Regeling vervallen per 01-01-2020

Overgangsregeling peuterspeelgroepen voor peuters op de peuterspeelgroep, wiens ouders vallen onder de Wet Kinderopvang en die niet in aanmerking komen voor een belastingtoeslag voor kinderopvang

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Overgangsregeling peuterspeelgroepen voor peuters op de peuterspeelgroep, wiens ouders vallen onder de Wet Kinderopvang en die niet in aanmerking komen voor een belastingtoeslag voor kinderopvang

Het college van burgemeester en wethouders van Brummen hebben besloten:

  • 1.

    de "overgangsregeling peuterspeelgroepen voor ouders van peuters op de peuterspeelgroep, voorheen peuterspeelzaal, wiens ouders vallen onder de Wet Kinderopvang en die niet in aanmerking komen voor een belastingtoeslag voor kinderopvang voor de periode 2012 tot en met 2015" voor onbepaalde tijd te verlengen en daartoe het wijzigingsbesluit met kenmerk INT15.3362 vast te stellen.

  • 2.

    Het besluit ter kennisneming te sturen naar de raad.

Nadere regels

Subsidieregeling

Burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen,

Gelezen de nota van 15 november 2011, afdeling Samenleving, reg.nr. BW11.0333,

overwegende dat het gewenst is nadere regels te geven voor tegemoetkoming in de kosten van ouders ten behoeve van plaatsing van hun kind op een peuterspeelgroep onder de Wet kinderopvang,

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de algemene subsidieverordening gemeente Brummen 2012, de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen , de Wet OKE.

besluit vast te stellen de volgende nadere regels:

Overgangsregeling peuterspeelgroepen voor ouders van peuters op de peuterspeelgroep, voorheen peuterspeelzaal, wiens ouders vallen onder de Wet kinderopvang en die niet in aanmerking komen voor belastingtoeslag voor kinderopvang voor de periode 2012 tot en met 2015.

.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • b.

    Kindcentrum: een locatie waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang;

  • c.

    Opvang: kinderopvang verzorgd door een kindcentrum voor kinderen van twee en een half jaar tot vier jaar, dan wel de leeftijd waarop het kind;

  • d.

    Peuterspeelgroepplaats: een plaats in het kindcentrum dat voldoet aan de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en als zodanig staat ingeschreven in het daartoe bestemd landelijk register;

  • e.

    Peuterspeelgroepkind: een kind in de leeftijd van twee jaar en 6 maanden tot vier jaar,dan wel tot de leeftijd waarop het kind basisonderwijs volgt, van ouders met een jaarinkomen beneden 2x modaal bruto;

  • f.

    Ouders: ouders of verzorgers of verzorgende instelling;

  • g.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Brummen;

  • h.

    College: het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Brummen.

Artikel 2 Doel van de regeling

Peuteropvang volgens de Wet kinderopvang (WKO) mogelijk maken voor kinderen waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag (tot de inkomensgrens van 2x modaal bruto per jaar), ter voorkoming van ontwikkelingsachterstanden. In het kader van de harmonisatie volgens de wet Ontwikkelingskansen voor Kwaliteit en Educatie beoogt de regeling ook een soepele overgang van de peuterspeelzaalconstructie naar de Wet kinderopvang in een begrensde periode van vier jaar. De instellingen hebben met behulp van deze regeling voor ouders vier jaar de gelegenheid om de harmonisatie volledig te voltooien met een minimum aan frictiekosten.

Artikel 3 Grondslag voor subsidieverlening

  • 1. De Wet.

  • 2. ASV, artikel 2.

Artikel 4 Subsidie

  • 1. Subsidie kan worden verleend aan een kindcentrum, ten behoeve van een tegemoetkoming aan de ouders, voor het opvangen van peuterspeelgroepkinderen in een kindcentrum in de gemeente Brummen, ter hoogte van maximaal € 7,50 per uur met een maximum van 7 uur per week, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de peuterspeelgroep is toegankelijk voor kinderen van 2 jaar en 6 maanden tot 4 jaar of tot het moment dat het kind naar de basisschool gaat;

    • b.

      het bedrag € 7,50 wordt gehanteerd als maximum bruto kostprijs van het kindcentrum voor peuterspeelgroepen;

    • c.

      opvang wordt verzorgd voor maximaal 7 uur per week, in twee dagdelen van 3,5 uur te bieden;

    • d.

      opvang wordt voor de duur van maximaal 40 weken per jaar gesubsidieerd; Het aantal van 40 weken kan worden bijgesteld naar 39 weken i.v.m. aansluiting op de vakanties van het primair onderwijs;

    • e.

      opgevangen wordt een kind waarvan de ouders woonachtig, feitelijk gevestigd zijn in de gemeente Brummen en die ingeschreven staan in de Gemeentelijke Basis Administratie van de gemeente Brummen;

    • f.

      het bruto gezamenlijk inkomen van de ouders van het opgevangen kind ligt onder de grens van twee maal modaal.

  • 2. Daarnaast kan subsidie worden verleend aan een kindcentrum, ten behoeve van de ouders, indien zij voor ouders met een bruto gezamenlijk inkomen tot € 22.250 het verschil in uurtarief vastgesteld door de belastingdienst en het hogere tarief van deze regeling in het eerste lid van dit artikel 4, niet in rekening brengen bij die ouders.

