Regeling vervallen per 31-12-2021

Verordening op het recht van onderzoek van de raad van de gemeente Delfzijl

Geldend van 01-03-2018 t/m 30-12-2021

Intitulé

Verordening op het recht van onderzoek van de raad van de gemeente Delfzijl

De raad van de gemeente Delfzijl,

gelezen het initiatiefvoorstel van het raadslid E.K.H. Stulp d.d. 18 januari 2018;

gelet op de artikelen 155a tot en met 155f Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen:

Verordening op het recht van onderzoek van de raad van de gemeente Delfzijl (ex artikel 155a tot en met 155f Gemeentewet).

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      onderzoek: een onderzoek als bedoeld in artikel 155a, eerste lid, van de Gemeentewet;

    • b.

      onderzoekscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet.

Artikel 2 Instellen van het onderzoek/onderzoekscommissie

  • 1.

    Op voorstel van een of meer van zijn leden kan de raad besluiten een onderzoek in te stellen. Een onderzoek kan betrekking hebben op (aspecten van) het bestuur van het college of van de burgemeester dan wel op bijzondere gebeurtenissen.

    • a.

      Voordat de raad besluit een onderzoek in te stellen als bedoeld in artikel 155a-155f van de Gemeentewet, kan ook eerst een vooronderzoek worden uitgevoerd.

    • b.

      Dit vooronderzoek wordt uitgevoerd door minimaal 3 raadsleden op voordracht van het presidium.

    • c.

      Het doel van het vooronderzoek is de onderzoeksvraag helder te formuleren en na te gaan of het raadsonderzoek het juiste instrument is om deze te beantwoorden.

    • d.

      Het vooronderzoek duurt maximaal 1 maand.

  • 2.

    In de eerstvolgende raadsvergadering na dit besluit stelt de raad een onderzoekscommissie in van tenminste drie leden.

  • 3.

    De raad wijst een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden aan.

  • 4.

    Bij de instelling van de onderzoekscommissie stelt de raad nadere regels vast met betrekking tot de rapportage van de onderzoekscommissie aan de raad.

Artikel 3 Voorzitter/plaatsvervangend voorzitter

  • 1.

    De leden van de onderzoekscommissie kiezen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de beraadslaging en zitting;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van bij of krachtens deze verordening gestelde regels;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 4 Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van een lid van de onderzoekscommissie eindigt indien:

    • a.

      de raad besluit tot opheffing van de onderzoekscommissie;

    • b.

      het lid ophoudt lid te zijn van de raad;

    • c.

      de onderzoekscommissie besluit het lid van zijn commissie te horen;

    • d.

      het lid ontslag neemt.

  • 2.

    Een lid van de onderzoekscommissie kan op elk moment ontslag nemen. Hiervan brengt hij de raad en de voorzitter van de onderzoekscommissie zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte.

  • 3.

    In openstaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4.

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden.

Artikel 5 Bevoegdheden van de onderzoekscommissie

  • 1.

    De onderzoekscommissie besluit alvorens het eerste getuigenverhoor plaats vindt of getuigen uitsluitend verhoord worden na het afleggen van de eed of belofte.

  • 2.

    De onderzoekscommissie kan buiten de in artikel 155b, eerste lid, van de Gemeentewet genoemde personen tevens anderen verzoeken om medewerking aan het onderzoek te verlenen. Laatstgenoemde medewerking geschiedt slechts op vrijwillige basis.

  • 3.

    De onderzoekscommissie kan besluiten derden in te schakelen voor het uitvoeren van opdrachten die zij in het kader van de onderzoeksopdracht en de uitoefening van haar taak nodig acht.

  • 4.

    De onderzoekscommissie kan in het belang van het onderzoek in beslotenheid met een ieder informatieve gesprekken voeren, welke als zodanig geen onderdeel van het onderzoek uitmaken. Er bestaat hiertoe geen plicht tot medewerking.

  • 5.

    De onderzoekscommissie kan de bovengenoemde bevoegdheden uitsluitend uitoefenen indien ten minste drie van haar leden aanwezig zijn.

  • 6.

    De onderzoekscommissie besluit met meerderheid van stemmen.

Artikel 6 Ambtelijke bijstand

  • 1.

    De raad benoemt ter ondersteuning van de onderzoekscommissie een secretaris, zijnde de griffier of een medewerker van de griffie.

  • 2.

    De secretaris is bij iedere zitting aanwezig.

  • 3.

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt zijn plaats ingenomen door een daartoe door de raad aangewezen vervanger.

  • 4.

    De griffier draagt zorg voor voldoende ambtelijke ondersteuning van de commissie. De griffier en de gemeentesecretaris stellen daartoe in overleg met de voorzitter van de commissie een plan van aanpak op.

  • 5.

    De verordening ambtelijke bijstand is niet van toepassing.

Artikel 7 Zittingen

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting en brengt die ter openbare kennis.

  • 2.

    De voorzitter roept de leden van de onderzoekscommissie, getuigen en deskundigen ten minste tien dagen voor de zitting te ontvangen.

  • 3.

    Binnen drie werkdagen na verzending van de oproep kunnen de getuigen en deskundigen onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 4.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de betrokken getuige of deskundige medegedeeld.

Artikel 8 Toehoorders en de pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare zittingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, op te dragen te vertrekken.

Artikel 9 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die tijdens de zitting geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 10 Verslaglegging zitting

  • 1.

    De secretaris draagt zorg voor de verslaglegging van de zitting.

  • 2.

    Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid voor zover van belang.

  • 3.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 11 Beraadslagingen

1. De onderzoekscommissie beraadslaagt indien een lid dat nodig acht.

2. De onderzoekscommissie beraadslaagt achter gesloten deuren, tenzij de commissie anders beslist.

Artikel 12 Afronding onderzoek

Na afronding van het onderzoek door de onderzoekscommissie worden haar bevindingen voorgelegd aan de raad.

Artikel 13 Inwerkingtreding

De verordening op het gebruik van het onderzoeksrecht van de raad van de gemeente Delfzijl, treedt in werking op 1 maart 2018.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening op het recht van onderzoek van de gemeenteraad van Delfzijl'.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Delfzijl,

Delfzijl, 22 februari 2018,

De raad voornoemd,

voorzitter

(G. Beukema)

griffier

(O. Rijkens)