Regeling vervallen per 31-12-2020

Overgangsregeling peuteropvang Capelle aan den IJssel 2020

Geldend van 08-08-2020 t/m 30-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-08-2020

Intitulé

Overgangsregeling peuteropvang Capelle aan den IJssel 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2017 (ASV);

gelet op de Subsidieregeling peuteropvang Capelle aan den IJssel 2020;

overwegende dat:

  • -

    met ingang van 1 augustus 2020 de Subsidieregeling peuteropvang Capelle aan den IJssel 2020 in werking treedt;

  • -

    het noodzakelijk en gewenst is om voor de periode 1 augustus 2020 tot en met 31 december 2020 op onderdelen af te wijken van de Subsidieregeling peuteropvang Capelle aan den IJssel 2020, dan wel deze subsidieregeling aan te vullen.

Besluit vast te stellen de Overgangsregeling peuteropvang Capelle aan den IJssel 2020.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a. In afwijking van het bepaalde in artikel 1, onder m, van de subsidieregeling wordt in deze overgangsregeling verstaan onder peuter: een kind in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar dat staat ingeschreven op een adres in de gemeente Capelle aan den IJssel en dat ook feitelijk in de gemeente woont.

  • b. Conform het bepaalde in artikel 1 onder n, van de subsidieregeling wordt in deze overgangsregeling verstaan onder peuteropvang: de opvang van peuters, niet behorende tot de VVE-doelgroep, in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar voor maximaal acht uur per week verdeeld over minimaal twee dagdelen in een voorschoolse voorziening, gericht op:

    • -

      het bevorderen van de ontwikkeling en ontplooiing door spel en omgang met leeftijdgenootjes, in nauw overleg met ouders/verzorgers;

    • -

      het signaleren van eventuele ontwikkelingsproblemen en zorgen voor het inzetten van de juiste hulp.

  • c. In afwijking van het bepaalde in artikel 1, onder p, van de subsidieregeling wordt in deze overgangsregeling verstaan onder VVE-peuteropvang: de opvang van peuters, behorende tot de VVE-doelgroep, in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar voor maximaal zestien uur per week verdeeld over minimaal drie dagdelen in een voorschoolse voorziening waarbij een VVE-aanbod wordt gegeven, gericht op:

    • -

      het bevorderen van de ontwikkeling en ontplooiing door spel en omgang met leeftijdgenootjes, in nauw overleg met ouders/verzorgers;

    • -

      het voorkomen en bestrijden van educatieve achterstanden;

    • -

      het signaleren van eventuele ontwikkelingsproblemen en zorgen voor het inzetten van de juiste hulp.

  • d. In deze overgangsregeling wordt verstaan onder subsidieregeling: de Subsidieregeling peuteropvang Capelle aan den IJssel 2020.

Artikel 2 Activiteiten

In afwijking van het bepaalde in artikel 3, eerste lid, van de subsidieregeling wordt uitsluitend subsidie verstrekt aan de subsidieontvanger voor:

  • 1.

    Peuteropvang voor peuters zonder VVE-indicatie, van niet-KOT-ouders;

  • 2.

    VVE-peuteropvang voor peuters met een VVE-indicatie, van zowel KOT-ouders als niet-KOT-ouders.

Artikel 3. Subsidieontvanger

In afwijking van artikel 5 van de subsidieregeling geldt, dat subsidie wordt verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon die aanbieder is van een voorschoolse voorziening en aan wie door het college voor het kalenderjaar 2020 met toepassing van de Subsidieregeling Peuteropvang 2019 reeds een subsidie voor het bieden van peuteropvang is verleend.

Artikel 4. Subsidieduur

In afwijking van het bepaalde in artikel 7, eerste lid, van de subsidieregeling wordt de subsidie verstrekt voor maximaal 15 (school)weken in de periode 1 augustus 2020 tot en met 31 december 2020.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. Bij een aanvraag om subsidie hoeft de aanvrager niet te voldoen aan het bepaalde in artikel 6, tweede lid, onder a, b en c van de ASV en evenmin aan het bepaalde in artikel 8, onder a, van de subsidieregeling.

  • 2. De aanvrager moet het in artikel 8, onder b, van de subsidieregeling gevraagde overzicht aanleveren door middel van een formulier dat daartoe wordt verstrekt door het college.

  • 3. In het formulier bedoeld in het tweede lid hoeft de aanvrager in afwijking van het bepaalde in artikel 8, onder b, van de subsidieregeling geen gegevens op te nemen van peuters zonder VVE-indicatie van KOT-ouders.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

In afwijking van het bepaalde in 7 van de ASV en in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de subsidieregeling wordt een aanvraag om subsidie ingediend vóór 1 oktober 2020.