  • 3. Subsidie kan alleen worden verleend voor de periode dat een peuterspeelgroepkind daadwerkelijk is geplaatst in de peuterspeelgroep.

Artikel 5 Verplichtingen voor het kindcentrum

  • 1. In aanvulling op artikel 7 ASV dient het kindcentrum:

    • a.

      ingeschreven te staan bij het landelijk register kinderopvang;

    • b.

      te voldoen aan alle vereisten in de Wet OKE voor VVE groepen en aan de Wet.

  • 2. Het kindcentrum dient aan te tonen dat de ouders waarvan de kinderen worden opgevangen, voldoen aan de inkomensnormen bij deze subsidie.

  • 3. De ouderbijdragen worden geïnd volgens de volgende systematiek: Alle ouders van peuterspeelgroepkinderen betalen een ouderbijdrage conform de inkomenstabel voor de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. Voor ouders tot een inkomen van € 22.250 wordt het verschil in uurtarief, jaarlijks vastgesteld door de belastingdienst, en het eventuele hogere tarief van artikel 4, lid 1 van deze regeling niet in rekening gebracht bij die ouders.

  • 4. Het kindcentrum brengt de kosten maandelijks in rekening bij de ouders. Op de rekening worden de kosten van kinderopvang, de tegemoetkoming van de gemeente en de eigen bijdrage van de ouders apart vermeld.

  • 5. Een door de ouders ondertekend exitformulier wordt bij uitschrijving van het kind tezamen met de eerste en laatste rekening aan de gemeente overlegd.

Artikel 6 Subsidieaanvraag

  • 1. Het kindcentrum vraagt de subsidie aan via een daarvoor vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij de aanvraag behoort een inkomensverklaring die voorzien is van de handtekening(en) van de ouder(s) van het peuterspeelgroepkind.

  • 3. In afwijking van artikel 11 van de ASV Brummen kan ieder kwartaal een aanvraag worden ingediend op basis van het aantal dan bekende nieuwe plaatsingen, te weten voor 15 januari, voor 15 april, voor 15 juli, voor 15 oktober.

  • 4. In afwijking van het 3e lid van dit artikel dient het aanvraagformulier per kind voor het eerste kwartaal van 2012 voor 15 februari 2012 te worden ingediend.

Artikel 7 Subsidieverlening

  • 1. De subsidie kan per geplaatst peuterspeelgroepkind worden verleend als voldaan is aan artikelen 4, 5 en 6.

  • 2. Indien twee kinderen op exact dezelfde datum in aanmerking komen voor plaatsing in een peuterspeelgroep en het subsidieplafond is bijna bereikt, dan zal de eerstgeborene in aanmerking komen voor de tegemoetkoming.

  • 3. In afwijking van artikel 12 van de ASV wordt de subsidie per kwartaal verleend.

Artikel 8 Subsidieplafond

Voor het plaatsen van kinderen op de peuterspeelgroep onder de Wet wordt jaarlijks een subsidieplafond vastgesteld (voor 2012: € 78.000).

Artikel 9 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op artikel 8 van de ASV kan de subsidie worden geweigerd indien:

    • a.

      het subsidieplafond is bereikt;

    • b.

      de ouders van het kind voor hetzelfde kind al een andere vorm van subsidie van de gemeente Brummen ontvangen, bijvoorbeeld voor VVE;

    • c.

      plaatsing op een peuterspeelgroep niet mogelijk is vanwege het niet beschikbaar zijn van een peuterspeelgroepplaats.

  • 2. Artikel 8, lid 1, aanhef en sub e van de ASV is niet van toepassing.

Artikel 10 Bevoorschotting

  • 1. De subsidie wordt in de vorm van een voorschot in drie maandelijkse termijnen uitbetaald. De hoogte van de bevoorschotting wordt bepaald aan de hand van de hoogte van de ouderbijdrage van de ouders en het aantal kinderen dat in aanmerking komt over het verstreken kwartaal.

  • 2. In afwijking hiervan zal de eerste termijn van 2012 bevoorschot worden op basis van het aantal reeds ingeschreven kinderen op 31 december 2011.

Artikel 11 Subsidievaststelling

  • 1. In afwijking van artikel 14 van de ASV vindt subsidievaststelling plaats voor die kinderen die in een jaar uitstromen.

  • 2. Subsidievaststelling vindt plaats nadat afschriften van de eerste en laatste rekeningen aan de ouders zijn ingediend bij het college, samen met het door de ouders ondertekende exitformulier dat gebruikt wordt voor de overdracht naar de basisschool of andere reden van uitstroom.

  • 3. In afwijking van Artikel 15 lid 4 van de ASV, is een goedkeurende controleverklaring niet vereist.

Artikel 12 Inwerkingtreding en geldigheidsduur

De regeling treedt in werking op 1 januari 2016.

Artikel 13 Citeertitel

De regeling kan worden aangehaald als “Overgangsregeling peuterspeelgroep”.

Brummen, 3 januari 2012

Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester,