Verordening volgorde plaatsing wachtlijst Wet sociale werkvoorziening Deurne 2008

Geldend van 01-07-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening volgorde plaatsing wachtlijst Wet sociale werkvoorziening Deurne 2008

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 april 2008, nr. 023;

gelet op het bepaalde in artikel 12, tweede lid van de Wet sociale werkvoorziening:

b e s l u i t

vast te stellen de navolgende Verordening volgorde plaatsing wachtlijst Wet sociale werkvoorzieining Deurne 2008

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne

  • 2.

    de wet: de Wet sociale werkvoorziening;

  • 3.

    ingezetenen: degenen die op grond van hun inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie geacht worden hun woonplaats in de gemeente Deurne te hebben;

  • 4.

    wachtlijst: de door het college beheerde lijst als bedoeld in artikel 12, eerste en zesde lid van de wet;

  • 5.

    geïndiceerd: blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking als bedoeld in artikel 11 van de wet tot de doelgroep behoren;

  • 6.

    begeleid werken: een reguliere dienstbetrekking onder aangepaste omstandigheden als bedoeld in artikel 7 van de wet;

Artikel 2 Wachtlijst

  • 1. De wachtlijst bevat een overzicht van ingezetenen die geïndiceerd zijn, geen dienstbetrekking hebben als bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van de wet en beschikbaar zijn om een dergelijke dienstbetrekking te aanvaarden.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat geïndiceerden op de wachtlijst periodiek worden geïnformeerd over hun positie op de wachtlijst als bedoeld in artikel 3 lid 2.

Artikel 3 Volgorde van plaatsing

  • 1. De volgorde waarop de ingezetenen die op de wachtlijst zijn geplaatst, voor een dienstbetrekking als bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van de wet in aanmerking worden gebracht, wordt bepaald door de volgorde waarop zij op de wachtlijst zijn geplaatst.

  • 2. De geïndiceerden op de wachtlijst worden onderverdeeld in drie categorieën:

    • a.

      Geïndiceerden met een begeleid werken indicatie en / of via begeleid werken werkzaam wil zijn;

    • b.

      Geïndiceerden jonger dan 27 jaar;

    • c.

      Overige geïndiceerden.

  • 3. Jaarlijks per 1 januari van elk kalenderjaar bepaalt het college;

    • a.

      Het aantal te verwachte plaatsingen op basis van de taakstelling en uitstroom;

    • b.

      De verhouding van de in artikel 3 lid 2 genoemde categorieën ten opzichte van de totale wachtlijst.

  • 4. Bij het plaatsen vanaf de wachtlijst wordt uitgegaan van en rekening gehouden met:

    • a.

      Dat het aantal plaatsingen per categorie als bedoeld in artikel 3 lid 2 overeen komt met de verhouding van de categorieën genoemd in artikel 3 lid 3;

    • b.

      Dat de volgorde van plaatsing binnen de categorie kan afwijken van de volgorde genoemd in artikel 3 lid 1 indien op dat moment nog niet de werkplek kan worden aangeboden die passend en of beschikbaar is voor de geïndiceerde;

    • c.

      De tot een categorie behorende Wsw- geïndiceerde die in enig kalenderjaar, gelet op lid 1 voor plaatsing in aanmerking komt, kan niet worden overgeheveld naar een ander kalenderjaar.

  • 5. De in artikel 3 lid 4 bedoelde plaatsingsvolgorde vindt plaats voor zover niet in strijd met de wet of het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken of de Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken 2008.

  • 6. Bijzondere omstandigheden van een individuele geïndiceerde op de wachtlijst kunnen voor het college aanleiding zijn om bij wijze van uitzondering af te wijken van de vorige leden van dit artikel.

  • 7. Door het college wordt er voor gezorgd dat geen uitsluiting van geïndiceerden kan plaatsvinden in de uitvoering van de volgorde van plaatsing.

  • 8. Het college draagt er zorg voor dat geïndiceerden een klacht kunnen indienen indien zij naar hun mening ten onrechte in afwijking van wat in deze verordening is bepaald, geen plaatsing in het kader van de Wsw is aangeboden.

Artikel 4 Beschikbaarheid

  • 1. De geïndiceerde die niet beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid of artikel 7 van de wet te aanvaarden en zich in een in artikel 8, tweede lid van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken of artikel 4 van de Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken 2008 genoemde situatie bevindt, wordt van de wachtlijst verwijderd.

  • 2. De geïndiceerde kan schriftelijk verzoeken weer op de wachtlijst geplaatst wanneer de in het eerste lid genoemde situatie niet meer van toepassing is.

Artikel 5 Nadere uitvoeringsregels

  • 1. Het college kan bij uitvoeringsbesluit nadere regels stellen in het belang van een zorgvuldige uitvoering van deze verordening.