Artikel 7. Subsidieplafond

In aanvulling op het bepaalde in artikel 11 van de subsidieregeling geldt dat subsidieaanvragen om te worden betrokken in de verdeling bedoeld in artikel 11, tweede lid, ook moeten voldoen aan de eisen gesteld in deze overgangsregeling.

Artikel 8. Bevoorschotting

In afwijking van artikel 13, eerste tot en met derde lid, van de ASV en in afwijking van artikel 12,

eerste lid, van de subsidieregeling, geldt dat het subsidiebedrag wordt uitbetaald conform artikel 13, vierde lid, van de ASV.

Artikel 9. Aanvraag tot vaststelling

  • 1. Voor subsidieontvangers die voor het kalenderjaar 2020 een subsidie hebben ontvangen op grond van de toenmalige Subsidieregeling peuteropvang 2019, geldt dat zij de aanvraag tot vaststelling kunnen indienen door middel van de methode beschreven in artikel 14 van de subsidieregeling.

  • 2. De subsidieontvangers bedoeld in het eerste lid zijn niet verplicht de methode beschreven in artikel 14 van de subsidieregeling te gebruiken. Voor deze groep geldt dat zij de aanvraag tot vaststelling ook kunnen indienen conform de wijze die beschreven staat in subsidiebeschikking.

  • 3. Voor subsidieontvangers die op grond van deze overgangsregeling subsidie aanvragen, geldt dat zij de aanvraag tot vaststelling indienen conform de subsidieregeling.

Artikel 10. Verplichtingen

Indien subsidieontvangers die voor het kalenderjaar 2020 een subsidie hebben ontvangen op grond van de toenmalige Subsidieregeling peuteropvang 2019, ervoor kiezen om de aanvraag tot vaststelling in te dienen door middel van de methode beschreven in artikel 14 van de subsidieregeling, dan zijn de verplichtingen genoemd in artikel 15, eerste tot en met derde lid, van de subsidieregeling van toepassing op deze subsidieontvangers.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1. Deze overgangsregeling treedt in werking op 1 augustus 2020 en eindigt op 31 december 2020.

  • 2. Deze overgangsregeling wordt aangehaald als: Overgangsregeling peuteropvang Capelle aan den IJssel 2020.

Ondertekening

Capelle aan den IJssel, 14 juli 2020.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

drs. A. de Baat

de burgemeester,

mr. P. Oskam

TOELICHTING

Algemene toelichting

Voor het kalenderjaar 2020 zijn subsidies voor peuteropvang verleend onder de Subsidieregeling peuteropvang 2019. Voor het kalenderjaar 2021 (en verder) zullen subsidies voor peuteropvang worden verleend onder de Subsidieregeling peuteropvang 2020. De verschillen tussen deze twee regelingen staan in onderstaand schema.

 

Subsidieregeling 2019

Subsidieregeling 2020

Subsidie voor peuteropvang voor een peuter van KOT-ouders

Niet van toepassing

8 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

Subsidie voor peuteropvang voor een peuter van niet-KOT-ouders

5 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

8 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

Subsidie voor VVE-peuteropvang voor een peuter van KOT-ouders

10 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

16 uur per week

Peuter 2 – 4 jaar

Subsidie voor VVE-peuteropvang voor een peuter van niet-KOT-ouders

10 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

16 uur per week

Peuter 2 – 4 jaar

Zoals blijkt uit het schema, worden de mogelijkheden voor gesubsidieerde peuteropvang met ingang van het subsidiejaar 2021 uitgebreid. Er is echter een aantal wijzigingen die al ingaan per 1 augustus 2020. Dit zijn:

  • 1.

    op 1 augustus 2020 treedt een wijziging van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie in werking. Hierdoor is het voor gemeenten verplicht om met ingang van 1 augustus 2020 een VVE-aanbod te doen van 960 uur aan peuters behorende tot de VVE-doelgroep in de periode dat zij in leeftijd tussen de 2,5 en 4 jaar oud zijn. Uitgaande van maximaal 16 uur VVE-peuteropvang per week en van 40 schoolweken per jaar, komt dit aanbod uit op 960 uur in 60 weken;

  • 2.

    het college heeft besloten om (in aansluiting op de verplichte urenuitbreiding voor VVE-geïndiceerde peuters) vanuit pedagogische én praktische overwegingen per 1 augustus 2020 ook meer uren peuteropvang te subsidiëren voor niet-geïndiceerde peuters van niet-KOT-ouders.

De Subsidieregeling peuteropvang 2020 kan helaas niet dienen als basis voor aanvragen van deze extra subsidie per 1 augustus 2020. De reden hiervoor is dat de aanvraagtermijn (voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft) voor deze aanvragen uiteraard niet gehaald kan worden. Het is derhalve noodzakelijk om voor de periode 1 augustus 2020 - 31 december 2020 een overgangsmaatregel te treffen in de vorm van deze overgangsregeling.

De verschillen tussen de drie regelingen staan in onderstaand schema.

 

Subsidieregeling 2019

Overgangsperiode

Subsidieregeling 2020

Subsidie voor peuteropvang voor een peuter van KOT-ouders

Niet van toepassing

Niet van toepassing

8 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

Subsidie voor peuteropvang voor een peuter van niet-KOT-ouders

5 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

8 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

8 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

Subsidie voor VVE-peuteropvang voor een peuter van KOT-ouders

10 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

16 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

16 uur per week

Peuter 2 – 4 jaar

Subsidie voor VVE-peuteropvang voor een peuter van niet-KOT-ouders

10 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

16 uur per week

Peuter 2,5 – 4 jaar

16 uur per week

Peuter 2 – 4 jaar

Deze overgangsregeling gaat uit van de regels (inclusief de begripsbepalingen) in de nieuwe Subsidieregeling peuteropvang 2020 die per 1 augustus 2020 in werking treedt en dus vanaf dat moment geldt. Op een aantal punten zijn de regels uit de nieuwe Subsidieregeling peuteropvang 2020 echter niet van toepassing tijdens de overgangsperiode. Dit blijkt al uit bovenstaand schema. Voor die gevallen staat in deze overgangsregeling beschreven wat de afwijkingen of aanvullingen zijn op de Subsidieregeling peuteropvang 2020. Het spreekt vanzelf, dat op het verstrekken van subsidies op basis van deze overgangsregeling ook de bepalingen van de ASV van toepassing zijn.

Verder is het zo dat er uiteraard geen dubbele subsidies worden verstrekt. Indien de subsidieontvanger in 2020 al subsidie ontvangt voor de peuteropvang van een bepaalde peuter voor bijvoorbeeld 5 uur per week, kan er alleen een ophoging naar 8 uur per week worden aangevraagd. Hetzelfde geldt voor VVE-peuters waarvoor reeds een subsidie is verstrekt voor 10 uur per week. Onder deze overgangsregeling kan dan een aanvraag worden ingediend voor de extra 6 uur.

Om de overgangsregeling goed te kunnen begrijpen, kan de lezer het beste de nieuwe Subsidieregeling peuteropvang 2020 er naast houden.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Zoals blijkt uit de beschrijving van het begrip peuter vallen - anders dan in artikel 1, onder m. van de subsidieregeling - in de overgangsregeling peuters in de leeftijd van 2 tot 2,5 jaar niet onder het begrip ‘peuter’. Dit heeft te maken met het feit dat de uitbreiding van de subsidiemogelijkheden in deze overgangsregeling niet geldt voor deze groep.

Artikel 2. Activiteiten

Artikel 2 houdt in dat, in afwijking van het bepaalde in artikel 6, eerste lid, van de subsidieregeling, op grond van de overgangsregeling geen subsidie wordt verleend voor peuteropvang voor een peuter zonder VVE-indicatie, van KOT-ouders.

Artikel 3.

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 4.

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 5.

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

Gezien de datum van inwerkingtreding van deze overgangsregeling kunnen aanvragen om subsidie niet voor de aanvang van de subsidieperiode worden ingediend. De subsidies die worden toegekend zullen met terugwerkende kracht tot 1 augustus 2020 worden verleend.

Artikel 7. Subsidieplafond

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Bevoorschotting

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9. Aanvraag tot vaststelling

De Subsidieregeling peuteropvang 2020 legt subsidieontvangers de verplichting op om gebruik te maken van een door het college voorgeschreven monitorsysteem en dit ook te gebruiken bij de aanvraag tot vaststelling (zie artikelen 14 en 15 in de subsidieregeling). Het is niet de bedoeling om deze verplichting halverwege het subsidiejaar 2020 in te voeren voor subsidieontvangers die al vanaf 1 januari 2020 subsidie ontvangen voor peuteropvang. Maar als subsidieontvangers van dit monitorsysteem gebruik willen maken, dat kan dat wel. Dit staat beschreven in het eerste lid. In het tweede lid wordt duidelijk gemaakt dat het echter geen verplichting is.

Voor het deel subsidie wat subsidieontvangers onder de overgangsregeling aanvragen voor de periode 1 augustus 2020 - 31 december 2020, is men wel gehouden aan het gebruiken van het monitorsysteem en het gebruiken van dit systeem voor de aanvraag tot vaststelling (zoals beschreven in artikelen 14 en 15 van de subsidieregeling).

Artikel 10. Verplichtingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 11. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.