Verordening op de heffing en invordering van Marktgelden

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening Marktgelden 2008

De gemeente stelt de Verordening Marktgelden 2008 vast.

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt, die op de daartoe aangewezen dag en plaats wordt gehouden;

  • b.

    standplaats: een aan de belastingplichtige ter beschikking gestelde plaats op de markt;

  • c.

    vaste plaats: een standplaats op de markt die per kalenderjaar of per seizoen ter beschikking wordt gesteld;

  • d.

    dagplaats: een standplaats op de markt, niet zijnde een vaste plaats;

  • e.

    standwerkersplaats: een staanplaats op de markt, bestemd voor het uitoefenen van de markthandel op een wijze als bij standwerken gebruikelijk is.

  • f.

    wachtlijst: lijst van gegadigden voor een vaste plaats op de markt.

Artikel 2 - Aard van de heffing; belastbaar feit

Onder de naam 'marktgelden’ worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit:

  • a.

    het ter beschikking stellen van een standplaats voor de uitvoering van de markthandel;

  • b.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning of het verrichten van een inschrijving.

Artikel 3 – Belastingplicht

De rechten worden geheven van:

  • a.

    degene aan wie een in artikel 2, onderdeel a, genoemde standplaats ter beschikking is gesteld;

  • b.

    de aanvrager van de in artikel 2, onderdeel b, omschreven dienst dan wel degene ten behoeve van wie deze dienst is verleend.

Artikel 4 - Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. Het recht marktgeld bedraagt € 2,00 per ingenomen strekkende meter frontbreedte.

  • 2. Indien het overeenkomstig het eerste lid berekende tarief minder bedraagt dan € 6,00 per standplaats, wordt het marktgeld op € 6,00 per standplaats bepaald.

  • 3. Het in het eerste en tweede lid vermelde tarief wordt verhoogd met 100% indien de markt wordt gehouden op een zaterdag, zondag of een nationaal erkende feestdag.

  • 4. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning of het verrichten van een inschrijving wordt het tarief zoals vastgesteld in voor het betreffende belastingjaar de Tarieventabel onder 0.0 Bescheiden lid 0.3. in rekening gebracht.

  • 5. Voor de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 5 - Wijze van heffing

  • 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een factuur nota of andere schriftuur en dient te worden voldaan op het tijdstip waarop de standplaats wordt ingenomen.

  • 2. Het marktgeld als bedoeld in artikel 2 kan bij wijze van abonnement voor een vol kalenderjaar, voor een half jaar of voor een kwartaal bij vooruitbetaling worden voldaan.

  • 3. Degene die van de in lid 2 genoemde mogelijkheid gebruik maakt, betaalt respectievelijk 85%, 90% en 95% van het voor een bepaalde standplaats berekende marktgeld over 52, 26 of 13 weken.

  • 4. De legeskosten voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning worden via de beschikking opgelegd.

  • 5. De legeskosten voor het verrichten van een inschrijving worden schriftelijk opgelegd.

Artikel 6 – Heffingstijdvak

Voor de rechten bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is het heffingstijdvak gelijk aan het kalenderjaar of kalenderkwartaal, tenzij bij één van deze tijdvakken blijkt dat een korter tijdvak van toepassing is, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 7 - Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De rechten bedoeld in artikel 2, onderdeel a, zijn verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak.

  • 2. De rechten bedoeld in artikel 2, onderdeel b, zijn verschuldigd op het tijdstip waarop de aanvraag in behandeling genomen wordt.

Artikel 8 – Teruggaaf

  • 1.

    Indien na het verzenden van de in artikel 5, eerste lid, genoemde kennisgeving aannemelijk wordt gemaakt dat het belastbare feit zich slechts gedurende een gedeelte van het voor de berekening van de rechten in aanmerking genomen heffingstijdvak van een kalenderjaar, -halfjaar of kalenderkwartaal voordoet, heeft voorgedaan of zal voordoen, doordat:

    • a.

      de belastingplichtige in de loop van het heffingstijdvak overlijdt;

    • b.

      de terbeschikkingstelling van de standplaats in de loop van het heffingstijdvak door schriftelijke opzegging door de belastingplichtige dan wel door de gemeente is beëindigd;

    • c.

      de belastingplichtige ten gevolge van ziekte gedurende een aaneengesloten periode van ten minste 10 weken een ter beschikking gestelde standplaats niet heeft kunnen innemen en deze evenmin door een derde op grond van een vervangvergunning heeft laten innemen;

wordt op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet teruggaaf verleend met inachtneming van het in de volgende leden gestelde.

  • 2.

    Het terug te geven bedrag wordt berekend aan de hand van de formule T= (P x D)/A waarin: T is het terug te geven bedrag; P is het over de desbetreffende periode verschuldigde bedrag; D is het aantal marktdagen waarop de standplaats niet is ingenomen door de belastingplichtige of door een ander op grond van een vervangvergunning, A is het aantal marktdagen in de desbetreffende periode.

  • 3.

    Geen teruggaaf wordt verleend indien:

    • a.

      de belastingplichtige de standplaats door een ander op grond van een vervangvergunning laat innemen, heeft laten innemen of zal kunnen laten innemen.

    • b.

      het te restitueren bedrag minder bedraagt dan € 25,00.

Artikel 9 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot heffing en invordering van de rechten.

Artikel 10 – Overgangsrecht

De Verordening op de heffing en invordering van Marktgeld 1991, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28 november 2002, wordt ingetrokken. Op belastbare feiten die zich hebben voorgedaan voor de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, is de desbetreffende verordening nog van toepassing, met dien verstande dat de tarieven van toepassing zijn van het jaar waarin het belastbaar feit zich heeft voorgedaan.

Artikel 11 – Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008

  • 2. Het tijdstip van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

Artikel 12 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Marktgelden 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 november 2007 bij raadsbesluit met kenmerk RB07.0012.