  • 2. Het college kan de in lid 1 en artikel 3 lid 6 toegekende bevoegdheid niet mandateren.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2008

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 mei 2008.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In artikel 1 is een beperkt aantal begrippen opgenomen, omdat de wet voldoende duidelijk is over gehanteerde termen en begrippen. Een uitgebreide(re) begrippenlijst is daarom overbodig.

Artikel 2

Vanuit de wet heeft het college de verantwoordelijkheid voor het beheer van de wachtlijst.

Op deze wachtlijst mogen alleen die personen voorkomen die ook daadwerkelijk beschikbaar zijn voor het aanvaarden van werk. De zogenaamde ‘schone’ wachtlijst. In de wet en uitvoeringsregels is nader geregeld wat onder schone wachtlijst wordt verstaan.

Artikel 3

De volgorde van plaatsing is afhankelijk van de plaats op de wachtlijst. Volgens de wet is de ‘first in - first out’ methode van toepassing bij plaatsing. De gemeente kan dit nader regelen door middel van een verordening. Uitgaande van het principe ‘van binnen naar buiten’ en het voorkomen dat bepaalde doelgroepen niet geplaatst worden, zijn een drietal prioritaire doelgroepen bepaald. Om te bevorderen dat zij naar evenredigheid voor plaatsing in aanmerking komen, is de verhouding van vertegenwoordiging van de verschillende doelgroepen op de wachtlijst bepalend voor het plaatsen van de geïndiceerden in enig kalenderjaar.

De in lid 5 aangegeven verwijzing naar wet en Koninklijke Besluiten is feitelijk overbodig. Immers wet en Koninklijke Besluiten gaan voor op een verordening. In de wet en in het bijzonder Koninklijke Besluiten zijn echter artikelen opgenomen die bewerkstelligen dat bepaalde Wsw geïndiceerden voorrang gegeven moet worden. Ter illustratie bijvoorbeeld Wsw geïndiceerden die na beëindiging werk teruggeplaatst moeten worden op hun oude plaats op de wachtlijst. Dit kan betekenen dat Wsw- geïndiceerden die volgens verwachting in enig kalenderjaar geplaatst zouden worden, uiteindelijk niet in dat kalenderjaar geplaatst kunnen worden en doorschuiven naar het volgende kalenderjaar. Voor de volledigheid en duidelijkheid in het bijzonder richting Wsw- geïndiceerden is dit artikel opgenomen.

De overige artikelleden spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.

Artikel 4

In dit artikel wordt expliciet aangegeven in welke situaties geïndiceerden tijdelijk van de wachtlijst worden verwijderd. Van deze geïndiceerden kan ook de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking ingetrokken worden door het college. Uitdrukkelijk wordt hiervoor niet gekozen gelet op de aard van het tijdelijk niet beschikbaar zijn voor plaatsing. Het gaat daarbij om de in artikel 4 van de Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken 2008 genoemde gevallen, zijnde;

  • ·

    hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte of gebrek niet in staat is tot het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden indien hij dat gedurende een ononderbroken periode van 13 weken is geweest

  • ·

    hem rechtens zijn vrijheid is ontnomen. Dit is niet van toepassing op de geïndiceerde die valt onder artikel van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid;

  • ·

    hij buiten Nederland woont;

  • ·

    hij een voltijdscholing of –opleiding volgt, tenzij de voltijdsscholing of –opleiding bedoeld is om aansluiting te vinden met het aanvaarden van een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2 lid 1 of artikel 7 van de wet; of

  • ·

    uit zijn houding of gedragingen ondubbelzinnig blijkt dat hij niet bereid is een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2 lid 1 of artikel 7 van de wet te aanvaarden.

Immers, wordt de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking ingetrokken, dan wordt er vanuit de wet ook een wachttijd van 12 maanden aan gekoppeld.

Degenen waarvan de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking is ingetrokken hebben op grond van de wet een wachttijd van 12 maanden voordat zij opnieuw een indicatie kunnen aanvragen. Als zij een nieuwe indicatie krijgen worden zij op datum van indicatiebeschikking geplaatst. In de praktijk betekent dat plaatsing onderaan de wachtlijst.

Artikel 5

In deze verordening is ervoor gekozen dat het college de bevoegdheid heeft om nadere regels te stellen. Uiteraard mogen deze nadere regels niet in strijd met regelgeving en uitgangspunten van deze verordening zijn. Het college kan de bevoegdheid voor het nemen van besluiten in het kader van de uitvoering van deze verordening mandateren. Artikel 14 wordt uitdrukkelijk uitgesloten van de mogelijkheid van overdragen beslissingsbevoegdheid door het college.

Om te voorkomen dat het afwijken in bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 3 lid 6 via mandaat te lichtvaardig wordt toegepast, wordt er voor gekozen deze bevoegdheid uitdrukkelijk bij het college te laten.

Artikel 6

De verordening moet binnen 6 maanden na inwerkingtreden van de wet zijn vastgesteld. De wet biedt de mogelijkheid van inwerkingtreding met terugwerkende kracht.