijn in dienst van dezelfde werkgever als de Bloemendaalse coaches en dat vergemakkelijkt de mogelijkheden.

Vitaliteitsmonitor sportverenigingen

De vitaliteitsindex bestaat uit twee dimensies: de kenmerken van de organisatiekracht van de sportvereniging en de huidige en gewenste maatschappelijke rol van de vereniging.

Een grote mate van organisatiekracht van een sportvereniging geeft aan dat zij in staat is haar rol als sportaanbieder voor en door de leden goed te vervullen. In de monitor wordt binnen organisatiekracht gescoord op de onderdelen “leden”, “kader”, “accommodatie”, “financiën” en “beleid”.

In de monitor zijn de Bloemendaalse sportverenigingen opgedeeld in drie segmenten:

  • Sociale sporten (bowls, bridge en petanque)

  • Grote buitensporten (hockey, voetbal, tennis)

  • Unieke sporten (scouting, cricket, golf, gymnastiek, basketbal, zeilen, rolstoelhockey)

Uit de monitor volgt ten slotte de classificatie van de sportverenigingen in kwetsbare verenigingen, krachtige, maatschappelijke of vitale sportverenigingen.

De gehele rapportage ligt ter inzage. Het rapport is geanonimiseerd.

Conclusies

Kort samengevat komen de volgende zaken in de monitor naar voren. De conclusies zijn verdeeld per segment.

Sociale sporten

Vrijwel alle sportverenigingen binnen dit segment hebben het organisatorisch goed voor elkaar. Financieel scoren zij zichzelf goed en dat geldt ook voor de accommodatie en het kader. De helft van deze verenigingen voert “leden” op als knelpunt.

Uit de maatschappelijke oriëntatie blijkt dat deze verenigingen vooral intern gericht zijn. Zij hebben geen ambitie zich (nog meer) extern te profileren. Deze verenigingen richten zich sowieso op een bepaalde doelgroep (ouderen) en zijn dus erg belangrijk binnen het sociaal domein. Voor het voortbestaan van de vereniging is het van belang dat de club een bepaalde omvang heeft. Ze moet niet te groot zijn, maar ook niet te klein. Vooral door sociale contacten van de leden zelf wordt die omvang gehandhaafd en wordt het voortbestaan gegarandeerd.

Door een toenemende vergrijzing van de bevolking zullen deze verenigingen minder moeite hebben om leden aan zich te binden.

Het is niet nodig deze verenigingen extra te ondersteunen.

Grote buitensporten

Ook de buitensportverenigingen scoren op het gebied van organisatiekracht erg goed. Een tennisvereniging scoort geen punten op het onderdeel accommodatie vanwege de (nog) niet gerealiseerde uitbreidingswens. Een voetbalvereniging scoort geen punten op het onderdeel leden vanwege het dalend ledenaantal en het vooruitzicht dat daar op korte termijn geen verbetering in komt.

Alle buitensportverenigingen met uitzondering van een tennisvereniging scoren op het gebied van de maatschappelijke rol erg goed. Deze verenigingen zijn al erg actief en hebben de intentie om die rol uit te breiden. De verklaring dat de tennisclub niet goed scoort is dat het een echte buurtclub is waarbij er geen noodzaak is zich te profileren buiten de buurt.

Het grootste knelpunt binnen dit segment is “leden”. Enerzijds omdat er wachtlijsten bestaan voor de jongste jeugd en anderzijds omdat er grote behoefte is aan vrijwilligers / niet-spelende leden.

Unieke sporten

Binnen het segment unieke sporten scoren de verenigingen op organisatiekracht goed, met uitzondering van de financiën. De verenigingen die binnen dit segment vallen zijn kleine verenigingen met relatief hoge kosten. Als de vereniging te klein wordt levert dat financiële problemen op.

Op het gebied van maatschappelijke oriëntatie scoren deze verenigingen matig ten opzichte van de andere segmenten.

Hoewel als onderdeel van organisatiekracht de verenigingen goed scoren op het onderdeel leden, wordt dit onderdeel toch als knelpunt gezien. Dat komt omdat men nu tevreden is met het aantal leden, maar de toekomst toch wat somber inziet.

Classificatie sportverenigingen

Op grond van de monitor concluderen we dat 70 tot 80% van de sportverenigingen in alle segmenten krachtig tot vitaal zijn. En dat stemt ons tevreden.

Oplossing

De rapportage van de vitaliteitsindex wordt besloten met diverse aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn gericht op de belangrijke maatschappelijke thema’s van het Sociaal Domein.

De aanbevelingen zijn:

  • Zorgen voor het uitbreiden van het activiteitenaanbod van verenigingen voor ouderen of kwetsbare groepen;

  • Meer samenwerking met buurt- en welzijnsinstellingen;

  • Meer samenwerking tussen clubs onderling;

  • Versterking van de organisatiekracht van verenigingen;

  • Aandacht voor Vogelenzang.

Vanaf 2018 gaan we met een aantal vitale sportverenigingen (de verenigingen die willen en kunnen) in overleg. We laten ons bij deze gesprekken bijstaan door Sportsupport, maar ook met andere maatschappelijke organisaties.

We proberen daarbij in samenwerking met de partners diverse doelgroepen te bedienen. Het spreekt vanzelf dat in dit kader nagegaan wordt of de Buurtsportcoaches een grotere rol kunnen spelen om de vitaliteit van de sportverenigingen te verhogen.

8. Samenvattende beleidsvoornemens

In deze slotparagraaf is een opsomming gegeven van onze beleidsvoornemens op grond van deze nieuwe sportnota.

Accommodatiebeleid

  • 1.

    De bestaande soorten huurovereenkomsten worden gehandhaafd;

  • 2.

    Het beleid inzake het garanderen van geldleningen wordt niet veranderd;

  • 3.

    De bestaande subsidieregeling voor de aanleg van duurzaam kunstgras wordt gehandhaafd. De resultaten van de onderzoeken naar de gezondheidseffecten van rubbergranulaat worden afgewacht;

  • 4.

    Als een koper zich aandient voor sporthal De Kooi, wordt deze verkocht;

  • 5.

    De subsidies aan sportverenigingen voor huur van het sportcomplex, voor de gemeentelijke aanslagen zakelijke recht en voor leges van omgevingsvergunningen blijven bestaan;

  • 6.

    Wij houden geen enquête onder de bevolking om klachten over sportactiviteiten te inventariseren;

  • 7.

    Met regionale partners (overheid en beheerders van accommodaties) trachten wij een oplossing te vinden voor het gebrek aan zaalcapaciteit;

  • 8.

    Ruimtelijke wetgeving is bepalend voor uitbreiding en/of intensivering op een sportcomplex;

  • 9.

    De oplossing voor de problematiek van de sportverenigingen in Vogelenzang moet worden gevonden in het project Vitaal Vogelenzang;

  • 10.

    De problematiek van hangjeugd wordt aangepakt door samenwerking met de wijkagent en boa’s, jeugdwerkers en buurtsportcoaches;

  • 11.

    Voor de behoefte aan parkeerruimte voor de golfclub blijven wij een oplossing zoeken samen met de partners uit de omgeving;

Sportstimulering

  • 12.

    Wij stoppen met subsidiëring van de Jeugdsportpas. Wij inventariseren de behoefte aan schoolzwemmen en zetten daarbij de vrijgekomen middelen in;

  • 13.

    Wij blijven financiële ondersteuning bieden aan regio-initiatieven voor sport van mensen met een beperking;

  • 14.

    Wij blijven ons richten op breedtesport. Topsportinitiatieven worden niet financieel ondersteund;

  • 15.

    Sportverenigingen (niet zijnde gehandicaptensportverenigingen) die wedstrijden organiseren aan mensen met een beperking krijgen vanaf 2018 een bijdrage van € 25 per lid ongeacht de herkomst van dat lid;

  • 16.

    Wij gaan na of de subsidieregeling “meer bewegen voor ouderen” voldoende bijdraagt aan het activeren van organisaties om ouderen te laten bewegen. Als dat niet zo is veranderen wij de regeling;

  • 17.

    Vanuit het sportbeleid worden initiatieven van derden met betrekking tot ongeorganiseerde of anders georganiseerde sport van harte ondersteund en gestimuleerd.

Sociaal domein en maatschappelijke rol sportverenigingen

  • 18.

    Wij gaan door met de inzet van buurtsportcoaches. Het is mogelijk dat de coaches op een andere wijze worden ingezet;

  • 19.

    Wij nemen de aanbevelingen over uit de vitaliteitsmonitor en overleggen met onze maatschappelijke partners.

Ondertekening

Bijlage 1 Knelpunten en wensen sportverenigingen

Hockey

  • Hockeyverenigingen willen graag het complex verduurzamen. Het aanbrengen van ledverlichting op het complex levert een forse besparing op van het stroomverbruik. Er vindt ook een grote reductie plaats van de hinder van licht omdat er sprake is van minder “strooilicht”. Nadeel van ledverlichting zijn de kosten. Verduurzamen betekent ook het aanbrengen van zonnepanelen. Voor dit soort investeringen staat een rijkssubsidieregeling open: subsidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS). Jaarlijks kunnen verenigingen en sportstichtingen een aanvraag doen.

    Uit ervaringen van de Omgevingsdienst blijkt overigens dat verenigingen er snel bij moeten zijn. De regeling kent een maximaal budget per jaar en die “pot” is snel leeg. De maximale subsidie bedraagt 30% van de investering voor verenigingen en 15% voor sportstichtingen met een maximale investering van € 125.000.

  • De parkeersituatie in de Zomerzorgerlaan is voor sommige weggebruikers niet duidelijk. Ten tijde van de reconstructie van de Brederodelaan zijn tijdelijk parkeerverbodsborden verplaatst. Die zijn nu weggehaald. Aan de huizenzijde mag niet worden geparkeerd. Dat is aangegeven door een geel-zwarte markering.

  • De afwikkeling van het verkeer naar en vanaf de hockeyvereniging HBS staat nog steeds op de verlanglijst van de hockeyclub. Voor de uitvoering van dat plan is geen geld (meer) beschikbaar. Er is door de gemeente geen prioriteit aan dit probleem toegekend.

  • Het aantal vrijwilligers bij de hockeyclubs die zich bezig houden met onderhoud is een zorg.

Voetbal

  • BVC meldt dat de overstap van jeugd naar senioren problematisch is. Het is moeilijk om leden vast te houden. Dat is overigens ook merkbaar bij de hockeyverenigingen. Als jeugdleden bijvoorbeeld (elders) gaan studeren wordt het lidmaatschap opgezegd.

  • Met BVC is een super-A-contract gesloten en dat betekent dat deze club alle kosten zelf moet dragen. Daar staat tegenover dat de gemeente het sportcomplex kosteloos ter beschikking stelt. Hoewel de zelfstandigheid daarmee erg groot is, ervaart de vereniging wel dat het moeilijk is de financiële huishouding structureel rond te krijgen.

  • Net als bij hockeyverenigingen maakt men zich zorgen over het aantal vrijwilligers dat de onderhoudswerkzaamheden verricht. Deze mensen zijn onmisbaar voor de clubs.

  • Veel leden van BVC komen op de fiets en ruimte op eigen terrein schiet tekort om het toenemend aantal fietsen te kunnen parkeren.

  • Onderzoek wijst uit dat het grondwater veel ijzer bevat. Dat is bijvoorbeeld ook het geval in Vogelenzang. IJzer zorgt er voor dat de drainage versneld verstopt waardoor grondwater niet op een goede manier kan worden afgevoerd en zorgt voor vernatting van de velden.

  • BVC zorgt als enige in Bloemendaal er voor dat mensen met een beperking kunnen voetballen. Het G-team wordt begeleidt door vrijwilligers en door de buurtsportcoach. BVC heeft behoefte aan ondersteuning op het gebied van vervoer (van en naar de club) en financiële ondersteuning.

Rolstoelhockey

  • Omdat rolstoelhockey weinig exposure oplevert is het lastig sponsoren te vinden voor dekking van de uitgaven. Met een aantrekkende economie ziet het bestuur beperkte kansen de inkomsten te verhogen.

  • Het vinden en vasthouden van vrijwilligers is ook bij deze vereniging moeilijk. Er zijn contacten gelegd met de vrijwilligerscentrale en met scholen die sportopleidingen verzorgen.

Gymnastiek

  • Door het vertrek van twee bestuursleden heeft deze kleine vereniging ernstig tekort aan kader.

  • De stijgende huurprijs voor ruimte in het dorpshuis trekt een zware wissel op de exploitatie.

Bijlage 2 Kosten en opbrengsten van sport

In onderstaand overzicht zijn de kosten van de sport in de primaire begroting 2018 weergegeven.

Omschrijving

Primair 2018

SPORTBELEID EN ACTIVERING

Personeelslasten (960 uur excl. overhead)*

43.154

Impuls brede scholen buurtsportcoaches

69.300

Meer bewegen jeugd/Jeugdsportpas

11.392

Huldiging sportkampioenen

5.141

Stimulering sport

5.025

Subsidie OZB/rioolrechten

28.362

Jeugdsportsubsidies

60.097

Subsidie gehandicaptensport

4.803

Subsidie bijdrage huur sportverenigingen **

152.159

Subsidie Kennemer sportcenter

946

Inzet tractie (buitendienst)

2.480

SPORTACCOMODATIES

Gasverbruik sporthal de Kooi

7.905

Electraverbruik sporthal de Kooi

2.907

Gasverbruik Donkerelaan

1.245

Electraverbruik Donkerelaan

2.922

Waterverbruik verzamelpost

3.053

Belastingen en rechten

38.269

Recognities en erfpachten

699

Onderhoud Rottegat

70.429

Onderhoud sportvelden cricket/Vogelenzang

27.858

Schoonhouden kleedgebouwen

6.089

Onderhoud gymtoestellen de Kooi

913

Schoonhouden sporthal de Kooi

18.403

Sportbeleid algemeen

17.317

Exploitatie sporthal Tetterode

5.193

Subsidie vervanging toplaag kunstgrasveld

40.000

Verzekeringen

3.424

Storting in onderhoudsvoorziening sport

59.192

Kapitaallasten: afschrijving en rente

121.575

Totaal kosten sport

810.252

In onderstaand overzicht zijn de opbrengsten van de sport in de primaire begroting 2018 weergegeven.

Omschrijving

Primair 2018

SPORTACCOMODATIES

Huur sportterreinen **

166.392

Huur sporthal de Kooi

81.941

Huur sporthal Tetterode

56.849

Opstalrecht gebouwen Rottegat

2

Vergoeding gebruik energiekosten

420

Vergoeding kapitaallasten cricketclub

1.720

Terug ontvangst kosten onderhoud

3.857

Reclame inkomsten sporthal de Kooi

660

Veldverlichting BSM

1.083

Totaal opbrengsten sport

312.924

afbeelding binnen de regeling


Noot
*

de overheadkosten (huisvesting, management, bestuur etc.) van alle producten (inclusief sport) zijn geraamd op een algemeen programma in de begroting.

Noot
**

De huurkosten van sportcomplexen worden aan vrijwel alle sportverenigingen volledig gesubsidieerd (zie ook inkomsten). Is afhankelijk van het type huurovereenkomst.